Woensdag 21 Januari.
N°. 6112.
A0. 1880.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maan dei,1.10.
Franco per post..aa 1.40.
Afzonderiyke Hommers0.05.
PRIJS DER AD VERTE NTIEN
Vu 1—regeb1.05.
Iedere regel meera 0.17$.
Greotere letten naar plaatsruimte.
Gemengd Nieuws.
Uit Wesel werden onlangs gendarmes
naar Bingenberg ontboden, om eene bende smok
kelaars op te sporen. De personen heeft men niet
in handen gekregen, maar hunne namen zijn be
kend en daaruit blijkt dat het Nederlanders zijn.
Een paar kooplieden hadden tabak van hen ge
kocht voor 80 a 40 penningen per pond, en wel
tabak die in den handel ruim 1 mark kost.
Te St.-Oedenrode zijn twee knapen,
een van veertien en een van elf jaren, zonen eener
arme weduwe, door het ijs gezakt en verdronken.
Te Antwerpen zijn aan boord van het
stoomschip „Baron Osy" proeven genomen met
een nieuw model vuurpijlen, welke voor in nood
verkeerende schepen moeten dienen. De toestel
wordt als hoogst eenvoudig beschreven; bij het
opgaan van den pijl heeft eene ontploffing plaats,
terwijl ter hoogte van omstreeks 800 voet de pijl
uiteenbarst en een zwerm schitterende sterren uit
stort, welke de zee op een omtrek van een mijl
verlichten. Deze uitbarsting gaat met een knal
vergezeld, zoo sterk als het schot van een 7 cm.-
kanon. De toestel is vervaardigd door de „Cotton
Powder Company" te Eaversham en voldeed naar
men meldt uitstekend.
In een klein stadje aan dePruisisch-
Bussiscke grenzen werden dezer dagen in een
kelder eenige herstellingen gedaan. Toen men de
spade in den grond had gestoken, was men niet
weinig verwonderd beenderen te vinden. Later
haalde men de geraamten van drie jongelieden te
voorschijn. Na ijverig zoeken vond men nog
eenige overblijfselen van eene militaire toerusting.
Een en ander leidt thans tot het vermoeden, dat
in den kelder op geheimzinnige wijze Poolsche
opstandelingen een vroegtijdig graf vonden. Beeds
in 1863 waren allerlei geruchten omtrent den
toenmaligen bezitter van het huis in omloop.
Later week deze naar de binnenlanden van Bus-
land en misschien behoort hij niet meer tot de
levenden. Het schijnt dat de toedracht der
zaak als volgt kan worden aangenomenIn het
jaar 1863 namen drie Poolsche opstandelingen,
zonen van rijke edellieden, op de vlucht naar
Pruisen, hun intrek in meergenoemd huisje. De
buren zagen dit wel, doch hadden te veel mede
lijden met hen om het geheim te verraden. Nie
mand heeft hen echter het huis zien verlaten.
Sedert dat oogenblik merkte men op, dat de be
zitter van het huis, die voorheen in bekrompen
omstandigheden leefde, groote verteringen ging
maken. Toen de geruchten luider werden, verdween
hij. De thans gedane vondst lost alles op. De
drie rijke Polen, die steeds groote geldsommen
bij zich droegen, zijn in den jare 1863 dooreen
laaghartigen moordenaar om het leven gebracht
en in den kelder begraven.
In een dorp nabij Nowomirgorod, in
het gouvernement Poltawa, besloot onlangs de ge
meenteraad de als heks gesignaleerde boerin Koles-
nitschenkow, wegens het veroorzaken van oneenig-
hcid in een huisgezin, in het openbaar met de
tuchtroede te doen straffen. Aanvankelijk werden
haar 25 geeselslagen opgelegd; later werden ze
tot 10 verminderd, maar deze dan ook toegebracth.
Zij verklaarde schriftelijk tegen deze onmensche-
lijke daad niet in verzet te zullen komen, maar
de zaak kwam, door de tusschenkomst van den
Mojadnik, ter kennis van de hoogere autoriteit
en dientengevolge is thans een gerechtelijk onder
zoek tegen den gemeenteraad aanhangig gemaakt.
In de Eransche pers doet het volgen
de zonderlinge verhaal de ronde. Voor eenige jaren
overleed te Brussel dokter Karswall, indertijd
assistent van den lijfarts van Napoleon I op Sint-
Helena. Uit diens mond vernam een zijner bloed
verwanten weinige dagen vóór zijn dood het vol
gende: Toen Napoleon I den geest had gegeven,
gingen de geneesheeren op last der Engelsche
autoriteiten over tot het balsemen van het lijk.
Daartoe werden het ingewand en het hart uit het
lichaam genomen en in een vaas gelegd om den
volgenden dag verder behandeld te worden. Dien
nacht echter speelden de rotten, die op St.-Helena
even talrijk waren als indertijd de sprinkhanen in
Egypte, den zonen van Aesculaap een leelijke poets.
Die onvermoeide knaagdieren verslonden den ge-
heelen inhoud der vaas! Wat te doen Immers aan
de Engelsche autoriteiten moest althans het hart
van den overleden monarch worden getoond, om
later naar Erankrijk te worden overgebracht. Goede
raad was duurmen verving het ontbrekende
lichaamsdeel door het daarmee veel overeenkomst
hebbende hart van een lam. Het ware te wenschen,
voegen de Eransche bladen er bij, dat de keizer
reeds tijdens zijn leven het hart van een lam had
bezeten
De kassier Wilhelm Dahl, die werk
zaam was aan een der grootste fabrieken van
Turksch-rood te Elberfeld, heeft de firma opge
licht voor 72,000 mark, door vervalsching in de
boeken. Daar de dief tevergeefs sedert den 15den
dezer is opgespoord, wordt hij overal gesignaleerd.
Men vermoedt dat hij zich in Nederland schuil
houdt, omdat het zijn voornemen was daarheen
te reizen.
De politie van Lissabon heeftinvier
van de voornaamste speelhuizen het geld en de
meubels in beslag genomen en al de aanwezigen
gearresteerd, omdat die huizen bestonden zonder
vergunning te hebben en zij jaren lang de wet
hadden ontdoken. Onder de gearresteerden waren
verscheiden officieren van het Engelsche eskader.
In de Sagnat-mijn te Eoche had een
ontploffing plaats, waarbij drie mijnwerkers vree-
selijke brandwonden bekwamen. Te Augoulème
kwamen twee personen om door het springen van
een kruitmagazijn.
Het spoorwegongeluk op de Lancas-
shire- en Yorkshire-lijn is ernstiger geweest dan
men aanvankelijk had gedacht: zeven personen
werden gedood en dertig gewond.
Een der duikers naar de 1 ij ken der
verongelukten in de Tay vond zich onder water
plotseling vastgegrepen door een „duivelsvisch",
een achtpootig zeemonster. De man verkeerde in
doodsgevaar. Het gelukte hem een ijzeren stang
te grijpen, en het monster, dat met een der voe
lers als eene slang zijn arm omklemde, zoo af
te slaan, dat het losliet. De moedige duiker bracht
zelfs een stuk van het beest boven, van acht voet
in doorsnede. Het grootste deel bleef echter achter.
Een beambte bij een stoombootmaat-
schappij te Parijs verkeerde ten gevolge van de
stremming der vaart in tijdelijke geldverlegenheid
en kon uit dien hoofde zijne kamerhuur niet vol
doen. Ondanks al zijne vertoogen was zijn hospes
onbarmhartig genoeg zijn anders stipten betaler
onmiddellijk de huur op te zeggen. Spoedig was
de kamer door een ander ingenomen, doch toen
deze zijn nieuw verblijf ging opnemen, ontstelde
hij niet weinig toen hij in een kast een lijk vond
hangen, een hoed op het hoofd en met bloed be
vlekt. De verhuurder, binnengeroepen, ontstelt niet
minder en ontbiedt terstond de politie. Na hare
verschijning gaat men natuurlijk over tot het
afsnijden van het lijk, dat nu een stroopop blijkt
te zijn, met het bloed van een of ander dier be
streken. Dat was de wraak van den weggejaagden
huurder, en de hospes vond het maar het ver
standigst de zaak niet verder te vervolgen.
Gordon-pacha heeft in een onderhoud
met een dagblad-correspondent eenige bijzon
derheden over den tegenwoordigen toestand in
Abyssinië medegedeeld. Koning Jan is 47 jaren
oud; hij heeft een onbehaaglijk voorkomen, is
dom en tot dweepzucht geneigd. Hij haat iedereen
en wordt door ieder verafschuwd. De meeste Abys-
siniërs, voorspellen dat na twee of drie jaren de
tegenwoordige vorst verdwenen zal zijn. Gordon-
pacha gelooft dat, indien Engeland en Frankrijk
gezanten naar den koning van Abyssinië afvaar
digen, zij met even groote onbeschaamdheid zou
den behandeld worden als dit met hem, Gordon-
pacha, het geval is geweest. Koning Jan betreurt
thans zijne overdreven eischenhij heeft aan de
regeeringen van Frankrijk en Engeland brieven ge
schreven, waarin hij de verantwoordelijkheid voor
de tegenwoordige crisis op Gordon-pacha werpt.
Zooals reeds gemeld is, heeft Gordon-pacha ver
klaard, dat hij spoedig Egypte voorgoed zal verlaten.
De correspondent van de „Daily News" te
Kaboel meldt dat er geen garnizoen in de citadel
gelegd was omdat men niet wist of de vijand,
vóór zijne vlucht, daarin ook mijnen had
aangelegd. Volgens den berichtgever was de toe
stand, waarin de stad Kaboel verkeerde, ten ge
volge van de plundering en verwoestingen, door
Mahomedaansche Afghanen aldaar tusschen 14 en
24 December aangericht, zeer treurig. De stad was
als uitgestorven. In de huizen waren op vele
plaatsen schietgaten aangebracht, in de verwach
ting van een straatgevecht. Intusschen heeft de
krijgsraad, belast met het onderzoek naar de
schuld der gevangenen, die verdacht werden van
deelgenomen te hebben aan den moord op den
heer Cavagnari en de zijnen, zijne werkzaamheden
hervat. Op 30 December werden er tien dier ge
vangenen opgehangen. Een van hen bleek met
eigen hand den heer Jenkyns, den secretaris van
het gezantschap, te hebben omgebracht.
Terwijl de Senaat beraadslaagde,
werd Saguntum ingenomen. Ongeveer hetzelfde
gebeurde tijdens den watersnood in Noord-Brabant.
Een gepensioneerd kapitein van het Indische leger
woonde met zijn wederhelft nabij een der bedreigde
dorpen. Daar zij de woning bij de maand hadden
gehuurd, besloten zij de huur op te zeggen en
maar voorgoed naar de stad te trekken. Nu wilde
het ongeluk echter, dat mevrouw de voorkeur gaf
aan hare geboorteplaats Delft, en mijnheer be
paaldelijk op Leiden gesteld was. En zie, het
voor en tegen werd net zoolang besproken, totdat
hun huis plotseling halverwege onder water stond
en zij met hun inboedel, leeftocht en kippen naar
zolder moesten vluchten. De poes, mevrouws lie
veling, vond helaas haar graf in de golven en de
kippen, mijnheers trots, verdwenen een voor een
in den pot.
Een ooggetuige, die deze geschiedenis in „Het
Huisgezin" meedeelt, voegt er bij dat het water
gelukkig gezakt is en mijnheer en mevrouw het
misschien wel tegen een volgende overstrooming
eens zullen zijn.