N°. 6121. Zaterdag 31 JanuarL A0. 1886. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Eene belangrijke statistiek. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per post1.40. Afzondertpe Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1—8 regel* Iedere regel meer Grootere letten naar plaatsruimte. 1.05. 0.17$. Zij, die nog het nut der statistiek mochten betwijfelen, zouden wellicht van die onjuiste meeniug worden genezen, indieu hunne aandacht werd geves tigd op een staat, die ous dezer dagen in handen kwam, betredende den toestand der spaarbank van het departement 's-Gravenhage der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen gedurende het gansche tijd perk van haar bestaan, en wel van het jaar 1818 tot op heden. Hoe dor en weinig aantrekkelijk al die kolommen met cijfers, op verzoek van den penningmeester door den boekhouder der bank in Januari van dit jaar opgemaakt, er bij een oppervlakkige beschou wing ook mogen uitzien, bij een nader onderzoek blijkt al zeer spoedig dat er heel wat uit valt te leeren. Gaat meu de kolom ua, waarin de verschillende sommen van inbreng jaar voor jaar zijn vermeld, dan merkt men aanvankelijk eene aanhoudende stijging op, zoodat de inbreng, die in 1818 be droeg f 2640 met 67 inleggers, op het einde van het boekjaar in 1828 f 87,722 beliep met 1165 inleggers. Het volgende jaar deed zich eenige daling voor, die in 1830 zoo aanzienlijk toenam, dat de respectieve cijfers nog slechts f 37,694 en 1007 bedroegen, terwijl eindelijk in 1831 het schrikbarend kleine sommetje van 1446 werd ontvangen. Wie niet reeds terstond bij het noemen van het jaar 1830 de reden van die vermindering mocht bevroeden, kan haar vermeld vinden in de kolom der „toelichtingen", waar wij lezenBelgische revolutie 24 Augustus 1830. Dat eene omwenteling in den boezem van ons eigen vaderland zulk een ongunstigen invloed uit oefende op het vermogen en den zin om te sparen bij de volksklasse laat zich trouwens begrijpen. Doch de staat der Haagsche spaarbank leert nog meer, leert dat elke oorlog of omwenteling zonder onderscheid, zelfs al had die op zeer grooten af stand in Europa plaats, dezelfde nadeelige uit werking had. Volgen wij ten bewijze daarvan wederom de twee genoemde kolommen, die der ontvangen inleggelden en die der toelichtingen, dan vinden wij in het jaar 1848, dat der Eransche revolutie, de inbrengsom van f 51,368 in 1847 eensklaps verminderd tot f 13,337 en in 1849 tot f 8317, om daarna allengs weder te klimmen tot 1854, het jaar van den Krim-oorlog, toen de inleggelden van f 33,472 tot f 19,981 daalden. Dezelfde nadeelige invloed valt waar te nemen in de jaren van de oorlogen tusschen Duitschland en Oostenrijk en Denemarken, tusschen Pruisen en Oostenrijk, tusschen Duitschand en Frankrijk. Het spreekt vanzelf, dat in al die jaren het rentebedrag aanmerkelijk uiteenliep, zoodat het zelfs ligt tusschen 5 en 1 '/2 pet., wat natuurlijk evenmin zonder uitwerking bleef op het bedrag der inleggelden; doch opmerking verdient het, dat ook bij een constante rente van 3 pet., gelijk sedert het jaar 1853 zonder uitzondering werd uitgekeerd, niettemin de vier laatstgenoemde oor logen eene daling van het cijfer der inleggelden teweegbrachten. Dit feit, dat ten duidelijkste uit meergemeld staatje blijkt, getuigt ten stelligste van den noodlottigen invloed, dien elke oorlog onder overigens gelijke omstandigheden op de wel vaart en het vertrouwen ook der lagere volks klassen uitoefent. Het springt in het oog van hoe groot belaDg het zon zijn, dat omtrent den loop der zaken ook van andere spaarbanken dergelijke staten werden opgemaakt. Daaruit zon men hoogst waarschijnlijk zien dat ook op andere plaatsen zich dezelfde in vloeden deden gelden en uit dié bevinding zou men tot een meer algemeene gevolgtrekking kunnen gerakenja, men mag reeds vooraf aannemen dat in de gemeenten, waar handel en nijverheid meer op den voorgrond treden dan dat in de residentie het geval is, ook de verderfelijke oorlog met al zijne nadeelen zich in nog veel sterker mate deed gevoelen. Vooral in de laatste jaren steeg het bedrag der inleggelden tot een ongekende hoogte, zoodat het van f 98,083 in 1873 tot f 415,874 in 1879 klom. Het geheim van die inderdaad hooge vlucht vindt men eveneens opgelost in de kolom der toelichtingenhet is nl. gelegen in een belangrijke vermeerdering van het aantal zittingdagen en der uren voor inbreng en terugbetaling, benevens in de bepaling dat de rente, die sedert 1874 om de twee maanden werd bijgeschreven, sinds 1878 ingaat op den dag, volgende op dien van inbreng, en ophoudt met den dag vóór dien der uitbetaling. Uit het belangrijke staatje der Haagsche spaar bank blijkt dus ten duidelijkste dat jaren van vrede met menigvuldige gelegenheid tot inbreng en gemakkelijke termijnen van renteberekening de onmisbare voorwaarden zijn voor den bloei onzer spaarbanken. LEIDEN, 30 Januari. De Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier heeft tot haren voorzitter en diens plaatsvervan ger herbenoemd de heeren mr. P. Du Rieu en J. I. Van Wensen. Men leest in de „Indische Gids"Het is niet te hopen, en het is niet te wachten ook, dat de generaal Van der Heyden zelf thans reeds zijn taak in Atjeh als geëindigd beschouwt. Vrede moge er zijn, die vrede is nog van te korten duur, dan dat de regeering geen onverantwoordelijke daad zou begaan, indien zij thans reeds het militair door een civiel bestuur, generaal Van der Heyden door den resident Pruys Van der Hoeven verving. Men make zich geen illusiënMaar is de vredes toestand eenmaal geconsolideerd, dan zal generaal Van der Heyden waarschijnlijk zelf hegeeren, af gelost te worden en rust te genieten in Nederland. Welnu, men bouwe op een door den generaal te kiezen plaats hier te lande een woning; men richte die zoodanig in, dat zij alles in zich vereenigt wat de hand van een vreemde bijbrengen kan om een huis tot een vriendelijk en aangenaam tehuis te makenmen biede die woning den generaal aan, om daarin na het verlaten van den dienst te midden van het Nederlandsche volk zijne verdere levensjaren te slijten, en een steen in den gevel vermelde den oorsprong en de bestemming van die stichting, ter gedachtenis van tijdgenoot en nakomeling. Dan is het praktische toch zeker aan de poëzie gepaard, en de woning, waarin de generaal rust vindt na strijd, zal tevens een monument zijn van Neêrlands dankbaarheid en sympathie. Het. volk had dan voor het beden en voor de toekomst gezorgd. En hetgeen er daórna nog te doen of te wenschen was, zou men gevoeglijk kunnen overlaten aan den Koning, die dezer dagen door de benoeming tot luitenant- generaal den heer Van der Heyden andermaal een zeer vereerend blijk van appreciatie schonk, en aan de geschiedenis. Tot predikant te Aalsmeer is beroepen ds. J. J. Van der Lip te Wijk-bij-Dunrstede. Het kleine getal der nog in leven zijnde oud-strijders is weder met één verminderd. Te 's-Gravenzande toch is in den ouderdom van 84 jaren overleden de heer W. G. E. Steinmetz, die in 1815 deel nam aan den slag bij Waterloo. Van goed ingelichte zijde kan het Vad. thans mededeelen omtrent de van half Juli tot en met September, a. s. in Den Haag te houden tentoon stelling van voorwerpen, betrekking hebbende op het vorstelijk stamhuis Oranje-Nassau, dat daaraan ook de wapen-, geslacht- en zegelkunde is toe gevoegd. De Koning heeft welwillend het bescherm heerschap over deze tentoonstelling aanvaard en tevens de Gothische zaal daarvoor beschikbaar ge steld, na afloop der verloting, die voor de waters noodlijdenden aldaar georganiseerd zal worden. De memorie van beantwoording van den heer Van Kerkwijk op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over zijn wetsontwerp omtrent de benoe ming van burgemeesters is verschenen. Ze is zeer uitvoerig en beslaat vijftien pagina's druks. De voor steller heeft zich door de vele bedenkingen, waarbij naar zijne meening in veelheid gezocht is wat aan gehalte te kort kwam, niet laten afschrikken, maar handhaaft zijn ontwerp, behoudens art. 2. Hij verdedigt de opportuniteit, al ware het slechts op dat de behandeling er van licht moge verspreiden voor eene herziening van de gemeentewet of grond wet. Hij bestrijdt de bewering der meerderheid dat het strijdig is met de voortgaande ontwikkeling der beginselen van 1848 om aan den gemeente raad meer invloed te geven op de benoeming van den burgemeester. Men schrijft uit GroningenOnder de ver zoekschriften, welke de Staten-Generaal eerlang zullen ontvangen ter beteugeling van het misbruik van sterken drank, zal er ook één voorkomen, welks bijzondere beteekenis niet is te miskennen. Op eene bestuursvergadering van het Provinciaal Groninger Werklieden-Verbond is met eenparigheid van stem men besloten het door „het Nut" op touw gezette volkspetitionuement te ondersteunen. Één zoodanig adres van werklieden zegt meer dan tien, door per sonen uit hoogeren stand ingediend. De gemeenteraad van Rotterdam heeft met algemeene stemmen besloten tot oprichting van een abattoir, echter met eene kleine wijziging in het ontwerp dat nl. de slachtplaats voor paarden zoover mogelijk verwijderd zal worden van de slachtplaats voor ziek en verdacht vee, welke beide slachtplaatsen op het plan, hoewel afgescheiden, onder één dak waren geplaatst. Woensdag vierde de heer L. Manders, pas toor te Raamsdonk, zijn vijftigjarig priesterschap. Na afloop der mis deed de jubilaris een tocht door de met eerepoorten versierde gemeente, ver gezeld van eene menigte koetsen en een eere- wacht van ongeveer veertig personen. De feest vierende pastoor heeft een gift van 500 doen uitdeelen onder de behoeftigen van allerlei gezindten. Naar de Amsterd. Crt. verneemt is de proef, op de Staatsspoorwegen genomen met de verwarming van de rijtuigen volgens het stelsel van den Belgischen ingenieur Belleroche, geheel mislukt, zoodat eene goede rijtuigverwarming nog steeds tot de onopgeloste vraagstukken blijft be- hooren. Intusschen hoopt men dat het gas, bestemd voor de verlichting, ook voor de verwarming goede diensten zal kunnen bewijzen. Reeds worden dien aangaande proeven in het buitenland genomen. Het stoomschip „Drente", van Rotterdam naar Batavia, is hedenmorgen vroeg uit Southamp ton vertrokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1