N°. 6094. Dinsdag 3,0 December. A*. Nleuwjaarswenschen LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per postm 1.40. Afzonderlijke Nommersn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsruimte. Aanvragen van buiten de stad om de premieplaten moeten van het bedrag vergezeld gaan. Evenals vorige jaren worden onze stadgenooten en de bewoners der omliggende gemeenten in de gelegenheid gesteld, om onder de rubriek A d v e r - tentiën van allerlei aard te plaatsen a 50 cents. Door dezen maatregel is elk iD staat het compliment van den dag te uiten naar gelang zijner maatschappelijke betrekking. Crediet. De naderende Nieuwjaarsdag is niet voor allen een oorzaak van onvermengd genot. De overgang des jaars moge ons in het algemeen blijmoedig stemmen, op fiuautiëel en huishoudelijk gebied is er bij niet weinigen een minder opvroolij kende gedachte aan verbonden. We behoeven slechts het woord beren uit te spreken, en ieder weet terstond wat wij bedoelen. Zeker, het is niet moeielijk op dat thema eenige min of meer grappige variatiën te leveren, doch, wanneer we op den bodem der werkelijkheid blij ven, is het ontegenzeglijk waar dat hetzelfde woord een zorgwekkend karakter draagt. Menig werkzaam en overleggend huisvader ziet met schrik de wolk vau rekeningen te gemoet, die de naaste toekomst voor hem in haar schoot verborgen houdt. Ziedaar een van de nadeelen van het bij ons zoo diep ingeworteld credietstelsel. Het bederft onze Nieuwjaarsvreugde. Het trekt rimpels op ons voorhoofd. Het bezorgt ons tegen het eind des jaars soms slapelooze nachten. Het maakt ons wre velig en menschenschuw. Het vermindert ons ge voel van eigenwaarde. We vertellen hier niets nieuws. Reeds honder den en duizenden stemmen hebben zich tegen het al te ruim gebruik vau crediet, vooral bij den détail-handel, verheven, en het is vrij waarschijn lijk dat wij niet de laatsten zullen zijn die het tot een onderwerp van bespreking maken. Toch laten we ons door die gedachte niet terughouden het „frappez toujours" is ook hier van toepassing. Naar aanleiding van den strijd, onlangs in dit blad gevoerd tusschen vóór- en tegenstanders van „Eigen Hulp", veroorloven we ons een vraag Zou er inderdaad niets aan te doen zijn, om onzen handelaars de gelegenheid te benemen, zich te beroepen op het voordeel, dat de voorwaarde van contante betaling aan de zoogenaamde coöpera tieve verbruiksvereenigingen verschaft, en dat voor hen natuurlijk de concurrentie bemoeielijkt? Oas dunkt ja, als debitant en afnemer hun wederzijdsche belangen goed begrijpen en alzoo tot samenwerking geneigd zijn. Gelijk de zaken nu staan, wordt de man die op crediet koopt, bevoordeeld boven hem die contant betaalt. In den regel is de winkelier uiterst voorkomend jegens hem die een flinke rekening heeft staan. De meeste faciliteit omtrent keuze en betaling wordt hem verleend. Heeft zoo iemand iets gekocht dat hem bij nadere beschouwing minder voldoet, zonder eenig bezwaar brengt hij het terug om het voor iets beters te verwisselenuit de omstandig heid, dat hij „nog niet betaald" heeft, leidt hij onwillekeurig zeker recht af, om nog van keuze te veranderen. De man daarentegen, die met den winkelier heeft afgerekend, acht zich veel meer gebonden, en al ware zulks het geval niet, de laatste zou het hem wel aan 't verstand brengen met de geijkte formule: ,,'t Goed is geleverd en betaald." lvomt eindelijk de jaarlijksche afreke ning niet zelden nadat Januari reeds lang tot het verleden behoort dan wordt er gewoonlijk nog ten behoeve van den bezorger der gelden een fooi uitbetaald ten bedrage van 1 percent der nota. Ook dat mist de contante betaler. Maar dat is de verkeerde wereldzal men zeg gen. Juist, en daarom zouden wij de zaak gaarne andersom hebben. Bij contante betaling vervalt de risico der han delaars. Ware zij regel, de koopman kon zijn kapitaal onderscheiden malen per jaar omzetten. Vooreerst bad hij veel minder fonds noodig om zijn zaak gaande te houden, ten tweede werden de winsten van dat kapitaal zoo groot, dat hij met kleine verdienste zijne goedereu kon afleveren cn toch een goed bestaan hebben. Wij zouden daarom verlangen dat de handels lui en vooral iu een groote gemeente als de onze zou die maatregel flink toegepast kunnen worden het daarover met elkander eens werden, dat contante betaling een reductie in den prijs ten gevolge had. Dat kan. Geen enkel winkelier zal wel zoo dwaas zijn de prijzen zoodanig te regelen, dat hij die soort van betaling als bazis aanneemtdeed hij zulks, dan zou hij binueu korten tijd zijne matten moeten oprollen. Alzoo, hij heeft gerekend op de noodzakelijkheid van credietverleening; stel gemiddeld zesmaanden.dat is zeker niet boven de werkelijkheid. Welnu, als iemand nu bij een manufacturier laken koopt van acht gulden den meter en hij wil terstond vol doen, dan heeft hij, naar het ous voorkomt, aan spraak op 2 of 2'/j percent korting, dus hij be taalt 16 of 20 cent minder, en dit recht moet hem gewaarborgd worden, van welk bedrag zijn inkoop ook zij. In dat geval zal hij er ook geen voordeel meer in zien, zijne bestellingen buitens lands te doen, en de belangrijke sommen, die nu naar de „Grauds Magasins" verhuizen, blijven voor den Nederlandschen handel beschikbaar. Daarentegen, begeert een solide persoon crediet voor langer dan den gemiddelden termijn (we stelden 6 maanden), dan behoort den winkelier het recht te worden toegekend zijne nota met een evenredig aantal percenten te verhoogen. Kon men het hieromtrent eens worden, dan zou het „borgen" weldra tot bescheidener proportiën worden teruggebracht, tot groot voordeel voor beide partijen. De handelaar zou met meer gemak zaken doen. De afnemer zou terugkomen van de gewoonte, de toekomst te bezwaren met de uitgaven voor de behoeften van bet tegenwoordige. Een milde bron van zorgen en bekommernissen zou langs dien weg worden gedempt. We geven ons denkbeeld, zooals het daar ligt. Is er ook een „man van zaken", die het voor verwezenlijking vatbaar acht? LEIDEH, 29 December. Bij de heden ten raadhuize gehouden openbare aanbesteding betredende het onderhoud van een gedeelte van het Delftsche jaag-of trekpad tot aan de voormalige Knipbrug, gedurende den tijd van 5 jaren, is als minste inschrijver voor de som van f 277 's jaars aannemer geworden de heer E. O. De Vries alhier, terwijl bij publieke verpachting der mestspeciën, afkomstig uit de riolen en kolken binnen deze gemeente, voor den t(jd van een jaar, pachters zijn geworden de heer J. W. Pilippo Jz. voor f 0.82 per kub. meter van de kolkspecie en de heer J. Van Ulden voor f 0.23 per kub. meter van de rioolspecie. De commissie voor de zaken der Waalsche kerken heeft ter voorziening in de door aftreding ontstane vacature gekozen tot lid van de commissie vau voordracht voor de benoeming van hoogleeraren den heer C. G. Chavannes, pred. te LeideD, en tot diens secundus den heer M. A. Perk, pred. te Amsterdam. De luitenant ter zee 1ste kl. M. C. Van Doorn wordt met den lsten Pebruari 1880 ge detacheerd bij de sterrenwacht alhier. Te zijner vervanging bij het departement van marine, afdee- ling hydrographie, wordt met gemelden datum geplaatst de luitenant ter zee 2de klasse S. K. Sybrandi. Met 15 Pebruari a. s. valt de betrekking van leeraar in de uatuurkunde, scheikunde en na tuurlijke historie aan de rijks hoogere burger school met driejarigen cursus te Warfl'um open. Jaarwedde f 1800. Zij, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, moeten zicli vóór of uiterlijk op 10 Januari aanmelden bij den inspecteur van het middelbaar onderwijs, dr. D. J. Steyn Parvé alhier. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes van partijen van 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 22.50, f 4.60 en f 2.30; de laagste f 22.50, 4.50 en f 2.25. Onze Tweede Kamer heeft, zooals bekend is, op voordracht van den minister van binnen- landsche zaken f 3000 voor bet Woordenboek der Nederlaudsche taal toegestaan. Het bestuur van het Taal- en Letterkundig Congres had zich echter ook tot het Belgische gouvernement gewend. Toen nu ook aldaar de begrooting aan de orde was, verzekerde de heer Rolin-Jaequemyns een toelage te zullen verleenen, doch nog op een antwoord van onzen minister wachtende was om een gezamen lijk besluit te nemen. Tevens beloofde hij dat zekere voorwaarden zouden gesteld worden cn wel betreffende het tijdstip waarop de uitgave van het Woordenboek zou geschieden. Blijkens het verslag der afdeeling Woubrugge en omstreken der Holl. Maatschappij van land bouw over den algemeenen toestand van land-en veebouw over 1879, hebben door de aanhoudende regens en natte weersgesteldheid zoo des zomers als in het najaar, de akkerbouwgewassen veel geleden, zoo zelfs dat het gewas slecht genoemd kan wordenalleen de haver en duivenboonen zijn tamelijk goed gelukt. De aardappelen zijn ten gevolge der slechte weersgesteldheid bijna geheel mislukt. De weilanden bleven tot den staltijd toe met enkele uitzondering overvloedig met gras bezet. De eerste snede van het hooi was middel matig en de tweede snede naar gelang der weersge steldheid tamelijk goed. Besmettelijke en andere ziekten kwamen onder het rundvee en de paarden niet voor; het natte seizoen scheen gunstig op de gezondheid te werken alleen in den herfst had men nogal gevallen van springvuur onder de kalveren. Varkensziekte deed zich in 1879 niet voor. De koopprijs der landerijen was van f 1900 tot f 2400 per hectare. De opbrengst der boom gewassen, appelen en peren was tamelijk goed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1