N\ 6144. Vrijdag 127 Februari. A'. 1886. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering Tan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. LEIDSOH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 monden.1.10. Franco per poet.1.40. Aüonderlijie NoiwneriB 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Vm 1—0 regvb. Ieder* rejel me«r Grooter* letten dut ptulsmimte. 1.05. 0.17*. LEIDEN, 36 Februari. Heden is aan de hoogeschool alhier de heer G. H. Puhri Snethlage, geb. te Overschie, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met acade misch proefschrift, get.: „De uitoefening van de oppervoogdij van den Staat door den kantonrechter." Het ten vorigen jare te Katwijk opgerichte departement van het „Nut" is weder ontbonden. Het saldo der in kas zijnde gelden zal aan de commissie voor het monument van Leidens ontzet worden gezonden. Op de laatste vergadering werd nog besloten tot het doen circuleeren eener lijst van adhaesie aan het adres tegen het misbruik van sterken drank. Uit N°. 3 der „Berichten en mededeelingen" der Vereeniging voor lijkverbranding blijkt dat het ledental o. a. in 1878 belangrijk was afgenomen. Op 1 Jan. 1879 bedroeg het batig saldo/1195. Afdeelingen zijn gevestigd te Rotterdam, Nijmegen, Dordrecht, Den Haag, Schiedam, Zntfen, Leiden, Delft, Amsterdam, Zaandam en Haarlem. De alge- meene vergadering zal dit jaar te Nijmegen gehouden worden. Het hoofdbestuur is samengesteld als volgt dr. J. Rutgers, W. C. A. Staring, dr. M. B. A. G. Campbell, dr. L. J. Egeliug, J. J. Perk, prof. A. P. N. Pranchimont, dr. S. Hoogewerff, prof. D. Huizinga, dr. P. J. Dupont, J. Hooykaas Herder schee, dr. D. De Loos, A. J. C. J. S. Bergsma en mr. W. A. Bergsma. Naar „De Kunstbode" mededeelt, heeft de regeering eene kapitale schilderij van Gabriël Metsu aangekocht. Van het stuk wordt gezegd dat het een der beste kunstwerken is van den beroemden meester en uitmunt door een bijzonder gaven toe stand. Het schilderij is in een der bovenzalen van het Trippenhuis te Amsterdam tentoongesteld. De Koningin heeft gistermiddag aan enkele aanzienlijke dames der residentie receptie verleend. De netto opbrengst van de te 's-Graven- hage gehouden fancy-fair door de vereeniging het Nederlandsch Tooneel, ten behoeve der watersnood lijdenden, is ongeveer 1000. De geneeskundige commissie te Amsterdam heeft tot arts bevorderd den heer H. Boom, med. doctorandus, en G. Heilbron. Het getuigschrift voor het eerste gedeelte werd uitgereikt aan den heer Th. Rinsema, doctorandus. In de gistermiddag te Rotterdam gehouden vergadering van belangstellenden in de Hoog- duitsche opera aldaar werd medegedeeld dat reeds voor f 54,000 aan coupons geplaatst was. Nog veertien dagen zal worden voortgegaan om het ontbrekende bijeen te krijgen. Omtrent het optreden van Multatuli te Yeendam meldt de N. Gr. Crt. het volgende: Spreker leverde Vrijdag-avond in het hotel „De Leeuw" eene causerie, vooral over zich zeiven, zijn blik op het leven der menschen, zijne levens geschiedenis, zijn streven en werken, de mis kenning ondervonden, de profetieën over Indië, o. a. dat hij reeds lang een oorlog met Atjeh had voorspeld, enz. In de pauze verwijderde Mul tatuli zich, en de heeren staken een sigaar aan, liepen eens door de zaal om dezen en genen aan te spreken, wat men in de pauze hier altijd doet. Na eenigen tijd verschijnt M., en nauwelijks binnen de deur ontvloeien den bitter gegriefden de woorden„Ik spreek niet weer dezen avond, de entrée kan bij de deur teruggevraagd worden, het schijnt hier wel een café-chantant, een kroeg te zijn", enz. De groote man verdwijnt. Tableau Eindelijk gaat een zeer goed vriend de zaal ver laten, om den beleedigden spreker te bewegen toch een vervolg te leverendaar treedt eindelijk het „Geduld" (dit is volgens M. hetzelfde als genie, geest, verstand) weer op, en zegt: „Meent niet dat iemand, die kogels heeft getrotseerd, last zou hebben van rook; bij eene vroegere ge legenheid heb ik immers verzocht dat de heeflo zelfs gedurende mijn spreken rookten, indien de dames er niet legen waren; neen ook dat gejoel, die drukte prikkelden mij niet zoozeer, maar ik beschouw een en ander als minachting tegenover mij, als te weinig waardeering; ik ben geen zanger of acrobaat, ik, die met de heiligste en in nigste overtuiging spreek over" enz. Toen M. even aan het woord was, stonden verscheidene heeren en dames op en verlieten de zaal. De afdeeling natuurkunde der koninklijke academie van wetenschappen zal Zaterdag e. k., 's middags te twaalf uren, eene vergadering hou den in het Trippenhuis te Amsterdam. Onderwer pen van behandeling zijnlevensbericht van wijlen het lid der academie J. A. Boogaard door den heer Zaaier en bijdrage van den heer Engelman over den bouw der zenuwvezels. Het stoomschip „Koningin Emma", van Batavia naar Amsterdam, is gisteren Suez gepas seerd; het heeft de „Prins van Oranje" gepraaid in de Roode Zee bij de „Brothers." De minister van oorlog maakt bekend dat met 1 September a. s. aan de kon. militaire academie te Breda een leeraar in de wiskunde en het lijn- teekenen kan geplaatst worden, op een traktement van f 2000 's jaars dat tot 2800 kan worden verhoogd. Adspiranten naar die betrekking moeten zich, onder overlegging van de noodige stukken, vóór ultimo Maart tot den gouverneur der academie vervoegen. Het Staatsblad N°. 23 bevat de statuten der Vereeniging tot bevordering van lager Chris telijk schoolonderwijs te Nieuwveen. Z. M. heeft benoemd tot vice-president der arr.-rechtb. te 's-Hertogenbosch jhr. mr. P. X. Yerheyen, thans rechter in die rechtbank; den kap. luit. ter zee W. J. Adams, ter zake van in en door den dienst ontstane lichaamsgebreken, op pens. gesteldbevorderd tot kap. luit. ter zee den luit. ter zee 1ste kl. J. H. Commijs, en tot luit. ter zee 1ste kl. den luit. ter zee 2de kl. W. G. Van Nesbenoemd tot comm. der posterijen 4de kl. H. B. Nieuwenhnis en A. G. Boekwijt, thans surnumerairs. Marguerithe Grau.tier. Het door velen na de Zondag-voorstelling uit gedrukt verlangen om het gezelschap van het Nederlandsch Tooneel hier ook, zij het dan slechts een enkele maal, in de week te zien optreden, is beantwoord geworden. Het wederantwoord was een flink bezette schouwburgzaal; vooral wat de drie eerste rangen betreftmet de galerij was dit, opmerkelijk, minder het geval. En of nn ook allen na de voorstelling van „Marguerithe Gautier" voldaan huiswaarts keerden? Wij meenen dit te moeten betwijfelen. Het oordeel zal ditmaal zelfs zeer verschillend zijn. Dumas' „Ba dame aux camélias" moge een getrouwe afspiegeling zijn van het leven der Parijsche demi-monde, velen hier te lande hebben juist daarom overwegende be zwaren om het ook op ons tooneel aanschouwelijk voor te stellen. Bovendien heeft men reeds zoo veel gevallen vrouwen te zien gehad. Dit laatste is waar; maar heeft dit ook betrekking op het gisteravond opgevoerde. Men oordeele zelf. Men heeft hier te doen met eene vrouw die zich wil redden nog vóór zij geheel gevallen is. Betrek kelijk heeft het zelfs eene goede strekking. Mar guerithe is jong, schoon, verleidelijk, en heeft zooveel adellijke „aanbidders" als zij maar hebben wil. Zij speelt met hunne „liefde" grof spel. Dit heeft reeds langen tijd geduurd. Op een soiróe evenwel ontvangt zij een indruk, die haar vreemd voor komt, waaraan zij geen naam weet te geven. Onder de aanwezigen bevindt zich Armand Duval. Ook hij is niet op zijn gemak en het blijkt wel dra, als al de anderen uit het salon vertrokken zijn, dat beiden zich tot elkander getrokken ge voelen. Het komt tot eene verklaring met beloften zijnerzijds van eeuwigdurende liefde. Maar zal zij, om die te beantwoorden, met hare vroegere ge woonten kunnen breken Ziedaar een punt, dat hen nog steeds niettegenstaande hunne be loften van elkander houdt, dat hèm vooral nog steeds tegenover haar achterdocht doet koesteren. De wijze echter waarop zij over hem spreekt met Prudence, ook al eene van de Parijsche „schoone sekse", geeft de overtuiging dat zij eene gene genheid voor hem koestert, geheel verschillend van die voor hen, om wier goud en partijen het haar was te doen. In vergelijking met hen was Armand arm; maar hij had „een helderen, ver- standigen kop". Treffend was het toen zij, in een volgende samen komst met hem, zich hare kindsheid voor den geest terugriep met de zoo schoone en reine voorspiege lingen in vergelijking met de onzalige rol die zij tot nog toe vervulde, niet om eigen, maar der mannen ijdelheid te streelen, om later door hen met voeten getrapt te worden. Roerend was dit tooneelter wille harer liefde voor hem zou zij hare goederen verkoopen, hare schulden betalen, op eenvoudige en stille wijze gaan leven. Het ver bond der oprechte liefde wordt geslotenen Armand is er zelfs getuige van dat zij met haar vroeger leven breekt door den een of anderen graaf of baron, die bij haar weder wordt aangediend, door hare be diende de deur te wijzen. Tweemalen werden mej. Jos. De Groot en de heer Louis Bonwmeesterna dit bedrijf teruggeroepen, terwijl zij een bouquet ontving. In het daaropvolgende beginnen zich de hinder palen reeds te vertoonen. Armands vader (de heer Van Schoonhoven) is tegen de verbinte nis. Zijn zoon ruïneert zich voor een wezen dat aller minachting verdient. Weldra komt hij echter door Marguerithes verklaringen en bewijzen tot de overtuiging dat hij zich vergist. Hij heeft hier een wezen voor zich, dat inderdaad nog oprechte liefde voor zijn zoon heeft opgevat en met de schoonste bedoelingen is bezield, Toch blijft de verbintenis onmogelijk. Hij stelt haar de werke lijkheid der wereld en van het leven voor oogen. Hij heeft ook eene dochter die op het punt staat een goed en gelukkig huwelijk te doen. Hun geluk staat op het spel, want blijft zijn zoon Armand met haar betrekking honden, dan wil de familie van zijn aanstaanden schoonzoon van dat huwelijk niets weten. In naam harer liefde voor Armand smeekt Duval Sr. er Marguerithe zelfs om van zijn zoon af te zien. Haar verleden zal steeds als een smet op haar blijven kleven. Hevig is de strijd die er nu door haar wordt gestreden. Eindelijk overwint zij. De zoo schoone en zalige toekomst, die zij gedroomd had, was opnieuw vervlogen. Er bestond geen geluk voor haar. Zij zal zelfs Ar mand verlaten en hem nimmer wederzien. Maar het zon haar het laven kostenIn een voor Ar-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1