Ter aansporing. BUITENLAND. Duitschland. Yolgens de te Ludwigshafen verschijnende „Pfalzische Kurier" worden in die stad en in de nabijgelegen steden Mannheim en Karlsruhe sinds eenigen tijd Mormonen gevonden. In het begin van bet vorige jaar waren nl. twee Mormonen- zendelingen uit Amerika te Ludwigshafen aange komen. Hun werd evenwel door de Beierschc regeering verboden vergaderingen te houden, waarop zij naar Mannheim trokken en daar bijeen komsten hielden, die thans door 60 a 70 personen geregeld bezocht worden. Te Ludwigshafen zijn tot nu toe 15 gezinnen, ongeveer 40 volwassen personen, tot de Mormonen overgegaan; in Karlsruhe en Mannheim is het aantal der bekeerlingen echter veel grooter. De nieuwe leden worden door ge- heele onderdompeling in een afgelegen arm van den Rijn, meest 's avonds na zonsondergang, gedoopt. De Rijksdag nam gisteren bij eerste en tweede lezing onveranderd de overeenkomst met Zwitserland aan, betreffende eene verdere voorloo- pige regeling der handelsbetrekkingen. Uit Hamburg is een protest tegen het voorstel naar den Bondsraad gezonden, dat door 57,867 burgers onderteekend is. Uit St.-Pauli zijn twee adressen van 7219 inwoners aan den Ilamburgschen Senaat gezonden, waarin de onder- teekenaren zich tegen de inlijving van St.-Pauli in het Duitsche tolgebied verklaren en den Senaat verzoeken hun „angstkreet" ter kennis van den Bondsraad te brengen. De prinses Pauline van Wurtemberg, die met een dokter van Breslau in den echt trad, heeft van hare rechten als prinses afstand gedaan en den naam van barones Kirchbach aangenomen. Dit geschiedde op last des Konings. Aan het einde der zitting heeft de Rijksdag gisteren het voorstel van den heer Lasker ver worpen, om het voorstel betreffende de Hamburg- sche quaestie heden aan de orde te stellen. Bij de behandeling der Elbe-scheepvaarts- akte verklaarde de minister Hofmann in de com missie, dat het voorstel-Delbrück onaannemelijk is, dat de bestaande grens der Elbe-tollinie slechts door de wet verplaatst zou kunnen worden. Ook de „Norddeutsche Allg. Zeitung" verklaart zich ten stelligste tegen een besluit van den Rijksdag in den geest van het voorstel-Delbrück. België. In de Kamer had gisteren eene stormachtige discussie plaats over het wetsontwerp tot verlen ging van de vreemdelingenwet. De minister Bara verklaarde dat tegenover de Pransche Jezuïeten de gedragslijn der regeering volkomen dezelfde zal zijn als tegenover de Duitsche kloosterlingen is gevolgd. Indien de uit haar land gebannen congregaties zich in België zouden komen ves tigen, dan zou de regeering op haar de wet toepassen. Het programma der feestelijkheden door de stad Brussel te geven, is voorloopig aldus vast gesteld Twee kostelooze voorstellingen in het „Theatre de la Monnaie"; kostelooze Pransche opvoeringen in het „Alhambra"; roeiwedstrijden op het kanaal; volksfeesten en oplatingen van luchtballons in de boven- en in de benedenstad; receptie van liefhebberij-vereenigingen, scberp- schuttersvereenigingen enz.concoursen van allerlei aard. Deze feesten zullen alle gegeven worden van 1619 Aug.. Den 27sten Juni heeft het groote feest plaats van de federatie der chas seurs, éclaireurs, bestaande in eene revue, groote manoeuvres en feestbanket in het beursgebouw. Spanje. De „Correspondencia" zegt dat de minister van koloniën, zoodra de Cubaansche leening zal zijn toegestaan, de voorwaarden van uitgifte, die bij openbare inschrijving zal plaats vinden, zal be kend maken. Groot^Britannlë. De ontvangsten van de Engelsche schatkist in de maand April waren 7,882,547 pd. st. (tegen 7,943,755 pd. st. in April 1879); de uitgaven bedroegen 8,892,724 pd. st. Wolseley is den 4den Mei van de Kaapstad vertrokken. Men denkt dat hij kort na zijn terug keer in het vaderland naar Indië zal gaan, om sir Prederick Haines als opperbevelhebber in Indië te vervangen. De „Daily News" zegt dat Lord Reay (Baron Mackay) tot pair van Engeland zal worden verheven. Oostenr.-Hong. NTormroliie. In de Kamer van afgevaardigden is gisteren een wetsontwerp ingediend, waarbij de regeering ge machtigd wordt het deficit op de begrooting van dit jaar, bedragende 24,559,046 ff., te dekken: 1°. door den verkoop van 20 millioen nominaal of 17,854,000 ff. effectief der reeds toegestane uitgifte van goudrente; en 2e. door de tot dusver ingekomen vorderingen van den staat, wegens uit de voorschotskas indertijd verstrekte gelden, ten bedrage van 5,883,918 fl. Aan de „Politische Correspondenz" wordt uit Cettinje gemeld dat de vorst van Montenegro besloten heeft een uit 18 bataillons bestaand op vollen voet van oorlog gebracht observatie-corps aan de Montenegrijnsch-Albaneesche grenzen te plaatsen. Uit Scutari verneemt hetzelfde blad dat de Miridieten-vorst Prenk Bib Doda aldaar met 2600 Miridieten is aangekomen. Buland. De laatste berichten omtrent den gezondheids toestand der keizerin houden in, dat zij niet in beterschap toeneemt, maar toch ook niet achteruit gaat, hetgeen in dezen tijd van het jaar al het meeste is, dat de geneesheeren durfden hopen. Prins Gortschakoffs herstel gaat goed vooruit, zoodat hij weldra het bed zal mogen verlaten. Uit China komt het bericht dat alle pogin gen, door de regeering sedert Januari jl. aange wend om iets aangaande het lot van den Russischen reiziger kolonel Prschewalski te vernemen, tot dusver vruchteloos gebleven zijn. De hoop wordt echter niet opgegeven en den gouverneur van Thibet zijn nieuwe bevelen gezonden om den reiziger op te sporen of ten minste zijne laatste verblijfplaats te ontdekken. De waardige journalist, die aan de overzijde der Noordzee zoo krachtig ijverde voor de be langen der Nederlanders, is niet meer, maar zijn geest leeft onder ons voort. Innig was Edward Rooze er van overtuigd dat op het gebied van veeteelt en zuivelbereiding ons volk volstrekt niet in de achterhoede behoeft te komen. Het jammerlijk figuur, dat we gemaakt hadden op de tentoonstelling, verleden jaar te Kilburn gehouden, griefde hem diep, als ware hij persoonlijk verantwoordelijk voor de eer van zijn vaderland, en nooit vloeide een juichtoon met meer geestdrift uit de pen, dan toen hij niet lang daarna kon schrijven: „Wij hebben te Lon den overwonnen." Zeker, we kunnen elke mededinging van het buitenland zegevierend doorstaan, als we willen. Ons runderras behoort tot de beste ter wereld onze rijke weilanden dragen voedsel voor melk van de edelste hoedanigheid, waarvan de fijnste qualiteiten boter en kaas kunnen gemaakt wor den, als we ons maar niet koppig verzet ten tegen die verbeteringen in de bereiding, die elders proefhoudend zijn gebleken. Wij, die het in onze macht hebben de markt te beheerschen, wij laten ons goedsmoeds ver jagen door anderen die in slechter conditie zijn, maar een hoogere mate van energie aan den dag leggen. Wij, bezitters van rijke koloniën, die een onbeperkt débouché voor den handel in onze zui velproducten opleveren, wij schamen ons niet te belijden, dat de uitvoer naar die eigen bezittingen van weinig beteekenis is, dat we naar de daar aan grenzende landen Japan en China voor geen cent staren, terwijl Denemarken er voor het ba gatel van 23 millioen gulden heenzond. Ziet, wij benijden den Denen hun succes niet: zij verdienen het ten volle. Ook is het hitn niet te wyteB, dat we niet mee willen: integendeel, met de meeste bereidwilligheid verstrekken zij ons op alle mogelijke manieren de verlangde inlich tingen. Hunne concurrentie is zóó nobel, dat wij er niets dan lof voor hebben. Het is onze duurste plicht, het verloren terrein te herwinnen. Wij moeten beginnen met dc wereld te laten zien, d at we wat kunnen, en wat we kunnen. De gelegenheid daartoe biedt zich eerlang aan. In October van dit jaar wordt opnieuw te Londen eene internationale vee - en zuiveltentoonstelling ge houden, en we hebben het nog voor een deel aan Edward Rooze te danken, dat in bet belang der Nederlandsche inzenders is afgezien van het oorspronkelijk plan, om een meer verwijderd punt, Birmingham, te kiezen. Dezelfde publicist heeft, toen hij weinige weken vóór zijn dood ons land bezocht, den recht prac- tischen raad gegeven, de handen ineen te slaan, om door een welgeslaagde collectieve inzending, alweer op het voetspoor van Denemarken, de aan dacht op onze boter- en kaas-industrie, en op de voortreffelijkheid van onzen veestapel, te vestigen. Als ieder op zijn eigen houtje daar komt aan dragen met hetgeen hij meent het beste te zijn, dan kan onmogelijk het buitenland een goeden indruk verkrijgen van wat wij op dat gebied vermogen. Welnu, aan dien wenk zal, indien de vereischte medewerking wordt verkregen, gevolg worden ge geven. Er heeft zich gevormd een „voorloopig comité ter bevordering van inzending van melk en fokvee en zuivel op de internationale tentoon stelling te Londen", van welk comité de directeur der rijkslandbouwschool te Wageningen, de heer C. J. M. Jongkindt Coninck, voorzitter, de heer L. Broekema secretaris is. Die heeren hebben berekend dat tot uitvoe ring van het plan minstens f 10,000 wordt ver- eischt. Op een verzoek, gericht tot Zijne Excellentie den minister van waterstaat, handel en nijverheid ter bekoming van een subsidie van dat bedrag, werd te kennen gegeven dat van de zijde van belanghebbenden en belangstellenden het initiatie/ moest uitgaan, omdat de hulp van den staat alleen dan te pas komt wanneer zonder deze de direct belanghebbenden niet voldoende in het noodige kunnen voorzien. Wanneer dit gebleken zal zijn, wil de minister gaarne voor het beoogde doel een geldelijke ondersteuning bij de wet trachten te bevorderen, doch deze zal moeielijk kunnen worden verkregen wanneer de direct belanghebbenden niet zijn voorgegaan en het bewijs niet is geleverd dat de pogingen der gezamenlijke landbouw-maat- schappijen tot geen voldoend resultaat hebben geleid. Deze zienswijze is volkomen billijk. Exposeeren louter op kosten 'van den staat, dat gaat niet; het zou een heel treurig bewijs zijn van ontwaakte geestkracht. De veehouders, wier belangen er in de eerste plaats bij betrokken zijn, moeten too- nen dat zij voor de goede zaak een geldelijk offer willen brengeneerst daarna zouden zij met eenig recht bij den staat om ondersteuning kun nen vragen. Het comité richt thans circulaires tot de maat schappijen en vereenigingen ter bevordering van den landbouw en veeteelt en de zuivelbereiding in Nederland, en tot allen die in deze takken van nijverheid belang stellen. Het vraagt gelde lijke bijdragenhet daartoe strekkend inschrijvings biljet uiterlijk vóór 31 Mei in te zenden bij den penningmeester, den heer Jules Yan Hasselt, burge meester van Kamperveen, te Kampen. Het mag hier geen strijd worden tusschen pro vinciën, gemeenten of bijzondere personenN e- d e r 1 a n d moet schitterend optreden als een krach tige collectieve éénheid. De Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft reeds een goed voorbeeld gegeven. Als andere Maatschappijen en bijzondere personen dat volgen, dan legt het voorloopig comité zijne taak neder, en verzoekt aan de regeering „een Nederlandsch comité" ter bevordering van dit nationaal belang te benoemen. Met de meeste ingenomenheid begroeten wij dit schoone plan. Aan het welslagen twijfelen wij niet, en wij vertrouwen dat de veehouders in deze streken ook zonder onze aansporing zich niet onbe tuigd zullen laten. Met nadruk roepen wij hun toe: Tua res agitur, uw belang is er mee gemoeid. Maar dit niet alleen, het geldt de eer van Nederland, de toekomst van de hoofdbron onzer nationale welvaart. Een woord van dank aan het voorloopig comité voor het mannelijk initiatief.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2