Leidsch Dagblad, jV. (1203. Maandag ÏO De Familie Onller-Belmonte, A°. 1880. Dom Courant wordt dagelijks, met aitsondering na Zoo- ea Feestdagen, uitgegeven. Dit Nonuner bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. LEIDEN EN OMSTREKEN. Premie toot 1880! een nieuwe roman ran Yerk e er s belemmering. DAGBLAD. PRIJS DEZES COURANT: Voor LeiAee per 4 mumtah.L10. Franco per poel.1.40. Aliotéerlgke Nonuneri(LM. PRIJS DES ADVERTENTIES: Ta 1-4 Udtra rafel mm OiMtara VaUara 1.08. 0.17|. Nieuws- en Advertentieblad VOOR Prijs per 8 maanden 1.10, franco per post 1.40. Het LEIDSCH DAGBLAD is het goedkoopste dag blad van Nederland. Het wordt door iedereen gelezen, onverschillig welke beginselen men is toegedaan. Zijn oplaag bedraagt tegenwoordig 3250 exempt; 't is het meest gelezen blad in Leiden en de talrijke welvarende dorpen der Rijnstreek. Dr. JAN TEN BRINK: welke in den loop dezer maand zal worden aange boden, voor Abonné's te Leiden tegen vergoeding van 60 Cents en voor Abonné's buiten de stad a ÏO Cents franco tehuis bezorgd. Nieuwe Abonné's hebben het recht om de vorige premie: Wet verloren Kind van Dr. JAN TEN BRINK (waarop „de Familie MullerBelmonte" het vervolg uitmaakt) op dezelfde voorwaarden (5O of ÏO Cents) te ontbieden. Deze beide romandeelen kosten in den handel f9 per stuk. Later zal een bon worden verkrijgbaar gesteld. Alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven gaarders nemen abonnementen aan. Leiden. A. W. SIJTHOFF. Toen in September jl., terwijl in het buiten land het protectionisme van alle zijden het hoofd weer opstak en niet zonder succes den strijd met de vrijheid van verkeer aanvaardde, het fiere woord der troonrede klonk dat Nederland trouw zou blijven aan zijn vrijhandelsstelsel, overeenkom stig onze geheele traditie, heeft de groote meer derheid des volks die verklaring toegejuicht. Wel is waat ontbreekt het ook hier te lande niet aan vooratanders van bescherming, maar zij gevoelen zich nog zoo zwak, dat zij door bijvoeging van het woordje „verstandige" bescherming hunne plannen trachten te bedekken. Gelukkig blijven deze „verstandige beschermers" nog sterk in de minderheid, doch mochten zij meerderheid worden, ja zelfs al werden zij „beschermers", zonder „ver standig", stellig zou nog geen hunner de verde diging op zich durven nemen eener verkeersbe- lemmering, die niets beschermt en slechts een ieder tot hinder en last is. Wij bedoelen de tollen, de belasting, die op het gebruik van Jand- en waterwegen geheven wordt, naar het heet als eene vergoeding voor de kosten van aanleg en onderhond dier wegen. Het is zeer de vraag of die vergoeding niet op bil lijker wijze te verkrijgen zou zijn, doch hoe moet men wel deiken over een tol, die niet dienst doet als vergoeding En een der zoodanige hebben wij thans op het oog. Wanneer men uit Leiden komende, de stads lucht door verfrisschende landlucht willende vervan gen, zich moedig aangordt en een zoogenaamd groot „Endegeestje" omwandelt, verkeert men in de nood zakelijkheid, zoo men niet op zijne schreden terug wil keeren, den Rijn over te steken. Daartoe be staat bij „het Haagsche Schouw" de ge legenheid in den vorm van een sierlijke klapbrng. De argelooze wandelaar wil de brug overgaan, doch nauwelijks heeft hij er een voet op gezet of eene verschoning springt te voorschijn, die hem op hoogst beleefde wijze de tegenwoordige tol gaarder is bijzonder beleefd om 2'/a cent brugge- geld komt vragen. Heeft onze wandelaar indertijd de geschiedenis bestudeerd, dan zal onwillekeurig de herinnering bij hem oprijzen van de roofridders, die in de middeleeuwen van uit hnnne burchten de voorbijgangers overvielen en slechts voor een losgeld hen en hunne goederen lieten passeeren. Onze beleefde tolgaarder is geen roofridder het zij verre van ons zulks te beweren; zijne heffing is geen afpersing, maar steunt op een erkend recht. Waarop steunt dat recht? Stellig niet op de billijkheid. Niets toch is onbillijker dan een tol voor voet gangers, daar weinige belastingen zoo geheel ver keerd zullen drukken. Onzen wandelaar zal het waarschijnlijk in zijne financiën niet hinderen, dat hij zich hier de uitgave van een halven stui ver moet getroosten, maar zij, die voor hnnne zaken zich herhaaldelijk over die brng moeten begeven, welke de verbinding van twee groote, belangrijke rijkswegen vormtzij, voor wie die halve stuivers allengs tot een belangrijk bedrag opklimmen, zullen hoofdzakelijk de boeren uit den omtrek zijn, of hnnne arbeiders, of we1 venfars, die evenmin uit weelde langs den weg loopen. Bijna alle voet- gangerstollen zijn dan ook afgeschaft en met de poortgelden naar het verledene verhuisdhet zijn zaken, niet meer passend voor onzen tijd. Dat zich aan dit hooge bruggegeld voor voetgangers een buitensporig hooge tol voor rijtuigen paart, spreekt van zelf. Doch wij wezen er reeds op, niet dit is het onrechtvaardigste in deze heffing, maar het ergste is: dat het tarief in plaats van zoo te zijn ge steld, dat het onderhoud der brug er juist uit betaald kan worden, zóó hoog is, dat in waarheid deze tol de waarde van het object nitmaakt. Dit blijkt ook uit de aanplakbiljetten, waarbij brug en woonhuis en koffiehuis enz., enz., en vooral het recht van tolheffing, te koop worden aange boden. Terwijl toch de andere gedeelten van het perceel zich bij de opsomming met een gewone letter moeten vergenoegen, is er geen drukinkt ge spaard om met dikke vette letters dat recht elk kooplustige in het oog te doen vallen. Die verkoop is de aanleiding van ons schrijven. De volgende week zal hij worden gehouden en wij rekenden het ons ten plicht op deze schoone gelegenheid te wijzen om een even onrechtmatige als kwellende belemmering van het verkeer in Leidens omstreken voorgoed op te ruimen. Wij dachten ons de mogelijkheid over de wensche- lijkheid zal wel bij niemand twijfel beslaan dat de besturen der gemeenten, wier verbindingswegen over deze brug loopen, zooals Leiden, Katwijk, Oegstgeest, Voorschoten, enz. met elkaar zich zouden vereenigen om het geheele perceel en dns ook het recht van tolheffing te koopen. Zij zonden dan natuurlijk dat gekochte recht onmiddellijk moeten vernietigen. Mochten nu sommigen meenen, dat de hieraan verbonden financiëele bezwaren te groot znllen zijn, dan willen wij dit reeds bij voorbaat weerleggen, door er op te wijzen dat bij de vorige veiling het geheele perceel slechts f 15,000 opbracht en dat het koffiehuis onder dezen prijs begrepen, na opheffing van den tol zeer in waarde zal rijzen, daar het dan aan een veel meer bezochten weg zal liggen. Een gedeelte van den koopprijs zal uit den verkoop hiervan dus kunnen worden terug gevonden, en bovendien wordt het overige over eenige gemeenten in evenredigheid met haar belang omgeslagen, doch ook, indien zelfs dan nog eene dier gemeenten eene betrekkelijk hooge opoffering zich zon moeten getroosten, is toch stellig dit voordeel bereikt, dat een hoogst verkeerde be lasting verdwenen en tot de gewone teruggebracht is. Eene zoo schoone gelegenheid tot die conversie als thans wordt aangeboden, komt niet spoedig terug en wij vertrouwen dan ook, dat zij zal worden aangegrepen en na 1 Juli a. s. nering doende en wandelaar met onaangetaste beurs en ongestoorde gemoedsrust bij „het Haagsche schonw" den Grootvorst van Enropa's stroomen znllen kun- nen passeeren. LEIDEN, 8 Mei. De commissie van financiën raadt tot goedkeu ring der rekening van de stedelijke gasfabriek over 1879, als de exploitatie-rekening in ontvangst tot 242,021.81, in uitgaaf tot f 223,790.80, alzoo met een voordeelig saldo van f 18,231.51; de rekening van het nitbreidings- en vernieuwings fonds in ontvangst tot 25,816.29'/j, in uitgaaf tot f 25,452.33, derhalve met een batig s^ofr van f 363.961/jvoorts, het zuiver overschot 0f batig saldo, dat volgens de rekening f 70,172..30ya bedraagt, te storten in de gemeentekas eji daar mede te handelen zooals bij de gemeente,oegrooting voor 1879 is bepaald. B. en Ws. stellen voor een bedrag van ƒ4.08 over te schrijven op de begrooting voor 1879, van het art. Onvoorziene Uitgaven op den post Kosten van brandverzekering der gebouwen. De commissie van financiën vereenigt zich met die voordracht. Zij deelen aan den raad mede (thans in druk) het adres van den gemeente-advo caat aangaande de voorgestelde overdracht van de concessie der paardenspoorwegen aan de Tramway- Trust-company te Londen, waarop door den raad in zijne zitting van 30 April jl. afwijzend werd beschikt. Tevens deelen zij mede het door den hoogleeraar dr. Rijke uitgebracht verslag omtrent het lichtvermogen, gedurende de drie eerste maan den van dit jaar, van het gas der stedelijke gas fabriek, nadat het hun gebleken was dat tegen die openbaarmaking bij den hoogleeraar geenerlei bezwaar bestond. Van den heer G. Wilhelmy Damstó, lid van den gemeenteraad, is een voorstel ingekomen tot wijziging van de aangeboden nieuwe verordening op de heffing van brnggegeld van vaartuigen. Dat voorstel strekt in het belang van den handel. Ter benoeming van een onderwijzer 2de kl. aan de school N®. 2 voor minvermogenden, op eene jaarwedde van 800, is de volgende voordracht opgemaaktAdriaan Goudswaard te Westzaan, F. P. P. Lazarom te Zwolle en J. G. Meier te Arnhem. De commissie van financiën heeft geene beden- king tegen den door B. en Ws. aangeboden staat van af- en overschrijving eener som van 4757.01 op de gemeentebegrooting voor 1879. Over eenkomstig het uitgedrukt verlangen van mr. A. Van Hettinga Tromp geven B. en Ws. in over weging» tot de benoeming van een tijdelijk lid dier commissie, ter vervanging van dien heer, over te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1