j\T°. 6093. Maandag 529 December. A°. 1879. Frans neemt afscheid van den Bisschop van Bamberg Keizer Karei V bij Fngger. LEIDSOH DADBLAI). PRIJS DEZER COURANT: Franco per post140 Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Afzonderlijke Nommers..vrr.*;v.v.0 05 Grootere letters naar plaatsruimte. Dit Nommcr bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. AAN DE ABONNÉS OP HET LEIDSCH DAGBLAD. De Uitgever heeft het genoegen aan de Abonnés als premie tegen betaling van ƒ2.50 aan te bieden twee prachtige staalgravuren, voorstellende: en Deze beide gravuren, die een handels waarde van f 24 vertegenwoordigen, zijn in het magazijn der Heeren D. SALA ZONEN op de Breestraat tentoongesteld. Ten gevolge eener overeenkomst met die. Heeren worden de lijsten tot den hoogst billijken prijs van f 4.50 per stel kant en klaar afgeleverd. Aanvragen, natuurlijk alleen van Abonnés op het Leidsch Dagblad, worden, met het bedrag, ingewacht bij DEN UITGEVER. Aan liendie zich deze platen wenschen aan te schaffenwordt herinnerd dat ze alleen voor zooverre de voorraad strekt, tot 31 December worden afgeleverd. Er zijn nog slechts 19 stel voorhanden. STADS-BEKICHTEN. De BURGEMEESTER van LeideD, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad N®. 134); Brengt ter kennis van de ingezetenen dat gedurende de week van 21 tot en met 27 December zijn aangegeven als door rood vonk aangetast 15 personen; als aan die ziekte overleden 7. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 27 December 1879. V. d. BRANDELER. Eere wien eere toekomt. Er heeft zich hier te lande in de laatste dagen een beweging geopenbaard, die onzer natie tot eer verstrekt, omdat zij het bewijs levert dat wij Nederlanders nog hoog genoeg staan om waarlijk groote mannen te waardeeren. Wij behoeven er wel nauwelijks bij te voegeD, dat wij, dit nederschrijvende, het oog hebben op de hulde, die menig landgenoot gebracht wenscht te zien aan den generaal, die, gedachtig aan de kenspreuk der orde, die zijn borst zoo waardig siert met moed, beleid en trouw, een einde wist te maken aan den kostbaren en laugdurigen oorlog met het rijk van Atjeh. Met moed want dien bewonderen wij in den veldheer, die, aan het hoofd zijner troepen door een kogel in het oog getroffen, het zwaard niet opstak, maar zijne dappere beuden, die 't wel wisten op wien zij vertrouwden, bleef aanvoeren tegen den hardnekkigen tegenstand biedenden vijand en niet rustte voordat aan hem de over winning was. Met beleid want dat toonde hij niet alleen bij het kiezen der punten van aanval, maar nog wel het allermeest nadat de overwinning was be vochten, toen hij aan gepaste gematigdheid jegens hen, die als overwonnenen tot hem kwamen, onver biddelijke gestrengheid wist te paren tegenover hen, die nog een oogenblik in den waan mochten verkeeren, dat verzet tot de mogelijkheden behoorde. Met trouw want al is het geen geheim dat generaal Van der Heyden, aan eigen wensch gehoor gevende, thans reeds het Atjehsche strand den rug zou hebben toegekeerd, toch aarzelde hij niet, te verklaren, dat, zoolang 's lands belang het eischte, hij zijn plicht zou weten te doen en op zijn post zou blijven. Is het wonder dat van vele zijden, ook uit de Volksvertegenwoordiging, stemmen zijn opgegaan om twijfel uit te drukken of het wel raadzaam ware dat reeds thans de overwinnaar zich ver wijderde uit het door hem onderworpen gebied Voorwaar bewijs genoeg, welk een gewicht men hecht aan zijne persoonlijkheid. Jammer genoeg, dat zelfs in 's lands vergader zaal door een enkel afgevaardigde in afkeurenden zin werd gesproken over de door den generaal gevolgde zienswijze op een enkel punt, waarbij hij volgens de meening van ieder onbevooroordeelde juist een groote mate van beleid en doorzicht aan den dag legde. Ook daar berisping, waar slechts lof moest worden vernomen. Doch voorzeker, b(j den landgenoot vond die afkeurende stem geen weerklank, of wel de natie, die in de laatste jaren standbeeld bij standbeeld deed verrijzen voor groote mannen van het ver leden, zou blind moeten zijn voor de verdiensten van die van het heden. En de drang tot hulde betoon, die van alle zijden opgaat, bewijst het immers anders. Aan die roepstem dan gehoor gegeven De man nen van het leger hebben daartoe reden genoeg in hunne hoogschatting van den moedigen wapen broeder; de mannen der diplomatie, daar zij de beleidvolle staatsmanswijsheid van den civielen ge zagvoerder weten t« waardeeren de geheele natie eindelijk, die met verlangen het einde te gemoet zag van den door verkeerd beleid eindeloos gerek- ten oorlog, die tal van menschenlevens en millioenen schats kostte. Niet nagepleit dus over de vraag, aan wien het is te wijten dat maar al te lang de zoogenaamde afwachtende tactiek werd gevolgd, maar met erken ning van ware verdiensten hulde gebracht aan den man, die op zoo schitterende wijze heeft getoond dat men in den oorlog moet handelen „comine h la guerre", en dat, vooral waar men staat tegen over een zoo energieken vijand als de Atjehnees, eerst na de onderwerping het tijdperk van toege vendheid kan intreden. Men heeft gezegd dat bij erkenning der ver diensten van generaal Van der Heyden niet mag worden vergeten wat zijne voorgangers in Atjeh hebben verricht om de onderwerping van dat rijk mogelijk te maken. Nog daargelaten, dat zij vol strekt niet allen de doortastende tactiek van gene raal Van der Heyden volgden, ook al omdat het programma, hun van hoogerhand gegeven, hun veelal een audere gedragslijn voorschreef, die hen, ook huns ondanks, tot het zoo kostbare „afwachten" dwong, behoeft de hulde, aan den een gebracht, die aan den ander niet uit te sluiten. Ue nage dachtenis van mannen als generaal Pel b. v. zal door alle weidenkenden in eere worden gehouden maar is daarin een rede gelegen om de welver diende hulde te onthouden aan den generaal Van der Heyden, die ondanks een ernstige en pijnlijke wonde, welke hem een deel van het gezicht ont nam, zijne troepen bleef aanvoeren? Hier zeker mag sprake zijn van Spartaanschen moed, de heroën der grijze oudheid waardig, en erkent men, dat de hooge regeering door het programma, dat zij den generaal verstrekte, hem de eindelijke onderwerping van Atjeh mogelijk maakte, niemand zal ontkennen dat die moeilijke taak aan geen beter handen had kunnen worden toevertrouwd. In Zeelands hoofdstad vereenigden zich reeds een zestiental heeren met het doel om hulde te brengen aan den generaal. Mogen mannen van aan zien en invloed uit alle deelen des lands dat voorbeeld volgen. Waarin dat huldeblijk zal be staan, zal met eendrachtige samenwerking spoedig beslist zijn. Waar Engeland een Wolseley, den overwinnaar der Ashanteynen, een dotatie schonk, mag Nederland zeker niet achterblijven om zijn Van der Heyden, den moedigen generaal, die de veel krachtiger Atjehneezen onderwierp, een blijk van onderscheiding toe te kennen. LEIDEN, 27 December. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika door middel van het stoomschip „Rotterdam", waarvan de laatste buslichting aan het postkantoor te Rotter dam is bepaald op den 31sten December a. s., des morgens te zes uren. Dr. P. L. Rijke alhier, die met 1 Januari 1S80 aftreedt als lid en voorzitter der commissie, ingesteld op grond van artikel 3 der wet van 28 Mei 1S69 (Staatsblad n°. 97), is met ingang van dien datum opnieuw als zoodanig benoemd. De vergadering van den raad van toezicht en discipline voor de orde van advocaten bij den hoogen raad der Nederlanden heeft al de aftredende leden van dien raad, mrs. G. M. Van der Linden, W. Wintgens, Dav. H. Levyssohn Norman, D. Van Eek, J. G. Rochussen en H. A. Neeb met over- groote meerderheid tot leden van den nieuwen raad gekozen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 7586 volwas sen personen en van 814 kinderen. Ds. A. J. Maasdijk, predikant te Haarlem, heeft het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Katwijk aan Zee aangenomen. Wijlen de heer J. Van der Hoeven heeft 10,000 aan de Roomsch-Katholieke armen te Woubrugge gelegateerd. Bij de herstemming voor lid van den gemeenteraad te Alphen is gekozen, in plaats van den heer De Kanter, die vertrokken is, de heer Jb. Van der Eist, candidaat der vrijzinnige kies- vereeniging „Burgerplicht," met 79 stemmen. De candidaat der katholieken en anti-revolutio nairen, de heer H. Overes, verkreeg 55 stemmen. Meer dan 100 kiezers hebben niet gestemd. Op den eersten Kerstdag werden de diake nen der Ned.-Herv. gemeente van Benthuizen verblijd door het van elders ontvangen eener gift groot f 20, met bepaling buDne armen daarvoor extra te bedeelen. Moge de edelmoedige gever, die verzocht heeft onbekend te blijven, in deze vele navolgers vinden Ingevolge de nieuwe wettelijke wijzigingen betreflende het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zullen de strafcellen in de meeste garnizoenen veranderd en voor eenzame opsluiting ingericht worden. De genie heeft reeds opnemingen daartoe gedaan. Door de te Amsterdam zitting houdende commissie zijn tot arts bevorderd de heeren V. G. Rijkens en P. Vermeulen, med. doctorandi. Het getuigschrift voor het 1ste gedeelte is uitgereikt aan den heer M. A. Mendes de Leou, cand.-arts.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1