ten, ongeveer 275, zullen worden uilgenoodigd om
aan het feest deel te nemen.
Gisteren deden in Den Haag voor 1. o.
6 candidaten examen voor de Duitsche taal; toe
gelaten mej.: A. Bruck, S. Van de Velde en A.
M. W. Verhoef uit Den Haag. Voor de Fransche
taal 7 candidatentoegelaten, behalve de 3 reeds
vermelden, mej. S. J. Collins uit Botterdam.
Het kon. besluit van 3 Juli 1875, betrek
kelijk het verbod tot in- en doorvoer van aarJap-
pelen uit de Vereenigde Stateu van Noord-Amerika
en Canada, alsmede van afval van deze aardappe
len, enz. is thans ingetrokken.
Het stoomschip „Prins Hendrik", van Batavia
naar Amsterdam, is Zondag Kaap Boca gepasseerd
de „Wyberton" arriveerde Zaterdag te Batavia.
De gewone audiëntiën van den minister van
financiën en oorlog zullen Donderdag niet plaats
hebben.
Z. M. heeft met 16 dezer aan P. J. Her
mans, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
leeraar aan de rijks h. burgerschool te Sappe-
meer; den Isten luit. K. P. A. Van de Wall,
van het reg. grenadiers en jagers, gedetacheerd bij
de 2de afdeeling der krijgsschool, op nonactivi
teit gesteld, in afwachting dat omtrent hem nader
zal worden beschikt; den adj.-commies bij het
dep. van marine J. Scharp, uithoofde van lichaams
gebreken en daardoor ontstane ongeschiktheid voor
de verdere waarneming zijner betrekking, met uit.
December a. s. eervol ontslagen, ouder toeken
ning van pensioende betrekking van rijkscom
missaris voor de geldleening van f 11,000,000,
ingevolge de wet van 10 April 1869 ouder waar
borg van den Staat door de Ned.-lnd. Spoor
wegmaatschappij aangegaan, opgedragen aan J.
Geesink, agent van het ministerie van financiën te
Amsterdam.
Gemengd Nieuws.
Hedenmorgen te kwart over tienen
is, van een begrafenis terugkeerende, een rijtuig
met twee paarden bespannen, toebehoorende aan
den stalhouder B. en waarin vier personen gezeten
waren, op de Waardgracht te water geraakt. De
personen, waarvan eenigeu kwetsuren bekwamen,
benevens de paarden werden spoedig gered. De
aldaar aanwezige geneesheer dr. v. IC. achtte de
kwetsuren niet direct gevaarlijk.
Omtrent den burgemeester van Dom
burg, mr. C. II. Elout, die sedert 31 October
zijn woning had verlaten, voorzien van een binnen-
landsch paspoort, zonder dat men weet waar hij
zich bevindt, meldt het Politieblad dat men vreest,
dat hem een ongeluk is overkomen. Den 2den
November, des middags, is hij te Utrecht gezien,
waar hij zeide zich naar 's-Gravenhage te zullen
begeven. Een brief met het postmerk 's-Graven-
haire is sedert ontvnngen,
"Men hetiünert zich dat bij het dezen
zomer gehouden schietconcours door de Officieren-
verecniging der dd. schutterij in Den Haag een
majoor van de Schicdamsche schutterij door een
kogel in den arm werd getroffen en geruimen tijd
in het gasthuis moest worden verpleegd, zonder
dat het nochtans gelukte den kogel te verwijderen.
Thans verneemt men, dat te Schiedam een nieuwe
operatie heeft plaats gehad en het daarbij gelukt
is den kogel uit de wond te halen.
Het te Kralingen op de Bijnspoor-
baau gevonden verminkt lijk is herkend als dat
van zekeren W. G., die te Krimpen aan den IJsel
met zijne moeder woonde. Vrijdag jl. had hij te
ongeveer zes uren zijn huis verlaten om naar een
brand te gaan kijken, die in den Prins-Alexander-
polder woedde. Vermoedelijk is hij op de spoor
baan gegaan en daar door een der treinen geraakt
met het bekende ongelukkig gevolg.
Een der vertrekken van de hoogere
burgerschool te Zaandam prijkt met het portret
van den Bussischen generaal Yasikoff. Gedurende
verscheidene jaren achtereen schonk deze min of
meer aanzienlijke giften tot aankoop van boek
werken, of wel hij zond zelf kostbare boeken ter
bclooning van de meest uitstekende leerlingen. In
den laatslen tijd echter vernam men niets meer
van den milden Bus, die, uit daukbaarheid voor
het onderricht dat czaar Peter I hier eens genoten
had, zooveel belang stelde in die inrichting van
onderwijs te Zaandam. Dezer dagen vernam de
Zaanl. Ct. dat generaal Yasikoff reeds in het
vorige jaar overleden is; daar echter een deel zijner
giften is bespaard om een fonds te vormen, uit
welks renten prijzen kunnen aangekocht worden,
zal de Yasikoff-prijs ook voor het vervolg eene
belooning kunnen zijn voor hem, die ze verdient.
Gisterochtend omstreeks vijf urenis
een hevige brand uitgebroken bij den broodbakker
en landbouwer Hess, aan het Laantje onder de
gemeente Bijswijk. De brand is aangekomen, na
dat de knecht met dorschen was bezig geweest,
in een gebouw, dienende tot bergplaats van ver
schillende soorten granen, in de onmiddellijke
nabijheid van onderscheidene naast elkander staande
hooischelven, waaraan de brand zich spoedig mede
deelde, zoodat daarvan niets kon worden gered.
Door de windstilte en het tijdig aanbrengen van
hulp is het woonhuis gespaard gebleven. De oor
zaak van den brand is onbekend. Naar men
verneemt is alles verzekerd bij de Tielsche
Maatschappij.
Te Weenen is onlangs zekere Ober-
hauer in hechtenis genomen, die onder verdenking
van diefstal stond en reeds meermalen gevange
nisstraf had ondergaan. Toen hij zag, dat hij ook
ditmaal zijne straf niet ontkomen zou, beken
de hij vrijwillig, nog eenige andere diefstallen
gepleegd te hebben, waarvoor in de maand Mei
jl. een ander, Albert Mai ge'neeten, op grond
van de verklaring van zeven getuigen, die allen
verzekerd hadden hem te herkennen, tot 15 maan
den gevangenisstraf veroordeeld was. Hij had dus
reeds een half jaar onschuldig in de gevangenis
doorgebracht, toen de zaak den 6den dezer te
Weenen voor de rechtbank in behandeling kwam,
waarbij echter vermelding verdient, dat het open
baar ministerie alles gedaan bad om die behande
ling zooveel mogelijk te bespoedigen. De zeven
getuigen, die vroeger Albert Mai als den schul
dige hadden aangewezen, verklaarden nu, Oberhauer
als zoodanig te herkennen en deze werd dan ook
veroordeeld, waarna Mai op plechtige wijze on
schuldig verklaard en met vernietiging van het
vroeger vonnis in vrijheid gesteld werd. Op de
vraag des voorzitters, of hij genoegen nam
met de openbaarmaking dezer vrijspraak, ver
klaarde hij, gaarne ook eenige schadevergoeding
te willen ontvangen, en het schijnt, dat hem ook
inderdaad uit een of ander fonds eene toelage
verleend zal worden, hoewel de wet dergelijke
schadevergoeding niet kent. Merkwaardig is het,
dat de getuigen niets tot hunne verontschuldiging
wisten aau te voeren dan de verklaring, dat een
agent van politie hun gezegd had, dat Mai de
werkelijke schuldige was. Wel bestond er eenige
gelijkenis tusschen Mai en Oberhauer, maar deze
was toch niet groot genoeg om de misvatting der
getuigen te verklaren. Zij ontvingen van den voor
zitter der rechtbank dan ook eene zeer scherpe
berisping.
Aan boord van den Engelschen drie
master „Coriuga", kapitein Gibson, komende van
Nieuw-York en bestemd naar Antwerpen, waren
reeds herhaalde malen in volle zee moeielijkheden
ontstaan tusschen de manschappen, ten getale
van twintig. De stuurman slaagde er niet in, de
moeielijkheden te vereffenen. Den 3den November
bemoeide ook de kapitein zich er mede en deed
zekeren Cornu in de boeien slaan. Dit wilde men
niet toelaten. De kapitein wapende zich met zijn
revolver; de bemanning daarentegen nam al wat
zij vond aau ijzeren werktuigen ter hand, om
weerstand te bieden. De stuurman, zijn kapitein
bedreigd ziende, bracht met een bijl een der man
schappen een slag toe boven het linkeroog. De
wonde was hevig en drie dagen later, den 6den
Nov., stierf de gekwetste, James Henry, geboren
te Halifax in 1841. Toen de kapitein op de reede
van Vlissiugen kwam, telegrapheerde hij naar den
Engelschen consul te Antwerpen en vermeldde het
gebeurde. Hij vroeg hulp en bijstand. De consul
gaf van deze dépêche bericht aan den water
schout van de haven te Antwerpen, die onmiddel
lijk de noodige maatregelen nam. Met vijf of
zes man van zijn personeel voer de waterschout
de rivier op tot bijna aan de Pijp-Tabak, waar
hij de „Coringa" ontmoette. Hij nam zes matrozen
in hechtenis en legde ook de hand op den stuur
man, die den bijlslag toebracht. Deze matrozen
werden naar de gevangenis gevoerd en de stuur
man in handen van den eonsul geleverd. liet on
derzoek is begonnen. Het oproer en de doodslag
hadden plaats in volle zee en onder Engelsche
vlag. De Engelsche rechtbanken zullen dus over
de schuldigen te oordeelen hebben.
Te Brussel is overleden de heer M.
Poelaert, de architect van het paleis van justitie
aldaar; te Parijs de schilder Victor Dupré, broeder
en leerling van den beroemden landschapschilder
Jules Dupré.
Onlangs ha'dden te Gloucester twee
onbedachtzame knapen elkaar op een tweegevecht
met het mes uitgedaagd. De een had het ongeluk
den ander doodelijk te wonden. De ook werkelijk
aan zijne woud overleden knaap heeft, om zijn
tegenpartij te sparen, echter tot het laatste toe
verzekerd, dat hij zelf zich de wond had toegebracht.
Zaterdag-avond zijn nabij Bischofs-
heim, tusschen Frankfort en Maintz, twee spoor
treinen tegen elkander ingeloopen. Er werden drie
personen gedood en acht zwaar gekwetst.
Te Londen is eene werkplaats ont
dekt, waar op groote schaal valsche Bussische
papieren roebels gemaakt werden. Op de tafel van
den aanklager waren, toen de zaak voorkwam,
17,000 stuks, benevens een aantal werktuigen
aanwezig.
Te Manchester heeft zich het geval
voorgedaan dat eene vrouw, die plechtig bezworen
had, dat haar man haar eenige tanden uitgeschopt
en verder mishandeld had, in de volgende zitting
onder even plechtigen eed verzekerde, dat er niets
van aan was. Natuurlijk kon de vervolging van
den echtgenoot geen voortgang hebben. De vronw
zeide, dat zij de eerste maal, toen zij voor den
rechter kwam, een weinig beschonken geweest was.
De rechter liet niet na haar te zeggen, dat hare
wijze van doen haar zeven jaren dwangarbeid zou
kunnen berokkenen.
Vyn, de Hollandschc koopman, die
gedurende den oorlog tusschen de Engelschen en
de Zoeloes te Ulundi bleef, zal eene geschiedenis
van dien oorlog uitgeven. Zijn verhaal schrijft hij
in het Hollandsch en de gesprekken van Cetawayo
in het Zoeloesch. Beide zullen te Natal in het
Engelsch worden vertaald en het boek in Enge
land worden uitgegeven. Een klein gedeelte van
Yyn's verhaal verscheen in een Londensch dagblad.
Woensdag is te Munchen het zwaard
gegoten voor het Germania-beeld op het groote
monument aan den Niederwald. Terwijl het zich
liet aanzien dat alles goed zou afloopen, hoorde
men eensklaps een slag alsof er een aantal kanonnen
werden afgevuurd. De werklieden en alle overige
aanwezigen snelden hevig verschrikt naar buiten.
Niemand veronderstelde iets anders dan dat het
werk mislukt was en het zwaard minstens in twee
stukken zou liggen. Den volgenden dag bij het
wegbreken van den vorm vond men echter alles
in orde; het zwaard, wegende negen centenaars,
kwam gaaf te voorschijn.
Onlangs is het concert onder direc-
tie van Gounod te Antwerpen herhaald ten bate
van een fonds tot onderlinge hulp voor de be
oefenaars der muziek te Antwerpen. Gounod zelf
heeft uit dankbaarheid voor het warm onthaal,
dat hem te Antwerpen te beurt viel, aan het hoofd
der lijst voor dit weldadig doel voor 500 fr. in
geschreven.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De „Figaro" spreekt de mededeelingen van den
Parijscben correspondent van de „Times" omtrent
de samenstelling van prins Jéróme Bonapartes
huis tegen, op gezag van een zegsman, die goed
bekend is met de zaken van den prins. De heer
v. Blowitz, zegt het blad ten slotte, schijnt bij
zonder gaarne te willen, dat de regeering der
republiek den prins uit argwaan het land uitzet.
De minister van marine heeft volgens be
richt van het officieuze agentschap vau „Havas"
in overleg met zijne ambtgenooten besloten, dat
twee commissarissen met een der geachtste leden
van de koloniale rechterlijke macht zonder ver
wijl naar Nieuw-Caledonië zullen worden afge
zonden, ten einde er een nauwkeurig onderzoek
in te stellen naar de wijze, waarop de gedepor
teerden aldaar sedert 1872 behandeld zijn gewor
den. Zij zullen van hunne bevindingen omslandige