Vrijdag 2 Januari. N°. 6096. A0. 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden...-.-..if 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers..wvr.-.~.-v.-0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels Iedere regel meer Grootere letten naar plaatsruimte. L05. 0.17i Gemengd Nieuws. Tegen H. A. Then Bergh, gewezen direc teur der Rotterdamsche HandelsvereenigiDg, is, naar 't Vad. verneemt, door de rechtbank te Rotter dam rechtsingang met bevel tot gevangenneming verleend wegens valschheid in geschrifte (valsche belansen), terwijl hij ook op verzoek onzer regeering Maandag te Dresden is gevangengenomen. Zijne uitlevering is bij de Saksische regeering aangevraagd en zal zeer zeker binnenkort worden toegestaan. Ma an dag -a vond te ongeveer half- twaalf heeft zich te Deventer op zijn kamer in de kazerne een fourier der huzaren doodgeschoten. Uit IJ muiden meldtmendatdoorden aanhoudenden dooi de vaart, vooral voor stoom- booten, weder geheel is geopendOok voor zeilschepen zal het kanaal spoedig bevaarbaar zijn, aangezien er al eene Italiaansche bark te Amsterdam is gekomen. Het hof te Lima in Zuid-Amerika heeft in eerste instantie uitspraak gedaan in zake den moord op den vroegeren president don Manuel Pardo, die den 16den November 1878 werd neer gestoken. De hoofddader is ter dood veroordeeld, evenzoo drie zijner medeplichtigen, die echter, omdat zij slechts medeplichtig waren, volgens de Peruaansche wet moeten loten, wie de dood straf moet ondergaan, terwijl dan de andere twee met 15 jaren gevangenis gestraft worden. Nadere bij zonderheden uit de Engel- sche bladen omtrent het spoorwegongeluk, dat op de spoorbrug over de Tay Zondag-avond is voor gevallen, melden dat er een geweldige storm waaide, juist toen te 7.14 de trein, die van Edinburg verwacht werd, op de brug kwam, die twee mijlen lang is. Aan de overzijde, aan het station te Dundee, ontving men daarvan het sein. Een oogenblik later bemerkte men dat de telegraphische gemeenschap verbroken was. Toen de trein daar niet aankwam maakte men zich spoedig ongerust en de stationschef ging met een ander ambtenaar de brug langs en bespeurde, na een eindweegs te hebben afgelegd, bij het licht der maan, die helder scheen, dat een gedeelte van de brug in de rivier gestort was. Het gevaarlijk achtende verder te gaan, keerden zij ijlings terug. Het stedelijk bestuur stelde ter stond eene groote stoomboot ter hunne beschik king en des avonds te elf uren begaf deze zich op weg. De vreeselijke orkaan, die gewoed had, was eenigszins aan het bedaren en de boot kwam tot dicht bij de brug. Men bespeurde toen dat het middelste gedeelte daarvan, omstreeks 3000 voet lang, geheel was ingestort. Dertien zware pijlers, waarop dat deel rustte, waren omvergeworpen. Eene boot, met eenige moedige koppen bemand, werd uitgezet en naderde zeer dicht de plaats des onheils. Men deed al zijn best om te ontdekken, of deze of gene der passagiers van den trein zich ook nog op de overblijfselen van de pijlers, die hier en daar uitstaken, gered had. Maar men bespeurde niemand. De trein bestond uit vier wagens derde klasse, één tweede en één eerste klasse. Of de trein, op de brug uit het spoor geraakt, dan wel of alleen het geweld van den wind de pijlers heeft omverge worpen, weet men natuurlijk niet. De brug was in Mei 1878 voltooid. Bij het bouwen waren indertijd door een hevigen storm ook eenige reeds voltooide pijlers neergeworpen. De grootste hoogte van de brug tot aan het oppervlak der rivier be droeg 88 voet. De bouw van de door Thomas Bouch ontworpen brug was door een Nederlandschen ingenieur, den heer Grothe, ondernomen en voltooid. Zij is de langste spoorwegbrug over stroomend water, metende van oever tot oever 10,612 voet, en liep ozer 85 spanningen. Zij had f 4,200,000 gekost. Met de laatste mail bracht de Java- sche Crt., het orgaan der Indische regeering, aangaande den op den 29sten September jl. op den te Kema geplaatsten controleur bij het binnen- landsch bestuur H. Haga gepleegden moordaan slag, aan de gevolgen waarvan die ambtenaar eenige uren daarna overleed, de volgende bij zonderheden Door een ter zake ingesteld onder zoek was aan het bestuur bekend geworden, dat tal van lieden uit de negorij Kema, die behoorden tot de eigenlijke inheemsche bevolking, zich den titel en de voorrechten hadden aangematigd van de zoogenaamde „burgers", en zulks zoowel uit hoogmoed alsook om zich daardoor aan de hassil- belasting en de heerendiensten te onttrekken. Al degenen, die op grond van bovenbedoeld onder zoek gebleken waren geene Kemasche burgers te zijn, werden in de maand Augustus jl. door meer- genoemden controleur opgeroepen, ten einde heeren diensten te presteeren. Door tal van deze lieden werd echter geweigerd daaraan te voldoen. De onwilligen werden naar de hoofdplaats Menado op gezonden, om daar, tot straf voor hun onwil, aan de publieke werken ten arbeid gesteld te worden. Reeds hadden verscheidene hunner te Menado hunne straf ondergaan zonder dat zulks tot moeielijkheden aanleiding had gegeven. Toen echter in den morgen van 29 September jl. wederom 13 personen om gelijke redenen naar Menado opge bracht zouden worden, weigerden dezen hunne gelei ders te volgen en keerden zij naar hunne woningen terug. Op het vernemen van dit bericht begaf de con troleur Haga zich met een zijner oppassers en de bovenbedoelde geleiders (Kapala djaga), vergezeld tevens van den wijkmeester der burgkamp te Kema, naar de woning van een der onwilligen, met name Hendrik Zacharias, en met het doel om dezen door overreding tot zijn plicht te brengen. In stede van gehoor te geven aan de vermaningen van den controleur, stoof Zacharias plotseling op, greep naar een achter de deur geborgen wapen en bracht daarmede den controleur verscheidene wonden in den nek toe, waaraan deze weinige uren daarna overleed. De moordenaar, die zich aanvankelijk uit de voeten had gemaakt, leverde zich later, bij aan komst van den resident te Kema, vrijwillig aan dezen over. Yoor zoover bekend is, heeft het ge rechtelijk onderzoek nog geene nadere aanwijzin gen tegen de twaalf overige in de zaak betrokken personen aan het licht gebracht. Het vermoeden bestaat nochtans, dat deze personen met Zacharias waren overeengekomen om meergenoemden contro leur te dooden, wanneer deze bij hen mocht komen om hen tot hun plicht te brengen. Uit de verklarin gen der getuigen is althans gebleken dat de moordenaar, toen hij het feit had gepleegd, een eigenaardigen kreet aanhief denzelfden kreet, die vroeger de koppensnellers bij het uitoefenen van hun bloedig werk plachten te doen hooren en dat die kreet van verschillende kanten op ge lijke wijze werd beantwoord. De controleur Haga was een zeer verdienstelijk en kundig ambtenaar, die door zijne vele bekwaam heden en onvermoeiden dienstijver, waaraan hij een loyaal en rechtschapen karakter paarde, onder de in de residentie Menado bescheiden controleurs, ofschoon hij de jongste was, eene eervolle plaats innam. Ook bij de inlandsche hoofden in dat gewest was hij, om zijn steeds bedaard en humaan optreden, zeer bemind. Het gouvernement verliest in hem een uitstekend dienaar. Een kindje, dat te Deventer brand wonden kreeg door het in aanraking komen met de kachel, is aan de gevolgen overleden. Te Arnhem heeft men eene nieuwe industrie begonnen, te weten het stelen der stads- gaslanlaarns, waarvan de ruiten worden stukge slagen en de deelen van eenige waarde verkocht. Yolgens telegram uit Nieuw-York zal tot 2 Januari het weder op de Britsche, Noordsche en Eransche kusten zeer onbestendig zijn, vergezeld van sneeuw en motregen. De drie eerste dagen van Januari zullen vermoedelijk zeer koud zijn. Uit Rome wordt weder een geval van gewelddadige wegvoering van een aanzienlijk heer, zekeren markies Martucci, in Calabrië gemeld de roovers eischen 100,000 dukaten losgeld. In Sicilië, het eigenlijke vaderland der „ricatti", werd vóór korten tijd ook een grondeigenaar uit Cesalu, Catalsamo genaamd, opgelicht. Na lang zoeken ontdekte de politie zijn spoor in een hol in den Monte Pellegrino bij Palermo; dadelijk na zijne gevangenneming was hij in een bark geworpen en 60 kilometer ver weggevoerd. Toen had men 200,000 lire losgeld van zijne familie geëischt; men liet den roovers weten dat er niet meer dan 7000 lire bijeen te brengen was; zij wilden zich met 8500 lire tevredenstellen. Die som werd ge zonden, maar kwam den hoofdman niet in handeH en deze liet den gevangene dooden. Men vond Catalsamo's lijk met afgesneden hals. Te Grenoble zijn dezer dagen vier werklieden en een opzichter van eene cement fabriek gestikt door den rook, welke door eene windvlaag uit een naburigen oven op hen ge dreven werd. Bij den directeur der „Assistance publique" is voor de armen van Parijs reeds 1,100,000 fr. ontvangen en nog altijd komen er giften in. De bladen van Odessa deelen het vol gende mede omtrent het voltrekken van het dood vonnis op den 26-jarigen edelman Malinka, den 25-jarigen Maidanski en den 28-jarigen theoloog Drobraskin, alle drie revolutionairen. Zij werden in een zwarten wagen, met de handen gebonden en in het wit gekleed, naar het schavot gebracht. Elk der veroordeelden droeg om den hals een zwarte plaat, waarop met witte letters was ge schreven „gossudars-twennyi prestupnik" (staats verraders). De veroordeelden poogden het volk toe te spreken, doch hunne stem was door het tromgeroffel der soldaten onhoorbaar. Toen Dro braskin, ondanks de aanmaning der gendarmen, bleef schreeuwen, kreeg hij van een hunDer een sabelhouw op het hoofd, waardoor hij bewusteloos neerzonk. Een der twee andere veroordeelden riep „ellendige beul!" waarop de gendarme antwoordde „zwijg, hond!" Op het schavot keek Malinka den gouverneur der stad verachtelijk van het hoofd tot de voeten aan toen deze vroeg of hij een geestelijke verlangde en hij zeide toen tot den beul: „Doe uw werk, beul van den czaar". Dro braskin sprak tot den geestelijke, die hem een kruis toereikte: „laat die dwaasheden, broeder". Te twaalf uren was alles afgeloopen; de lijken werden afgesneden en met kleeren en stroppen in kuilen geworpen, waarop aarde werd gegooid. Met muziek marcheerden de troepen af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1