te Scheveningen in exploitatie te brengen. De door hen te stichten nieuwe badwijk zal geopend worden met een in sierlijken stijl gebouwd Hotel Garni met restauratie, naar het fraai en doelmatig ontwerp van den zoo gunstig bekenden architect J. C. Van Wijk te Rotterdam. Bij de onthulling van het standbeeld van Spinoza zal het woord worden gevoerd door den heer Van Vloten. In het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen te Utrecht zijn tentoongesteld de mo dellen voor het standbeeld van Jan van Nassau. Zes modellen en één nagekomen waren ingeleverd. De commissie heeft uitspraak gedaan over het beste werk. Het rapport daarover wordt binnenkort in de Staats-Courant gepubliceerd. De namen der genen, die bekroond zijn met den eersten en tweeden prijs, zijn nog onbekend, doch de eerste prijs is behaald door hem, die een keurig model had ontworpen, waarin vooral de standvastigheid van den held lag uitgedrukt. Dit model droeg tot motto „Trouw en standvastigheid". Door vier vrouwenbeeldjes is het omringd, die de vrijheid, de eendracht, de wijsheid en de standvastigheid symboliseeden. In de teekenzaal zullen deze week nog eenige dagen de modellen te zien zijn. De Staatscourant van heden behelst een koninklijk besluit van 27 Aug., tot regeling van de vervolging van en het verhaal op ambtenaren in Ned.-Indië, die den lande schade hebben toegebracht. De gewone audiënties van den minister van financiën en van den minister van oorlog zullen Donderdag a. s. niet plaats hebben. Z. M. heeft benoemd tot voorzitter van de Eerste Kamer gedurende de vergadering die zal aanvangen op den derden Maandag van September 1880, jhr. mr. E. J. J. Van Eysinga, lid van die Kamer; jhr. mr. J. JE. A. Van Pauhuys, met ingang van 15 October a. s., benoemd tot bur gemeester der gemeente Groningen, met toeken ning van eerval ontslag als burgemeester der ge meente Tietjerksteradeelbenoemd tot burgemeester der gemeente Boskoop F. D. A. O. E. Van Hal teren van Vrijenes en Sluipwijk; den lsten luite nant H. Hering, van het 5de reg. inf., en den 2den luit. J. A. Houbolt, van het 4de regiment inf., krachtens punt 4 van art. 38 der wet van 28 Aug. 1851 (Stbl. 128), op non-activiteit ge steld, in afwachting dat omtrent hen nader zal worden beschikt; bij het personeel van den ge neeskundigen dienst der landmacht benoemdtot dirigeerend officier van gezondheid der 1ste kl., den dirigeerenden off. van gez. der 2de kl. dr. J. Van Breda Kolff, van dat personeel; tot dirig. offic. van gez. 2de kl., den dirig. offic. van gez. 3de kl. dr. E. H. Willems, van dat personeel; tot dirig. offic. van gez. 3de kl., den offic. van gez. lste kl., met rang van majoor-titulair, J. R. De Brouwer, mede van gemeld personeel. Gemengd Nieuws. Aangaande den persoon, die Vrfjdag- avond jl. onder de gemeente Zegwaard levenloos uit eene sloot is opgehaald, is, na onderzoek, ge bleken dat hij genaamd was A. S., oud 19 jaren, wonende alhier. Zaterdag-avond is dan ook het lijk uit bovengenoemde plaats naar hier overge bracht. De oorzaak van het ongeval moet daarin gezocht worden, dat A. S., een paard van zijn patroon naar de weide moetende brengen, door de duisternis te water is geraakt. Gisternamiddag omstreeks zes uren heeft de hond van den student D. op de Bree- straat een paard, dat voor een tramwagen liep, in den neusvleugel gebeten. De hond is door de politie in beslag genomen en afgezonderd, om door den veearts te worden onderzocht. Op de Valkenburgsche paardenmarkt waren heden ongeveer 800 stuks aan de lijn. De werkpaarden gingen voor 100 tot 250 van de hand. De jonge paarden werden vooral door Belgische en Duitsche kooplieden gekocht, voor niet te hooge prijzen. Over het algemeen was de handel echter flauw. In de afgeloopen week zijn te Katwijk ten gevolge der windstilte slechts 5 schuiten van de visscherij aangekomen met 594 kantjes pekel en 122 stuks steurharing, waarvoor werd besteed 6 a 8 per 1000. Voor den reeder W. Dubbeldam werd bij den heer D. Taat uitgehaald een nieuwgebouwde bom schuit groot 40 voet booms, genaamd „Jonge Niesje", voor schipper A. Nijgh, om nog op de hariugvisscherij uit te gaan. Bij sententie van het hoog militair gerechtshof is gecorrigeerd het vonnis, den 31sten Mei 1). door den krijgsraad in het lste militaire arrondissement (Zuid-Holland en Zeeland), stand plaats 's-Gravenhage, gewezen in de zaak van E. D., huzaar bij het depot escadron van het 4de reg. huzaren, waarbij deze was schuldig verklaard 1®. aan eerste desertie in tijd van vrede, met mede neming van goed boven de tenue van den dag, gevolgd door arrestatie, en 2°. aan het zoek maken van groote en kleine equipementstukken, en ver oordeeld tot eene militaire detentie van zes maan den, met last dat hij na het einde van zijne detentie zal geplaatst worden in eene klasse van mili tairen aan eene gestrengere krijgstucht onderworpen. Dat sommige personen, ondanks de herhaalde waarschuwingen in de dagbladen, soms zeer onoplettend te werk gaan bij het ontvangen van bankpapier, is dezer dagen andermaal gebleken. Iemand te Delft, die van een elders wonenden veehandelaar f 2.50 had te vorderen en dezen op de veemarkt aldaar ontmoette, verzocht hem zijn schuld af te doen. De aangesprokene was hiertoe dadelijk bereid en verzocht hem naar eene naburige tapperij te volgen. Daar zijnde, legde hij een papier in den vorm en de kleur van een bankbiljet van ƒ40 op de tafel, zoodanig gevouwen dat weinig meer dan de getallen 40 op de vier hoeken zichtbaar waren, waarop de ander, zonder het papier na te zien, het in zijn portefeuille stak en hem f 37.50 teruggaf. Eerst 14 dagen later ontdekte hij dat men hem in plaats van een bank biljet van f 40, een papier in de handen had gestopt met het opschrift„De Nederlandsche Bank betaalt aan toonder veertig sigaren". Dezer dagen, zoo leest men in de Arnh. Crt., kwam met den laatsten trein een „buitenman" te Amsterdam. Hij neemt een vigi lante en laat zich naar een hotel rijden. De bui tenman is moe; hij had ver gereisd en het was zeer warm geweest. De koetsier was moe; hij had lang gereden en ook voor hem was het warm geweest. Het paard verkeerde in denzelfden toe stand. De buitenman valt in slaap en het paard loopt niet hard. Bij het passeeren van een koffie huis, waar zijn meester of zijn vroegere meester gewoon was even stil te houden, staat het paard stil en dommelt in. De koetsier merkt er niets van, maar later even ontwakende, zet hij zijn droom voort, dat zijn „patroon" binnen is gegaan en hij „bezig is" op hem te wachten. De heer droomt, misschien wel dat hij op bed lag, en eerst na eenige uren, in het holle van den nacht, mengt zich de politie in de zaak, toen haar argwaan was opgewekt door die koets, die uren bleef wachten op den heerdie er in zat. Toen werd alles duidelijkde buitenman en de koetsier waren het echter niet spoedig eens, voor wiens rekening de uren waren, die zij vóór het koffiehuis hadden doorgebracht. Naar het Rott. Nwbl. verneemt, heeft een handelsagent te Rotterdam zich een der laatste dagen uit de voeten gemaakt met achterlating van een aanmerkelijk tekort, waardoor o. a. een zijner bloedverwanten voor ongeveer 30,000 gulden be nadeeld zou zijn. De voortvluchtige bevindt zich volgens verkregen inlichtingen in Frankrijk. De „Nederlandsche Spectator" schrijft: De minister van waterstaat enz. wil dan niet toegeven aan de algemeen gemaakte bezwaren tegen de verplichte invoering van de barocque namen voor maten en gewichten. Hij durft zelfs bewaren „het bezwaar, zoo het al „in ernst" beweerd kan worden, is gering!" „Zoo het al in ernst beweerd kan worden!!!" die is prachtig. Iemand als prof. De Vries b. v., om één uit velen te noemen, prof. De Vries, de taalgeleerde is een vurig en beslist tegenstander van die onlo gische, ontaalkundige, door niemand begrepen namen, den kilo-deca-myria-onzin, maar de heer Klerck weet het beter en vindt zijn bezwaar gering. De taalkundige zegt: het is onzin. De waterstaatkundige zegt: het bezwaar is niet ernstig of gering. Een burgerjuffrouw, die zich op haar, o nog zoo gebrekkige beschaving heel wat laat voorstaan en gaarne vreemde woorden, die zij even wel niet verstaat, gebruikte, schreef dezer dagen aan hare vriendin: „Mijn man heeft een village gebouwd, van voren met een reverenda, van ach teren met een babyion, in het midden een laven- deltrap van barbarisch marmer; in den tuin krij gen wij een accordeon vol visschen, schelpen en planten. Jammer dat ik het nog niet gezien heb. Maar ik lijd sinds eenige dagen aan cathedrale koortsen." Eene vrouw te Holysloot (Noord- Holland) vond dezer dagen bij het openen van een geheel gaaf kippenei een lintworm die zich om den dooier gewonden had. Het dier was 5 cM. lang en ongeveer cM. breed. Na verwijdering uit het ei was de worm spoedig dood. De lijken der beide drenkelingen bij Thun, waaronder, zooals men weet, een Rotter- damsche dame, zijn thans opgehaald, het eene bij Schernlichen, het andere nabij Hofstetten. Een veldwachter, die onlangs in Ier land eenige bevelschriften tot uitzetting van pach ters rondbracht, werd door de boeren mishandeld en gedwongen de papieren.op te eten, althans door te slikken. Uit Nieuw-York wordt bericht dat de Manhattanmarkt is afgebrandde schade wordt op ruim 1 millioen dollars geraamd. Te Sydney is het Victoria-theater door brand vernield. De vorige week hebben weder op ver schillende plaatsen in Frankrijk en het noorden van Spanje zware regehh en onweders gewoed. Te Uraieta, in Guipuzcoa, sloeg de bliksem gedurende de mis in de kerk, zoodat zeventien menschen ge kwetst werden en in zwijm vielen. De president van de republikeinsche linkerzijde heeft in een aan den heer Guichard gerichten brief geweigerd zijne groep bijeen te roepen, daar zij geenszins hare verantwoordelijkheid in de plaats van die der regeering moet stellen. De regeering behoort, meent hij, den wil der natie te volgen, die zich in de stemmingen der Kamer openbaart. Als de Kamers weer bijeen zijn, schrijft hij, dan zullen wij een wel overwogen oordeel over de han delingen van het Kabinet uitspreken; in afwach ting daarvan moeten wij ons er toe bepalen, het Kabinet onze individuëele indrukken kenbaar te te maken. Duitschland. De periode der manoeuvres is feestelijk ingewijd met een luisterrijke taptoe, uitgevoerd door ver schillende muziekcorpsen, te zamen 1000 man tellende, vergezeld van 400 fakkeldragers. Vele duizenden stroomden naar de „Linden" en op het balkon van het paleis woonde de keizer met de prinsen en zijne vorstelijke gasten de uitvoering der muziekstukken bij, welke begonnen met: „Die Himmel rühmen des Ewigen Ehre." Van het dak der toekomstige „Ruhmeshalle" verlichtte eene electrische zon, samenvloeiende met het toortslicht, het gedenkteeken van Frederik den Grooten en de standbeelden der generaals tusschen het paleis en het operagebouw. De Oostenrijksche kroonprins is gisterochtend om kwart voor negenen te Berlijn aangekomen. Aan het station werd hij door den keizer, den kroonprins, prins Frederik Karei, prins Albert en prins Willem, den groothertog van Mecklenburg, den Oosten rij kschen ambassadeur en een aantal generaals opgewacht. De keizer vergezelde kroon prins Rudolf naar het keizerlijk palerê. De „Politische Correspondenz" verneemt uit Londen dat de Britsche regeering eene mededee- ling van den vorst van Montenegro heeft ont vangen, waarbij hij verklaart van Dindosch en Groeda te zullen afzien, als de Porte hem Dul- cigno vreedzaam en in de vereischte vormen afstaat. De keizer is te Lemberg aangekomen. Hij heeft de tot hem gerichte toespraak beantwoord, diep getroffen door de van alle kanten hem ge geven bewijzen van liefde en gehechtheid en door de hulde, die hem vol geestdrift door de bevolking werd toegebracht. BUITENLAND. Frankrijk. Oostenr.-Hong. Monarchie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2