lompen in ontvangst genomen liad van de firma
A. Cohen en Co. te Londen. De lading was hoog
verzekerd en er bestaat geen twijfel, of het geheele
schip zou een prooi der vlammen geworden zijn,
als de brand op zee was uitgebroken. Een onder
soek zal worden ingesteld.
Wederom is een der onder het tweede
Keizerrijk befaamde personages overleden, namelijk
Cora Pearl. Naar men zegt, had deze vrouw, om
hare vermagering te keer te gaan, de toevlucht
genomen tot rattekruit en daarvan eindelijk zulke
onmatige hoeveelheden gebruikt, dat zij er onder
bezweek.
BUITENLAND.
Duitschland.
Wilhelm Yon Bismarck, de tweede zoon van
den rijkskanselier, zal eerstdaags naar Straats
burg gaan ter vervulling eener betrekking in het
kabinet van den gouverneur veldmaarschalk Von
Manteuflel.
Turkije.
Aan de „Polit. Corr." wordt gemeldDe
Grieksche gevolmachtigden hebben last ontvangen,
hunne laatste verklaring te handhaven, dat Grieken
land de discussie op grond van het 13de protocol
van het Berlijusche congres aanneemt, en den vorm
der verklaring van de hand te wijzen, dien de
Porte had voorgesteld, volgens welken Griekenland
zou aannemen, over de grondslagen van het 13de
protocol in discussie te treden.
"Veroenigtle Staten.
Volgens berichten uit Utah hebben de Indianen
den 29sten September de troepen der Unie in
Colorado aangevallen. Het gevecht duurde den ge-
heelen dag. Zeventien blanke soldaten en een
officier zijn gedood. Er is dadelijk versterking der
waarts gezonden, doch men vreest dat alle per
sonen der nederzetting aan de Roode rivier ver
moord zijn.
Telegrammen.
KONSTANTINOPEL, 2 October. De sultan
heeft den heer Malet verklaard, dat hij het Ber-
lijnsche verdrag trouw zal nakomen. Hij deelde
verder mede, dat hij last had gegeven om het
evenwicht ia de financiën te herstellen en den
staatsschuldeischers 1 of 1pet. aan te bieden.
MADRID, 2 October. De quaestie met de
republiek van St.-Domingo, wegens het aanhouden
aan boord van een Spaansch vaartuig van twee
Dominicaansche generaals, die later werden ge
fusilleerd, is afgeloopen. Volkomen voldoening is
aan Spanje verleend en de vlag dier mogendheid
werd te Porto-Plata met 21 kanonschoten begroet.
Bovendien heeft de regeering der republiek be
sloten tot het afzetten der overheden, die het
terdoodbrengen der beide generaals gelastten en tot
betaling van eene aanzienlijke schadeloosstelling aan
de nagebleven betrekkingen.
De hertog De Bailen, een vriend van Ca-
novas del Castillo, is belast naar Weenen te
gaan, ten einde uit naam van koning Alfonsus
de hand der Oosteurijksche aartshertogin te gaan
vragen. Deze keuze wordt beschouwd als een be
wijs van den invloed van Canovas en als een ken-
teekeu van zijn aanstaanden terngkeer tot het gezag.
LEIDEN^ 3 October.
Tot broeder der orde van den Nederland-
schen Leeuw is benoemd de heer C. A. Emeis,
custos der bibliotheek aan de universiteit te Leiden.
Naar men verneemt zal de raad van state
bij het Nederl. gezantschap te Londen, jhr. mr.
D. A. W. Van Tets, als chef van het kabinet
werkzaam worden gesteld aan het departement
wan buitenl. zaken te 's-Hage, ter vervanging van
geaaf Van Bylandt, minister-resident bij de hoven
wan Zweden en Noorwegen en Denemarken.
Bij het in Den Haag gehouden diplomatiek
examen is ook het radicaal van secretaris van
legatie toegekend aan den attaché bij het diplo
matieke corps jhr. mr. Van Weede.
In de zitting van den hoogen raad is heden
als advocaat beëedigd mr. J. E. J. M. Van
der Kun.
Algemeene vergadering en inwijding
DER KWEEKSCHOOL
voor Zeevaart te loeiden.
Juist een jaar nadat van het nieuwe gebouw door
de jongejuffrouw Juta de eerste steen gelegd was, had
hedenmiddag in de gymnastiekzaal van het oude ge
bouw na twee jaren weder een algemeene ver
gadering plaats. Die vergadering werd tevens bijge
woond door het gemeentebestuur van Leiden, leden
van den gemeenteraad, een aantal uitgenoodigde stad-
genooten, afgevaardigden van in andere plaatsen ge
vestigde sub-comités, hoogleeraren onzer universiteit
en militaire autoriteiten zoowel van de zee- als van
de landmacht.
De Kroonprins had zich door zijn adjudant J. E.
N. baron Sirtema van Grovestins doen vertegenwoor
digen en de minister van marine door zijn adjudant
den heer De Ruyter de Wildt. Ook de vervaardiger
van het te onthullen borstbeeld van wijlen den cere-
voorzitter Prins Hendrik, den heer B. Van Hove, was
ter vergadering tegenwoordig.
Toen de notulen van de vorige vergadering waren
gelezen en goedgekeurd stond de voorzitter dr. Rut
gers van der LoefI op om tot de vergadering het woord
te richten.
Wel was deze vergadering op de gewone wijze
belegd, maar zij had toch een buitengewoon voor
komen, getuige vooral dat zij talrijker bezocht werd
dan eene harer voorgangsters. En daar was ook reden
voor! Immers, de uitvoering van hetgeen voor onge
veer twee jaren aan de Commissie was opgedragen, heeft
heden haar volle beslag gekregen en het nieuwe gebouw
der Kweekschool zou worden ingewijd. Dit nieuw ge
bouw mag, als voor deze Kweekschool bestemd, op
zich zelf reeds een opwekkend levensteeken zijn. In
korte trekken ging de redenaar den oorsprong en
het doel der stichting na, waardoor de plechtigheid
een hoogere beteekenis kreeg. Ofschoon de blik on
willekeurig ietwat verduisterd wordt door het hul
sel daarboven in den gevel, dat thans nog de buste
van den veelbeminden en algemeen beweenden Prins
bedekt, toch moest spr. er allereerst groot gewicht
op leggen dat de ledige plaats van den diepbetreur-
den voorzitter wederom vervuld is, en wel op de meest
waardige wijze, door het optreden van den Prins van
Oranje, wien daarvoor hulde en dank werd gebracht.
In den verderen loop zijner rede verklaarde spr.
dat de uitvoering door de Commissie geheel in over
eenstemming is met het door de algemeene vergade
ring vastgestelde plan van reorganisatie. Die Commissie
legde thans haar mandaat neder. Er kon echter met
genoegen op gewezen worden, dat de aanblik van het
nieuw gebouw terstond doet denken dat men niet
alleen te doen heeft met een gewrocht van hout of
steen, maar met een voorwerp van organisch leven,
hetwelk zich zijne eigene vormen en werktuigen schept,
overeenkomstig met zijn eigenaardige behoeften en
naar gelang van den aard en het doel van zijn bestaan.
Niet altijd was het vooruitzicht der Kweekschool zoo
schoon geweest als thans, want kort voor hare uitbrei
ding werd haar gansche levensprooes met verstoring,
zelfs met vernietiging bedreigd. De daartegen genomen
maatregelen eindigden echter daarmede, dat niet slechts
deze nieuwe stichting, maar ook nog menige andere
bepaling werd verkregen, die de verzekering kon geven
dat het leven der Kweekschool gered en tegelijk ge
waarborgd was, althans voor 26 jaar. Hetgeen daar
toe gedaan was, werd door allen gewaardeerd en
kwam hare eerste wording ten goede. Sedert dien tijd
onderging de instelling menigerlei wisselingen, doch
steeds behield ze een philanthropisch-nationaal karak
ter. Daarbij werd door spr. de verhouding der instel
ling tot de hooge regeering in cenige bijzonderheden
nagegaan. De logica der feiten voorspelde een crisis
en een regelmatige hervorming kwam tot standwaar
door op dezen huidigen dag, het feestgetijde van de
intrede der instelling, eene nieuwe levensperiode is
aangebroken. Aan de twee staatslieden vooral, die
tot deze gunstige beslissing hadden medegewerkt, werd
rechtmatige hulde gebracht. Aan de beide laatste
ministers van marine is het bovendien te danken dat
onze Kweekschool in het kader der vorming van den
matrozenstand is opgenomen. Van den tegenwoordigen
minister mocht men dezer dagen daarbij de verzeke
ring zijner onveranderde gezindheid van vroeger ont
vangen.
Het Pygmalionsbeeld, waaraan wij zoo lang gearbeid
hebben, is een verwezenlijkt ideaal geworden. De
Kweekschool staat daar voor ons als eene bruid voor
het altaar, die fier in het rond ziet, zich bewust van
den ernst harer toekomstige rechten en plichten.
Moge dat pleegkind door aller medewerking philan-
thropisch een zegen zijn voor ons volk en nationaal
een steun voor den Staat in de behartiging van de
belangen zijner vloot Voor eene goede verwachting
zoeken wij grond in haar verleden. Tot hiertoe heeft
zij groot nut gesticht en velen danken hun behoud
aan de Kweekschool. Onze kweekelingen hebben zich
over het algemeen een goeden naam op de vloot ver
worven. Er laat zich dus nog meer verwachten, wan
neer de philanthropic, haar werk voortzettende, den
geheelen aankomenden matrozenstand omvat.
De klacht over de impopulariteit der marine en
het gemis van lust en geest wordt reeds minder ge
hoord en de Kweekschool werkte krachtig mede tot
eene gunstige verandering in de openbare meening.
De ongeschikte wachtschepen zijn door eene staats
instelling van methodisch onderwijs vervangen, zoodat
het opvoedende element de verdere opleiding vooraf
gaat. Thans kan er worden gewezen op eene voor
ieder openstaande, door den Staat erkende gelegenheid
om zonder pressie van handgeld of anderen dwang
zich aan 's rijks dienst te verbinden. Onze instelling
gaat dus niet zonder zelfvertrouwen de toekomst te
gemoet. Aan de hooge bescherming van den Koning
en den Troonopvolger mag niet getwijfeld worden.
Heeft de Regeering getoond voor de Kweekschool in
de bres te willen springen, de Vereeniging, die de bur
gerij vertegenwoordigt, is door haren titel reeds een
waarborg van zedelijke en stoffelijke ondersteuning.
De Hoofdcommissie gaf bijna 25 jaren blijk van vol
harding in het opofferen van tijd en kracht, en heeft
daarbij thans door een bekwamen directeur uit haar
midden ook de degelijkheid van haar oppertoezicht nog
verzekerd. De hulpcomités zullen in medewerking niet
vertragen, waar men kan wijzen op den roem van te
zamen meer dan twee derden van het geheele getal
der oud-kweekelingen tot betere menschen en bruik
bare dienaren van den Staat te hebben gemaakt. Alle
wenschen en aanbevelingen voor de toekomst komen
neer op aandrang tot krachtsinspanning onder de leuze
„Eendracht maakt macht. Concordia res parvae
crescunt!"
De 3de October was het middelpunt van de geboor
tegeschiedenis der Kweekschool, de dagteekening dei-
inwijding van haar eerste gebouw en werd ook ge
graveerd op den eersten steen van het grootere, waar
van heden de voltooiing gevierd wordt. Wanneer deze
school, al kan zij zich in de verte niet meten met
hare oudere, hoogere zuster, op dezen dag reeds
haar nieuwe gebouw mag inwijden zou men dan
niet juichen over dit voorrecht?
Straks bij de onthulling van het borstbeeld in den
gevel zal eene waardige hulde gebracht zijn aan eene
dierbare nagedachtenis. Eerst dan, wanneer dit ge
bouw den eeretitel zal mogen dragen van Prins-
Hendrikschool, zal op de inwijding heden het laatste
zegel gedrukt zijn.
De rede van den geachten spreker werd bij tus-
schenpoozen met toejuichingen van de zijde der ver
gadering begroet.
Na deze openingsrede bracht de secretaris-directeur
een belangrijk verslag uit van den toestand der ver
eeniging gedurende de beide laatste jaren, dat tevens
over het algemeen gunstig luidde. Wij stippen er het
volgende uit aan.
In de eerste plaats werd in dat verslag in herin
nering gebracht dat naar aanleiding van de voorge
nomen reorganisatie van het ministerie van marine
de kennisgeving was ontvangen, dat ten behoeve van
de instelling een toelage van het rijk werd toege
zegd. In verband daarmede werd in de vergadering
van 25 Jan. 1878 de luit. ter zee 1ste kl. C. H. De
Goeje tot directeur benoemd, die den 18den Febr.
d. a. v. in functie trad. Dit was de eerste stap voor
de nieuwe reorganisatie, waarna ten spoedigste maat
regelen moesten worden genomen om tot den aan
bouw tot uitbreiding te kunnen overgaan.
Ten gevolge van onderhandelingen met het rijk
werd de toelage van f 10,000 voor 1878 veranderd
in een jaarlijksche toelage van f 10,000 gedurende 26
jaar, terwijl Prins Hendrik weder tevens toonde wat hij
voor de instelling was, door de garantie en de rente
van aflossing van.het op te nemen kapitaal te ver
zekeren. Er werd mede vergunning verkregen om zijn
borstbeeld en naam in het nieuw te stichten gebouw
te plaatsen, dat thans als een hulde aan zijne nage
dachtenis het gebouw zal sieren.
De aanbesteding had den 31sten Juli 1878 plaats
aan den laagsten inschrijver den heer S. Van Leeuwen
alhier en de werkzaamheden waren spoedig zoo ver
gevorderd, dat den 3den Oct. van dat jaar de eerste
steen van den bovenbouw kon gelegd worden, welke
plechtigheid op huishoudelijke wijze geschiedde. Nog
vóór den winter was het werk onder dak. Daardoor
konden de werkzaamheden van binnen worden voort
gezet. Om het oude gebouw in verband met het nieuwe
te brengen, waren er echter nog andere te verrichten
zoo ook tot uitbreiding van het exercitieterrein en
de aanlegplaats voor sloepen, door aanplemping, waartoe
toestemming en ondersteuning van den gemeenteraad
werd verkregen.
Voor de uitvoering van het werk werd in het ver
slag hulde gebracht aan den architect den heer C.
Blansjaar; immers, alles moest er netjes uitzien en
toch niet te veel geld kostenzoomede een woord
van lof aan den heer P. G. Lancel, die hem zoo flink
ter zijde stond tot gelukkige voltooiing van het werk.
Wat den inwendigen toestand betreft, werd er in
de eerste plaats gewezen op alles wat Prins Hendrik