Maandag 1 Maart.
A'.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Mijnheer de Redacteur,
b. de beginselen der handelswetenschappen, om
vattende het handelsrecht, de haudelsgeographie enz.
eene akte van bekwaamheid heeft verkregen.
Wil men dus het onderwijs „in de staathuis
houdkunde, in de statistiek, in de gronden van
de gemeente-, provinciale en staatsinrichting
van Nederland en in het handelsrecht" aan „één
Mijnheer de Redacteur,
N". 6152.
1EIDS0H
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maasden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommer»r.-.0.05.
FRÏJ8 DER ADVERTENTIES:
Vtt 1—K regel»kvrnt v* f 1.05.
nvv»»i v*
!eé«re rejel meer. «vtvaaai
G too tere letters naar plaatsruimte.
0.17$.
:e T71T TE Dl TL. A. IV I>.
Frankryk.
Een Russisch hoofd-ambteuaar is te Parijs aan
gekomen met nieuwe bewijsstukken in de zaak van
Hartmann. Deze stukken zijn in handen gesteld van
graaf Orlofl'.
Groot-Britannië.
Aau het comité der Engelsche suikerraffinadeur
gaf lord Salisbury te kennen dat noch de regee
ring van België, noch die van Holland geneigd
zijn stappen te doen om de onderhandelingen over
de suikerquaestie te hervatten.
Oostenr.-Hoag. MonarcMe.
De kroonprins is naar Munchen vertrokken en
zou van daar, waarschijnlijk in gezelschap van
zijn zwager, prins Leopold van Beieren, naar
Brussel vertrekken. Na een verblijf van twee
dagen in de Belgische hoofdstad zou de kroonprins
over Nederland naar Ierland gaan en van daar met
zijne moeder, de keizerin, vóór Paschen over Parijs
naar Weenen terugkeerea.
In het Lagerhuis sprak gisteren de minis
ter van financiën, graaf Szapary, een opmerkelijke
rede uit, waarin hij opkwam tegen de beweerde
hardheid in het innen der belastingen, en aan
toonde dat de vermindering van de legeruitgaven,
waarvoor de regeering zich beijverde, reeds ge
deeltelijk was gelukt, dat de financiëele toestand
metterdaad verbeterde en dat de in 1875 inge
slagen richting van de meest mogelijke beperking
van uitgaven zonder verlamming van den dienst,
en van de verhooging der inkomsten zonder
afbreuk te doen aan de belastbaarheid der bevol
king, verder moest worden gevolgd. Ten slotte
wenschte de minister dat men de groote politieke
quaesties zou laten rusten voor nuttiger werkzaam
heden.
Rusland.
Bij de voorlezing van zijn doodvonnis was
Mladetzky zeer kalm; hij glimlachte. Omtrent de
executie wordt in particuliere berichten het vol
gende gemeld De misdadiger verliet 's morgens
om tien uren zijne gevangenis, in het zwart ge
kleed en met een zwarten kap op het hoofd,
terwijl op de borst een witte kaart gehecht was,
waarop geschreven stondstaatsmisdadiger. Hij
werd op een zwarten wagen vastgebonden, met
den rag naar het paard gekeerd, omgeven door
een aantal gendarmes en door twee eskadrons
kozakken, die de lansen omlaag hielden, en zoo
door de stad gevoerd. Op den tocht, die omstreeks
drie kwartier duurde voordat hij op het Semeo-
noflski-plein aankwam, wendde hij telkens, min
achtend lachend, het hoofd naar rechts en links,
en op het plein staarde hij kalm de daar ver-
eenigde menigte aan. Op het Semeonoffski-plein
was een galg opgericht, omringd door een carré
van infanteristen. Mladetzky werd aan de galg
vastgebonden. Toen de priester hem naderde,
weigerde hij eerst diens bijstand, maar daarna
kuste hij het opgeheven kruis. Vervolgens werd
hem een witte zak over het hoofd geworpen, en
te 11 uren 15 minuten werd hij opgehangen.
Onmiddellijk na afloop van de terechtstelling
werden, onder de menigte op het plein, zeven
personen door de politie in hechtenis genomen,
waarschijnlijk studenten.
INGEZONDEN.
Dezer dagen vernam ik met verwondering uit
een der dagbladen dat tot leeraar in de staats
wetenschappen aan de H. B. School alhier tijdelijk
was benoemd de doctorandus G. Pekelharing.
Na voorop gesteld te hebben dat geen persoon
lijke consideratiën mij bij" dit schrijven hebben
geleid, zij het mij vergund aan hen, die tot deze
benoeming hebben medegewerkt, vooreerst de vol
gende vraag te richten
Is eene, zij het dan ook tijdelijke, benoeming
van eenen doctorandus tot leeraar in de staats
wetenschappen aan eene hoogere burgerschool met
vijfjarigen cursus gewettigd?
Mij komt eene ontkennende beantwoording dezer
vraag alleszins het meest juist voor.
In art. 93 toch van de wet op het hooger
onderwijs wordt alleen de be voegdheid van den
doctor, niet die van den doctorandus in
de staatswetenschap tot het geven van
middelbaar onderwijs geregeld. Den bedoel
den doctorandus wordt verder nergens, noch
in deze wet, noch in die op het middelbaar
onderwijs, deze bevoegdheid toegekend. En nu doet
het m. i. in casu niets ter zake, dat wij hier
slechts met eene tijdelijke benoeming te doen
hebben. Had de wetgever toch in zoodanig een
geval die bevoegdheid aan den meerbedoelden
doctorandus willen toekennen, welnu, hij had
dit uitdrukkelijk moeten bepalen. Dit nu echter
heeft hij niet gedaanergo is de, zij het ook
tijdelijk, benoemde doctorandus in de staatsweten
schap tot het geven van middelbaar-schoolonderwijs
niet bevoegd.
Dit voorgaande evenwel pro memoria. Van meer
gewicht beschouw ik de vraag:
Door wien zal voortaan aan de H. B. School
alhier onderwijs gegeven worden in het handels
recht? Behoort dit tot de bevoegdheid van den
doctor in de staatswetenschap of zal voortaan dit
onderwijsvak slechts door zijn afwezig zijn op het
programma der lessen van de II. B. School met
vijfjarigen cursus te Leiden schitteren
Dit laatste zoude m. i. niet alleen beneden de
waardigheid van eene academiestad, maar tevens
volgens de wet op het middelbaar onderwijs niet
geoorloofd wezen. Blijkens art. 17 p dezer wet
in verband met art. 75 dierzelfde wet toch wordt
er aan eene hoogere burgerschool met vijfjarigen
cursus onderwijs gegeven in de beginselen
der handelswetenschappen en zijn daar
onder die van het handelsrecht begrepen. Zie ook
art. 57 wet M. O.
Maar door wien nu zal dat onderwijs in
het handelsrecht gegeven worden?
Mijns inziens heeft ingevolge art. 93 van de
wet H. O. de doctor in de staatsweten
schap, zonder meer, hiertoe n iet de bevoegdheid.
Genoemd artikel toch is limitatief. Maar wie dan?
Hierop antwoord ik:
„Slechts hij, die volgens art. 75 wet M. O.
tot het geven van schoolonderwijs in de handels
wetenschappen ten gevolge van een examen in:
a. het boekhouden.
en denzelfden leeraar" opdragen, dan moet deze,
met het oog op de thans heerschende wetgeving,
noodwendig zijn
„Of doctor in de staatswetenschap in bezit van
eene akte van bekwaamheid tot het geven van
schoolonderwijs in de handelswetenschappen (zie
art. 75 wet M. O. en art. 93 wet H. O.) „of
iemand in het bezit van akten van bekwaamheid
tot het geven van schoolonderwijs zoowel in de
handelswetenschappen als in de staathuishoudkunde,
(zie art. 75, art. 74 2de lid, art. 27 e, art. 17
g. h., wet M. O)"
Heeft derhalve de nieuwbenoemde leeraar in de
staatswetenschappen aan de H. B. School alhier
de akte bij art. 75 wet M. O. bedoeld niet ver
kregen, en verkrijgt hij deze nu zelfs niet, dan
ontbreekt hem de bevoegdheid middelbaar onder
wijs in het handelsrecht te geven. Men zal alsdan
of voor dat onderwijs eenen nieuwen leeraar in
het bezit van de door art. 75 wet M. O. gevor
derde akte moeten benoemen, of men zal er den
leeraar in de handelswetenschappen mede kunnen
belasten. Voor zooverre mij bekènd, waren tot
dusverre de leeraren in de staatswetenschappen
aan de H. B. School alhier niet in het bezit van
eene akte van bekwaamheid tot het geven van
schoolonderwijs in de handelswetenschappen en
was hun toch het onderwijs in het handelsrecht
opgedragen.
Dit feit nu, Mijnheer de Redacteur, was de aan
leiding tot het schrijven van bovenstaande regelen,
met welker opname u ten zeerste zult verplichten
Mr. P. J. M. L. Scheebes.
Leiden, 5 Maart 188Ü.
Mag ik u beleefdelijk verzoeken in uw blad van
heden, als rectificatie van een vroeger opgenomen
bericht, wel te willen vermelden, dat niet de heer
Van der Velden Erdbrink, doch de heer A. Van Eek
aftreedt als lid van het bestuur van Eigen Hulp.
Met de meeste hoogachting
J. C. Jansen,
Secretaris van bovengenoemde Vereeniging.
M arktberichten.
Leidon, 6 Maart. Ter markt werden heden aangevoerd
Wintertarwe 14 hectoliter 11.50 a 12.50. Zomertarwe
14 hectol. ƒ10.a 10.50. Winterrogge 16 hectol./7.25
a 7-75. Zomerrogge 16 hectol. 6.75 a ƒ7 -Zomer-
gerat 12 hectol. 5.60 a 6.Chevalier-gerat 12 hectol. 7.25
a 7.75. Zware Haver 14 hectol. 4.75 a 5.25.
Lichte Haver 14 hectol. 4.a 4.25. Duivenboonen 9
hectol. 8.75 a 9.25. Paardenboonen 10 bectol. 7.50 a
ƒ8.-.
Graaboter 3240 kilogr., late qnalit. 1/t vat 84.a 88.
Schei- 2de qaalit. 1/4 vat 76.a 80.Graaboter late
qnalit. per kilogr. 2.10 a 2.20., Schei- 2de qnalit. per kilogr.
1.90 a ƒ2.—.
Schiedam, 5 Maart. Moutwijn ƒ12.25 Jenever ƒ17.75.
Amat. proef 19.Spoeling per ketel 2.10; door de
Schiedamache spoeling-commisaie werd ze voor 2.10 per ketel
verkocht.
Zwolle, 5 Maart. Op de heden alhier gebonden weekmarkt
waren de prijzen ala volgt: Granen. Tarwe 10.a 10.25,
Rogge f 7-a 7.25, Boekweit 7.aƒ 7 25, Gerat 6.
a ƒ6.50, Paardenboonen 8.a 8.50, Aardappelen ƒ3.
a 4.75, alles per heet. Boter per KG. ƒ1.60 a /'1.70,perV8vat;''28
a 41.50. Eieren 3 a 3.30 per 100 stuks. Tee. Aan
gevoerd op de markt 479 en op de stallen 280 stuks. De han
del waa heden vlugger, vet vee duurder. Men besteedde voor
neurende en verach gekalfde koeien 120 a 275, dito Schot
ten of Vaarzen 100 a 210; guste koeien voor de vetweid©
90 a 160, dito Vaarzen ƒ80 a 140, zomer kalvende
Koeien 110 a 155; Ossen voor de bak 75 a 165, Pok-
kalveren 28 a 34, nuchtere Kalveren 5.a ƒ8.vette
Koeien en Oasen per KG. 72 a 78 c., dito Stieren 54 a 60 c.,
dito Kalveren 80 a 90 c., dito Schapen 60 a 66 c., Lammeren
per stuk 12 a 16. Varkens: op 25 wagens aangevoerd 125
Biggen; 6 w. golden 6 aƒ 8.50,10 w. 8.a^l.prach
tige J 38 a 55, magere dito 15 a 35. Vette levende dita
per KG. 55 a 60 c., dito voor Londen 41 a 43 c.