maar al te zeer. Bijvoorbeeld, men ontvangt 20
rantsoens, en van deze blijven er op zijn minst
6 hangen. Op een compleet bataljon wordt daar
door heelwat bespaard. En zoo gaat het met
alles. Niettegenstaande dat, hebben wij overvloed
van eten. Als we kregen hetgeen voor elk militair
bestemd is, dan hadden wij eten, zooals menig
burger het zich niet zou knnnen aanschaffen. Dus,
gij ziet hieruit wel, dat we hier geen armoede
behoeven te lijden; stel u hieromtrent gerust".
In tal van bladen is bericht dat de Koning
en de Koningin eerst na de bevalling van H. M.
in de residentie zouden terugkeeren. Echter is in
de reisplannen van HH. MM. niet de minste ver
andering gebracht en zullen zij zooals het Vad.
reeds voor weken heeft medegedeeld den 3den
Augustus het Loo verlaten. De Koningin geniet
voortdurend de beste gezondheid.
Te Haarlem is overleden de heer H. J.
Lindwurm, gepensioneerd kapitein der infanterie,
oud-strijder bij Waterloo. Hij was nagenoeg 84
jaren oud.
Tot hulponderwijzeres aan de eerste burger
school voor meisjes te Gouda zijn benoemd mej.
Jac. Schouten en M. D. Tan Ameroin.
De inentings-manie die ons land heeft aan
getast, is oorzaak, zegt men, dat de vreemdelingen,
die gewoonlijk des zomers ons bezoeken, dit jaar
zich wachten laten, omdat zij in den waan ver-
keeren dat hier de pokken heerschen.
Een logementhouder tewrevelig over
die aanzienlijke winstderving, verwenschte die
inenting en riep uit toen hij weder eene adver
tentie las, waarbij een dokter berichtte dat bij
hem uit een kalf kon worden ingeënt:
„De Israëlieten offerden aan het gouden kalf;
het Nederlandscbe volk offert aan de ingeente
kalven. Gelukkig zij, die de offerbussen mogen
ledigen(Arnh. Crt.)
De Prov. Staten van Drente hebben een
subsidie van f 50,000 verleend voor den stoom
tramweg van Assen naar Stadskanaal, en voor de
straatwegen EmmenZweelooSleen eene bijdrage
van dertig procent der kosten.
Thans worden in het krankzinnigengesticht te
Eraneker 204 lijders verpleegd, in 1878 slechts 173.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok gisteren van Suez.
Z. M. heeft benoemd: tot subst.-griff. bij
de arrond.-rechtbank te Arnhem, mr. C. J. A.
Spiering, thans griffier bij het kantongerecht te
Doesburg; tot griffier bij het kantongerecht te
Doesburg, mr. J. E. Tan Voorthuysen, advocaat
te 's-Gravenhage, tevens beëedigd klerk ter griffie
van de arrond.-rechtbank aldaar; den kapt.-luit.
ter zee H. Dyserinck eervol ontheven van het
bevel over Zr. Ms. schroefstoomschip „Marnix",
en dat bevel opgedragen aan den kapt.-luit. ter
zee jhr. J. A. Roëll, adj. des Konings in gewonen
dienst, die gedurende dat bevel als gedetacheerd
zal worden gevoerd van het militair huis des
Konings; den lsten luit. H. E. Barkhuysen, van
het 7de reg. inf., op pensioen gesteld; den lsten
luit.-kwartierm. J. H. K. M. Van Kesteren, van
het 6de reg. inf., met 1 Aug., in zijn rang over
geplaatst bij het reg. grenadiers en jagers; J. A.
Tan Dorsser, thans inspect, van financiën in Ned.-
Indië, benoemd tot lid der Algemeene Rekenkamer
daar te lande.
Zooals men uit het korte overzicht in ons vorig
nommer reeds heeft kunnen zien, is het gisteren in
de Tweede Kamer niet al te kalm toegegaan bij de
behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van
Hoofdstuk V der staatsbegrooting voor het dienstjaar
4880 (lager onderwijs). In verband met het onder
werp en ten einde men zich een juister voorstelling
van het gebeurde kunne maken, geven we hier, voor
ditmaal, de discussie, op de scène betrekking hebbende,
in haar geheel. Het incident toont aan hoe ook onze
steeds zoo deftige, bedaarde, statige Staten warm
kunnen worden en in een gewoonlijk zoo rumoerige
Fransche of Spaansche Kamer kunnen ontaarden.
Nadat de Voorzitter den leden verzocht had zich te
bepalen tot het bespreken hoofdzakelijk van de wet
zelve, aangezien beschouwingen over de wet van 4878
niet aan de orde zijn, en de heeren Vermeulen, Hey-
denrijck,De Casembroot en Van Baar tegen de uitvoering
het woord hadden gevoerd, gaf ook de heer W i n t g e n s
rekening van zijne stem over dit ontwerp. Zijn ge
voelen ten aanzien der onderwijswet is geenszins ge
wijzigd en zijne ongunstige gevoelens zijn eerder ver
sterkt. Deze motieven zijn: 1°. dit ontwerp is in strijd
met de wet zelve; 2°. hij ziet in dit ontwerp het
begin van een afkeurenswaardigen druk op de belas
tingschuldigen 3®. hij acht dit ontwerp in strijd met
eene wijze staatkunde.
Ad 1°. Men mist hier het koninklijk besluit tot
invoering; de laatste jaren waren rijk aan politieke
misslagen, die voor de financiën en de belastingschul
digen groote gevolgen hebben gehadmen herinnere
zich slechts de successie-belasting in de rechte lijn
en den oorlog met Atjeh. Wel verre dat het streven
gericht is om op die noodlottige wet terug te komen,
wil men eene andere belasting invoeren, die het corol-
larium van die wet is. Het inquisitoriale karakter
van het wetsontwerp springt, meent hij, in het oog.
Daartoe werkt hij niet mee. Ten aanhoore der natie
wenscht hij te zeggen dat dit ontwerp zulke gevolgen
zal hebben. Reeds vroeger heeft spr. op de noodlottige
fmanciëele gevolgen gewezen. Men late zich toch niet
medeslepen door de valsche publieke opinie, geuit door
enkele dagbladen en door enkele onderwijzers en
schoolautoriteiten, die zei ven belang hebben bij de
invoering der onderwijswet. De regeering had de gele
genheid moeten aangrijpen zich te matigen. Hij voor
spelt baar weinig voldoening van deze noodlottige wet.
De heer M o e n s vroeg en erlangde het woord voor
een persoonlijke feit en zeide
Mijnheer de Voorzitter! De vorige spreker heeft zeer
duidelijk met het oog op mij en met den vinger op
mij wijzende gezegd, dat ik tot voorbereiding van
de herziening der schoolwet gedreven zou zijn gewor
den door geldelijke belangen.
Verschillende leden: Neen, neen, dat heeft
de heer Wintgens niet gezegd!
Andere stemmen: Ja, ja, het is wel gezegd!
De heer Mo ens voortgaande: Ik acht het verre
beneden mij op dergelijke laaghartige aantijgingen te
antwoorden. Ik heb al veel gehoord van den heer
Wintgens, dat mij zou doen verwachten dat hij ook
in staat zou zijn om zoo iets te durven zeggen, maar
toch had ik niet gedacht dat hij den treurigen moed
zou hebben gehad om dit te doen. Ik beroep mij op
allen die mij kennen, of ik deze aantijging niet verre
van mij mag afwerpen, of ik niet bij de behandeling
der schoolwet aan mijne vrienden, die de inkomsten,
aan de betrekking van inspecteur verbonden, wilden
verbeteren en verhoogen, dit telkens heb ontraden.
Deze eenvoudige verklaring moge voldoende zijn, dat,
na de invoering der schoolwet, hetzij ik bij het staats
toezicht blijve, hetzij ik daarvan verwijderd worde,
mijne financiëele belangen daardoor altijd zullen bena
deeld worden. Dit nog aan den heer Wintgens:
van hem eisch ik, dat hij de laaghartige beschuldiging
door hem met ophef, om geen ander woord te bezigen,
hier op zijn gewonen toon uitgebazuind, zal herhalen
of intrekken. (Bravo! bravo! van de linkerzijde).
De heer Wintgens: Ik heb den naam van den
heer M o e n s niet genoemd.
De heer Mo ens: Lafaard!
Verschillende stemmen: Lafaard, laaghartige!
De heer Wintgens: Dan zeg ik: wien de schoen
past, trekke hem aan. (Sensatie, groote gemoedsbe
weging onder de ledengroep, die zich voor zijne zit
plaats geschaard heeft.)
De heer Van Nispen (die als volgend spr. is
ingeschreven)Ik betreur, Mijnheer de Voorzitter, dat
het gebeurde als een persoonlijk feit is beschouwd. Ik
heb niet kunnen zien dat de heer Wintgens per
sonen heeft bedoeld. (Oh! oh!)
De Voorzitter (den heer Van Nispen in de
rede vallende): Ik mag die opmerking niet toelaten.
De heer Mo ens heeft het woord gevraagd voor een
persoonlijk feit. Ik heb opgave gevraagd, waarin het
persoonlijk feit bestond. De Kamer heeft toen de dis
cussie voortgezet. Verzet is er niet geweest. Daarna is het
persoonlijk feit met de goedkeuring der geheele Kamer
behandeld. Het persoonlijk feit is thans afgedaan. De
discussie daarover laat ik niet meer toe.
De heer Van Nispen: Ik heb mij alleen deze
woorden veroorloofd, omdat ik wenscli gevrij
waard te zijn, als ook ik in den loop mijner rede tegen
eene geheele categorie van personen mocht opkomen
en mocht verklaren dat deze bij invoering der school
wet door financiëel belang gedreven worden,mij
niet worde tegengeworpen: een persoonlijk feit. Ik
spreek niet tegen personen, maar tegen eene partij.
Daarna vervolgde spr. zijne rede, betoogende dat
dit wetsontwerp is eene vernietiging van de autonomie
der gemeenten, een aanslag op de vrijheid, het bederf
der Nederlandsche rijks- en gemeente-fmanciën. Het
is geen paradox, wat de Arnh. Crt. dezer dagen
zeide„als het volksonderwijs te gronde wordt gericht,
dan is dit het gevolg van de eischen en wenschen
der onderwijzers en der onderwijsvrienden". Er bestaat
immers de onverholen toeleg om het bijzonder onder
wijs af te breken. De aanneming dezer wet zou eene
ramp zijn voor het land. Door tot deze wet mede te
werken, zou ik verraad plegen aan mijn vaderland.
Als het Nederlandsche volk gegeeseld wordt met schor
pioenen als gevolg van de financiëele voorstellen, dan
zal ik de schorpioenen niet hebben aangebracht, maar
dan zal ik dit overlaten aan de leden der meerderheid.
Ik zal het aan de natie overlaten, verantwoording te
vragen aan de meerderheid.
Op voorstel van den voorzitter werd nu de verdere
beraadslaging verdaagd tot Maandag a. s. te één uur
en de zitting gesloten.
Gemengd Nieuws,
Bij halfelf is gisteravond in deMori-
aansteeg in den winkel van de uitdraagster de
weduwe K. brand ontstaan, doordien de vlam eener
petroleumlamp, waarvan het glas stuk was, zich
heeft medegedeeld aan eenige in dien winkel han
gende goederen. De vlammen werden met eenige
emmers water door de buren gebluscht. Tijdens
den brand was niemand der bewoners thuis.
Op de Aalmarkt viel gisteravond om
streeks negen uren eene werkster in het water,
terwijl zij bezig was met twee emmers water te
scheppen. Gelukkig werd het opgemerkt, zoodat
zij spoedig door het toesteken van een luiwagen
door den heer De H. weder op het droge was.
Bewusteloos werd zij huiswaarts gebracht.
Gisteravond om halflien werd te
Noordwijk-binnen hel volgende natuurverschijnsel
waargenomenEen lichtend voorwerp bewoog zich
namelijk door de lucht in de richting van West
naar Oost en verdween weder in het uitspansel
na ongeveer eene minuut zichtbaar te zijn geweest;
het had ongeveer de snelheid van eene vuurpijl
en de gedaante van eene komeet zonder kern met
breeden waaiervormigen staart, naar onder om
gebogen.
Te Haarlem zijn door de politie opge
spoord en naar het huis van arrest overgebracht
drie knapen, die in den nacht van 6 op 7 dezer
uit de gevangenis te Alkmaar waren ontvlucht.
In de gemeente St.-Michiels-Gestel
nabij 's-Hertogenbosch heeft een hevige brand ge
woed, waardoor een geheel landbouwersbedrijf in
asch is gelegd. Van den inboedel en de landbouw
gereedschappen kon weinig gered worden. Boven
dien werden twee koeien, een kalf en een varken
een prooi der vlammen.
Aan den Oudend ij k onder Kethel is
gisterochtend een kind van vier jaar uit een zol
derluik gevallen en kort daarop aan de bekomen
wonden overleden.
In de „rue de Lisbonne" te Parijs is
voor het verrichten van eenige herstellingen een
gedeelte van het plaveisel aan het publiek verkeer
onttrokken. Een koetsier van den omnibusdienst,
lijn „Panthéon-Courcelles", die met deze omstan
digheid onbekend schijnt geweest te zijn, reed
met een goed bezetten omnibus het verboden ge
deelte binnen, dat echter geen doorgang opleverde.
In plaats van nu, zooals met het oog op de engte
van het terrein zijn plicht zou geweest zijn, de
paarden achteruit te haleB, kreeg hij het in zijn
hoofd een poging te doen om te keeren, met het
noodlottige gevolg dat het zware rijtuig kantelde
en met een vreeselijk geraas op de straatsteenen
neerstortte. De vier personen, die op de impé
riale zaten, werden een groot eind weggeslingerd,
terwijl de passagiers binnenin onder de banken
door elkaar rolden en door een hagelbui van ge
broken glasruiten overstelpt werden. De bewoners
van de straat, de werklieden, de voorbijgangers,
allen haastten zich om strijd de ongelukkigen te
hulp te komen. Men dacht geen oogenblik anders
of de lieden die bovenop hadden gezeten, waren
allen door den val gedoodzij hadden echter, zon
derling genoeg, nog het minst geleden en slechts
lichtere of zwaardere kneuzingen opgedaan. Een
onderzoek van het inwendige van den wagen gaf
minder gunstige resultaten. Twee dames o. a.
hadden zeer ernstige wonden aan hoofd en aan
gezicht opgedaan, terwijl allen zonder onderscheid
kwetsuren hadden ontvangen.
Telegram men-
PARIJS, 9 Juli. Na aanneming van een amen -
dement-Ninard, inhoudende dat de uitzondering
niet toepasselijk zal zijn op de veroordeelden wier
straf reeds door het gouvernement was verzacht,
heeft de Senaat het ontwerp der amnestie in zijn
geheel aangenomen met 176 tegen 98 stemmen.
ROME, 9 Juli. Men verzekert dat de minister
van oorlog voorgoed zijn ontslag heeft genomen.
STRAATSBURG, 9 Juli. Bij keizerlijk besluit
is de president-minister Herzog van zijn ambt
ontheven en voorloopig op non-activiteit gesteld.