Waarde Heer Redacteur, Mijnheer de Redacteur Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF. Het Oostenrijksch-Hongaarsch ge meentebestuur van Serajevo iu Bosnië had geld noodig, en zag geen kans dit van de ingezetenen te bekomen. Het maakte daarom eene verorde ning, waarbij aan alle burgers bevolen werd, dak goten voor regen aan hunne huizen te maken en wel binnen veertien dagen. Men zou meenen dat het gemeentebestuur al het hout had gekocht om, door het zeer duur te stellen, op die wijze de benoodigde som te winnen. De Oostenrijksch- Hongaarsche administrateurs sloegen een veel een voudiger weg in. Zij wisten dat er bijna geen hout te krijgen was, en toen na veertien dagen van de 10,000 huizen slechts 500 aan de nieuwe verordening beantwoordden, sloegen zij al de nala- tigen in de boete. Wie niets bezaten, werden in de gevangenis geworpen, en aan hen die iets bezaten, hetzij aan geld of koopwaar of meubelen, werd de boete van f 5 in geld of in natura het laatste natuurlijk vrij ruim gerekend ontnomen. Te Koningsbergen is in een der koffie huizen een toestel in gebruik, waardoor de kaste lein iu staat is gesteld zijne markeurs na te gaan, wat betreft de door biljartspelers betaalde gelden. Hel bestaat uit een uurwerk, in een kastje ver vat, waarin de drie biljartballen zijn geplaatst. Zoolang deze in het kastje liggen, staat het uur werk stil; door het uitnemen der ballen begint het te loopen. De kastelein kan dus ieder oogen- blik op de wijzerplaat zien, hoelang er gespeeld is. Nog heeft de toestel voor den kastelein het nut, dat hij zeker is dat de ballen zich achter slot bevinden. Uit minnenijd heeft een 29-jarig grondeigenaar te Roujan (Herault) een jeugdig student in de rechten met een geweer, vlak voor de deur van zijn woning, neergeschoten. Toen de moordenaar zag dat zijn slachtoffer nog leefde, ijlde hij naar hem toe, en drukte zijn wapen nogmaals, nu in de onmiddellijke nabijheid, op hem af. Na zich overtuigd te hebben ditmaal geheel geslaagd te zijn, bleef hij bedaard bij het lijk staan, cn liet zich zonder eenig verzet arresteeren. Het huiselijk leven van de echtelie den Seguin, woonachtig te Hez, dep. Oise, was sedert geruimen tijd alles behalve gelukkig. Gere geld kwam de man 's avonds dronken thuis en ontzag zich dan niet zijne vrouw te mishandelen. Dit was ook een paar avonden geleden, erger dan ooit, het geval. Zooals gewoonlijk ontvluchtte nu de vrouw het huis, doch haar echtgenoot, die er ditmaal nog niet genoeg van scheen te hebben, zette haar achterna. Doodelijk bevreesd haalde de ongelukkige nu een revolver onder hare kleederen voor den dag, en schoot die in het wilde op haar vervolger af. De dronkaard, in het gelaat getroffen, stortte onmiddellijk neder en heeft weinig kans het leven te behouden. Twee krankzinnigen in een gesticht te St.-Petersburg besloten voor eenige dagen eens een paar proeven op elkanders lichaam te nemen. Zij wilden namelijk eens weten hoe de bloedsomloop was bij iemand die geworgd werd. De een sloeg daarom een laken om den hals van zijn makker en haalde dit telkens nauwer toe, terwijl hij be daard met het horloge iu de hand de polsslagen van den ongelukkige telde, totdat die geheel op hielden. De afspraak was dat hij daarna de proef op zich zelveu zou nemen. Toen hij echter de verwrongen trekken zijns makkers zag, werd hij bang en ging naar den directeur van het gesticht, wien hij het gebeurde op zijn eigen wijze mede deelde. „Het is gelukt, hij is dood", zeide hij. „Wie?" vroeg de directeur. „Mijn proef is gelukt, mijn kameraad is dood ik heb me echter bedacht, breng me nu maar bij de politie". Het duurde niet lang of de directeur had zich met ontzetting van de waarheid van het medegedeelde overtuigd. Gedurig wordt hetBerlijnsche St.- George-kerkhof bij Weissensee door onverlaten bezocht, die de graven schenden en de lijken stelen of berooven. Reeds heeft men er een wachter met een hond aangesteld, maar toch werden eer- gistermorgen weer omgewoelde graven gevonden en drie lijken vermist. Reeds lang heeft de geneeskundige faculteit geijverd tegen de dameslaarsjes met hooge hakken om het gevaar dat zij voor de gezondheid aanbieden en den storenden invloed er van op het geheele organisme. Het heeft niet mogen baten! Nu vertelt een geneeskundige courant, die het weten kan, dat het dragen van hooge hakken den enkel doet zwellen en ten langen laatste het been van de draagster ijselijk misvormt. Zou dit misschien helpen? Wie weet! INGEZONDEN. Vergun mij een plaatsje in uw blad om eenige woorden te antwoorden aan den schrijver van het stukje: Iets nieuws in Nederland. Waar schijnlijk is die schrijver niet genoeg bekend ge weest met den waren aard der zaak, die hij be strijdt, en, op het dwaalspoor geleid door den naam: kookschool, heeft hij gemeend hier eene geschikte gelegenheid te vinden, om den tijdgeest die alles op scholen wil onderwijzen en van scholen verwacht; te hekelen. Het zou jammer zijn intus- schen als eene goede en werkelijk nuttige zaak daardoor werd belachelijk gemaakt, juist nu er eenige sprake is van de oprichting alhier van hetgeen in het buitenland reeds sinds jaren met goed gevolg is beproefd en tot stand gebracht. Ik ben op het oogenblik niet in de gelegenheid om, met de verslagen van verschillende inrichtin gen vóór mij, juiste cijfers te noemen en alle bijzonderheden te beschrijven; maar dat weet ik, dat ieder die b. v. het verslag leest van de kook school te Berlijn, (zie hierover de N°s. van de Huisvrouw van Maart 11.) wel den wensch in zich moet voelen opkomen, dat iets dergelijks ook onder ons mocht bestaan. Aan die inrichting wordt door een ervaren kok onderwijs gegeven in alle bijzon derheden van het koken, braden, bakken en sto ven, in alles wat tot het gereedmaken van een goed middagmaal behoort. Aan die geheel practische lessen kunnen op ver schillende dagen en uren jonge meisjes deelnemen, die later als keukenmeid haar brood willen ver dienen, maar ook zij die meenen dat het voor iedere vrouw van belang is, koken te kunnen al behoeft zij het niet dagelijks zelve te doen. Huismoeders kunnen er enkele lessen gaan bij wonen om zich in het gereedmaken eener be paalde spijs te bekwamen of kunnen er hare dienst bode heenzenden om aan te vullen hetgeen aan hare kennis van de kookkunst ontbreekt. Nevens die practische lessen, die natuurlijk niet jaren, maar meestal slechts drie maanden, door dezelfde persoon worden bijgewoond, wor den er ook nog verschillende andere gegeven voor de aanstaande huismoeders in de theorie van de toebereiding, de veranderingen die de spijzen door koken of braden ondergaan, de kennis der vervalsching van eetwaren en der gelijke. Voor haar die later zelve als onder wijzeres willen optreden wordt dit alles nog uitge breider behandeld en in verband met aanver wante wetenschappen, zooals schei - en natuurkunde. Indien dus aan eene dergelijke school ooit sprake is van een cursus van jaren, dan is het alleen voor haar die het diploma als onderwijzeres in de kookkunst willen verwerven. Ieder die het bovenstaande leest, zal het met mij eens zijn dat het „belachelijke" en „verderfelijke" van eene dergelijke inrichting niet in het oog springt. Ja, misschien zullen velen verder gaan en met mij van meening zijn dat ze ook in ons land in eene ware behoefte zouden voorzien. Een meisje toch dat wil gaan dienen, waar moet zij het koken leeren Langzaam en ge brekkig van oudere kameraden, die het ook op dergelijke wijze hebben geleerd, tenzij ze het voor recht hebbe in het begin eene meesteres te treffen die het zelve kent en daarbij tijd en lust heeft om haar er in te onderwijzen. Maar nu de jonge meisjes, die gaarne later als meesteres in staat zouden zijn om hare dienstboden goed te leiden en te onderwijzen, waar moeten zij het leeren Zouden zij niet met veel meer vrucht onderwijs ontvangen van iemand die geheel op de hoogte is van de zaak, dan van slecht ontwikkelde dienstboden? daar gelaten nog het moeilijke in vele gevallen van in de keuken bij de dienstbode te gaan leeren. De schrijver wil dat de meisjes het van hare moeders zullen leerenwellicht zal dit dan bij een volgend geslacht het geval kunnen zijn, maar voor het tegenwoordige zijn zeker de moeders vele, die den stillen wensch met mij deelen zullen, dat hare dochters wat beters van de kookkunst mogen leeren dan haar zei ven ten deel werd. En nu ten slotte de vraagwat moet er gedaan worden met de spijzen, die aan de school worden gereedgemaakt? Hierop kan natuurlijk naar den aard van plaatselijke omstandigheden een verschil lend antwoord worden gegeven. Iu Berlijn is aan de school eene eetzaal verbonden waar onderwijze ressen en andere alleenwonende dames voor mati gen prijs een gezond en goed toebereid middag maal kunnen gebruiken. Ook worden daar enkele schotels of wel geheele diners bij vooruitbestelling gereedgemaakt. Het komt mij voor dat ook ten onzent in de grootere steden aan zulk eene inrich ting, mits goed ingericht en met zorg bestuurd, het debiet der spijzen niet zou ontbreken. Eene Huismoeder. [Het betoog van de geachte inzendster heeft mij niet kunnen overtuigen van de voortreffelijkheid der door mij bestreden inrichting. Ik blijf van meening dat we met al die nabootsingen van bui- tenlandsche „nieuwigheden" onzen landgenooten een slechten dienst bewijzen, en dat met name de kookschool haar recht van bestaan voor Neder land niet kan ontleenen aan de dusgenaamde resul taten die er in Berlijn mede worden bereikt. Men moet zulke instellingen van onderwijs be schouwen in verband met de zeden en gebruiken van het land of de stad waar zij zijn gevestigd: de opvatting van het huiselijk leven is in de hoofd stad van het Duitsche Rijk tamelijk verschillend van die welke ten onzent nog altijd wordt gehul digd. Ik houd vol, dat huiselijke werkzaamheden, van welken aard ook, in het huisgezin moeten worden aangeleerd, en er zou geen aandrang zijn om in deze eenige verandering te brengen, ware het niet dat langzamerhand zelfs in den kleinen burgerstand al de aandacht en al de tijd van de dochters des huizes in beslag worden genomen door allerlei nietigheden. Waar dit n i e t het geval is, waar de vervulling van huiselijke plichten be schouwd wordt als een belangrijk deel van de levenstaak, wordt de behoefte aan „cursussen in de kook- stoof- braad- bak- enz. kunst" niet ge voeld. Moeder geeft er het voorbeeld, de dochters volgen, de dienstboden weten niet anders of het behoort zoo. Terugkeer tot dat goede, oude stelsel immers, zóó mogen wij Nederlanders het noemen, geen naaperij van Berlijnsche palliatieven, dat is naar mijn bescheiden meening het eenige wat ons helpen kan. Mocht voor het overige in onze stad een proef worden genomen met de inrichting in quaestie, dan zal ik met belangstelling hare wording en ontwikkeling gadeslaan. De tegenwoordige gedach- tenwisseling zal in elk geval dienstig zijn om het doel en de werking der „kookschool" nader bij onze lezers bekend te maken. De Schrijver van het artikel „Iets nieuws voor Nederland."] Eergisteren ging ik met een gezelschap van 20 personen uit „potverteeren". Wij vertrokken 's mor gens 7.5 per Rijnspoor uit Leiden, in een dub belen coupé 2de klasse. Door onvoorzichtigheid was van een onzer sigaren vuur gekomen in een der deuren onder het schuifraam want men had dit ook iu de bakjes kunnen doen wat onge lukkige gevolgen had kunnen hebben. Juist op het oogenblik dat we het station Hazerswoude verlieten, bespeurden we brandlucht en vroegen den chef om den reeds in gang zijnden trein tot staan te brengen, door „brand" te roepen. De trein bleef daarop slaan, water werd in de ruimte der deur geworpen en toen we het vuur (hoe wei nig ook) hoorden blusschen, waren we gerust. De brandlucht was verdwenen en vroolijk ging het verder. Waren we reeds te veel op weg geweest dan zouden we de afwezigheid van een noodschel zeer betreurd hebben, iets wat we trouwens nu toch hebben gedaan omdat het beter is den put te dempen vóór het kalf verdronken is. U dankzeggende voor de afgestane ruimte, Hoogachtend UEd. dv. Dr. Leiden, 13 Aug. 1880. X.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2