rn<mWWJ^lS!mÊmi*mfmmmsaBiamBa&r~Zduu^xr*?War3-Jf3i'£iJr*tiJi&MuVgW In den Rijn bij Alphen is het lijk ge vonden van den 58-jarigen schipper P. Van Hey- ningen, aldaar woonachtig. Eenige kleedicgstnk- ken en ook zijne schoenen, die men aan den waterkant vond, doen vermoeden dat hij opzettelijk die daad heeft begaan. Toen de heer M. te Rotterdam in de zwem- en badinrichting aan de Onde Plantage een bad genomen had, werd hij onder het aan- kleeden plotseling ouwel. De directeur der bad inrichting, die een vreemd geluid in het badka mertje hoorde, begaf zich daarbinnen en vond den heer M. in een zware benauwdheid. Onmiddellijk werd naar dr. Burkens gezonden, maar in de enkele minuten die er tot de komst van den geneesheer verliepen, was de heerM. reeds bezweken. Tusschen Overveen en Bloemendaal is een jong paard, gespannen voor een rijtuig, waarin zes personen waren gezeten, op hol geraakt. Het rijtuig sloeg weldra om, met dit gevolg dat een heer en eene dame van het gezelschap er uit vielen en verwond werdende laatste zal zelfs een deel van haren neus moeten missen. De koetsier was intijds van den bok gesprongen en kwam, met eene tweede dame en twee kinderen, met den schrik vrij. Eene boerderij, bestaande uit woon huis, schuur en stalling, gelegen op een half uur afstand van Bergen op-Zoom, is totaal afgebrand. Een veulen, een kalf en een varken zijn in de vlammen omgekomen, en de geheele inboedel is eene prooi van het vuur geworden. Een gehuwde vrouw, moeder van vier kinderen, heeft zich te Hellevoetsluis bij afwezig heid van haar man in de bedstede opgehangen. Bij het lijk zijn twee brieven gevonden. Men ver haalt dat zij tot deze daad is overgegaan uit wan hoop over het verdriet en den last, die de buren haar aandeden. Naar aanleiding van den brand ten huize van prof. Momrnsen, waarbij onder vele kost bare zaken ook eenige handschriften zijn verloren gegaan, wordt een diefstal herinnerd van de „Pen tateuch", d. z. de vijf eerste aan Mozes toege schreven boeken van het O. T., waarvan zich in de biblotheek te Lyon een fragment eenerLatijn- sche vertaling bevond. Het andere gedeelte was er vandaan gestolen, reeds tal van jaren geleden, zooals nu blijkt, door den inspecteur der staats bibliotheken Libri zeiven. Het werd jaren later teruggevonden in het bezit van Lord Ashburnham. De Pransche Academie haastte zich onlangs den Lord alle mogelijke genoegdoening te schenken en reeds kort daarna was het handschrift door tusschenkomst van den Pranschen gezant te Londen in de staatsbibliotheek teruggekeerd. Te Berlijn is verleden week's avonds eene ontploffing voorgekomen in den kelder eener druk bezochte restauratie. Men nam daar eene proef met een nieuwen gastoestel en de bezoekers der restauratie hoorden eensklaps een doffen knal en zaten daarna in den donker. De verwarring was groot en in de haast waarmede iedereen op straat zocht te komen, werd menigeen gekwetst. Intusschen was de brandweer toegesneld en deze slaagde er in om niet alleen den brand in zijn begin te blusschen, maar ook de personen te redden, die deels vrij ernstig gewond zich nog in den kelder bevonden. Maar ongelukkig volgde eene tweede ontploffing, toen er nog negen manschappen der brandweer in den kelder vertoefden. De tweede blussching en redding geschiedde nu op bevel van den brandmeester in den donker, maar een der door het ingestorte gewelf en door de vlammen alleen zeer zwaar gekwetste brandweerlieden bezweek reeds op den weg naar het hospitaal. Te Fünfkirchen is een boerin over leden aan de gevolgen van het doorslikken der pitten bij het eten van kersen, wat in die streken eene algemeens gewoonte is. De pitten hadden eene hevige buikvliesoutsteking veroorzaakt, waaraan zij binnen weinige dagen bezweek. Dr. Tanner te Nieuw-York heeft Zater dag-middag zijn vastentijd van veertig dagen be hoorlijk ten einde gebracht. Naar thans blijkt, is Hasselmann niet naar Amerika, maar naar België geweken. In zoover waren echter de berichten juist, dat hij een aan zienlijk bedrag aan schulden achterlaat. 80 van de 106 huizen van het dorp Kaurieta (Navarre) zijn door brand vernield. Te Par ij s is een Rus in een badhuis verdronken; hoewel hij dadelijk, toen hij zonk, uit het bad werd gehaald en hem de noodige hulp werd verleend, was het niet mogelijk hem uit zijn bezwijming te doen ontwaken. De ongelukkige had pas het ontbijt gebruikt, toen hij in het bad ging, en had een hersen-congestie gekregen. Te Lier in België is een vreeselijk ongeluk gebeurd. Een meisje van 12 jaren, die een klein wagentje met twee jonge kindertjes er in voortreed, geraakte met wagentje en al te water. Een schipper, die zich in de nabijheid bevond, slaagde er in het meisje op het droge te brengen, maar vond bij een poging om ook de kleinen te redden zelf den dood in de golven. De ongelukkige was gehuwd en vader van 10 kinderen. Dat droevige voorval, waardoor twee huisgezinnen in diepen rouw gedompeld zijn, heeft in het plaatsje groote verslagen heid teweeggebracht. De Zwitsersche bondsraad heeftzich tot de ministeriën van marine der verschillende groote mogendheden gewend ter bekoming van duikers in staat het' stoomjacht „Neptunus" te lichten, dat in 246 voet water in het Bielermeer gezonken is en waarvan de kajuit nog de slacht offers bevat van de bekende ramp van 25 Juli 11. De volgende antwoorden kwamen hierop bij den raad inEen telegram uit Parijs meldt dat men het misschien tot 75 meters diepte zou kunnen brengen, en de kosten ongeveer 10,000 fr. zouden beloopen. Te Berlijn vertrouwt men met het toestel „Rosquoriot" hetzelfde te kunnen doen. De regee ringen te Weenen en te Londen verklaren dat hunne duikers slechts 40 meters kunnen bereiken de laatste voegt er zelfs den raad bij de boot door dynamiet te doen springen. Intusschen heeft een Parijsche duiker, Joseph Blanc, zich recht streeks tot het gemeentebestuur van Bienne ge wend met het aanbod de boot te lichten door middel van een toestel dat 5000 kilo's weegt en waarmede men tot op 175 meter diepte kan wer ken. Een beslissing kan spoedig te gemoet gezien worden. Aan het station van de „porte Mail lot" te Parijs bevond zich Woensdag-middag de advocaat Boncenne met zijne jeugdige vrouw. Samen wilden zij den weg oversteken om aan het perron aan de overzijde in den aankomenden trein plaats te nemen. Een bekende hield Boncenne echter aan den praat, totdat zijne vrouw, die intusschen den over kant bereikt had, hem toeriep zich wat te haasten daar de trein in het gezicht was. Na nog eenige oogenblikken van druk gesprek wil hij zich haastig bij zijne vrouw voegen en merkt niet op dat de trein reeds te dicht in de nabijheid gekomen is. Het gevolg was dat de ongelukkige, voor de oogen zijner vrouw, onder de wielen verpletterd werd. Boncenne was pas 30 jaren oud en stond als rechtsgeleerde hoog aangeschreven. De toestand der vrouw is van dien aard dat men voor het behoud van haar verstand ernstig bezorgd is. KOLONIËN. BATAVIA, 29 Juni. De koffiebladziekte blijft zich uitbreiden. Men oppert de meening, dat zij, hier zoowel als te Ceylon, aan uitputting van den grond haar ont staan verschuldigd is, en dat het niet raadzaam is nieuw zaad uit Santos of Aral ië te ontbieden. De armoede, door werkgebrek en dure tijden ontstaan, neemt onder de lagere klasse van Europe anen zeer toe. Men staat hier voor het nieuw verschijnsel van een in Indië zich vormend prole tariaat onder Europeanen. Met de veiligheid in de Yorstenlanden, bepaal delijk in het Solosche is het slecht gesteld. De roovers dringen ook Europeesche ondernemingen binnen. Naar aanleiding dezer feiten wordt de oude overeenkomst in herinnering gebracht, waarbij de hoofden, de regenten van politie, in de Vorsten landen, verantwoordelijk worden gesteld voor alle inbreuken op de veiligheid aldaar. Ook in Madioen komen tegenwoordig ketjoe- partijen voor. Op den spoorweg tusschen Kedong Djatti en Willem I is een machinist, zijn dienst verrichtend, van den trein geworpen, verminkt, en aan de won den overleden. Volgens de „Soerab. Crt." zou mr. Levyssohn Norman, raad van Indië, den gouverneur-generaal opvolgen. Telok Samoi, de eenige stille reede ter Oostkust van Atjeh, wordt op last van de regeering door een commissie onderzocht, met het oog op een daar aan te leggen haven. De verpachting der pandhuizen in de residentie Batavia is weer mislukt, evenals te Probolingo, Kraksaan en Loemadjang. De regens der laatste weken werken ongunstig op de suiker-fabricage. De toestand der wegen belemmert het vervoer, de ampas wordt niet droog, het malen staat op vele plaatsen stil. Vooral in den Oosthoek wordt zeer geklaagd. Te Koedoes zijn 3 inlandsche jongens, bij het doorwaden van een riviertje, verdronken. Volgens het „Bataviaasch Handelsblad" is de toestand in Menado tegenwoordig zeer ernstig, en bestaat er vrees voor onlusten. In den laatsten tijd is ontdekt, dat dieverijen van djatiehout in het Solosche op uitgebreide schaal plaats vinden. Het groote, te Soerabaya nieuwgebouwde ijzeren dok, is jongstleden Dinsdag, den 22sten, in het bassin gehaald; den vorigen morgen kwam het uit den put tot aan de bentinghet hooge getij der beide voorafgaande dagen heeft zeer veel mee gewerkt tot het bespoedigen der werkzaamheden voor het verhalen. In de mailberichten van 18 dezer werd melding gemaakt van het staken van betaling door de firma J. Mohrman Co. te Macassar. Naar men verneemt, zijn de zaken dezer firma ten genoege van hare crediteuren geschikt, en heeft zij hare operatiën hervat. In den oosthoek hebben verscheiden afdoeningen van suiker plaats gehad tot den prijs van f 15. De Padang-veiling is grif van de hand gegaan tot den prijs van f 53. Eenige dagen geleden werd in de kamer van Miena een inlander aangetroffen, die.op de vraag: wat hij daar kwam doen, antwoordde, dat hij ge komen was om Miena ten huwelijk te vragen. Niet lang daarna kwam Miena zelf in de kamer en den vreemden inlander ziende, deed zij dezelfde vraag. Gebo, zoo gaf de indringer voor te heeten, viel op zijne knieën, en zei dat hij zonder Mina niet langer leven kon, waarom hij besloten had Miena zelf op te zoeken om haar ten huwelijk te vragen. Miena, die hem mistrouwde, riep de buren te hulp, en toen men Gebo vasthield en aan den lijve onderzocht, werden bij hem twee zijden slendangs, aan Miena toebehoorende, gevonden. Natuurlijk werd de quasi verliefde Gebo aan de politie overgeleverd. Dezer dagen werd op Djelambar een lijk ge vonden van een jeugdigen inlander. Een paar dagen later is weer een lijk gevonden van een bejaarden man op den weg van Tandjoeng Kramat. Daar aan beiden geen teekenen van gepleegd geweld waren te bespeuren, vermoedt men dat die menschen door een hevige ziekte moeten zijn overvallen en op de plaats dood zijn gebleven. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië lijn de vol gende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Ontheven: eervol, van de waarneming der betrekking van ontvanger v. h. recht van 9uccessie en overg. ond. Christenen tevens ontv. v. h. recht v. successie onder Onchri9t. te Batavia de gep. maj. tit. v. h. Ned. Ind. leger A. W. Van Haeften. Belast: met de waarneming v. d. civielen geneesk. dienst en het opzicht over de vaccine in de afd. Rem bang en Blora de gep. offic. v. gez. der 2de kl. M. Vis. Be noemd: tot ontv. v. h. recht v. succ. en overg. ond. Chris tenen tevens ontv. v. h. recht v. snccessie ond. Onckr. te Batavia R. L. A. Wenning, cand.-not.tot comm. 2de kl. bij den post en telegraafdienst J. W. Gnnsch; tot 3den comm. bij het dep. v. marine C. V. Agerbeek. Ontslagen: eervol, uit den dienst der spoorwegen op Java A. Waeijenbesch. Verleend: een 2-jarig verlof naar Europa met ingang van 8 Juli 1880, wegens ziekte, aan den raadsheer in het hoog-gerechtshof van Ned.-Indië mr. J. Van der Pant. Ingetrokken de tijdel. ter beschik kingstelling v. d. gouv. v. Atjeh en Onderhoor. v. d. control, der 2de klasse bij het binnenl. best. op de bezitt. buit. Java en Madnra P. H. Kennis, met bep. dat hij weder bij het kader der contr. op de bezitt. buiten Java en Madura worde ingedeeld; wegens vertrek de aan P. Bodegom verl. verg. tot nitoef. der gen. en heelk. practijk in Ned.-Indië. Departement van Oorlog. Verleend: een 2-jarig verlof naar Enropa, wegen9 ziekte, aan den lsten luit. der inf. A. Bap tist. Geplaatst; de kapt. der inf. C. M. Visser, de 2de luits. der inf. J. L. Sanders en H. P. Krul in de Iste mil. afd. en de kapt. der inf. J. J. Spoclstra in de 2de milit. afd.; allen onlangs nit Nederl. aangekomen; de kapt. der inf. S. Oudkerk Pool naar Celebes en de 1ste luits. der inf. D. F. Hnyer en J. P. J. Heintz in de 2de afd., allen van Atjsh aangekomen. Departement van Marine. Overgeplaatst: van Zr. Ms. stoomschip „Borneo" op Zr. Ms. wachtschip te Batavia de off. v. gez. 2de kl. L. J. Van Coevorden; van Zr. Ms. ramtoren- schip „Koning der Nederlanden" op Zr. Ms. wachtschip te Soe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2