De tramwaylyn Hollansche Spoor, Kapelsbrug, Plein-Vijverberg in Den Haag is heden voor het verkeer geopend. De prijs van den rit is bepaald op 10 ets. Eene prooednre tusschen de curatoren in het faillissement van L. Pincoffs en de Rotter- damsche Handelsvereeniging is thans aanhangig. De feiten die daartoe aanleiding gaven waren de volgende. In Mei 1879 vroegen de curatoren bij brief aan de R. H.-V., of zij effecten, en zoo ja welke, van L. Pincoffs onder zich had. De R. H.-V. antwoordde dat L. P. een zeer groote som aan haar schuldig was en dat zij daartegen zekere effecten, welke zij opnoemde, in pand had. Ezploiten wer den daarop gewisseld en een deel der effecten door de R. H. V. verkocht. Daarna werd op het restant door curatoren revindicatoir beslag gelegd en ge dagvaard tot teruggave der resteerende en vergoe ding der verkochte effecten. In de gewisselde con clusion erkende de R. H.-V. dat zij als pand effecten onder zich had van Pincoffs; dat, daar diens schuld grooter was dan de waarde der effec ten, zij recht er op had, dat al ware dit niet zoo, de R. H.-V. het voorrecht had als commissionair die de effecten had aangekocht, en dat, zelfs afge scheiden daarvan, zij het recht van retentie had op de goederen van P. als haar lasthebber, alles onder bijvoeging dat haar bekentenis onsplitsbaar was. De eisch werd toegelicht door mr. Driebeek, die releveerde hoe, ondanks protest der curatoren de R. H.-V. effecten bad verkocht en betoogde in hoofdzaak dat krachtens de erkentenis der R. II.-V. vaststond, dat de effecten van P. dus aan de massa in eigendom behoorden, terwijl al wat daarnevens omtrent pand-, commissie- of retentierecht beweerd werd, los was van die erken tenis, en onbewezen. Mr. Goudsmit trad op voor de R. H.-V. Dewijl het, meende pl., hier een reviudicatoire actie is, dienen de eischers hun beweerd eigendomsrecht te bewijzen. Wat de bewijsvoering uit het proces verbaal aanging, merkte pl. op, dat het beweren dat men pandrecht had reeds lang was vooraf gegaan, zoodat deze aanwijzing niets had ge- praejudicieerd. Men steunde alléén op de erkentenis der R. II.-V., en deze was onsp'itsbaar; terwijl men erkent dat de effecten aan Pincoffs behoorden, wordt op een deel het voorrecht van den com missionair, op het geheel het pandrecht beweerd. Men was in gebreke gebleven aan te toonen dat dit elkander zou uitsluiten. Wat overigens vóór de splitsbaarheid was aaugevoerd, was onjuist, de wet zelve 1961 B. W. verklaart ze alleen dan splitsbaar als er daadzaken worden aangevoerd, welker valschheid bewezen wordt. Hier was zelfs de onwaarschijnlijkheid niet aangetoond. Al kon men de schuld niet dadelijk bepalen, ze is daarom niet vlottend, en dat men geen schriftelijke stuk ken wisselde waar P., zelf pres. dir., dagelijks persoonlijk aanwezig was en met den tweeden directeur sprak, was licht te begrijpen. Pl. ont wikkelde daarna het recht van den commissionair en betoogde dat door den eenvoudigen aankoop de commissionair den committent geen eigenaar maakt, zoodat eene tweede levering noodig zou zijn om den committent P. eigenaar te maken, welke levering hier niet bewezen noch beweerd was. Het openbaar ministerie concludeerde gi-teren by monde van mr. baron Van Lijnden tot ont zegging van den eisch aan curatoren en hunne veroordeeling qq. in de kosten. Er werd betoogd dat het niet bewezen was dat P. eigenaar was van de gerevindiceerde effecten. Noch in de som matie der R. II.-V., noch in hare brieven werd zoodanig recht erkend; de erkentenis ia de pro cedure ging niet verder dan volgde uit de vooraf gaande feitelijke uiteenzetting, en uit deze was het beweerde eigendomsrecht niet noodzakelijk af te leiden. Men kon toch, de wet zelfs voorzag het geval, goederen in pand geven, zonder eige naar te zijn; men kon door een commissionair voor zich laten koopen en deswege aan dezen ver bonden zijn zonder nog eigendomsrecht te hebben op de gekochte effecten. Zelfs het feit dat effec ten op naam van P. stonden, werd nog geen be wijs geacht dat ze hem toebehoorden. Een recht- streeksche erkentenis omtrent P's eigendomsrecht was door de R. H.-V. niet gedaan, doch al ware dit zoo, dan nog zou die erkentenis zóóals ze ge daan is, onsplitsbaar zijn. Het tweede bewijs, waarop curatoren zich beroepen hadden, het pro ces-verbaal van het arrest, achtte Z. E. A. even zeer onvoldoende, dewijl het feit der aanwijzing van de quaestieuze eflecteu in geen rechtsverband stond tol de vraag, om de aan P. toebehoorende effecten aan te toonen. De uitspraak is bepaald op 17 Nov. a. s. Uit een huis op de grens van Saint- Denis zagen de in de nabijheid geposteerde sol daten een man komen, geheel met bloed bedekt en die onder het loopen onverstaanbare woorden uitte, terwijl hij gevolgd werd door een jong- mensch met een revolver. Beiden werden in ar rest genomen en nu bleek het,, dat de eerste per soon, die reeds geruimen tijd een gehuwde dame, in dat huis woonachtig, met al te groote beleefd heden vervolgde, daarioe ook ditmaal weder daar was gekomen. De dame, een vrouw van onbe sproken gedrag, had zich, om de lastige tegen woordigheid van den onbeschaamdea indringer te ontgaan, naar de binnenplaats begaven, waar een dienstbode met eenig werk bezig was, en daar had haar vervolger twee pistoolschoten op baar gelost, gelukkig echter niet doodelijk. Den derden kogel joeg hij zich zeiven door het hoofd, doch ook deze wond was niet levensgevaarlijk, en zoo ont snapte hij, achtervolgd door den broeder der dame, die den moordlustigen don Juan geducht toeta kelde met zijn eigen, thans ongeladen revolver. Bij den booswicht vond men een brief aan den commissaris van politie van Saint-Denis, waarin hij kennis gaf van zijn voornemen om de door hem vervolgde vrouw en zich zeiven van het leven te berooven, en tevens verzocht dat beide lijken op dezelfde plek zouden worden begraven. De justitie zal thans wel zorgen, dat vooreerst aan zijn verlangen nog niet wordt voldaan. Uit een statistiek der scheepvaart over 187S blijkt dat gedurende het tijdvak van 1 September 1877 tot 31 December 1878 bet getal zeerampen op de Nederlandsche kust was 34, verdeeld naar de vlaggen als volgtBritsche 8, Deensche 4, Duitsche 7, Eransche 1, Neder landsche 7, Noorsche 4, Zweedsche 1, onbekend 2. Het daarbij omgekomen getal schepelngen was 36, dat der omgekomen passagiers 3. liet getal zeerampen, aan Nederlandsche schepen buiten de kusten van het koninkrijk overkomen, was 49, waarbij omkwamen 39 schepelingen en 4 passagiers. Het gelieele getal wrak geworden of vergane Neder landsche schepen was 32, tegen 34 in 1877. In laatstgenoemd jaar kwamen om 84 schepelingen en 87 passagiers. Uit Madrid wordt gemeld dat door het zwellen der rivieren Mundo en Segura het dal van Murcia overstroomd isde schade wordt op 15 millioen fr. geschat; men heeft verscheidene mensclienlevens te betreuren. De tslagraphische ge meenschap tusschen Madrid en Murcia is afge broken. In Andalusië woedt een hevige stormde straten van Mala; a staan onder water. Te Laischew, in het Russische pou- vernement Kasan, werd onlangs een bruiloft ge houden. Na afloop van het feest bleven de meeste gasten, die allen in staat van dronkenschap ver keerden, aldaar ten huize van het jonggehuwde paar overnachten. Eenigen tijd nadat alien zich ter ruste hadden begeven, ontstond er brand in het huis, met het gevolg dat alle daarin aanwezige personen in de vlammen omkwamen. Alleen de vader van den jonggehuwden man is er uit ont vlucht, maar heeft zulke zware brandwonden be komen, dat er geen vooruitzicht bestond op herstel. In Zuid-Rusland, in het stadje Ge- nyesk, zijn onlangs 30 personen gestorven na het eten van eene zekere soort van visch, die als haring gezouten was en toebereid. Een groot aantal andere personen, die eveneens, maar minder van die visch gegeten hadden, werden ongesteld en leden hevige pijnen, doch herstelden. Waar door de vergiftiging is ontstaan, door de visch of door het zout of door nog aadere ingrediënten, is nog niet uitgemaakt. De Zwitsersche bondsraad heeft be paald dat Italië voor het jaar 1879 aan de Gotthard- maatschappij 5,727,705, Duitschland 3,058,787 en Zwitserland 2,872,776 fr. subsidie zal verleeuen. Van deze laatste som zal de bond 414,023 en zullen de betrokken cantons 2,485,753 fr, bijdragen. In 1878 betaalde de Eransche regee ring premiën voor het afmaken van 53 leeuwen en 49 leeuwinnen, 575 panters, 1072 hyena's en 14,784 jakhalzen in Algerië. Voor een leeuw en een panier is de premie 50 fr., voor een jak hals 2 fr. BUITENLAND. Duitschland. De „N. A. Z." meldt dat de commissie voorbuitcn- laudsche aangelegenheden uit den bondsraad gisteren bijeengeroepen werd om kennis te nemen van den tegenwoordigen politieken toestand. De plaats vervanger van den rijkskanselier, graaf Stolberg, deelde den gewenschten uitslag mede, waarover de leden der commissie ten volle tevreden moe ten zijn. België. Aangaande de nederlaag der liberalen bij de te Brugge gehouden verkiezing voor een lid van den Senaat, volgens liberale organen zonder be- teekenis en door de schandelijkste prakniken ver kregen, volgens de clericalen daarentegen voor het ministerie eeu verpletterend vonnis, schrijft de „Nord", welke misschien als het ei nige on partijdige blad in dezen is aan te merken, dat men zich moeilijk in de ware beteeke;, s er van vergissen kan. „De kiezers", zoo luidt haar oor deel, „zijn geroepen geworden om hun g> voelen te doen kennen op eeu oogenblik, dat de beroering ten gevolge van de toepassing der nieuwe onder wijswet op het hoogst is, vooral te Bru ge, waar een conflict tusschen het gemeentebestuur en de regeering ontstaan is wegens het geven an gods dienstonderwijs door de gemeentelijke onderwij zers. Onder deze omstandigheden is de overwin ning van den roomsch-katholieken candidaat des te kenscbetsender omdat de laatste ht .ieuingen der kieswet die partij eeu vrij groot aantal kiezers had doen verliezen." De „Etoile beige" maakt een n; nw, zeer krachtig artikel openbaar; ditmaal de af itiugder burgemeesters vragende, die de uitvo* ^ing der wet op het lager ouderwijs tegenwerken. Het blad is verwonderd over de zwakheid der tv.geering. De „Bien Public" vermeldt, in rijd met de verzekeriug vau het „Journal de L -ge", dat de Belgische bisschoppen geene nieuwe nstructie aau de pastoors gezouden hebben. De werkstakers vereenigden zich gisteren te Chateleau om een tot de Internationale behooren den redenaar van Brussel te hooren Ten gevolge van misverstand maakte de gewapende macht die zich in de nabijheid bevond op de vergader den een charge, ten gevolge waarvan verscheide ne werklieden werden verwond. De orde i hersteld. Oostenr.-Honjr. Monarch Ie. De oppositie in bet Ilougaarsche volkbnis schijnt een wapen tegen de Regeering te willen maken van het in vele gewesten heerschendc g' brek ten gevolge van misgewas, dat hier en daar zoo ern stig was dat er zelfs geen zaaikoreu voorhanden bleek te zijn. De Regeering beeft intussrhen reeds aanschrijvingen aan de districtsbestureu gericht om inlichtingen aangaande den toestand te ver krijgen en maatregelen genomen om za. ikoren te kunnen uitdeelen waar het noodig is. Zij zal dns in het volkshuis kunnen verklaren dat <ie Regee ring doet wat mogelijk is om den nood te leni gen, maar uit het feit dat de opbrengst der be lastingen in de eerste helft van dit jaar elf mil lioen grooter was dan in het vorige jaar, maakt men op dat de nood niet zoo groot is als de op positie het wil doen voorkomen. Het bij den rijksraad ingediende voorstel betreflende het toekomstig beheer van Bosnië en de Herzegowina, kent aau de Oostenrijksche en Hon- gaarsche parlementen, zoowel als aau de regeering, het recht toe, om tusschen beide te komen in het bestuur dezer provinciën, welke voortaan onder het gemeenschappelijk rijksbeheer gesteld zullen worden, waar het maatregelen geldt in verband met de begrooting (die voor het eerst zal worden opgemaakt in overeenstemming met de opbrengsten van beide provinciën), en andere geldelijke aange legenheden, zooals het overschrijden der begroo ting en het verschaffen van geld voor werken van blijvend nut. Verder worden geregeld de heffing der in- en uitgaande rechten, der belastingen en het munten van geld, benevens de betrekkingen tusschen de genoemde provinciën en de monarchie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2