N°. 6237. Zaterdag 19 Juni. A". 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met nitzondering ▼an Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feeststemming. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURA8T: Voor Leideo per 8 maanden...v 1.10. Franco per poet.1.40. Afionderl^ke Nommer*.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIESx Taa 18 regel»1.04. Iedere regel meera 0.17f; Grootera letten new plaatsruimte. Wij wenschen te spreken over de aanstaande studentenfeesten, en daarbij rekenen wij, dat men ons vergunnen zal den eenigszins studentikoozen term „feeststemming" te gebruiken. Evenwel niet zonder verklaring van hetgeen wij er onder ver staan. Wij noemen feeststemming dien toestand van het gemoed, waarin men genegen is alle kleine onaangenaamheden te dulden zonder ze op te merken, waarin men zich verheugt over de ge ringste nietigheid, en over elke slechts eenigszins bijzondere gebeurtenis in staat is in eene enthousiaste vreugde uit te barsten. Wij allen kennen die stemming op de dagen als ons een groot geluk beschoren is of als wij in iets slaagden, dat wij gehoopt, doch niet verwacht haddendoch kan ook een stad, of natuurlijk hare inwoners gezamenlijk, de feeststemming bereiken P Voorzeker, de studentenfeesten zijn daarvan getuigen. Beantwoordt het immers niet aan onze definitie als wij Leidenaars ons op een maskeradedag getroosten bijna niet te eten, ten minste niet rustig, als ieder huis in een open gratis-herberg voor den gaanden en komenden man veranderd is, als onze kamers vol en al onze ramen bezet zijn met menschen die wij ternauwernood kennen, en het ons eerste werk is om als de stoet is voorbijgetrokken, weg te hollen, door het gedrang heen, er volstrekt niet op te letten of soms een zware voet onze likdo rens verplettert, of een hand bij ongeluk onzen hoed inslaat, of een kind bezig boterhammen te eten ons met zijne vette vingertjes besmeert, dit alles hoogst geduldig toe te laten ten einde op een andere plaats nogmaals en nogmaals den stoet te zien P Is dan niet heel Leiden in de feeststem ming als de straatjongens, zelfs op hunne wijze het Io Vivat vertalend, met de beste bedoelingen, doch minder goede stemmen alom laten weerklinken Io Vivat! Io Vivat! De Prins is in de stad, En 't is vandaag Studentendag, De schoonste, dien men immer zag, Io Vivat! Io Vivat! De Prins is in de stad. Wij gelooven niet, dat iemand dan aan de feeststemming der Leidenaars zal twijfelen. Doch wel zijn er sommigen, die twijfelen, of reeds nu de inwoners onzer stad die stemming beginnen te pakken te krijgen. Wij gelooven het wel, enkele feiten wijzen er op, doch zij spreken niet zeer duidelijk. Over het algemeen heerscht op dit oogenblik buiten Leiden meer geestdrift voor onze feesten, dan wel binnen de stad. De inwoner van Leiden, die dezer dagen uit de stad gaat, wordt op zijn reis overstelpt met vragenzooveel wil men weten van de feesten, het feestterrein, den hoofdpersoon, de maskerade, de bals, den weg door den stoet te volgen, en wat er ver der al of niet wetenswaardig omtrent de feesten valt te melden. En wij meenen te hebben opgemerkt dat de aldus ondervraagden, al hadden zij ook niet op alles kunnen antwoorden, reeds meer ingenomen waren voor het feest, met meer verlangen den dag verwachtten, waarop onze studenten in deftig feestgewaad met de banieren voorop hunne voor gangers aan de Academie zullen afhalen om geza menlijk een week lang alle zorgen in vroolijke feesten te vergeten. Wij schreven daar „gezamenlijk"; dit is nu minder juist, want nog twee belangrijke factoren tot het welslagen van het feest hebben wij ver geten. Bij reünisten en studenten moeten zich ook nog voegen Leidens burgers en eene rij van jongelui. Wat dit laatste betreft zijn wij niet bang. De Leidsche feesten hebben altijd een groote aan trekkingskracht voor Nederlands jeugd getoond te bezitten. En de medewerking onzer burgerij, zal die ach terwege blijven? Voorzeker neen! Leiden is en blijft Academiestad, tot in het binnenste van haar wezen. Leiden weet dat het zijn ouden roem moet handhaven zoo schitterend als ooit te voren. De studenten hebben getoond geene opofferingen te ontzien om de feesten die van '75 waardig te makende burgers zullen dit eveneens doen. Doch niet alleen door de commissie uit de burgerij, die zich met een contrafeest belast, niet alleen door het uitsteken der vlaggen en het aanbrengen van vetpotjes des avonds of het versieren desnoods mag dit iets smaakvoller wezen dan bij vroegere gelegenheid der straten moeten zij dit doen. Willen de ingezetenen in waarheid meewerken, dan moeten zij met hun persoon dit doen; dan moeten zij juist die feeststemming hebben, die wij boven beschreven. Door woorden of het wijzen op de vele verplichting, die onze burgers aan de academie en de studenten hebben, verkrijgen zij die stemming niet. En eigenlijk hebben zij ze ook niet meer noodig te verkrijgen; aanwezig is zij reeds, doch slechts opgewekt behoeft zij te worden en bij het eerste kanonschot, dat a. s. Zondag den aanvang van Njord's roeiwedstrijd en daarmee het begin der feesten zal verkondigen, zullen onze burgers, vergetende alle kleine onaangenaamheden welke wel eens tusschen hen en de studeerende jongelingschap ontstaan zijn, hunne harten bijzon der warm voelen kloppen voor academie, studenten, lustrumfeesten en maskerade, en de samenwerking zal verkregen zijn. Laten wij ons dus allen plechtig voornemen om bij dat kanonschot alle wereldsche zorgen voor een tijd lang af te leggen, blijde te zijn met de blijden en te bedenken, dat het leven te genieten ook een plicht voor den mensch is. BUITENLAND. Frankrijk. Het programma voor de uitreiking der nieuwe vaandels aan het Eransche leger is thans door het ministerie van oorlog vastgesteld. Het feest zal te Longschamps plaats hebben; de minister van oorlog zal de revue over de troepen houdenal de commandanten van de 19 legercorpsen zullen te paard met hunne staven tegenwoordig zijn; en elk regiment van het leger zal een deputatie zenden van: een kolonel, een kapitein, een vaandeldrager, een onderofficier, een korporaal en drie soldaten evenzoo elk regiment van het territoriale leger. De escadrons trein-soldaten zullen ook een vaandel ontvangen, evenals de jagers te voet. Al de depu- tatiën zullen den lOden of llden Juli te Parijs moeten zijn en drie dagen na de plechtigheid van 14 Juli weder vertrekken. De uitvaart van den overleden gouverneur van Parijs, generaal Aymard, heeft Woensdag met groote plechtigheid, op staatskosten, plaats gehad. De slippen van het lijkkleed werden door drie generaals en een admiraal gedragen. De straten waren vol menschen. Achtduizend militairen volgden de lijkbaar. Achter de lijkkist droeg een bediende van denoverledene zijne ridderorden, op zijne beurt gevolgd door het paard, dat deze in zijn leven bereed, voortgeleid door een dragonder. De maarschalk De Mac-Mahon, die in de kerk der Invaliden den lijkdienst kwam bijwonen, vond de eereplaatsen door de ministers bezet. Een hunner ruimde hem echter onmiddellijk zijne plaats in. De Kamer heeft gisteren de discussiën over het wetsontwerp betreffende de legeradministratie voortgezet. De heer Le-Roy verklaarde dat de commissie, tegenover den minister van oorlog, die hiervan niets weten wilde, het ontwerp, gelijk het door den Senaat was aangenomen, opnieuw tot het hare maakte. In den ministerraad is besloten tot de algemeene amnestie over te gaan. Twee ministers stemden tegen en twee onthielden zich. De minister-president De Ereycinet heeft zich te één uur bij president Grévy vervoegd, om hem van deze beslissing kennis te geven. In den Senaat heeft de heer Dufaure een wets ontwerp tot regeling van het recht van vereeniging ingediend, hetgeen in de vergadering eenigszins opzien baarde. Naar men verneemt, geeft de gezondheid van prins Napoleon Jeröme reden tot ernstige be kommering. Hiermede zouden in verband staan de vergaderingen, welke de Bonapartistische frac- tiën houden, om zoo mogelijk tot eenstemmigheid te geraken, over prins Victor, zoon van prins Napoleon Jeröme. DultMchland. Naar men verneemt, is ten gevolge der eerste zitting van de conferentie aan de gedelegeerden overhandigd een indertijd door den toenmaligen minister Waddiugton opgemaakt ontwerp, hetwelk als uitgangspunten voor de Grieksche grensregeling voorstelt de valleien Kalamae en Salomvria in het binnenste des lands, doch dat door den loop van vroegere onderhandelingen wel eenige wijzigingen ondergaan heeft. De gedelegeerden hebben de hierbij aangewezen grenslijn nader locaal-technisch vast te stellen en daaromtrent vóór morgen aan hunne respectieve gevolmachtigden rapport uit te brengen. Het besluit tot geheimhouding van de hande lingen der conferentie is genomen met het oog niet slechts op de drukpers, maar ook op Grie kenland en Turkije. Bij alle gevolmachtigden open baart zich de overtuiging eener overeenstemmende zienswijze omtrent de taak der conferentie. Men hoopt dan ook dat hare werkzaamheden binnen tien of twaalf dagen zullen afgeloopen zijn. Be sluiten aangaande het afzenden van eene com missie zijn eventueel eerst door de conferentie te nemen, die evenwel ook daarvan zon kunnen af zien. De commissie van gedelegeerden heeft bij hare werkzaamheden een zeer aanzienlijken voor raad kaarten. Die van den Oostenrijkschen gene- ralen staf worden als de doelmatigste beschouwd, om als grondslagen voor de werkzaamheden der ge delegeerden te dienen. Italië. In de Kamer werd gisteren medegedeeld een brief van den heer Crispi, waarbij hij zijn ontslag neemt als afgevaardigde. De heer Nicotera stelde voor den heer Crispi uit te noodigen op zijn ontslag terug te komen. Verscheiden sprekers voerden het woord in gelijken zin. Het voorstel van den heer Nicotera werd eenstemmig aangenomen. Het ontwerp betref fende de dotatie der kroon werd door de Kamer goedgekeurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1