N°. 6304. Maandag 6 September. A0. 1880. Deze Couiant wordt dagelijks, met uitzondering I van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1-5*6 regelsv.wMmwpnyv..w/ 1-05. Iedere regel meer.-^. ••"wt* 0.17J. Grootereiletters naar plaatsruimte. Gesmeagd Nieuw» Reeds wordt Magnus' opvolger als gezant te Kopenhagen genoemd: baron Kiderlen Waechter, neef van den vroegeren Wurtemberg- schen gezant te Parijs. Sarah Bernhardt heeft succes met haar toost, dat moet gezegd worden De brug over de Ebro bij Legrono is ingestort, juist toen een bataljon soldaten er over trok. 79 soldaten verdronken, waaronder een kapitein en drie luitenants. Men vreest dat hel aantal slachtoffers nog grooter zal zijn. Te Minden werd bij de oefening van het corps pioniers een fort bestormd. Prins Albrecht van Pruisen woonde het spiegelgevecht bij. Een mijn werd te laat ontstoken, ten gevolge waarvan de commandant Hannisch in de lucht vloog en zeer zwaar gekwetst werd. Alweder vitriool! Dinsdag-avond bij gelegenheid der heropening van het „theatre des Variétés" te Parijs hield een rijtuig voor dat ge bouw stil, onmiddellijk gevolgd door een tweede. Uit het eerste steeg een heer vergezeld door een zeer bekoorlijke jonge dame, uit het andere een jonkman die recht op de dame afliep en zonder eenige inleidiug den inhoud van een flesch vitriool in het gezicht wierp. De verwoesting daardoor op het gelaat van het jonge meisje, dat pas 18 jaren oud is, teweeggebracht, is vreeselijk: één oog is totaal uitgebrand. De misdadiger gaf zich zeer kalm aan de politie over en verklaarde dat hij vijf dagen op een goede gelegenheid gewacht had en zoo weinig berouw had over zijn daad dat hij het haar nog wel eens zou willen doen. Jaloerschheid is ook hier weder in het spel. Nadere berichten vermelden nog dat de aan rander, Jules Lanoj genaamd, van beroep handels agent, juist vijf dagen geleden uit de gevangenis ontslagen was, waar hij drie maanden had doorge bracht wegens bedreiging van moord tegen Marie Dubois, dezelfde die nu zoo afschuwelijk toege takeld is. De vitriool had zich slechts op het be nedengedeelte van het gelaat uitgestort, doch door dat de ongelukkige door de vreeselijke pijn achter over viel, verspreidde zich het brandende vocht verder naar boven en bereikte de beide oogen, die waarschijnlijk verloren zullen zijn. Den ge- heelen dag was Lanoy haar als haar schim ge volgd, had in dezelfde restauratie, aan een tafel naast de hare, het middagmaal gebruikt en verder zijn koetsier last gegeven, wanneer zij met haren begeleider wegreed, onmiddellijk te volgen en te trachten, op het oogenblik dat haar rijtuig stil stond, zachtjes daar vlak langs te rijden, daar hij de dame ongemerkt iets te zeggen had. Daarna moest hij, zonder ergens op te letten, de zweep over de paarden leggen en maken dat hij wegkwam. De koetsier schijnt dit niet goed begrepen te heb ben, althans de misdadiger volvoerde het schande lijke feit te midden van een opeengepakte men- schenmassa, zoodat weinig kans op ontvluchten bestond. Een heer, die in de nabijheid stond, had het ongeluk nog eenige spatten van de vitriool in het gezicht te krijgen en een tamelijk grooten drop even voor het rechteroog. Het raadslid te St.-Etienne die van zijn ambt misbruik had gemaakt om onnoozele lieden geld af te zetten, is tot drie maanden ge vangenisstraf en vervallenverklaring van zijn burger schapsrechten voor den tijd van vijf jaren ver oordeeld. Een groot Eransch mode-magazijn, dat steeds met vrij veel ophef aankondigt dat het zelfs in het Nederlandsch laat correspondeeren, levert onder meer ook het volgende staaltje van het bevallige Nederlandsch dat men te wachten heeft als men de proef eens waagt„Bij de aan vrage van monsters kunnen wij de damen niet genoeg aanbevelen van wel den aard aan te geven van de stoö'en welke zij verlangen en den prijs welke zij willen aanbesteden, ten einde den kus te vergemakelijkqn". Volgens opgave van het bureau „Ve ritas" zijn in de maand Juli verongelukt 61 zeil schepen, waaronder drie uit Nederland. Onlangs is een groot deel van het dorp Petzuick bij Dölitz in Pommeren in de asch gelegd. Thans is gebleken dat deze brand opzettelijk aangestoken is en wel door het tienjarig zoontje van een daglooner aldaar, wien door den boer, bij wien hij woonde, de dienst was opgezegd. Het vuur breidde zich met zulk eene snelheid uit, dat de brandstichter zelf in de vlammen omkwam. Hetzelfde lot trof een zevenjarig meisje, dat in haren angst onder de kachel was gekropen, en eene vrouw van 72 jaren, die haar beddegoed poogde te redden en door het vuur verrast werd. Ook een reeds gekist lijk is geheel verbrand. KOLONIËN. BATAVIA, 27 Juli. Volgens gisteren via Padang van den gouverneur van Atjeh ontvangen telegram zijn de troepen den 14den te Samalangan ontscheept en den volgenden dag tegen den vijand opgerukt. Er werd hevige tegenstand geboden. Van onzen kant sneuvelden een luitenant en vijf minderen en werden twee en veertig gewonden bekomen, waaronder een luitenant licht. De vijand leed groote verliezen, doch de avoud viel in voordat de troepen hun doel vol komen bereikt hadden, zoodat zij in orde reti reerden. Den 17den zou de aanval herhaald worden. Schoon de expeditie-commandant geene versterking vroeg, is echter door den gouverneur nog eene compagnie, benevens 50 dwangarbeiders naar Sama langan gezonden. Toestand op Groot-Atjeh gunstig. Een ander telegram van den gouverneur van Atjeh, dd. 24 Juli, meldt dat de gouverneur den 22sten Juli met den radja van Samalangan die naar Kota Radja was opontboden, naar Samalangan is vertrokken. Dien dag waren onze troepen weder tegen den vijand opgerukt. Bij de hoofd- benting werd hevige tegenstand ontmoet. Niet tegenstaande herhaalde stormaanvallen kon zij niet genomen worden. De vijand werd echter uit alle overige stellingen verdreven, de kampong Ilir ge tuchtigd en achterliggende bentings genomen. Na die gevechten heeft de vijand, die zware verliezen leed, zich in het gebergte teruggetrokken en door Potjoet Molegoi onderhandelingen doen openen. Er is overeengekomen dat Toekoe Tjik de hoofd versterking door zijn volk zal doen slechten. De gouverneur heeft verder offensief optreden hiervan afhankelijk gemaakt en daarvoor 6 dagen toegestaan. In de gevechten van den 22sten waren onze verliezen 10 dooden, minderen, en 31 gewonden, .waaronder 6 officieren. De gouverneur noemt den toestand niet on gunstig, de kampongs in den omtrek van Sama langan zijn rustig gebleven. De berichten uit Groot-Atjeh zijn bevredigend. De afloop der gouv.-koffieveiling van 25,000 pikol op 22 dezer was gemiddeld/43.90 per pikol. Uit Padang wordt van den 17den dezer gemeld De militaire excursie naar de Bataklanden, waar over wij vroeger reeds het een en ander medege deeld hebben, zal dan toch eindelijk plaats hebben. Aanstaanden Maandag vertrekken van hier met dat doel per stoomboot p. m. 100 militairen, onder den kapitein der inf. De la Parra, naar Siboga, van waar de troep, na versterking ontvangen te hebben, onverwijld zal oprukken naar Siliendoeng. Dat het te Djambi nog niet zuiver is, werd ons medegedeeld volgens berichten aan particuliere personen. De resident Tobias, deswege ondervraagd, moet o. a. medegedeeld hebben dat de kwaadwil ligen schijnen te zijn ingelicht omtrent de plannen van het bestuur; dat zij zich ruim van wapenen en ammunitie hebben weten te voorzien, en op een aanval onzerzijds zijn voorbereid; dat de in de residentie aanwezige troepenmacht ver van vol doende is om iets tegen hen te ondernemen, en dat eene macht van acht bataljons noodig wordt. Daar zulk een groot aantal troepen niet be schikbaar was, moest het „status quo" in het Djambische worden gehandhaafd, tot de kwaad willigen ons tot handelen zullen dwingen. Uit de door ons bedoelde particuliere berichten, zegt de Soer.-Crt. verder, schijnt thans te blijken dat dit oogenblik gekomen of zeer aanstaande is. Te Samalangan is gesneuveld, den 15den Juli 11., de 2de luit. der inf. G. J. C. Verkuyl en gewond de 1ste luit. E. J. K. Von Ernst. Uit Atjeh schrijft men aan het Pad. Hdb. dat „bevriende" Atjehers den lsten dezer onze benting te Ketapan Doea hebben aangevallen. Een luitenant en een paar soldaten werden zwaar gewond en buiten gevecht gesteld. De Atjehers hielden zich geruimen tijd op de borstwering staande en konden slechts met moeite teruggeslagen worden. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de vol gende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Ontslagen: Eervol uit'a lands dienst met behoud van recht op pensioen, de adsistent-resident van Tjeringin (Bantam) C. W. L. Fleur. Benoemd: Tot ads.-res. van Tjeringin, tevens vendum. aldaar, Th. W. Buys. Bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijk- gestelden in Ned.-Indië: tot onderwijzeres 3de kl. A. F. S. Weyhenke en J. M. C. Rotting; tot lsten klerk ter griffie van het hooggerechtshof van Ned.-Indië J. W. Simon; tot resident van Passoeroean J. J. Rambaldo; van Rembang A. H. Swaving. Ingetrokken: De tijdelijke tewerkstelling als onderwijzer 3de kl. van A. Van Dissel. Tijdelyk werkzaam gesteld: Als onderwijzeres 3de kl. H. M. Karsen, part. end. Geplaatst: Als hulponderwijzeres aan de openb. lag. school te Soemenap (Madura) de tijd. werkzaam gestelde ond. 3de kl. II. M. Karsen. Buitengewoon bevorderd: Tot contr. 1ste kl. bij het binnenl. best. op de bezitt. buiten Java en Madnra de contr. 2de kl. K. F. Van Swieten en zulks als eene belooning voorde door hem in Atjeh bewezen goede diensten. Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den controleur der 2de kl. bij het binnenl. bestuur op Java en Madura J. Th. Van der Plas, aan den hulpprediker ten dienste der inlandsche christen-gemeenten op het eiland Roti (Timor) P. J. Pennings en aan den schout voor de politie te Riouw Th. Leebeek. Departement van Oorlog. Geplaatst: De kapts. der inf. S. J. E. J. V. Barthelemij te Atjeh en H. L. P. Ligtenberg ter Sum. Westkust, de 2de luits. H. J. P. De Groot en H. 's Graeuwen in de 2de milit. afd. en P. J. F. Leuw in de 3de milit. afd., allen onlangs uit Nederland aangekomen. Ver leend: Een tweej. verlof naar Europa, wegens twaalf jaren onafgebroken dienst in Ned.-Indië, aan de kapt. der inf. H. Oosterwijk. Ontslagen: Uit Zr. Ms. militairen dienst, de 2de loit.-kwartierm. bij de milit. adm. F. E. J. Phaff; op ver zoek uit Zr. Ms. militairen dieBst, wegens volbrachten diensttijd, met behoud van recht op pensioen, de maj. E. Heek en de kapt. A. C. W. Th. Kortum, beiden van het wapen der inf. op verzoek, eervol uit Zr. Ms. milit. dienst, wegens volbr. diensttijd, met beh. van recht op pensioen, de kapt. der inf. J. H. Roque. Departement van Marine. Bij den dienst der knstverlichting. Benoemd: Tot lichtopz. 3de kl. J. G. T. C. Monhovon; tot lichtopz. 4de kl. H. M. Reindorp. Geplaatst: Bij het lichtetablisBement der 2de orde op Edam, J. G. T. C. Mun- hoven; bij dat der 4de orde te Batavia, H. M. Reindorp; bij dat der 4de orde te Makassar, K. A. W. C. Lieder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1