Donderdag 27 November. ATo. 60G8. A0. 1879. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: V«or Leidn per S maanden....1-10. Franco per poot.1AA Afionderitjlw Notnmen0.03. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—regale1.03. Iedere regel meer0.1 Grootere lettere uur plaatsruimte. Met 1 December begint een nieuw kwartaal van het Leidsch Dagblad. Zij die zich als dan op deze Courant abonneeren, ontvan gen de tot dien datum verschijnende num mers gratis. Een internationale prijsvraag. Bij het bekeud worden van bet plan tot het houden eener internationale visscherij-tentoonstel- liug te Berlijn, in het aanstaande voorjaar, wezen we op het groote gewicht daarvan ook voor ons land, waar de visscherij een zoo belangrijken tak van bestaan uitmaakt. De pogiug, van een enkele zijde aangewend om de zaak in een verdacht licht te stellen, leed dan ook vrij wel schipbreuk, en de meeuing van het College voor de Zeevissclierijeu dat krachtige deel neming hoogst gewenscht was, niet alleen om onzen goeden naam op het gebied der vissclierij te handhaven, maar ook om de welvaart, uit die aanzienlijke bron van inkomsten voortvloeiende, door het aanknoopeu van nieuwe betrekkingen te verhoogen, vond allerwegen instemming. Geen won der trouwens dat de zienswijze van die enkele tegen standers weinig gewicht in de schaal legde, waar men de toevlucht nam tot argumenten als deze: dat er op het. gebied der vissclierij voor ons Ne derlanders elders niet valt te leeren. Nog daarge laten, dat men met zulke denkbeelden den kort- sten weg inslaat om tot. geheelen stilstand of tot schromelijken achteruitgang te komen, doet het ons genoegen op een feit te kunnen wijzen, dat dien waan van volleerdheid ten stelligste logenstraft. Een der laatste nommers van de Staats-Courant bevat nl. de mededeeliug van het College voor de Zeevisscherijen, dat het door het Duitsche Eischerei- Verein is uitgenoodigd bekend te maken, dat de koning van Saksen ter beschikking van het, be stuur van dat Vereiu eeu „zilveren eereprijs" heeft gesteld om bij gelegenheid der internationale vis- scherij-lentoonstelliug te worden toegekend aan den inzender van een nauwkeurig uitgewerkt, voor bepaalde, nader aan te geven verhoudingen prac- tisch uitvoerbaar plan, aanwijzende de middelen om het met onreine bestanddeelen vermengde water, afkomstig van fabrieken, ja van gansche steden, geheel ouschadelijk te maken voor de vischsoorteu, aanwezig in de kanalen en grootere watereu, waarin die onzuivere bestanddeelen worden geloosd. De beantwoording van die belangrijke prijs vraag kan geschieden in den vorm van drukwerk, handschriften, teekeningen, toestellen en modellen. Voor zoover de omvang het toelaat, zullen de toestellen of andere voorwerpen, op het plan be trekking hebbende, op voor het publiek aanschou welijke wijze worden tentoongesteld. Waar bij zondere iurichtiugen, zooals bassins, buizenlei- diugeu enz. noodig zijn, wordt vooral op modellen prijs gesteld. Ofschoon natuurlijk bedoeld wordt een alge. meen middel om het verontreinigen van vischwater onschadelijk te maken, zal niet temin door den minister van landbouw enz. een tweede prijs van 600 mark worden toegekend aan hem, die tegen het grootste aantal meest voorkomende gevallen van verontreiniging van vischwater middelen aan de hand geeft, welke de voorkeur verdienen boven de tot dusver gebezigde. Ons dunkt, indien de Berlijnsche internatio nale visscherij-tentoonslelling alleen ten gevolge had, dat de hier bedoelde quaestie een groote schrede nader tot haar oplossing werd gebracht, zou die belangrijke vrucht ruimschoots voldoende zijn om hen, die ook voor ons laud nog het nut dier expositie mochten willen betwijfelen, in het ongelijk !e stellen. Wel is de termijn van inzen ding uiterlijk 15 Maart 1SS0 vrij kort ge nomen, doch daar het een internationale mede dinging geldt en onder meer ook onze Eugelsche naburen, die evenzeer als wij Nederlanders op het gebied èn van waterbouwkunde èn van vissclierij hun sporen hebben verdiend, aan den wedstrijd zullen deelnemen, mag men gegronde hoop koes teren op een gunstigen uitslag. Dat de vraag, wier oplossing hier wordt gesteld, ofschoon alleen met het oog op de belangen der vissclierij geformuleerd, toch eeu nog ruimere strek king heeft, zal wel geen nader betoog vereischen voor de ingezetenen eener stad, waar, als in de onze, dagelijks eeu aantal fabrieken in werking zijn. Het middel toch, dat geschikt wordt bevon den, om het afval van fabrieken en steden onscha delijk te maken voor onze vischsoorteu, zal tevens kunnen dienen om onze grachten in het algemeen zuiver te houdeu en dus den gezondheidstoestand iu onze steden te verbetereu. Overigens was het voor ons volstrekt geen ge heim, dat onze Duitsche naburen groot belang hebben bij de oplossing der vanwege den koning van Saksen gestelde prijsvraag. Uit Duitschland immers kwam het schip, dat met al te groote mildheid zijn gevaarlijken inhoud van het zoo ver giftige aniline-afval in den schoot onzer wateren uitstortten Niet onaardig 'ziftt bot 'zijn-, indien bij een eventueele beantwoording der prijsvraag door een onzer landgenoolen ter loops de opmerking werd gemaakt, dat zulk eeu handelwijze aller minst een oplossing der quaestie in internationalen zin, dus in het belang ook van andere natiën kan worden genoemd. Zooveel is zeker, dat het feit, dat. ook vanwege den koning van Saksen een prijsvraag werd uit geschreven, getuigt vau de groote belangstelling, die de voorgenomen tentoonstelling allerwegen in Duitschland mag vinden, en tevens van de uitge breide strekking, aan de expositie gegeven, naar aauleidiug waarvan gezocht wordt naar de beste middelen niet slechts om de verschillende visch- soorten te vannen, maar ook om ze voor de vangst, in het leven te houden. Eindigen wij met den welgemeenden wensch dat de eer der oplossing van het moeielijkc vraag stuk aan een landgenoot moge ten deel vallen. H/ES®ËV, 20 November. Heden aanvaardde mr. H. Van der Hoeven het hoogleeraarsambt bij de faculteit der rechtsgeleerd heid aan de lioogeschool alhier met het houden eener redevoering over de vaststelling en invoering van het Wetboek van Strafrecht. Onze vocrmalige landgenoote mevrouw Lina Schneider die onder het pseudoniem Wilhelm Berg zooveel deed om onze letierkunde in Duitsch land bekend te maken, heeft thans een werk uit gegeven, getiteld „Frauengestalten der griechischen Sage uud Dichtung", dat zij heeft opgedragen aan de Duitsche kroonprinses. Haren talrijken vereer ders ook in Leiden zal het zeker aangenaam zijn dit bericht te vernemen, vooral daar de schrijfster dit werk beschouwt als eene voortzetting der lessen die zij indertijd zoowel hier als elders gaf. De houding van den minister Six, met betrekking tot de benoeming van een hoogleeraar aan de universiteit te Groningen tot hoogleeraar te Leiden, wordt iu een ingezonden stnk in de N. Gr. Crt. afgekeurd op de volgende gronden. Het belang van het hooger onderwijs vordert,' dat de beste krachten worden aangewend daar, waar het meest daarvan kan worden geprofiteerd. Aan de Ltidsche universiteit zijn veel meer juris ten dan aan de Groningsche. Wordt het beginsel van den minister Six gehuldigd, dan zullen talent volle mannen geene benoeming aan eene kleinere universiteit aannemen, omdat zij dan nooit bij eene greotere kunnen worden benoemd. De boog- leeraren hebben, als alle andere staatsambtenaren, recht nm verplaatsing te vragen, om welke rede nen dan ook. De bezoldigingen zijn dezelfde aan de drie universiteiten, maar niet de werkzaamheden. De ambitie wordt gedood, indien een hoogleeraar een uitgebreider werkkring verlangende, deze voor hem blijft afgesloten. Ook familie-relatiën maken soms eene verplaatsing wenschelijk. Het beginsel van den minister Six is alzoo af te keuren, en wat de gelijkheid betreft, deze moet zich bepalen tot de gelijkheid der middelen van onderwijsmet de keuze van docenten heeft de wettelijke gelijkheid niets uit te staan. Deze beschouwing strekte in antwoord op het geen de N. Gr. Crt. zelve ter verdediging van de handeling des ministers in het midden had gebracht. In een ingezonden stuk uit Leiden aan de N. R. Ct. zegt de schr.Ben ik wel ingelicht, dan heeft mr. .T. Kappeyne van de Cappello reeds indertijd voor de benoeming van prof. Goudsmit met dezen op de voordracht gestaan, en was dus reeds toen als eeu der corypheeën van het Romeinsche recht er kend. Hoeveel te meer aanleiding zou er nu zijn om den „intellectueelen kolossus" aan Leiden te verbinden, en zoo diens kennis en talenten op een andere, minstens even nuttige wijze voor de maat schappij en den staat vruchtbaar te maken. Is het juist, wat sommigen beweren, dat door een of meer leden der juridische faculteit niet de voorgedragene, maar eeu jong jurist eigenlijk werd gewenscht als lioogleeraar in het Romeinsche recht, dan zou bij den reeds ecnigszins gevorderden leeftijd van mr. Kappeyne de benoeming van dezen nog het voor deel aanbieden, dien veelhelovenden jurist de ge legenheid te laten zich door verdere studie en ont wikkeling voor die betrekking geheel voor te be reiden. Het, is mogelijk, dat een academische werk kring door mr. K. niet gezocht wordt, ja, dat hij reeds ondershands verklaard heeft een eventueele benoeming niet te kunnen aannemen, wat evenwel nog nergens is geblekenmaar zoolang dit het ge val niet is, mag men zich er zeker over verwon deren zijn naam te missen op de voordracht van curatoren (en juridische faculteit) aan den minister. Voor m. o. zijn toegelaten: mej. H. C. Meylink, van Middelburg, voor aardrijkskunde; mej. K. M. Hengeveld, van Leeuwarden, voor Eugelsche taal- en letterkunde; mej. J. J. De Sauvage, van Den Haag, en mej. C. A. Van Staveren, van Rotterdam, voor boekhouden, huisonderwijs. Iu de gymnastiek werden van Woensdag 19 tot en met Maandag 24 November geëxamineerd 26 mannel candidaten, waarvan werden afgewezen 21 en toegelaten 5. Gisteren werden voor dit vak 4 dames geëxamineerd, die allen werden afge wezen. Morgen voortzetting van het examen der vrouwelijke candidaten. Gisteravond werd te Delft een fraai vuur werk afgestoken als finale der feestviering van het 200-jarig bestaan der constructie-inrichtingJ Het vuurwerk was vervaardigd aan de pyrotecb- uische school aldaar. Het slotstuk bestond ait een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1