Vrijdag 16 Januari. A\ 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Een gemakkelijk middel. N". 6108. IEIDS0H DAGBLAD. FEIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.10. Franco per post1.40. AG ederljjke Nommers0.05. PRIJS SEE ADTEETENTIEN: Van 16 regela1.05. Iedere regel meer0.17& Grootere lettere naar plaatsruimte. 8TADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden, Herzien de openbare kennisgeving omtrent de verplich ting tot het doen van aangifte voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1880, voor hen die op den lsten Januari van dit jaar hun 19de jaar zijn ingetreden, en alzoo de personen, geboren in het jaar 1861, alsmede voor hen die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zijn ge worden Doen te weten: dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raadhuis, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren op Vrijdag den 16den Januari, voor de bewoners van de wijken VIII en IX of de buitenwijk, en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de inschrijving, onder opgave der woonplaats van den inge schrevene, behooren over te leggen, dagelijks, de Zondag uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer ge meente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormid dags 9 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zyn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan worden gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, V. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 3 Januari 1880. Jongens schijnen wel overal hetzelfde te zijn. Kunnen zij een guitenstuk uithalen, dan leven zijzonder te vragen hoe ouderen en wijzeren er over denken, zonder eenige acht te slaan op het hoofdschudden van onde vrouwtjes of den waarschuwend opgeheven vinger van mannelijke voorbijgangers. zonder zelfs na te denken of er voor anderen nadeel en voor hen gevaar kan ont staan uit hetgeen zij ondernemen, vieren zij hun lusten hot. We gelooven niet dat daarin reden tot ergernis ligt. De meesten onzer zijn precies zoo geweest, en wat we nu somtijds op hoogen toon afkeu ren, brengt ons menigmaal een glimlach op de lippen ds wij met den geest vertoeven bij de vroo- iijke 1 oneeien onzer kindsheid. Hel zou onzinnig zijn gelijk door sommi gen wordt verlangd een soort van campagne te openen tegen de knapen, die geen deel van huu taak ernstiger opvatten dan hun rol van straatjongen. De natuur zou zich ongetwijfeld wreken over het geweld haar aangedaan en de knapen zouden in het geniep uitvoeren wat zij thans, in het daglicht, voor ieders oog vertoonen. Het eenige wat we doen kunnen is, voor zoover we ouders zijn, onze jongens waarschuwen voor de gevaren die zij beloopen kunnen en voor het onedele dat er in ligt iemand opzettelijk na deel toe te brengen, en voorts, in onze quali- teit van burgers eenige voorde hand liggende voor zorgsmaatregelen te nemen. Om, wat het laatste betreft, maar iets te noemen het ijs. Er bestaat lusschen het IJs en het Jonge Neder land een sympathie, die niet van gisteren dateert. De eerste vliesjes, die de vorst over de waterop pervlakte legt, brengen den knaap reeds in ver rukking, en elke vermeerdering van dikte, die de ijsplaat ondergaat, verhoogt zijn genot. Alles wordt aangewend om die dikte te constateerenaard kluiten, puin, vervolgens de klinkers en keien die de stadswerkers veiligheidshalve op den water kant deponeerden. Straks zien de jongens tot hun blijdschap dat een bontekraai er zich op waagt en er zonder kleerscheuren afkomt; en nu achten zij den tijd gekomen om ook eens te beproeven hoe ver zij het brengen kunnen. Dat er nu en dan een doorzakt, dat de menschenvrienden 1 daarbij soms een moeielijk reddingswerk te ver richten hebben, ja, dat er soms dierbare levens mee verloren gaan, het schrikt hen slechts een oogenblik af: het was een ongeluk ziedaar alles. En over eenige weken als de dooi invalt, ziet men dezelfde reeks verschijnselen in omgekeerde orde, vermeerderd met het zoo gevaarlijk schotsen- visschen. Zeker, het is voor de jongens een groote pret zoo'n ijsplaat met inspanning op den wal te brengen, maar de kans van ongelukken is bij dat spel niet gering. Men ziet dan ook dikwijls de vertoornde buurlui voor den dag komen en in een vloed van woorden hunne verontwaardiging luchten, terwijl aanstonds, als de jongens er van door zijn gegaan, nog allerlei opiniën worden verkondigd over „de slechtigheid van de kinderen teugenswoordig." Maar lieve menschen ge kunt uw tijd beter besteden dan met het houden van derge lijke nuttelooze en tevens onware beschouwingen. Te gelijk zult gij dan grootelijks de gevaren verminderen. Gij, die aan den waterkant woont, of daar een pakhuis, tuin of iets dergelijks in eigendom of in gebruik hebt, waarom slaat gij het ijs voor de breedte van uw erf niet stuk, zoolang de vorst niet zóó sterk is dat bijv. in één etmaal een ijskorst van voldoende sterkte wordt gevormd? Nog meer, waarom doet gij zulks na ingevallen dooi niet, zoodra het ijs onver trouwbaar is geworden? Op die wijze zouden stellig veel ongelukken voorkomen worden. Gij, die schuiten in de gracht hebt, waarom om geeft ge die bruggen, die tot het gevaar leiden, niet met blank water? Voor zooverre de terreinen en schuiten aan de gemeente behooren, konden de stadswerkers er mede belast worden, terwijl voorts de bewoners van een zelfde gracht of kade met elkander aan iemand die taak konden opdra gen, evenals nu vaak ten opzichte van het maken en openhouden van bijten geschiedt. We zijn erg hang voor verordeningen en zouden niet gaarne haar aantal noodeloos vermeer deren, want, hoe meer voorschriften, des te meer kans op overtreding en gevaar voor plicht verzuim van den kant van hen, die de naleving moeten controleeren. Anders, hier werd een onderwerp besproken, dat wel eenige vatbaarheid bezit voor regeling bij politie-verordening. LEIDEN, 15 Januari. Bij den uitgever Henri J. Stemberg te 's-Hage is verschenen een werkje, getiteld„Het Roodvonk, zijne oorzaken en de middelen om het te voorkomen en te genezen", door dr. A. Baginsky, nit het Duitsch vertaald door A. W. J. Zubli en A. Arn. J. Quanjer, officieren van gezondheid. Menige nuttige wenk wordt er in gegeven en menig ingeworteld verkeerd begrip met kracht bestreden. Het is daarbij het doel van den schrijver niet geweest, trouwens de gunstig bekende namen der vertalers staan ons daar borg voor, den genees heer, zonder vorm van proces, overboord te werpen om het tegendeel te bewijzen behoeven wij slechts zijne eigene woorden aan te halen„De ziekte laat ons den tijd niet tot nuttelooze kwakzalver kunstjes of dwaze geneesplannen van onbevoegden." Met dat al blijft het echter een echt populair boek, waarvan wij de lezing, vooral ook onzen stadge- nooten, ten zeerste aanbevelen. Immers, dat het op groote actualiteit kan bogen, zal, helaas, niemand onzer willen ontkennen. In de gemeente Zoeterwoude zijn in het afgeloopen jaar geboren: 159 kinderen, als: 74 jongens en 85 meisjes. Onder dit getal zijn be grepen 7 levenloos aangegevenen en één tweeling. Overleden zijn 60 mann. en 42 vrouw., te zamen 102 personen. Het aantal huwelijken bedroeg 27. De bevolking bestond op 31 December uit ongeveer 3800 zielen. Het departement Voorschoten der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen heeft in zijne laatst gehouden vergadering besloten mede deel te nemen aan het volkspetitionnement ter wering van het misbruik van sterken drank. De tweede zitting van de geneeskundige staatscommissie is gisteren te Amsterdam geopend. Toegelaten is voor het 1ste gedeelte van het arts-examen de heer C. A. Gerke, med. doctorandus. Naar het Utr. Dgbl. verneemt, bestaat aan het ministerie van marine het voornemen stappen te doen bij de Staten-Generaal, ten einde de ge neeskundige wetgeving van 1865 zoodanig te wijzigen, dat vreemdelingen, in Nederland niet tot de geneeskundige praktijk toegelaten, die niet hebben voldaan aan het arts-examen, op de vloot tot officieren van gezondheid aangesteld kunnen worden. Bij het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen te Amsterdam is van een onbekende een gift ontvangen van f 4000. Blijkens bericht van den adjunct-inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht heerschen de mazelen te Amsterdam epidemisch. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ontwerp tot gemeentelijke indeeling van de Wester- Schelde en het Sloe. Wordt hel tot wet verheven, dan zal men in die wateren niet meer, bij gebreke van een bevoegden rechter, wettelijke verorde ningen straffeloos kunnen overtreden. Dit is thans mogelijk, omdat de rechterlijke indeeling op die der gemeenten berust. Ook zal dan het kadastreeren der gronden, die uit het water opkomen of droog gemaakt worden, aanstonds kunnen plaats hebben. Een wetsvoorstel, waarbij het stroomgebied der Ooster-Schelde bij gemeenten wordt ingedeeld, zal zoo spoedig mogelijk volgen. De gewone audiëntie van den minister van binnenlandsche zaken zal Zaterdag a. s. niet plaats hebben. Het stoomschip „Wyberton", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde Dinsdag te Marseille; de „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde gisternamiddag Dungeness. De hoofdonderwijzer J. H. Le Gen is gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot onder wijzer 3de kl. voor den dienst daar te lande. De luit. ter zee 2de kl. P. A. R. Hennequin wordt met den 21sten dezer geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis. Z. M. heeft baron Du Charmel, laatstelijk secretaris van legatie bij het Eransche gezantschap te 's-Gravenhage, benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw; aan jhr. mr. J. H. Van Reenen, op verzoek, te rekenen van 1 Jan. 11., eervol ontslag verleend als commies bij het dep. van waterstaat, en met 1 Pebr. a. s. tot hoofd commies bij genoemd depart, benoemd mr. J. M. Hoog, thans commies ter prov. griffie van Gelder land aan M. Van der Lugt Melsert, op verzoek, eervol ontslag verleend als kapt.-commandant der dd. schutterij te Brielle, met dankbetuiging voor de vele en goede diensten gedurende ruim 65 jaren aan de schutterij bewezen, en met vergunning om de uniform der schutterij met de onderscheidings teekenen aan zijn rang verbonden te blijven dragen;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1