beschikt op zijn verzoekschrift, om inzage zoo van
de toen ter visie liggende, als van de volgende
kohieren der plaatselijke directe belasting naar het
inkomen in die gemeente, dienst 187879. De
minister geeft de redenen op waarom naar zijn
inzien geen redelijke twijfel kan zijn dat de ter-
visielegging, in de artt. 264 en 265 der gemeente
wet bevolen, moet beschouwd worden als eene
formaliteit ten behoeve van een ieder die er belang bij
heeft. Weigering van inzage aan een bloot belang
stellende, die daardoor in zijn recht van verdedi
ging als belastingschuldige niet verkort wordt,
schijnt hem noch met de wet noch met het alge
meen belang in strijd.
De Stoompost bericht dat de gelijkstelling
der tarieven voor het spoorwegverkeer uit Duitsch-
land naar Vlissingen met die voor Dordrecht en
Rotterdam, dank zij de welwillende medewerking
van den nieuwen directeur-generaal der Exploitatie
maatschappij, verkregen is. Morgen treden de
nieuwe tarieven in werking.
Door de Nederlandsche regeering was op
de internationale tentoonstelling te Munchen de
verzameling bouwkunstige teekeningen ingezonden,
welke vervaardigd waren onder leiding der voor
malige commissie van rijksadviseurs voor de monu
menten van geschiedenis en kunst. Deze fraaie
verzameling heeft de aandacht van de jury ge
trokken en in hooge mate hare belangstelling ge
wekt. Intusschen mogen volgens het reglement
aan collectieve tentoonstellingen geen bekroningen
uitgereikt worden. Het comité der tentoonstelling
hteft bericht, dat blijkens het jury-protocol van
20 September de jury aan deze teekeningen een
eerediploma wenschte toe te kennen, en dat, wijl
het reglement collectieve inzendingen van de
mededinging uitsluit, omtrent deze verzameling
een bijzondere vermelding in het verslag omtrent
de tentoonstelling zal opgenomen worden.
Na heden afgelegd diplomatiek examen is
jhr. mr. Michiels van Verduynen toegelaten om
tot secretaris bij eene legatie te worden benoemd.
Gisteren zijn aan de hoogeschool te Gronin
gen bevorderdtot doctor in de wis- en natuur
kunde de heer H. A. J. Meyer, geb. te Brielle;
tot doctor in de geneeskunde de heer M. Bolt,
geb. te Aduard, en tot doctor in de godgeleerd
heid de heer A. G. Van Hamel, geb. te Haarlem.
Den 17den September 11. is namens de
synode der Chr. Geref. kerk aan den minister van
binnenlandsche zaken in eene bijzondere audiëntie
een adres overhandigd, waarin, naar aanleiding
van de vervolging van een schutter te Edam,
wegens het niet opkomen ter exercitie op een Zon
dag, 's ministers bescherming wordt gevraagd tegen
„de grove miskenning, die leden der kerk hebben
te verduren, van de volkomen vrijheid om zijne
godsdienstige meeningen te belijden, welke in
art. 164 der grondwet aan „ieder" is gewaarborgd."
Adressante verzoekt den minister„ten spoedigste
te willen trachten de schutterijwet in overeenstem
ming te brengen met art. 164 en 165 der grond
wet," en tevens „om, zoolang de schutterijwet
nog niet gewijzigd is, de godsdienst-vrijheid ook
der Chr. Geref. schutters langs een of anderen
weg te handhaven, zoodat de hangende vervolging
gestaakt en nieuwe voorkomen worde." Van dit
adres is aan den Koning en aan de leden der
Eerste en Tweede Kamer een afdruk gezonden.
De heeren N. Judels, A. Van Hilten, P.
Ter Smitten en Joh. E. A. Van Pellecom hebben
zich vereenigd tot een voorloopige commissie, ten
einde een eenvoudig gedenkteeken op te richten op
het graf van den tooneelkunstenaar F. P. Kiste-
maker. Binnenkort wordt de commissie voorgoed
samengesteld.
Uit Amsterdam en Rotterdam is door bijna
alle daar gevestigde scheepsreeders een adres aan
de regeering gezonden, om aan te dringen op een
spoedige reorganisatie van het zeevaartkundig
onderwijs.
Aan den heer G. Raatger, geb. te Rossum,
gem. Weerselo, is Zaterdag te Mill-Hill, bij Lon
den, het priesterschap toegediend. Men verneemt
dat hij weldra als missionaris naar Afghanistan
zal vertrekken.
De gewone audiëntie van den minister van
marine zal Vrijdag niet plaats hebben.
Het stoomschip „Schiedam", van Rotterdam
naar Nieuw-York, passeerde gisterochtend vroeg
bij Scilly's.
De heer Fr. Julius Von Kolkow te Gro
ningen heeft van den koning van Wurtemberg de
gouden medaille voor kunst en wetenschap ont
vangen, te dragen aan het lint der Frederiks-orde.
Z. M. heeft benoemd tot advocaat-generaal
bij het gerechtshof te Amsterdam, mr. A. J. E.
Jolles, thans officier van justitie bij de arrond.-
rechtbank te Heerenveen; den luit.-kol. W. C. E.
De Villeneuve, van het reg. grenadiers en jagers,
op nonactiviteit gesteld, in afwachting dat omtrent
hem nader zal worden beschikt; benoemd tot
griffier bij het kantongerecht te Zutfen, jhr. mr.
D. W. Van Audringa de Kempenaer.
Gemengd Nieuws.
Weken achtereen zag Piet Vluchtig
dagelijks aan het in afbraak zijnde Leidsch sta
tionsgebouw een moedertje, dat lachend en als
verdiept in haren arbeid de kalklaag van oude
steenen bikte. Het scheen hem of zij eiken dag
dieper in het haar omringende puin zonk. Zeker
had deze „dame blanche", zooals hij haar noemt,
niet gedacht dat zij door hem in den Nederl.
Spectator volgenderwijze zou bezongen worden
Gegroefd, gerimpeld en in lompén
Bikt lachend 't oude vrouwtje puin,
Een witte kalklaag dekt haar klompen,
Wit is 't zwart mutsjen op haar kruin.
Heur witte haren, schaarsche lokken
Verkleurd door ouderdom en leed,
Heur witte wangen zijn met vlokken
Van puin bedekt uit hoek en spleet.
Zij bikt steeds voort, niets kan haar storen,
De trein sta stil, suuiv' raatlend heen,
Heur aandacht blqft het puin bekooren,
Dat zij maar slaat van steen bij steen.
Gij, witte vrouw, schier door lawinen
Van afbraak daaglijks meer omsnoerd,
Zijt toch een zonnige ruïne,
Daar, lachend, gij uw werk volvoert.
In de zaak der postwisselvervalsching,
waarvan beschuldigd wordt F. J. H. L. uit Lei
den, heeft de verdediger mr. M. De Pinto heden
voor het gerechtshof te 's-Gravenhage zijn pleidooi
voortgezet. Evenals Vrijdag jl. bepaalde hij er zich
toe de verschillende getuigenissen te wederleggen.
Het bewijs van schuld oordeelde hij in geenen
deele geleverd en pleiter concludeerde ten slotte
tot vrijspraak van zijn cliënt.
Hierna werd zoowel van de zijde van het openb.
min. als der verdediging nog naoer zeer uitvoerig
op de wederzijdsche sustenuën teruggekomen en
bleven beiden bij hunne conclusion volharden. Ten
slotte verklaarde de besch. op de vraag van den
president of hij zelf nog iets te zeggen had, dat
hij geheel onschuldig is aan het hem ten laste
gelegde. De uitspraak werd daarop bepaald op a. s.
Donderdag te tien uren.
Aan het Huygensplein te 's-Hage
wilde Zondag-middag de kleine postiljon van de
Haagsche Tramwegmaatschappij, met een blikken
trommel, waarin de lampen staan, in de hand, van
een tramwagen springen, doch had het ongeluk
te vallen en geraakte zoo met het linkerbeen onder
den wagen. De koetsier remde dadelijk, doch kon
niet voorkomen dat het wiel den jongeling over
het been ging, zoodat dit deerlijk verwond werd.
Terstond werd de ongelukkige door den stalknecht
opgenomen en eerst naar den stal en van daar
naar zijn woning in het Pinksterbloemen-laantje
gebracht, van waar hij per brancard naar het gasthuis
werd vervoerd. Ouder het hevig kermen riep hij
gedurig: „Ach, nu kan ik niet meer voor mijn
moeder werken!" Gisternacht is het been afgezet.
Zaterdag is in het Ziekenhuis te Rot
terdam overleden een onbekend manspersoon, 35
a 40 jaar oud, tamelijk lang, aangezicht ovaal,
kleur gewoon, haar en werkbrauwen lichtbruin,
oogen blauw, voorhoofd laag, neus breed en plat,
eenigszins gebogen, mond gewoon, ringbaard;
litteeken aan den duim van de linkerhand. Klee
ding twee blauwe hemden, waarvan één gemerkt
B R, twee bombazijnen broeken en een dito mouw
vest, een grauw verschoten buisje, een paar grijze
sokken, een geruite cachenez, een defecte lederen
lijfriem en eene oude laken-che pet. Hij was in
bet bezit van een paar stukjes Duitsch geld en
een pakje tabak, dat volgens het etiquet te Haar
lem is gekocht. De commissaris van politie der
vierde afdeeling te Rotterdam verzoekt inlichting
omtrent dien persoon.
Gisteren werd te Utrecht donrdente
1 u. 10 m. vertrekkenden trein naar Rotterdam
een arbeider, nadat hq eenige veewagens had aan
gekoppeld, het been boven den enkel afgereden.
De ongelukkige is na eenige heelkundige behande
ling onmiddellijk naar het ziekeuhuis vervoerd.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
ontstond bij een tapper te Utrecht brand, die ech
ter door spoedige hulp weldra gebluscht was. Bij
het binnengaan van het huis ontwaarde men ech
ter een sterke petroleumlucht, en bij onderzoek
bleek dat het geheele huis, van de trap tot den
zolder, met petroleum was besmeerd. De bewoner
werd in hechtenis genomen en heeft in een ver
hoor bekend, dat hij gepoogd had het buis in brand
te steken.
Zaterdag-avond werd te Delden bij
aankomst van den laatsten trein uit Hengeloo een
milicien uit Lonneker, te Zutfen in garnizoen,
gearresteerd, nadat hij in beschonken toestand een
zijner medereizigers met de bajonet verwond had
en den stationschef te Stad Delden drie wonden
aan arm, hand en aangezicht met een mes had
toegebracht. Hij is naar Zutfen getransporteerd.
Te Bemelen nabij Maastricht heeft
men eene Romeinsche villa ontdekt Reeds zijn
eenige vertrekken opengelegd en vele oude voor
werpen gevonden. De opgravingen, vanwege het
Oudheidkundig Genootschap in Limburg begonnen,
worden ijverig voortgezet.
Te Zevenaar is Zaterdag-nacht bij
den heer H. J. Frederiks brand uitgebroken. Huis
en schuur stonden weldra in volle vlamaan
blusschen viel wegens gebrek aan water niet te
denkenvijftien stuks rundvee en eenige varkeus
zijn in de vlammen omgekomenvan Jen inboedel
en den oogst is niets gered, terwijl de bewoner
zich ternauwernood met zijn gezin heeft kunnen
redden.
In den afgeloopen nacht te drie uren
heeft op de Elve, niet ver van Harburg, eene ont
ploffing plaats gehad aan boord van een met bus
kruit geladen schip, gevoerd door kapitein Boothy,
van Stl-Pauli. Nog drie wagenvrachteu kruit be
vonden zich aan boord, toen het ongeluk gebeurde.
De bemanning, uit drie koppen bestaande, en waar
schijnlijk eenige in de nabijheid zich bevindende
visschers, zijn omgekomen. Te Harburg en Ham
burg is door den schok der ontploffing eenige schade
veroorzaakt.
Een politiebeambte te Par ij s stond
onlangs op post in de nabijheid zijner woning in
de Faubourg Saint-Antoine, toen zijn aandacht
plotseling werd getrokken door een ongewonen
oploop. Hij snelt toe en vindt de samengestroomde
menigte verzameld om het lykje van een kind,
dat uit een vierde verdieping op de slraatsteenen
was gevallen en verpletterd. Dat kind was het zijne.
Twee paardenkoopers, die van de
markt terugkeerden, elk met een paard, geraakten
Woensdag in een herberg op den boulevard de
l'Höpital te Parijs aan het spelen. Nadat de een al
zijn geld had verloren, stelde hij aan den ander voor,
dat de verliezer in het volgende spel aan den win
ner zijn paard zou afstaan. Wederom verloor hij,
doch had weinig zin zijn viervoetinen metgezel
over te geven. Toen de tegenpartij daarop echter
aandrong, liep hij met een mes naar bniten en
stiet het zijn paard, dat daar stond vastgebonden,
tot aan het hecht in de borst. „Nu is het paard
voor u", sprak hij, binnentredende, terwijl hij op
hel stuiptrekkende dier wees. De omstanders ech
ter waren zoo hevig verontwaardigd over die
wreede daad, dat zij hem aanvielen en het der
politie ternauwernood gelukte hem uit hun banden
te bevrijden.
Onlangs trad een nét gekleed jong-
mensch blootshoofds, als kwam hij uit een huis
in de onmiddellijke nabijheid, de winkels van
verscheiden juweliers van het Palais-Royal te
Parijs binnen en vroeg de vergunning onmiddel
lijk een aantal kleinoodiën te mogen meenemen,
daar in den winkel van zijn patroon hier
noemde hij een der voornaamste magazijnhou
ders een voorname klant op de bedoelde voor
werpen stond te wachten. Zonder te aarzelen
gaven de winkeliers op het vernemen van den
bekenden naam de verlangde kostbaarheden mee
aan den bediende, die immers in de grootste