N*. 6116. Maandag 26 Januari. A'. 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nommer bestaat nit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Zij die zich met 1 Februari a. s. op het Leidsch Dagblad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nommers gratis. Van het kwartaal Dec., Jan. en Febr. wordt dan alleen de laatste maand, tegen 37 cents, in rekening gebracht. Wenschelijke voorzorg. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meera 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. 8TADS-BERICHTEN. NATIONALE MILITIE. Kennisgeving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op art. 26 der wet van den 19den Augustus 1861, be trekkelijk de nationale militie (Staatsblad n°. 72); Doen te weten: dat het register van inschrijving en de alphabetische naamlijst der in 1879 voor de nationale militie ingeschrevenen van den 22sten tot en met Sisten Januari e. k. ter gemeente-secretarie voor elk ter lezing worden nedergelegd; dat bezwaar tegen register eu lijst, binnen den tijd der neder- legging, kan worden ingebracht aan den Commissaris des Konings in deze provincie, schriftelijk op ongezegeld papier bij den Burge meester in te leveren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leideu, V. b. BRANDBLER, Burgemeester. 21 Januari 1880. E. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER van Leiden, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad N*. 143), Brengt ter kennis van de ingezetenen dat gedurende de week van 18 tot en met 24 Januari zijn aangegeven als door rood vonk aangetast 4 personenals aan die ziekte overleden 1. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 24 Januari 1880. V. d. BRANDELER. Van den Nederlandschen werkman kan over bet algemeen niet worden gezegd dat hij zorge loos voortleeft van den eenen dag op den anderen. Daarvan zouden kunnen getuigen de periodieke uitgaven, die van het weekloon af moeten voor begrafenis- en ziekenfonds en soms nog meer, zoodat die bijdragen voor het hoofd van een eenigs- ziss talrijk gezin al spoedig een aardig sommetje bedragen. Die voorzorgen om in tijd van nood of zelfs van dood niet geheel hulpeloos te zijn, mogen zeker prijzenswaardig heeten, al valt het niet te ontkennen dat ook hier wel eens overdrijving is op te merkenwant daarvan mag men spreken, wanneer, gelijk enkele malen gebeurt, de werkman in tijd van ziekte uit verschillende fondsen per week nog eenige enkele guldens meer trekt dan zijn gewone weekloon bedraagt. Doch dat zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, waardoor niets wordt afgedongen op de waarheid, dat de werkman verstandig handelt door te zor gen dat hij in tijd van ziekte of anderen tegenspoed een appeltje voor den dorst heeft. Des te meer verwondering moet het daarom baren, dat hij op één enkel punt die wijze voor zorg vrij stelselmatig verzuimt, al wordt zoo nu en dan een enkele hunner op maar al te schade lijke wijze aan zijne nalatigheid herinnert. Slechts bij uitzondering toch waarborgt hij zich door het betalen eener uiterst kleine premie tegen mogelijk brandgevaar. De treurige ramp, die dezer dagen een onzer nijvere stadgenooten trof, leverde weder een tref fend bewijs van hetgeen wij daareven zeiden. Yan harte hopen wij dat de menschlievende pogingen, aangewend om den nijveren, knappen werkman, die bij den brand alles verloor wat hij en de zij- 'a- - -g«Ty; Ir'iV.'A'lP nen bezaten, krachtdadig tegemoet te komen, met een gunstigen uitslag bekroond zijn ge worden maar tevens vinden wij in het voorge vallene aanleiding om te wijzen op de onverant woordelijke zorgeloosheid, waaraan vooral de ge huwde werkman zich schuldig maakt door zich niet te verzekeren tegen brandgevaar, waarvoor ieder en ook hij blootstaat. Op de vraag of er een bepaalde reden voor dat verzuim bij den werkman in het algemeen is op te geven, ligt het antwoord voor de handhet struikelblok is gelegen in de wijze, waarop de assurantiepenningen en vooral waarop de kosten van de polis worden geïnd. De werkman ontvangt zijn loon, berekent zijne uitgaven, in een woord leeft bij de week; die termijn geldl bij hem voor de betaling der huurpenningen zoowel als voor het voldoen van de contiibutiën voor de verschil lende fondsen, waaraan hij deelneemt. Wat dus de laatstgenoemde uitgaven betreft, hij berekent die bij centen, en al groeien die centen ook tot dubbeltjes en zelfs tot kwartjes aan, hij voelt dat zoo niet. Maar de brandassurantie, ja, dat is wat anders. Die penningen moeten in eens worden voldaan voor het geheele jaar, en dat is voor den werkman altijd een belangrijke extra-uitgave, die zoo op eens van het loon van een enkele week moet worden afgenomenwant door wekelijksche bespa ring die penningen af te zonderen om ze bij elkaar te hebben als de premie moet worden be taald, och, dat is heel gemakkelijk gezegd, maar niet zoo licht gedaanals men het gespaarde zoo alle dagen in huis heeft, weet u, dan spreekt men het zoo licht aan als de nood aan den man komt, en dat gebeurt nogal eens. Maar wat nog het meest afschrikt, dat zijn die betrekkelijk hooge kosten voor de polis. Is men b. v. voor 1000 geassureerd en dat is voor een werkman al knapjes hoog tegen 1 per mille, dus één gulden premie, dan komt er stellen wij het maar eens laag nog een gulden bij voor de polis, dat is twee gulden samen, en dat voelt men wel degelijk op het loon van een enkele week. En dan, gelijk een werkman, met wien wij de zaak bespraken, er ten slotte als een soort van dooddoener bijvoegdebij „onsmenschen" komt zoo geen brand. De ondervinding leert, helaas 1 maar al te dik wijls het tegendeel, en daarom zou bet voor den werkman een ware weldaad zijn, indien er een solide braudwaarborgmaatschappij bestond, op zoo danige leest geschoeid dat de werkman er zich tegen brandschade kon verzekeren op dezelfde wijze als bij thans deelneemt aan een zieken- of begrafenisfonds, d. i. door wekelijksche betalingen, ook wat de polisgelden betreft. Wij houden ons overtuigd, dat alsdan de deel neming vrij algemeen zou zijn, vooral wanneer voor den werkman de gelegenheid werd openge steld zich te verzekeren voor lage sommen, b. t. met f 500 te beginnen; de waarde van den in boedel der meeste werklieden beloopt toch slechts een gering bedrag, al is het verlies daarvan door brand voor hem, zoo hij niet geholpen wordt, vol komen onherstelbaar. Door de oprichting van zulk een brandverzeke ringmaatschappij, op soliden grondslag werkende, met verzekering van geringe inboedels en weke lijksche afbetaling van premie en polisgelden, zou den werkman niet alleen een weldaad zijn bewezen, maar zulk een zaak zou voor de belanghebbenden, dank zij de ongetwijfeld belangrijke deelneming, tevens een goede gelegenheid tot solide geldbe legging opleveren, al zou natuurlijk het behalen van hooge winsten daarbij niet op den voorgrond mogen staan. l) Dit artikel wordt eerst thans geplaatst, omdat wij wildcm voorkomen dat het van invloed op de toegedachte giften zon zijn. LEIDEN, 24 Januari. Dat de ijverige pogingen van het bestuur van den Leidschen schouwburg om in dit seizoen, beter dan in de laatste jaren het geval was, in de behoefte aan opera-voorstellingen hier ter stede te voorzien, zeer gewaardeerd worden, daarvan kon gisteravond, bij de voorstelling van „Mignon", de stampvolle schouwburgzaal weer getuigen, 't Was dan ook trouwens de moeite wel waard. Mignon is een lief toonwerk en de uitvoering was blijk baar in goede handen. Vooral Mm. LavilleEerminent (Mignon) oogstte welverdiende lauweren. Ook Mme Fronty (Philine) had zeer gelukkige oogenblikken. Beide dames werden met een bouquet vereerd. Yan de heeren mogen naast Lhérie (Wilhelm Meister), vooral De Beer (Laërtes) en Eronty (Lotharia) worden genoemd. Wij lezen in de N. R. Crt.Woensdag 28 Januari aanstaande zullen te Leiden de leden en adviseerende leden der Zendings-commissie van de Christ. Gereformeerde Kerk in Nederland bij eenkomen om in overweging te nemen de belangen der Zending, in verband met de aanvaarding, door den Zendingsdirecteur J. H. Donner, der benoe ming tot lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal. Van deze zaak beeft de heer Donner het aannemen van de benoeming afhankelijk gemaakt. De Koning en de Koningin hebben als ge schenken voor de onder hunne bescherming te houden algemeene verloting ten behoeve der nood lijdenden door den jongsten watersnood, eenige prachtige voorwerpen ingezonden, en wel een tafel middelstuk (verguld met kristal), een bijouterie kistje, een verguld bronzen coupe, twee marmeren sigarenstandaards en een van gepolijst koper. Onder de verdere inzendingen verdienen vermel ding die van de heeren J. Bruyn van Holy, L. Slot en Zonen, W. Minnigh en A. G. De Visser, allen in Den Haag. Door freule Suermondt van Bosch-lust is toegezegd een kostbare stoel, waarvan het borduurwerk door haar zelve werd vervaardigd. Voorts mag nog als eene bijzonderheid worden vermeld dat door den heer J. Cahen aldaar als prijs zal worden afgestaan een schilderij, welke reeds een prijs uitmaakte in de verloting van 1861, bevattende een hulde, ook door allegorische voorstelling, aan hen, die in genoemd jaar op zoo onbekrompen wijze aan de noodlijdenden door den watersnood van die dagen hulp verleenden. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 6590 volwas sen personen en van 616 kinderen. Door den heer W. Hoog te Noord wijkerhout is aan het rijk ten geschenke aangeboden een schilderij, voorstellende C. De Witt, door de Faam gekroond, en met de rivier van Rochester in het verschiet. Dit stuk is eene reductie naar het groote doek, dat in 1672 te Dordrecht vernield werd. In de gemeente Koudekerk zijn gedurende het afgeloopen jaar overleden 38 personen en leven loos aangegeven 1geboren 56, waaronder één tweeling. Er zijn 8 huwelijken gesloten, terwijl het aantal zielen 1367 bedraagt. In de jongste vergadering der Pomologische Vereeniging te Boskoop werd rekening gedaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1