Maandag 29 September. N°. 6017. A'. 1879. Eerste Blad. LBIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAST: Voor Leiden per S meenden.L10. Frenco per post.1.40. ibonderipe Nommen0.05. Dezo Oourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Ten 1regels1.05. iedere regel meer0.17$. Grootere lettere neer plaatsruimte. Dit Nomnicr bestaat uit TWEE BLADEN. Een maatschappelijk belang. Uit Harderwijk wordt gemeld, dat tal van kracht volle jonge werklieden, die den naderenden winter met zijn vermoedelijke schaarschte aan werk en zijn duurte van levensmiddelen niet durven afwach ten, zich bij het koloniaal werfdepot aanmelden om bij het Indisch leger dienst te nemen. Zoo'n bericht neer te schrijven 't kost weinig tijd en moeite, en even vluchtig en met even weinig inspanning is het zeker ook door menigeen gelezen. Toch geeft het hem, die niet gewoon is zich tot de oppervlakte der zaken te bepalen, veel, zeer veel te denken. Wie zal het zeggen, wat al strijds er gestreden, wat al leeds er geleden werd in zoo menig gezin, waartoe die krachtvolle, jonge werklieden behoor den, voordat het besluit werd genomen om dan maar „in vredesnaam te teekenen als koloniaal?" 't Is waar, zij behooren niet tot den stand van die naar Insulinde vertrekkende landgenooten, die in advertentiën aan vrienden en bekenden een laatst vaarwel toeroepen, en niemand zal hun namen kennen, wanneer er eerstdaags weer melding wordt gemaakt van een detachement suppletie-troepen, sterk zoo- en zooveel man, onder commando van enz. enz.ia, wanneer het anker is gelicht en zij nog een faatsten turenden blik slaan op de in nevelen verdwijnende kust van het vaderland, zal het wellicht voor den scherpsten opmerker nauwelijks zijn waar te nemen, dat die blik vochtig is; want het zijn krachtvolle, jonge werklieden, en de werkman heeft nu eenmaal geen tijd om lang aan zijn gemoedsaandoeningen toe te geven of zijn droefheid bij jaren te meten. Toch zal er menigeen hunner somber gestemd zijn bij de gedachte dat hij het vaderland verlaat, omdat er voor hem, hoewel krachtvol en jong, geen werk was te vinden en hij dus slechts de keus had tusschen armlastig worden of „teekenen" te Harderwijk. Hij koos het laatste, want al heeft de werkman geen fortuin en geen tijd om zijn droefheid te meten b\j jaren, hij mist daarom niet alle gevoel en allerminst het eergevoel. En daarom zij, die om die reden heengaan met het detaohement, zijn niet de slechtsten neen het zijn de besten, het is de kern onzer werklieden, en dat juist is te bejammeren. Maar zoo hooren wij opmerken zij zul len het Nederlandsch element in het Indische leger, dat volgens het laatste koloniaal verslag op onrust barende wijze afneemt, helpen versterken en dus het gehalte van dat leger verbeteren. Neen, lnidt ons antwoord; zij, die uit gebrek aan werk de wapens opnemen, zijn de ware sol daten nietals werkman zouden zij oneindig beter aan hun roeping beantwoorden en veel meer bij dragen tot verhooging van 's lands welvaart. Daarom is het in het welbegrepen belang van het vader land, dal er voor gezorgd worde, dat zoo min mogelijk krachtvolle, jonge werklieden uit gebrek aan arbeid den geboortegrond verlaten. En dat sckoune doel is te bereiken door bij het gunnen van werken van slechts eenigen om vang de inlandsche nijverheid te begunstigen, zoodra dat eenigszins doenlijk is. Of dat altijd in het oog wordt gehouden, wij zouden het niet durven verzekeren. Dezelfde twijfel bestaat ook bij onze nijveren althans eigenaars of directeuren van eenige hier te lande gevestigde ijzerfabrieken hebben dezer dagen ook in onze kolommen werd er melding van gemaakt deu minister van oorlog te kennen gegeven, dat zij niet zon der bevreemding in de dagbladen het bericht hebben gelezen als zouden er pogingen worden aangewend om de gegoten ijzeren koepels met pantseringen voor de verdediging der monden van Nieuwediep, het Noordzeekanaal eu den» Nieuwe» Waterweg van Rotterdam naar zee in Duitschlaud te doen maken, een werk, dat alleen voor een enkel fort op 720,000 wordt begroot. Het is hier de plaats niet om adressanten te volgen in hun betoog, waar zij verklaren met het buitenland zeer goed te kunuen mededingen, noch ook waar zij wijzen op de ongunstige verhouding van het Nederlandsch tarief van invoerrechten op ijzerwerk. Alleen willen wij er op wijzen, dat de stem onzer industriëelen in het belang der bin- neulandsche nijverheid ernstig gehoor verdient, vooral bij een departement van algemeen bestuur, dat over 's lands gelden beschikt. Zelfs wanneer door een buitenlandschen mede dinger voor de laagste som is ingeschreven, gelijk het geval was met het bouwen van twee goederen loodsen op het stationsterrein in de Rietlanden te Amsterdam, waarvoor de Actien-Gesellschaft Union te Essen het laagste inschreef, nl. voor f 115,940 zelfs dan zou het in tijden van gebrek aan werk als de tegenwoordige hoogst ge- wenscht zijn, dat bij niet al te groot verschil in prijs aan de inlandsche nijverheid de voorkeur werd gegeven. De algemeene welvaart binnen onze eigen grenzen zou er door worden verhoogd en onze krachtvolle, jonge werklieden zouden het vaderland niet behoeven te verlaten uit gebrek aan arbeid bij den naderenden winter. LEIDEN, 27 September. Heden zijn aan de hoogeschool alhier bevor derd tot doctor in de geneeskunde de heeren J. Van der Hoeven, geb. te Sliedrecht, met academisch proefschrift, get.„Conjunctivitis diph theritica" P. C. Korteweg, geb. te 's-Hertogen- bosch, met acad. proefschrift: „Bijdrage tot de kennis der lood-verlammingen", en A. L. Vee- nenbos, geb. t« Sliedrecht, met acad. proefschrift „Over blennorrhagische gezichtsaandoeningen" alsmede tot doctor in de rechten de heeren J. A. M. H. Pijls, geb. te Maastricht, met acad. proefschrift, get.„Het begrip van provinciaal en gemeentebelang naar het Nederlandsche Staats recht", en II. B. Smissaert, geb. te Amsterdam, met acad. proefschrift„Overzicht der bevolkingsleer van Malthus." Dat eeDe zaak algemeen gewenscht wordt, dat haar tot stand komen in eene dringende be hoefte voorziet, is niet altijd voldoende om haar het aanzijn te geven, 't Is vaak gebeurd, dat geslachten achtereen den nood zagen klimmen en met eiken dag uitstel het gevaar toenemen, zonder redding te kunnen aanbrengen. Elk dier geslachten moest aan het volgende het onopgeloste vraagstuk achterlaten. Van menige zaak van algemeen nut is de Genesis in vele boeken bevat. In 1617 dacht men er reeds aan om het Haar lemmermeer droog te makentoch moesten er nog twee en een halve eeuw verloopen, en hon derden bunders land verslonden worden, eer in 1852 de jubelkreet klonk: „Het Meer is droog Het Noordzeekanaal, in onze dagen voltooid, was ongeveer op dezelfde plaats, reeds in 1634 ontworpen door J. Pz. Dou. De eerste onderhandelingen over een gemeen schappelijk herstel van den Noorder Lekdijk werden in 1624 afgebroken. De Staten van Holland en West-Erieslaud gelastten daarop het bestuur van den Lekdijk-Boveudams zelf voor het goed onder houd van den dijk te zorgen. Voor eenige weken deden de Gedeputeerde Staten van Utrecht het zelfde, mede aan het eind van vele besprekingen. De droogmaking van de Zuiderzee, de groote kanalisatie, het nieuwe academiegebouw te Leiden schijnen mede eene groote tijdruimte te behoeven, om uit de windselen te geraken. Tusschen het plan en de uitvoering van de Katwijksche uitwatering liggen vier eeuwen. Eerst in 1806 liep de Rijn weer nit in de Noordzee, ofschoon de eerste pogingen, om dat te bewerken, van 1404 dagteekenen. Gelukkig, dat niet alles zich zoo langzaam ont- wikkelt. Binnen een jaar zal te Katwijk aan Zee een stoomgemaal verrijzen, dat met meer dan 600 paardekrachten Rijnlands overtollig water den Oceaan zal opdringen. Wanneer wind en vloed en golven de sluisdeuren gesloten houden, zal de stoom zes machtige schepraderen, van 9 meter middellijn, in beweging stellen, die den boezem in elk uur met gemiddeld honderdduizend knb. meter water zullen ontlasten. De gedenksteen aan de sluizen te Katwijk spreekt van eene lange wordingsgeschiedenis. Wan neer aan het nieuwe stoomgemaal een gedenksteen geplaatst wordt, kan hij vermelden, dat tusschen plan en uitvoering van dit werk nog geen tien jaren verloopen zijn. Blijkens het vijfenvijftigste verslag van het Nederlandsche Genootschap tot zedelijke verbete ring der gevangenen bedroeg in 1878 in de militaire strafgevangenis alhier de afwisselende bevolking 608; op 31 December waren 431 ge vangenen aanwezig. Het getal leden der afdeeling bedroeg 137; bij de correspondenten 8. In het geheel werden 27 ontslagenen door de vereeniging ondersteund; zoo werd voor de som van ƒ117.60 aan 7 personen gelegenheid gegeven tot het uit oefenen van eenig handwerk of bedrijf, door hen aan gereedschap of materialen te helpen; aan 10 werd tot een bedrag van f 100.70 kleeding of eenig huisraad verschaft, terwijl aan een tiental eene som van f 26.71 aan reis- en verblijfkosten of andere kleine giften werd uitgereikt. Van enkelen dier ondersteunden worden eenige bijzonderheden medegedeeld. Twee jeugdige ontslagenen van den „Kruisberg" werden, bij hunne terugkomst alhier, aan eenige kleederen geholpenbeiden zijn op eene fabriek werkzaam en passen goed op. Een broodbakkers knecht, wiens inboedel, gedurende zijn gevangen schap, door zijne vrouw grootendeels was verkocht, ten einde in het levensonderhoud van hun huis gezin te voorzien, werd aan een paar dekens en het allernoodigste huisraad geholpen. Een ontsla gene uit de gevangenis te Dordrecht werd, toen hij hier terugkeerde, aan leder geholpen, waardoor hij in staat was zijn ambacht als schoenmaker weder op te vatten. Een ontslagene uit het militaire detentiehuis, over wien de gunstigste rapporten inkwamen, ont ving f 10 ter leen; toen hij, na niet al te lang tijdsverloop, 5 terugbetaalde, werd hem het overige geschonken. Eenige maanden later ontving hij nogmaals geld ter leen en nu de som van f 30. Steeds bleef hij met ijver werkzaam, al veranderde hij ook een paar maal, op hoop van grooter loon, van betrekkingthans is hij als winkelknecht tegen een loon van f 5 's weeks werkzaamof-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1