verstrekt; terwijl het archief der firma, voor
zoover het op de werken te Amsterdam betrek
king beeft, tegen taxatie door de gemeente zal wor
den overgenomen.
Door den minister van oorlog is bepaald
dat de miliciens der infanterie van de lichting
van 1879 den 30sten April a. s. met groot verlof
huiswaarts zullen keeren, uitgezonderd zij, die
voor het blijvend gedeelte zijn aangewezen.
De aandeelhouders van de Amsterdanische
Gemeenschappelijke Vleeschhouwerij hebben, niet
tegenstaande de betrekkelijk gunstige uitkomsten
van het debiet in 1879, besloten tot ontbinding
en liquidatie over te gaan, op grond dat het volgens
art. 3 der statuten vereischte kapitaal van f 15,000
niet was verkregen en tusschen commissarissen en
directeur de noodige overeenstemming ontbrak.
Het oorspronkelijk kapitaal van f 10,000 is bijna
geheel verbruikt.
Luidens het verslag over 1879 van de
„Stoomvaartmaatschappij Nederland" is de uiterst
gedrukte toestand der vrachten van Indië in
dit jaar nog weer lager dan in vorige jaren
oorzaak dat de onderneming nog niet die uitkom
sten oplevert, welke billijkerwijze mochten verwacht
worden. Er was echter minder gebrek aan vracht
meestal konden de schepen volle uitladingen vin
den. Hierdoor en door het grooter aantal passa
giers leverden de reizen toch nog een bruto-winst
van 679,009.42, of na aftrek van alle posten en
afschrijvingen, een zuivere winst van f 161,773.72,
hetgeen eene uitkeering van 4'/a pet. toelaat.
Bij de te Amsterdam gehouden veiling van
de collectie-Copes Van Hasselt zijn o. a. de volgende
prijzen besteedFrans Hals „Leve de trouw"
f 18,500, kooper de Vicomte De Pourtalès; een
Gerard Dou f 4000Emanuel De Witte „Kerk
van binnen" f 7500; een stukje van Teniers
bracht f 810 en een van Brekenburgh ƒ800 op.
Genoemd stuk van Frans Hals, door Unger geëtst
en door Yosmaer beschreven, veranderde in het
laatst der vorige eeuw voor f 17 van eigenaar.
Voor het teekenen werden gisteren vier can-
didaten, geëxamineerd waarvan toegelaten: G. J.
Van Deukekom uit Delft, J. H. B. Diks uit
Benthuizen en J. Lugthart uit Gouda; voor de
akte als hoofdonderwijzer twaalf candidaten, waar
van toegelatenJ. Kelder, J. C. Patmos en F. C.
J. De Ridder, allen uit Rotterdam.
De raad van toezicht op de spoorwegdiensten
heeft de spoorwegmaatschappijen in overweging
gegeven om, tot het verkrijgen van gemeenschap
tusschen treinpersoneel en machinist, in te voeren
het gebruik van een met de stoomfluit der loco
motief of een wekker aan de locomotief verbonden
trekkoord. De betrokken spoorwegmaatschappijen
hebben gemeend, met het oog op de vele bezwa
ren aan het gebruik van het trekkoord verbonden,
daaraan geen gevolg te kunnen geven.
De commissie, benoemd uit de leden der
Arnhemsche Tentoonstellings-vereeniging, heeft haar
rapport uitgebracht, waarna de rekening en verant
woording is goedgekeurd. De aandeelhouders zullen
36 pet. plus het eventueel tekort van oninvorderbare
posten moeten bijpassen.
Door den minister van oorlog is eene com
missie benoemd tot herziening van het reglement
op den inwendigen dienst bij de cavalerie. Deze
commissie, bestaande uit den ritmeester-adjudant
F. IJpey van het 1ste en de majoors W. G. K.
A. Van Overveldt van het 2de, E. Visser -an
het 3de en E. L. H. Van Lansohot Hubrecht van
het 4de regiment huzaren, heeft in Den Haag hare
eerste vergadering gehouden.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde Zondag Point
de Galle; de „Gelderland", van Java naar Rot
terdam, arriveerde Maandag te Marseillede
„Utrecht" vertrok gisteren van Brouwershaven
naar Ned.-Indië; de „Koning der Nederlanden",
van Batavia naar Amsterdam, passeerde gister
namiddag te zes uren het eiland Wight.
Gemengd Nieuws»
Door de keurmeesters van vee en
vleesch is in de afgeloopen week te Rotterdam
aangehouden en voor de consumptie afgekeurd
een partij bedorven ingewanden en twee partijen
rundvleesch in de slachtplaats, hetwelk op de ge
bruikelijke wijze onder politietoezicht vernietigd is.
Wanneer zal men ook zoo iets van hier kunnen
zeggenTe dezer stede ontbreekt het toezicht
immers geheel. Toch was het wel noodig. Het is
toch niet van vandaag of gisteren dat aan het
station alhier vleesch in zulk een walgelijken toe
stand aankwam, dat zelfs de stationschef het wei
gerde te vervoeren. Hier kon men het blijkbaar
niet meer quiteeren. Daarom moest het naar elders.
Een stalhouder leende er zich toen voor. Waar moet
het zoodoende met de gezondheid heen?
Nu leeft men weder in den bokking-tijd.
Om een staaltje te geven van de qualiteit dier
visch, welke hier wordt ingevoerd en daarna rond
gevent, zij slechts vermeld dat gistermiddag om
streeks vier uren weder aan het station uit de
hand werden verkocht 40 manden inhoudende 200
stuks, voor de som van 60 cents per mandde
laatste 10 manden brachten zelfs slechts f 0.45
op (zegge vijf en veertig cents voor 200 stuks bok
king.) De zware proef waarop de reukorganen ge
steld werden, komt niet eens in aanmerking.
Is het onder zulke omstandigheden wel te ver
wonderen dat Leiden soms zoo zwaar door epide
mieën geteisterd wordt, althans dat de ziekten
belangrijk worden in de hand gewerkt? Dat men
eindelijk toch eens weder bij politie-verordening
maatregelen neme!
Op het Plein in Den Haag is een mo
del dieren-driukfontein geplaatst. Aan de boven
zijde is een drinkbak voor paarden en van onderen
een kleinere voor honden aangebracht. Door op
een koperen knop te drukken, worden de bakken
met versch water uit de waterleiding gevuld. Naar
men verneemt, zullen ook op andere punten dier stad
dergelijke fonteinen geplaatst worden.
In „De Pool", op het Damrak te Am
sterdam, waar het vooral des Maandags overdruk
is door den handel in granen, die daar wordt
gedreven, heeft een zakkenroller zich weten meester
te maken van een portefeuille met ongeveer f 300
aan bankpapier, welk bedrag even te voren door
een schipper was ontvangen. De bestolene had
verdenking op een persoon van groote gestalte,
die echter in het gewoel op het Damrak verdween.
Een knaapje, in de Boomstraat te Am
sterdam, dat bij het spelen met lucifers in brand
was geraakt, is aan de bekomen brandwonden
overleden.
Een achtenswaardige, brave man had
onlangs eene uitnoodiging voor een feestmaal aan
genomen en zijne jonge vrouw beloofd uiterlijk
te twaalf uren thuis te komen. Middernacht was
echter reeds lang voorbij, toen de wachtende eega
haar man eindelijk waggelende en doodsbleek de
kamer zag binnenkomen. Verschrikt snelde zij toe
en bracht den armen man naar de sofa, waar zij
hem angstig vroeg, wat hem scheelde, of hij ziek
was. „Jaja Lou hihi ise", was het
gebroken antwoord en de oogen sluitende, viel de
man op de sofa neer. Luid jammerende wekte de
vrouw hare dienstbode, om zoo spoedig mogelijk
den dokter te halen, daar mijnheer door eene be
roerte getroffen was. De dokter kwam dan ook
spoedig en onderzocht den toestand van den lijder.
Na eenige oogenblikken zeide hij„Mevrouw,
hier is niets meer voor mij te doen laat on
middellijk de familie roepen." De dienstbode ging
opnieuw de deur uit en weldra kwamen dan ook
de naaste bloedverwanten toegesneld. De lijder
ag nog altijd kermende op de sofa, en de familie
leden stonden schreiende om hem heen. Eindelijk
echter riep er één verbaasd uit„Maar hij is niet
ziek, hij is dronken!" „Dat weet-ik wel!" ant
woordde de dokter. „Waarom hebt gij ons dan
laten roepen?" vroegen allen met verontwaardiging.
„Wel", antwoordde de dokter, zijn hoed opnemende
en naar de deur gaande; „ik weet dat dit zoo'n
zeldzaamheid is, dat ik u die bijzonderheid ook
eens wilde laten zien." Met die woorden spoedde
hij zich de deur uit.
Uit Weenen wordtberichtdatMakart
aan een groot doek bezig is; het stelt Diana en
tal van nimfen in het woud voor, die een hert
vervolgen.
Sarah Bernhardt heeft haar ontslag
ingediend als sociétaire van de „Comédie fran-
caise", omdat de directeur, de heer Perrin, haar
een niet genoegzaam aantal repetities toestond voor
Augier's „Aventurière", waarin zij de hoofdrol
vervulde. De Parijsche critiek had haar tamelijk
ongunstig beoordeeld en een blad schreef dat haar
Donna Clorinde veel geleek op Virginie uit „l'As-
sommoir". „Dit is mijn eerste échec bij de „Co
médie frangaise", schrijft de verbolgen Sara„het
zal mijn laatste zijn. Wanneer gij deze ontvangt,
zal ik Parijs hebben verlaten."
Bij San-Francisco is eene buskruit-
fabriek in de lucht gevlogen, waarbij twaalf blanken
en vijftien Chineezen het leven verloren. De ont
ploffing geschiedde in de pakzaal, waar op dat
oogenblik 6000 pond kruit aanwezig was. De zes
gebouwen der fabriek zijn geheel vernield. Het
onheil wordt geweten aan onvoorzichtigheid bij
het inpakken van patronen.
Het dorp Vallières, in Opper-Savoye,
is dezer dagen bijna geheel door brand vernield.
In minder dan een uur tijds stonden 39 huizen
in lichterlaaie. Meer dan 200 personen zijn zonder
dak en velen van alles beroofd.
Op een kerkhof bij Parijs leest men
op een grafsteen de volgende merkwaardige inscriptie:
„Hier rusten mevrouw Leblanc en haar schoon
zoon, de heer Lenoir. De dood alléén kon hen
vereenigen".
De Russische consul te Van, in
Turksch-Armenië, telegrapheert thans mede, dat
op verscheidene plaatsen aldaar, en vooral in de
dorpen, een vreeselijke hongersnood heerscht, waar
van reeds honderden menschen de slachtoffers zijn
geworden. Ook te Erzerum hebben zich reeds
eenige gevallen van hongerdood voorgedaan. Het
vervoer van granen en andere levensmiddelen
naar verafgelegen oorden moet, uit vrees voor
plundering, onder sterk militair geleide plaats hebben.
BUITENLAND.
frankrijk.
In den Senaat heeft de waarnemende voor
zitter gisteren een brief van den heer Martel
voorgelezen, waarbij deze om redenen van ge
zondheid zijn ontslag nam als president. De Senaat
heeft met algemeene stemmen zijn ontslag geweigerd.
De Kamer heeft de voor eene maand uitge
stelde interpellatie van den heer Godelle over de
Algerijnsche zaken tegen morgen, Donderdag, aan
de orde gesteld.
Duitschland.
De internationale visscherij-tentoonstelling te
Berlijn is gistervoormiddag, zooals reeds per tele
graaf gemeld is, door den kroonprins plechtig ge
opend. De plechtigheid werd bijgewoond door
prins Friedrich Karl, de meeste ministers, vele
hooge rijks-beambten, leden van den Bondsraad
en den Rijksdag, alle ambassadeurs en gezanten
en de leden van het corps-diplomatique. De mi
nister Lucius hield eene openingsrede, waarin hij
de vertegenwoordigers der verschillende natiën
hartelijk welkom heette en met een „Leve de
Keizer" besloot, dat door een „Leve de Kroonprins"
werd gevolgd. Daarop maakte men door de ten
toonstelling eene wandeling, die twee uren duurde.
In de Nederlandsche afdeeling hield de ptins zich
geruimen tijd op, sprak minzaam met alle aanwe
zigen en liet zich de afgevaardigden van Neder
land voorstellen. „Ik ken Holland wel", zeide de
prins, „vooral Vlissingen, en ik versta uwe taal
zeer goed, al kan ik ze niet spreken." Met het
oog op die laatste opmerking voerde de Neder
landsche gezant, de heer Rochussen, het gesprek
in het Fransch. Ieders aandacht trok het onmid
dellijk dat Nederland bijna in alle deelen van het
gebouw vertegenwoordigd is.
De zaal, die op de eerste verdieping voor de
Nederlandsche afdeeling bestemd was, bleek weldra
te klein te zijn; doch door den ijver en de acti
viteit der Nederlandsche vertegenwoordigers, is het
gelukt nog in de laatste dagen in de benedenzaal
een ander gedeelte voor Nederland beschikbaar te
krijgen en wel juist op die plaatsen, waar de
stroom der bezoekers het sterkst moet wezen.
Midden in de uitgestrekte ruimte der benedenzaal,
omringd door de Duitsche visscherij-artikelen, ziet
men de rood, wit en blauwe vlag der Nederlan
ders, die tot versiering der muren is gebruikt en
tevens dient om de verschillende afdeelingen van
elkander te scheiden, waarin de vischgereedschappen
die in den Indischen Archipel gebruikt worden, ten
toon gesteld zijn.