Vrijdag 3 October. A0. 1879. MUZIEKUITVOERING N°. 6021. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAJET: Toor Leiden per 8 maanden.LAO. 'Franco per post.......1.40. Afzondedvke Nomnjeraa 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zonr en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTEKTTEN t V» 16 regel.1.05. Iedere regel meer0.17$. Grootere letton nur ptulsnlmto. STADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter kennis van de ingezetenen, dat op aanstaanden "Vrijdag- 3 October, den gedenkdag van Lei- deps Ontzet, eene zal gegeven worden des namiddags van twee uren tot halfvijf door het muziekcorps van het 4de regiment Infanterie op de Koornbeursbrug en des avonds van acht uren tot hal/elf door het muziekcorps der dienstdoende Schutterij aan de Beesten markt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, V. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 1 October 1879. BURGEMEESTER EH WETHOUDERS tam BEIDEN, Gezien het adres tan de firma VERKOUW en STOK- HUYZEN, houdende verzoek tot plaatsing van eene stoommachine met ketel in het perceel aan den Middelweg n*. 7 Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Jani 1875 (Staatsblad a°. 95); Geven bij deze kenni9 aan het publiek dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeeatc ter visie gelegd isalsmede dat op Donderdag 16 October a. s., 's voormiddags te elf ureD, op het Raadhuis, gelegenheid zal werden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te breagan. Bargemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester. 2 October 1879. E. KIST, Secretaris. Het feest van den 3den October. Weinige nren nog, en weder ral de aloude 3de October, de dag van Leidens ontzet, zijn aangebroken. Die dag heeft ditmaal een bijzondere betceke- nis. Niet alleen toch dat hij zal gewijd zijn aan de herdenking van het roemruchte historische feit waarvan de gedachtenisviering als bij aartsvader lijke overlevering van ouders op kinderen over ging, zoodat zij tot in onze dagen in stand bleef neen, ook op een daadzaak van het heden, van onmiddellijk belang ook voor de toekomst zal de dag van morgen ons wijzen. Maar het behoeft immers niet in herinnering te worden gebracht, dat wij spreken van de inwij ding van het nieuwe gebouw eener stichting, die ons allen lief is geworden, van de Kweekschool voor Zeevaart, van de Prins-Hendrik-school ons lief geworden in meerder mate dan ooit te voren. Of voelt men zich niet met dubbele banden gehecht juist aan datgene, wat ons eenmaal dreigde te ontvallen? En het ligt zeker een ieder nog versch in het geheugen het is nog zoo heel lang niet geleden welke donkere wolken zich boven de Leidsche Zeevaartschool samenpakten. Maar gelukkig, het dreigend onweer werd afge wend en de gewijzigde bestemming, aan de oude Kweekschool gegeven, werd ofschoon een gevolg juist van hetgeen aanvankelijk een dreigend gevaar scheen, een waarborg te meer voor het blijvend bestaan der Prins-Hendrik-school. Een schoone naam voorzeker, dien de her nieuwde stichting voortaan zal dragen, een naam, die ook op den heuglijken feestdag dec inwijding ons een woord van ernst, va» weemoedige herin nering op de lippen brengt. Hoe levendig nog staat by hen, die het voorrecht genoten er bij tegenwoordig te zijn, het oogenblik voor den geest, toen, nu juist een jaar geleden, de eerste steen der nieuwe stichting werd gelegd door de teedere hand van het zevenjarig dochtertje van een geacht ingezetene, aan wiens algemeen erkende verdien sten jegens de Zeevaartschool naast die van zooveel anderen door die plechtigheid een welverdiende hulde werd gebracht. Maar toen ook was er zeker niemand onder de aanwezigen, of hij dacht met erkentelijkheid terug aan al wat de toenmalige vorstelijke eerevoorzitter voor de Leidsche Kweek school had gedaaneen ieder besefte het, dat het ongetwijfeld ook voor een groot deel aan 's Prinsen veelvermogenden invloed was te dauken, dat de een oogenblik bedreigde instelling op nienwe en hechter grondslagen werd gevestigd om met een gewijzigden werkkring zich een duurzaam be staan verzekerd te zien. En thans? Die doorluchtige beschermer is der Zeevaartschool ontvallen, en met de vreugde op den inwijdingsdag van morgen mengt zich de smartelijke herinnering aan dat onherstelbaar ver lies. Ons wacht het plechtig oogenblik der onthul ling van 's Vorsten borstbeeld, dat voortaan boven den ingang der Prins-Hendrik-school zal prijken. Voorzeker, Leidens ingezetenen mogen het zich tot een ecre rekenen, dat zij de eersten waren die de gelaatstrekken van den beminden Prins in duurzaam metaal deden weergeven en daardoor opnieuw hulde brachten aan de nagedachtenis van den trouwen raadsman des Koniugs, den liefheb benden echtgenoot, den wakkeren vlootvoogd, den beschermer van handel en nijverheid, den steun der Kweekschool voor Zeevaart. Daarom ook met opgewektheid feestgevierd op dezen 3den October. Herinneringen van smarte- lijken aard mogen thans den boventoon niet voe ren. Door daaraan toe te geven zouden wij aller minst handelen in den geest van den te vroeg aan het Vaderland ontvallen Prins, die in zijn nut tig werkzaam leven ons allen een voorbeeld was. Ofschoon bij den dood zijner eerste gemalin door de diepste smart getroffen, zat hij niet werkeloos neder, maar zocht troost in nuttig te zijn en het goede te doen. En dien troost heeft hij ook gevonden en daar door tevens de kracht en den moed om zijn aan dacht en zijn zorg ook aan het schijnbaar kleine te wijden. Daarvan weten de jongens der Kweek school mee te spreken. Of zou het hun niet nog versch in het geheugen liggen, als ware het pas gisteren gebeurd, hoe de Prins in de eerste dagen nadat hij zijn tweede gemalin naar het Vaderland had gevoerd, ook te midden der feestvreugde aan de knapen der Leidsche Kweekschool voor Zee vaart dacht en die vreugde eerst volkomen achtte, toen de jeugdige Prinses Hendrik uit de hand van een dier jongens op zoo minzame wijze een bloem ruiker had aangenomen? Dat alles zullen zij zich herinneren telkens als zij het beeld boven aen ingang der Kweekschool, als zij het geschenk der Leidsche burgerij zullen aanschouwen, en in die herinnering zullen zij aan sporing te meer vinden tot trouwe plichtsbetrach ting, en daarom Jeugdige Janmaats van 't nieuwe geslichtl 't Beeld van den Prins, waar je blikken op staren, Roept het je toe: doet steeds moedig je plichtl Hij ook heeft eervol de zeeën bevaren. Jeugdige Janmaats, 't is goed, dat je 't weet: D'Admiraal deelde je lief en je leed. En nu, jongens, vroolijk feest gevierd! Zoo'n 3de October konrt niet licht voor je weder. LEIDEW, 2 October. Heden zijn aan de hoogeschool alhier bevor derd tot doctor in de rechtswetenschap de heeren H. Godefroi, geb. te 's-Hertogenboscb, met aca demisch proefschrift, get.„Verhoor op vraagpun ten", en R. L. Scholten, geb. te Amsterdam, met academisch proefschrift: „Over makelaars in zee assurantie." Om lid van het Leidsche studentencorps te worden, hebben zich tot heden 82 nieuwe stu denten doen inschrijven. De ontgroening zal dit maal vroeger dan andere jaren, waarschijnlijk reeds den lOden October a. s., plaats hebben. Nog steeds verkeert het onderwijs in de artsenijbereidknnde en de toxicologie aan de uni versiteit alhier in denzelfden toestand van vóór nu ongeveer twee jaren, dat nl. de hoogleeraar door volslagen gemis aan laboratorium en hulp middelen ten eenenmale in de onmogelijkheid is college te geven en dientengevolge nog steeds hen, die zich voor het doctoraat in de pharmacie of het apothekers-examen wenschen voor te berei den, naar andere inrichtingen moet verwijzen. De sóm van 3000, thans op de staatsbegroo- ting voor 1S80 uitgetrokken, is derhalve, zoo schrijft men van hier aan het Pharm. Weekblad, de vrucht van herhaalde teleurstellingen in die twee jaren ondervonden en het geduld,gedurende dien tijd geoefendde vervulling der beloften den hoogleeraar voorgespiegeld, dat hem, gelijk hij als voorwaarde had gesteld bij de aanvaarding van het professoraat, een afzon derlij k laboratorium zoude ter beschikking gesteld wordenhet eind resultaat van de pogingen door de curatoren, door personen, die daarop middellijk of onmiddellijk invloed konden uitoefenen en door den hoogleeraar zeiven bij de hooge regeeriug aangewend, om ver betering in dien gebrekkigen toestand te brengen de wijze waarop te gemoet wordt gekomen aan de bezwaren van den volksvertegenwoordiger dr. Idzerda, toen deze reeds bij de behandeling der staatsfce- grooting voor 1879 in juiste bewoordingen de billijkheid deed uitkomen dat in de behoeften van het pharmaceutisch onderwijs te Leiden einde lijk werd voorzien Hoe de hoogleeraar, met f 3000, zelfs aan de allereerste eischen van laboratorium en hulp middelen voor zijn onderwijs zal kunnen te ge- moet komen, is een raadsel, doch in het belaDg der wetenschap en van het onderwijs wordt het eene dringende noodzakelijkheid geacht, dat op meer ernstige en meer afdoende wijze worde ge handeld Dat Nederlandsche namen en titels van boeken in artikelen der buitenlandsche pers op zonderlinge manier kunnen verhaspeld worden, is van algemeene bekendheid; maar zelden is men met dat verminken lomper te werk gegaan dan in een opstel van den Leidschen hoogleeraar Prins, voorkomende in het laatst verschenen deel van het „Zeitschrift für Praktische Theologie" van prof. Bassermann en dr. Ehlers. De schrijver mag het met alle recht betreuren, dat hij niet in de gelegenheid is gesteld, de drukproeven na te zien. Ware dat het geval geweest, zijn leermeester Clarisse zou zeker niet Claniss gedoopt zijn en prof. Heringa niet bij herhaling Heringer zijn genoemd. Zoo wordt de bewerker der „Pastoral- theologie" van Claus Harms W. Sarwey genoemd in plaats van "Verwey. Prof. Muurling heet Umer- ling, prof. Van Oosterzee Van Osterzee; prof. Tiele wordt aangeduid als Thiell, de kerkelijke, boogleeraren Lazonder en Goo9zen worden ons

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1