Woensdag 124- September. i: N°. 6013. Ae. 1879. I wijze j bereide boter (systeem Schwartz) en 4 stuks LEIDSCH DAGBLAD. PBIJS DEZEB COUBJJÏTx Voor Leiden per 3 maanden.f 1*10. Franco per post.a 1.40, Afzondeiiyke Nomnwrst 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zonr en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADYERTENTIEJf Vin I6 regels1.01. Iedere regel meer0.17J. Groolere letters dut plaatsroimle. 8TADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten dat door hen, naar aanleiding van art. 1 in ver band met art. GG der Verordening op het brandwezen, van den lhden Juni 1871 (Gemeenteblad n°. 14) op voordracht van 24sten AoguBtoa den Wethouder, Voorzitter der Commissie van Fabricage, zijn benoemd aan de stadsspuit n®. 1: tot brandmeester C. G. VAN OERLE, thana adjudant-brand meester aan de stada-apuit n®. 4, en zulka in de plaats van J. M. Hoppenbroower, aan wien, op lijn verzoek, een eervol ont slag is verleend; aan de stads-spuit n®. 1: tot spuitgastenW. HOOGEN- STRAATEN Dz. en C. KROMHOUT; aan de stadsspuit n®. 4: tot adjudant-brandmeesterH. W. DE LA BIJE, tbans spnit-gaat en zulks in de plaats van C. G. Van Ocrle, die benoemd is tot brandmeester aan de stads- spuit n®. 1. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. b. BRANDELER, Borgemeester. 22 September 1879. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 7 der Algemeene Politieverordening, vastgesteld den 24slen October 1867 (Gemeenteblad n®. 12); Doen te weten dat door hen, ingevolge art. 6 dier Verorde ning, benoemd is; tot Raad der Gcbnurte n®. 25 of n® 7 van Wijk VI de heer W. G. DE GRAAF, ter vervanging van den heer J. CHRIS- T1AANSE, die deze gebuurte metterwoon heeft verlaten. Burgemeester eD Wethouders voornoemd. Leiden, V. n. BRANDELER, Burgemeester. 22 September 1S79. E. KIST, Secretaris. PATENTBLADEir. De WETHOUDER, Voorzitter van bet College vod Zetters, doet te weten dat de ingevulde patentbladen over bet dienstjaar 1879/80 IstC kwartaal van artikel 3137 tot en met 3360 by het College van Zetters, in een der vertrekken van het Raad huis dezer gemeente, onder overlegging van liet aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op Woensdag den 24sten, Donderdag den 25sten en Vrijdag den 26sten September e. k., des namiddags van 1 3 uren, terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, die voor hunne moeite mogen eiscben tien cents, zonder meer. Leiden, De Wethouder voornoemd, 23 September 1879. P. C. LIBRHCHT LEZWIJN. LEIDES, 23 September. Heden is aan de hoogeschuol alhier bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde de heer B. J. Van der Ploeg, geb. te Middelie (Noord-Holland), met academisch proefschrift, get.: „De oxalzure kalk in de planten." Op de nationale tentoonstelling van Neder- j landsche en koloniale nijverheid te Arnhem is onze gemeente door 16 inzenders vertegenwoordigd. I Daarvan zijn er, volgens het thans bekend gewor den rapport der jury, 12 bekroond geworden, zoodat men kan zeggen dat Leiden met eere uit den strijd is te voorschijn gekomen. Het diploma van den lsten graad is toege- keud aan de firma J. C. Zaalberg en Zn., in de derde 1 groep: gesponnen en geweven stoffen, kleeding- stukkeu enz., voor eeu etalage met eenige soorten wollen-, fantasie- en andere dekens de Leidsche Melkinrichting, in de vijfde groep 1 chemische nijverheid, voor een vaatje op Deeusche 9 komi de schap; taal- met ndekaas; firma E. J. Brill, in de zesde groeppapier, drukt terk en ouder - ijs, voor boekwerkeu van weten- pelijken aard, hoofdzakelijk over Oostersche en letterkunde, tevens als proeve van druk de typen dier verschillende talen W. Sijthuff, in dezelfde groep, voor werken kunst, en kunst toegepast op nijverheid t- en belletristisch# werken, zoomede boeken over pract iu O jslersche en andere vreemde talen leerboeken voor hooger, middelbaar en lager onderwijstevens als proeven van lypographie. Het diploma van den 2den graad aan: de naamlooze vennootschap de Leidsche Sajetfabriek, directeur de heer A. H. Eigeman, in de derde groep, voor eene opstelling in den vorm van eene kiosk, van half en geheel bewerkte garens, onge kleurd en in diverse kleuren, zoomede van ge kleurde en ongekleurde bewerkte wollen, gebruikt wordende voor de fabricage van garens; de firma J. Zuurdeeg en Zn., in dezelfde groep, voor verschillende wollen dekens, gekleurd, geheel gefaqonneerd of alleen met gefatjonneerde randen, gefabriceerd uitsluitend van inlandsche grondstof; J. G. Hameter, in de zesde groep, voor een collectie photographieën Gnalth. Kolff, in dezelfde groep, voor Nederl.- Indische prenten met Hollandschen en Maleischen tekst, alsmede een stel van zes platen tot aanschou welijk onderwijs voor de scholen in Ned.-Indië; J. D. A. Rahder, 1ste luit. der inf., in dezelfde groep, voor militair typographische kaart van een gedeelte van de kuststreek der provincie Noord- Holland, ten gebruike bij het krijgsspel en andere militaire doeleinden P. J. Kaiser, in de dertiende groepverzame lingen ingezonden door bijzondere inrichtingen van rijkswege enz., voor een inzending der verifi catie van 's rijks zee-instrumenten. Het diploma van den 3den graad aan: de firma J. en A. Le Poole, in de derde groep, voor polymiet voor China en officieren en voor vlaggendoek voor Nederland, Waldeck-Pyrmont en in oranje; en aan Jan Brevée, in de tiende groep: bewerkte me talen, voor een gesmeed ijzeren deurheugsel (gothisch). W. C. Boer, te Boskoop, in de twaalfde groep land- en tuinbouw, is voor een verzameling con- niferen en groen blijvende planten eveneens met het diploma van den 3den graad bekroond. Aan al de bekroningen in de drie graden is een uniforme bronzen medaille toegevoegd. In haar rapport omtrent de prijsverlaging van het gas wijst de commissie van financiën ook op de f 136,575, die sedert 1S73 voor de gas fabriek zijn besteed, waardoor de schuld, toen slechts f 103,316.4,0'/,, tot f 239,891.401/2 is geklommen, en doet terloops de vraag, die mis schien eerder bij de begrooting te huis behoort, of het geen zaak is, bij een groot overschot op de exploitatierekening, tot schulddelging over te gaan, liever, dan die schuld zoo groot te laten en het overschot geheel als winst te beschouwen en te gebruiken. Den prijs die thans voor de cokes wordt besteed acht de comm. van fin. onnatuurlijk hoog, en die welke voor 1880 wordt aangenomen is h. i. nog te hoog. Commissarissen berekenen voor 1880 dertig ets. per HL. Ieder mud kolen geeft circa ÏM, mud cokes en kost dus l'/2 x 30 45 ets. l'/2 X10 ets. vcor te huis brengen, is 15 ets., te zamen 60 ets., aldus meer dan 1 HL. steenkolen kost; die toestand kan niet voortduren. Zij wijst op het rapport van commissarissen der stedelijke gasfabriek, van den 28sten Pebr. 1878, waarin o. a. voor komt: „De wekelijksche cokesproductie wordt jaar lijks grooterde aftrek in de eerste wintermaanden, niettegenstaande zeer lage prijzen, blijft gering, zoodat het noodzakelijk wordt nu en dan op het terrein aan de siugelzijde te bergen" enz. Wat in 1878 gebeurd is, kan nu weder plaats hebben. Men vergete niet, dat iedere 5 ets. per HL. minder, circa f 5/mille minder overschot op de exploi tatie-rekening geeft; de comm. raadt in deze tot voorzichtigheid aan, en kan niet tot prijsvermin dering adviseeren, voor en aleer haar ten duide lijkste is gebleken, wat de oorzaak is van de hooge cokesprijzen, en voor zij weet welke steenkolen- prijzen met Maart 1880 de uitbesteding zal aangeven. Een tweede ernstig bezwaar heeft de comm. van financiën tegen verlaging, zoolang er niet zal zijn te gemoet gekomen in de vrij algemeene klachten over onvoldoend licht; om deze naar hare over tuiging gegronde klachten te doen verdwijnen, zullen zeer zeker geldelijke opofferingen gevorderd worden, hetzij door betere qnaliteit van kolen aan te schaffen, hetzij door betere bereiding aan het gas te geven; wij zijn, zegt de comm., geen des kundigen en komen hier op het veld van gissingen, maar dit constateeren wij, dat er vrij algemeen over de qnaliteit van licht wordt geklaagd, en uit ondervinding verklaren wij dat wij die klachten beamen. Zij waarschuwt dus ook om deze reden tegen prijsverlaging, en verzoekt dringend om goede quali'.eit van gas, misschien het best te verkrijgen door een onderzoek door deskundigen in te stel len ook om deze reden zal het zaak zijn, zoo er sprake blijft van prijsverlaging, daarmede tot Maart 1880 te wachten, wanneer de benoodigde steen kolen zullen worden aanbesteed. Het was gisteren geen gelukkig gekozen avond voor het concert van de Elberfelder kapel, daar zich velen naar Den Haag hadden begeven om er de feestviering der grenadiers en jagers bij te wonen. Profiteerden zij, die zich naar de hof stad begaven, de weinigen die gisteravond in de Stadszaal waren deden het evenzeer. Was het van elders reeds bekend, dat de Elberfelder kapel uitstekende krachten bezit, wij konden er ons nu zeiven van overtuigen. Er heerschte een zeldzame éénheid, een keurige opvatting en zuiverheid van toon. De heer Gutkind, de kapelmeester, die zich als uitstekend violist onderscheidt, toont volko men voor zijn taak berekend te zijn. Het „Chor der Nachtwache" uit „Die beiden Geizigen" werd na algemeen en langdurig applaus herhaald. De potpourri „Neckende Geister", gearrangeerd door den directeur, viel zeer in den smaak van het kunstminnend publiek. De heer Duyser, die zooveel moeite doet om iets goeds in Leiden te doen plaats hebben, is zeker door de kleine opkomst teleurgesteld. Mogen, wanneer hij deze kapel over eenigen tijd nog eens engageert, waartoe zeer waarschijnlijk het plan bestaat, zijne onkosten dubbel vergoed worden. In de Leidsche academische bibliotheek bevindt zich een manuscript dat hooge waarde heeft, omdat het volgens sommigen niet alleen den Heiligen Lodewijk heeft toebehoord, maar zelfs van door hem eigenhandig gescheven aanteeke- ningen voorzien is. De heer Léopold Delisle heeft, volgens eene in de Fransche „Académie des inscrip tions" thans gedane mededeeliug, grond om dat beweren in twijfel te trekken. Volgens hem is het bewuste manuscript wel het eigendom van den monarch geweest en zelfs is hij van meening dat deze daarin heeft leeren iezen. Hij toont verder aan dat het in Engeland in de laatste jaren der twaalfde eeuw door den aartsbisschop van York, Geoffroi Planganet, gecopiëerd en geteekend is, dat het aan Blanche van Castiliê heeft toebehoord, wier echtgenoot het waarschijnlijk medebracht en dat het eigendom was van de kroon tot omstreeks 1418, waarna het in het bezit kwam van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1