K°. 6287. Dinsdag 17 Augustus. A'. 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. LEIBSCH BAGBLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor leiden per 8 maanden* Franco per post- Afzonderlijke Nomtners. uo. t-40. <xos. PRIJS DER ADYERTENT1EN: Van 1—6 regels Iedere regel meer. iTïrnr Grootere /lelters naar plaatsrnimte. 1.05. rv. .-, 0.17£. STADS-BERICHTEN. PATENTBLADEN. De WETHOUDER, Voorzitter van het College van Zetters, doet te weten dat de ingevnlde patentbladen voor de wjjken I, II, III en V, dienstjaar 1880/81, bij het College van Zetters in een der vertrekken van het Raadhnis dezer gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks, des namiddags van een tot drie uren, en wel van 11 tot en met 17 Angnstns e. k., uitgezonderd des Zondagsterwijl na het verstrijken van dien termijn, de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, die voor hnnne moeite mogen eischen tien cents, zonder meer. Leiden, De Wethouder voornoemd, 10 Augustus 1880. Mr. P. C. LIBRECHT LEZWIJN. LEIDEN, 16 Augustus. Aan al de leerlingen der Hoogere Burgerschool alhier, die Zich aan het eindexamen hebben onderworpeu, is het diploma uitgereikt. Hunne namen zijn: H. Doyer, C. L. Rümke, C. L. J. Palmer Van den Broek, P. J. Berkel, W. F. Van "Wijk, P. F. C. Scharp De Visser, S. Vos en L. P. Krantz. Slechts een van de wettige leerlingen der 3de klasse, namelijk J. Schilham, onderwierp zich aan het admissie-examen voor de Militaire Academie te Breda en werd geplaatst hij de infanterie O.-I. Aan het eindexamen werd door 75 candida- ten deelgenomen; één trok zich gedurende het examen wegens ziekte terng. Negen hadden in den laatsten tijd geen onderwijs op eene hoogere burgerschool ontvangen; de overigen waren leerlingen der scholen te Rotterdam, 's-Hage, Delft, Schie dam, Dordrecht, Gorcum, Leiden en Haarlem. Het diploma van voldoend afgelegd eindexamen werd nitgerejkt aan 60 candidaten, zoodat er 14 werden afgewezen. Ons werd dezer dagen toegezonden het tweede verslag van „De Christelijke Wijkvereeni- ging te Leiden." Sinds het jaar 1877 gaf ze geen verslag van haren arbeid en van haren financiëelen toestand. Het Wordt tijd, zoo lezen wij nu, dat zij iets van zich doet hooren. Wel zijn er geen opzienbarende feiten, geen rijke vrachten te mel den, maar terwijl aan de eene zijde het misver stand behoort te worden voorkomen dat de Chr. Wijkvereeniging den steun van anderen niet be hoeft, moet aan de andere zijde door meerdere openbaarmaking van haar werk bij dé christenen in onze stad en elders de overtuiging worden ge wekt en bewaard, dat hetgeen zij doet, hunne onder steuning verdient. Vooraf wordtin 't verslag verklaard dat het der veréeniging bovenal te doen is om het haren voorzitter mogelijk te maken aan zijne roeping als herder te beantwoorden, de bewoners der wijk, hem ter bearbeiding aangewezen, tot den Christus te leiden, de onverschilligen te doen ontwaken, de afgedwaalden te recht te brengen, de kranken te bezoeken, de bedroefden te troosten, de zwakken te versterken. De Bijbellezing wordt steeds eiken Donderdag avond door dèn wijkpredikant gehouden en nog altijd voorafgegaan door een zangstond, bij wel ken de heer Zonneveld belangeloos zijne mede werking blijft verleenen door zijne begeleiding op het orgel. Het gehoor is voor een deel afwis selend; maar toch velen, zeer velen misten bijna geen enkele maal. Des winters kwamen er nog vaak zitplaatsen te kort. De Kinderkerk wordt som3 door den predi kant, meestal door den godsdienstonderwijzer ge leid. Hoe wenschelijk ware het, voor dien arbeid niet het minst, dat het lokaal grooter was. Eiken Zondag zijn er meer dan driehonderd kinderen tegenwoordig. De Zondagscholen worden voortdurend te halféén en te drie uren gehouden. De eerste wordt thans door 200 kinderen bezocht, die in 13 en de tweede door 140, die in 9 klassen zijn verdeeld. Hoe dikwijls ook kinderen, buiten de wijk woonachtig, aanzoek doen om op die scholen te worden toegelaten, steeds wordt dit met beslistheid geweigerd. Jaarlijks heb ben de kleineu met Kerstmis een feestje. Nog altijd beschouwen de bestuurders den Zang als een uitnemend middel tot uitbreiding van het Godsrijk. Zij hebben daarom niet alleen hunne eerste Zangvereeniging voortgezet, ondanks de weinige lust tot zingen, die, gelijk elders in ons vaderland, over het algemeen bij jongelingen be staat, maar daarnevens ook opgericht en later daarmede verbonden een meisjes-zangvereeniging. Reeds tweemalen gaf deze gecombineerde ver- eeniging eene uitvoering in het Wijkgebouw, die beide keeren door een zeer groot publiek met belangstelling werd bijgewoond. Den onvermoei- den directeur, den heer La Bruyère, komt voorname lijk de eer toe van het vrijwel gelukken dezer uitvoeringen. Ook aan de Zondagscholen' is sinds 1877 een Zangschool verbonden. Zaterdag-namiddag ontvan gen de kinderen, boven de 9 jaar, onderwijs. In den laatsten tijd wordt de Chevé-methode gevolgd. Den 3den October 1877 werd eene Jongelie- denvereeniging opgericht, die later den naam van „Samuel" kreeg, voor jongens van 1216 jaar. De leden moeten in de wijk woonachtig zijn. Eiken Zondag-avond te 6 uren wordt de verga dering gehouden, door den predikant geleid. Aller eerst wordt uit den Bijbel verleid en daarna öf kerk- bf vaderlandsche geschiedenis behandeld. Het aantal leden bedraagt op het oogenblik 23. Uit deze Jongeliedenvereeniging werd eene Jon- gelingsvereeaiging geboren, die den 3den Oct. 1878 met 7 jongelingen werd begonnen onder leiding van den godsdienstonderwijzer. De arbeid is vrij wel dezelfde als onder de jongelieden. Alleen worden hier nog vragen behandeld, die de vorige maal door de jongelingen zijn opgegeven. Het aantal leden is nu 17. Aan deze vereeniging is sinds het einde van. 1879 eene zangvereeniging verbonden, terwijl de leden zich sinds eenigen tijd ook des Zaterdags in het voordragen van verzen oefenen. Daar het aantal leden op de jon- geliedenvereeniging te zeer toenam en bovendien uit ervaring bleek dat over het algemeen jongens van 12 jaar nog niet rijp zijn voor de vrijheid aan zulk eene vereeniging noodzakelijk verbon den, werd eene Overgangschool opgericht, waarin des Zondags-namiddags te 2 uren de godsdienst onderwijzer voorgaat. Reeds 20 jongens maken hiervan gebruik. In ket vorig verslag werd melding gemaakt van eene Koffiemeeting en het voornemen uitgespro ken deze van tijd tot tijd te houden. Dat plan is volvoerd. Telken jare was er ééne in het voor- en ééne in het najaar en ieder keer werd een ander deel der wijkbewoners uitgenoodigd. Reeds is men voor de tweede maal aangevangen en toch is de belangstelling eer toe dan afgenomen. De laatste maal vooral was de opkomst zeer groot. Vraagt iemand, hoe het mogelijk was alle gasten te dienen, aan gewillige Martha's ontbrak het niet, die op verzoek telkenmale opnieuw daartoe be reid waren. In het laatst verloopen jaar werd aan de jon gens en meisjes van 12 jaar en ouder gedurende de kermis een feestavond bereid. Tot voor korten tijd ging er van de Chr. Wijk vereeniging geen andere arbeid uit ten behoeve van de meisjes, die de Zondagschool verlaten hebben, dan de catechisatie. Den 28sten April is er echter eene Jongedochtersvereeniging opgericht en evenals bij de Zangvereeniging gaven ook hiertoe enkele meisjes zelve aanleiding door schriftelijk dit aan den voorzitter te verzoeken. Gedurende de eerste helft der maand Juli zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadresseerden niet besteld konden worden: H. Onverzaagt, AlblasserdamC. Scholten Pwz., H. Meier, M. Hoogeland, Jacobs, H. Bel, Akkers, AmsterdamBraekken, Doetinchemwed. Wel vaars, Vleugel, 's-Gravenhage; M. P. De Haan, Leiden; Uitgever der Courant, Noordwijk; wed. Berkenkamp, Oegstgeest; Van Etten, Oosterhout; Kampo, mej. Van Giesen, niet vermeld. Brief kaarten T. Middelkoop, G. Brouwer, Amsterdam A. Van Buuren, 's-Gravenhage. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 43.00, f 22.00, f 4.50 en f 2.20de laagste f 43.00, f 22.00, f 4.20 en f 2.15. Bij beschikking van den minister is bij onze marine ingevoerd een werk van dr. P. J. Kaiser, getiteld: „Theorie en beschrijving der thans bij de Nederlandsche marine in gebruik zijnde zeevaartkundige werktuigen". Aan vele van Zr. Ms. schepen zijn de noodige exemplaren van het 1ste deel, handelende over de kompassen, reeds verstrekt. De onlangs benoemde 2de luits. bij het corps mariniers worden geplaatst als volgt: P. J. Van Trooyen te Amsterdam; A. J. Paehlig en E. A. R. Verbeek te HellevoetsluisM. J. Struick en J. P. A. Termaat te RotterdamL. A. C. Furnée en J. C. Van Hoek te Willemsoord. De minister van justitie heeft aan de pro cureurs-generaal bij de gerechtshoven een circulaire gericht, waarbij, onder verwijzing naar een circu laire van den procureur-generaal bij het voormalig hooggerechtshof van 31 Augustus 1827, de naleving wordt verzocht van het voorschrift om in signale menten, arresten, vonnissen en andere rechterlijke akten en documenten geen benaming te bezigeD, die eigen is aan den godsdienst, welken iemand be lijdt. Aanleiding tot deze circulaire van 1827 was de vermelding vau het Joodsch uiterlijk bij een gesignaleerde en den tegenwoordigen minister is het gebleken dat bedoeld voorschrift door de ambtenaren van het openbaar minister niet altijd wordt nageleefd. Blijkens het verslag nopens het nader sectie- onderzoek, was de groote meerderheid tevreden over de gegeven gelegenheid tot een tweede onder zoek van het wetsontwerp tot heffing eener rente belasting. Verscheidene leden bleven niettemin tegen de hoofdstrekking der wet gestemd. Vele leden meenden met het oog op de gegeven be cijferingen, dat het niet aanging, eene nieuwe belastingheffing te motiveeren, door toekomstige uitgaven als reeds gevoteerd voor te stellen, vooral ook met het oog op de verhooging der begrooting voor oorlog met 21/, millioen. In drie afdeelingen trad men in nadere bijzonderheden wegens de becijferingen des ministers, voor wat betreft de openbare werken hier en in Indie. Maar in elk geval mochten, meende men, bij de beoordeeling van den financiëelen toestand en van de nood zakelijkheid der rentebelasting de bijdragen uit Indië niet bnitén aanmerking blijven. Deze factor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1