konden, bereikten op die wijze den walkant., ter wijl zij, die daarin niet bedreven waren, het touw grepen, om zich daaraan vast te honden tot er hulp kwam opdagen. Hoewel het touw tegen dien last niet bestand was en daardoor brak, zijn toch allen gered kunnen worden en er met den schrik en een nat pak afgekomen. Ook een inspecteur en twee agenten van politie, die zich ouder de opvarenden bevonden, deelden in dit lot. Naar men verneemt, is tot dusverre niemand vermist en heeft ook het dreggen met de sleepdreg niets opgeleverd. Het schuitje is spoedig gelicht, zoodat de dienst daarmede kort daarop is hervat. Onder een glaasje jenever verkocht een boer te Arnhem zijn ezel, „zooals die op stal stond", aan een paar collega's. Bij het beest ge komen, bleek dat het dier was vastgezet met de beide trektuigen op den rug gebonden, waarop door de koopers beweerd werd dat die in den koop begrepen waren. Een woordentwist ontstond over dat rechtspunt en al disputeerende greep een der koopers een eind van het touw, waarmede het dier vastgebonden was geweest, en wilde hij het medetrekken, hetgeen hem door den verkooper die het andere eind stevig vasthield, werd belet. Ongemerkt sneed een der omstanders het touw door, waaraan beide boeren trokken, met het gevolg dat beiden achterovervielen met de beenen in de lucht. De grap werd gevolgd door een alge- meene vechtpartij, waarbij koopers en verkoopers elkander zoo afrosten, dat heelkundige hulp moest worden ingeroepen. Zondag-avond had te Oost-Voorne, een treffend ongeluk plaats. Ongeveer te vijf uren vond men aan het strand, aan den mond der Maas, de kleeren van drie knapenalle drie zijn bij het baden verdronken. Een was veertien jaar, de beide anderen (broertjes) tien en negen jaar oud. De lijken zijn nog niet gevonden. Door de politie te Rotterdam is de hand gelegd op een jongen, die in de beneden- passage uit den buitenzak van de japon eener dame eene portemonnaie met geld had gerold. Ook is door de politie een jongen aangehouden, die in een koffiehuis aan het Hang een rijksdaalder uit de lade van het buffet had ontvreemd. Hoe voorkomend men teWinterswijk is voor het reizend publiek, kan uit het volgende blijken. Een reiziger 3de klasse beklaagde zich dat er bij het vertrek van een der treinen van daar naar Duitschland niet was gewaarschuwd. Dadelijk plaatste men daarop het signaal langs de baan van Winterswijk uit op „onveilig." De trein moest toen terugstoomen, waarop de man kon instappen. Tusschen Breda en Gilze-Rijen is een spoorwegwerker van een dienstwagen gevallen en daardoor overreden. Hij was terstond een lijk. Bij de wedloopen te Bussum is, zooals reeds gemeld, de snelste rit gedaan in afdeeling V (wedren voor alle rassen, bereden met zadel) door het paard „Cupid", van den heer Albarda, dat op de baan van 1200 meter 14 meter in de seconde aflegde. Bij de onlangs te Brussel gehouden wed rennen was 16 meter per seconde het hoogste cijfer. In de eerste twee afdeelingen (draven) legden de vlugste paarden op de baan van 1000 meter 7.3 M. en op de baan van 1600 meter 7.2 M. per seconde af. Voor het schitterend slot was de wedren met hindernissen bewaard. Van de zeventien deelnemers vielen er vier uit, maar de deelneming was toch nog groot genoeg. De baan van 1800 meter had twee hindernissen en een breeden greppelsprong. Al wed ging het snuivend en vliegend over de baan. Al dadelijk was „Japonaise", van den heer L. Kï Maas Geesteranus, bereden door baron Von Keudell, nommer één, de heer Albarda op „Cupid" eerst vijf, later vier en op het punt van drie te worden, maar helaas, over de eerste hindernis valt de be rijder. Hij werd weggedragen, verzorgd en zat des avonds reeds weer in het Amstel-hotel te dineeren. Zijn paard liep door, de volgende paarden vlogen naast of over hem heen. Hij kwam er geluk kig af. Maar dat ongevalletje bracht geen stoornis in den ren. „Japonaise" bleef nommer één, „Cupid" I kwam zonder berijder nommer twee. Op de aldaar gehouden harddraverij is mede j een prijs van f 300 gewonnen door het paard I „Dr. Tanner" van den heer Enthoven te Zoetermeer. I Op de pannenbakkerij van den heer Reyers onder Didam is de werkbaas door de bovenmatige hitte in elkander gezakt en kort daarop overleden. Hij laat een weduwe met 5 jonge kinderen na. Een ongelukkige scherts veroorloof den zich dezer dagen eenige jongelieden te Oberegg, die met elkaar bij een glas bier hadden zitten praten. Een van hen meende iets wat hij verteld had te moeten bekrachtigen met de wel eens meer gehoorde verklaring: „Ik laat me ophangen als het niet waar is!" Onmiddellijk sloeg een ander hem lachende een strik om den hals en nu werd de verteller onder algemeene vroolijkheid omhoog- ge heschen, waar hij eenige oogenblikken bleef hangen. Toen men hem weer liet zakkep, was de ongelukkige zijn spraak kwijt; een spoedig te hulp geroepen arts verklaarde dat het strottenhoofd dermate beschadigd was, dat de man voorgoed het gebruik zijner stem verloren had. Omtrent het ongeluk te Blankenberg he worden de volgende nadere bijzonderheden medege deeld De heeren Hooreman waren te halfzeven te water gegaan, dat is op een tijd dat de red dingstoestellen in gereedheid behooren te zijn De reden dat dit niet het geval was, lag in de omstandigheid dat het geheele personeel aan den dijk bezig was met een verplaatsbare kiosk naar een ander punt te verschuiven. Nog meer met het oog op den Zondag was dit een onvergeeflijke nalatigheid. De oorzaken van de ongelukken die van tijd tot tijd aan het strand te Blanken berghe plaats hebben, zijn voornamelijk de steenen hoofden of zeebrekers, waar steeds een sterke stroom loopt en die aangewezen worden door ankerboeien, wel goed zichtbaar op den dijk, maar voor den zwemmer meestal geheel verborgen Toen het lichaam van den jongsten Hooreman op het strand was geworpen, bracht men het onmid dellijk in een hut, waar gedurende een uur lang teveïgeefs alle pogingen in het werk gesteld wer den, om het leven weder op te wekken. Toen alles nutteloos bleek, werd het lijk op een baar naar het raadhuis vervoerd. De moeder der ongelukkigen bevond zich op het oogenblik dat het ongeluk i plaats had in het hotel; de vader kwam met den trein van tienen. De geheele familie zou te Blankenberghe bijeenkomen om daar rustig een huiselijk feest, het hoofd van het gezin geldende, te vieren. Men begrijpt de smart en wanhoop der ouders, eerst aan het station, toen aan het hotel en eindelijk op het raadhuis waar zij hun gestorven kind kwamen omhelzen. Maandag-morgen had de zee het lijk van den oudsten zoon nog niet teruggegeven. Een meisje, dat inde vorige week met hare ouders naar het vuurwerk op de Schelde te Autwerpen stond te kijken, voelde eensklaps een brandende pijn aan het rechteroog, veroorzaakt door het een of ander projectiel dat een wonde gemaakt had, waaruit veel bloed vloeide. Eerst dacht men aan een stuk vuurwerk, maar later bleek het niets meer of minder geweest te zijn dan een revolverkogel, die met moeite uit de wonde is te voorschijn gebracht. De politie zoekt tot nog tce tevergeefs naar den persoon, die op zoo eigenaardige wijze zijne feestvreugde aan den dag legde. Een Duitse her te Parijs wierp zich in een aanval van krankzinnigheid uit het raam van zijne woning rue d'Aboukir op straat; hij was terstond een lijk. Men vond op zijn tafel een testament, waarbij hij alles, wat hij bezat, 6000 fr., aan de Parijsche armen vermaakte. De onge lukkige, een Pruis, had zijn land om politieke redenen moeten verlaten en had zich in Frankrijk gevestigd. In 1870 uit dat land verjaagd, ging hij naar Zwitserland, maar keerde later naar Parijs terug. Sedert dien tijd echter meende hij voort durend vervolgd te zijn en om zich rust te ver schaffen, maakte hij een einde aan zijn leven. Van de beide jongelui, die zich dezer dagen bij Berlijn op zoo'n eigenaardige wijze van het leven wilden berooven, is de jonkman reeds overleden. Het meisje verkeert in levensgevaar. Op een kasteel in de nabijheid van Dorchester is een juweelendiefstal gepleegd. Hoe groot de waarde van het gestolene is, schynt niet bekend te zijn. Zij moet echter nogal aanzienlijk wezen, daar eene belooning van 6000 gulden uitge loofd is voor het opsporen der daders. De begrooting van de gemeente Rome sloot den Sisten December 1879 met een deficit van 20,063,005 fr. Lady Harriet Scott Bentinck heeft 4000 pd. st. geschonken aan het internationaal hospitaal te Napels, op voorwaarde o. a. dat in het hospitaal altijd een Engelsche oppasseres en een dokter, die Engelsch spreekt, zullen zijn en dat, wanneer de inrichting wordt opgeheven, het geld aan een Engelsche liefdadige vereeniging te Napels zal worden uitgekeerd. Gisternacht is het koffiehuis „Karei de Stoute" te Charlois afgebrand, met nog een viertal woningen. De brand schijnt ontstaan te zijn in het Heten dak der woning naast het koffie huis. De bewoners daarvan zijn met moeite ge red, en alles is eene prooi van het vuur geworden. Van de anderen is nog het een en ander gered. Het is der brandweer gelukt, twee nabijstaande gebouwen, hoewel met riet gedekt en reeds bran dende, nog te behouden. Naar men wil, is aan de prefectuur van politie te Parijs eene statistiek opgemaakt van de sedert 1 Januari gehouden tweegevechten. Het getal bedraagt 141. Te Brussel zijn tien leden eener dieven bende van 23 personen in hechtenis genomen, van wie de jongste nog geen tien, de oudste slechts een en twintig jaren telt. Zaterdag kon men in het vermaarde beestenspel van Bidel te Brussel een éigenaardig tooneel bijwonen. Door den tenorzanger Tainville Hamelijk is in het groote leeuwenhok, waarin twee leeuwen en eene leeuwin, de aria „Buvons Èt la gloire" voorgedragen. Bidel bevond zich mede in het hok, om den zanger tegen de wilde dieren te beschermen, hetgeen niet overbodig was, aan gezien de leeuwin gedurende het zingen een on heilspellend gebrul deed hooren. Het overtalrijke publiek juichte hoogst opgewonden Tainville toe. Op den inboedel van den prins Von Hanau, die te Smichow in Bohemen woont, is dezer dagen door zijne schuldeischers beslag gelegd; zelfs zijne ridderorden ontkwamen den begeerigen blik der crediteuren niet. De prins behoorde inder tijd tot de rijkste ingezetenen van zijn land en bezit een schat van schilderijen, oudheden en dergelijke kostbaarheden. Een lichtzinnige levens wijze heeft hem zoo aan lager wal gebracht. BUITENLAND. BVankrljk. Het legitimistisch kamerlid De la Rochefoueauld- Bisaccia is afgezet als burgemeester van Bonnétable (Santhe) wegens zijne tegen de regeering vijandige houdiDg in den Algemeenen Raad van zijn depar tement. Te Parijs is door den bekenden pater Hyac nthe het huwelijk ingezegend van den abt Lainé, vroeger geestelijke in het departement der Sarthe, en eene zijner vroegere gemeenteleden, eene weduwe, Lochet. Er waren verscheidene notabili- teiten tegenwoordig. Er is reeds meermalen sprake geweest van het verkoopen der kroonjuweelen. Volgens de „Rappel" zal de regeering bij de weder-bijeen- komst der Kamers een wetsontwerp indienen tot verkoop van dat gedeelte der kroonsieraden, het welk geen eigenlijke kunstwaarde heeft. Men schat dat deze verzameling zeven a acht millioen zal op brengen. Het fonds, dat op die wijze verkregen wordt, zou worden aangewend tot aankoop van kunstvoorwerpen in de nationale musea. Uit Dijon wordt gemeld dat de commissaris van politie, die zich gisteren naar het college der Jezuïeten begaf, daar alleen vond een geordend geestelijke als nieuwe directeur der inrichting en één Jezuïet, die de maatschappij vertegenwoordigde als eigenares van het onroerend goed. De 22 andere Jezuïeten waren vertrokken. Men verzekert dat een dergelijke ontruiming in geheel Frankrijk volgens afspraak heeft plaats gehad. Volgens de laatste berichten zal de demon stratie met de vloot niet vóór 15 September plaats lebben. De regeering is echter teruggekomen op laar besluit om er zich geheel aan te onttrekken. Duitschland. De „Nordd. Alg. Zeitung" verneemt dat de té Malta gestationeerde korvet „Victoria" door de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2