welke, daar men maar op p. m. f 4000 als vaste bijdrage kan rekenen, buiten de opbrengst van de winst der verkochte goederen, geheel door liefdegaven moeten verkregen worden. Eene groote vereenvoudiging bij het ver zenden van kleine pakjes naar België is verkre gen door het sedert 1 September ingevoerde uniformtarief voor bestelgoederen van 5 KG. en minder naar en van Belgische stations van en naar alle Nederlandsche stations (uitgezonderd Venloo- Maastricht). Men brengt zoodanig pakje, voorzien van duidelijk adres en vergezeld van een aan de spoorwegstations en bestelkantoren te verkrijgen gelen vrachtbrief en met de noodige douane-papieren aan het station en betaalt (frankeeren is verplich tend) 43 cents, onverschillig naar welk Belgisch station het pakje bestemd is. De Belgische geadres seerde betaalt dan voor het bestellen nog 20 cen times (in Brussel 25 centimes). Wil men de waarde aangeven (hetgeen aan te bevelen is zoo het pakje meer dan 7.50 frank per kilo waard is), dan be taalt men boven de vracht voor iedere eenheid van f 472.50 waarde een premie van 12 cent. Hier te lande betaalt men, voor aankomende pakjes, in plaatsen waar de spoorwegmaatschap pijen bestellen, 10 cent bestelbon en in andere plaatsen de gebruikelijke kosten van bestellen. De inklaring aan de grenzen geschiedt kosteloos, zoodat men tusschenpersonen geheel kan ontberen en daardoor eene groote bezuiniging verkrijgt, geheel ten bate van het publiek. Voor handelaars en winkeliers, die veel pakjes van 5 KG. en min der naar België verzenden of van daar ontvangen, is dit nieuwe tarief eene groote verbetering. Onder bevel van den majoor der infanterie van het O.-I. leger P. Van Drimmelen zal den 27sten dezer van Harderwijk naar Amsterdam vertrekken een detachement suppletietroepen, sterk 60 man, benevens 10 onderofficieren, met bestem ming om over te gaan aan boord van het stoumschip „Prinses Marie" en daarna de reis naar Indië voort te zetten. Tot medegeleide zijn aangewezen de kapitein der infanterie van het O.-I. leger D. P. Bouman, de 2de luitenants der artillerie G. G. Suermondt en S. J. R. Tijl, benevens de 2de luitenant der infanterie E. T. W. C. Westerbaan Schmidt. De heer J. Boumeester, hoofdcommies bij het departement van financiën, afd. comptabiliteit en verificatie, is benoemd tot ridder van de Eikekroon. Door den minister van binnenlandsche zaken is opgave verzocht van de gemeenten waar, ten aanzien van de oefeningen in art. 42 der schutterij- wet bedoeld, gebruik wordt, gemaakt van de bij dat artikel verleende bevoegdheid, om die oefenin gen op Zondag te doen plaats hebben. De koning heeft voor het volgend schooljaar weder f 5000 ten behoeve van de Tooneelschool beschikbaar gesteld. Volgens de „Pall Mall Gazette" moeten de groote handels-etablissementen en het hotel te Port-Saïd, door wijlen prins Hendrik opgericht, te koop of te huur zijn. Eerste Kamer. Het adres van antwoord op de troonrede, een eenvoudige weerklank op de openingsrede, is door de Kamer unaniem aange nomen. De heer Van Twist erkende dat dit kabi net door de omstandigheden noodzakelijk en het eenig mogelijke was. Omtrent de handelingen van het kabinet was zijue richting vrij gerustgesteld na de jongste mededeelingen, vooral over de in voering der onderwijswet. Overigens zou hij de daden van het kabinet afwachten en verzekerde het van de welwillendheid der Kamer. De heer Van Lijnden van Sandeuburg betuigde zijn dank en vertrouwde dat hij even lang op de medewer king der Kamer zou mogen rekenen als hij over tuigd was van de goede verstandhouding der leden van het kabinet onderling. Tweede Kamer. De heer Dullert, door den koning benoemd, aanvaardde heden het pre sidium. Ingetrokken zijn de ontwerpen regelende de financiëele verhouding van Indië, uitgifte vau schatkistpromessen, heffing der efl'ectenfcelasting, belasting in de doode hand, generalen staf en onderhond van historische monumenten. Ingekomen zijn verschillende begrootingen en ontwerpen be treffende nadere bepalingen van den suikeraccijns. Morgen te drie uren zal de staatsbegrooting aan geboden worden. Het stoomschip „Drente", van Botterdam naar Batavia, is gistervoormiddag van Suez ver trokken de „Conrad", van Batavia naar Amster dam, is gisteren van Suez vertrokkende „Bot terdam" vertrok gisteren van Botterdam via Maas sluis naar Nieuw-York. Gemengd Nieuws. Hedenmiddag te halfeen ontving de horlogemaker Poët op den Nieuwen Bijn in zijne woning een onverwacht en zonderling bezoek, doordien de grutter B., met paard en wagen de Vischbrug komende afrijden, op de steile helling zijn vaart niet genoegzaam verminderen of geen voldoenden draai nemen kon. Kort na twaalven is in den afgeloo- pen nacht een begin van binnenbrand ontdekt ten huize van den Duitschen rondreizeuden koopman in galanterieën en manufacturen A. Linke op de Pieterskerkgracht. De juiste oorzaak is oubekend, doch daar de vrouw des huizes nog laat met licht op een der bovenk .mers, waar manufacturen ge borgen waren, is geweest, vermoedt men dat hij daardoor ontstond. Gelukkig werd een voor de hoogere burgerschool surveillcereude agent van politie het onheil spoedig gewaar, zoodat nog bij tijds, nadat hij de buren door zijn geklep op het gevaar had opmerkzaam gemaakt, de brand door middel van een kardoes en eenige emmers water kon gebluscht worden. Intusschen was het braud- geklep door eenige zijner confraters voortgeplant, waardoor een aantal ingezetenen zich naar de Pieterakerkgracbt spoedden, daar tevens het gerucht liep dat de hoogere burgerschool zelve in brand stond, en ook een brandspuit kwam aanrukken. Evenzco bevonden de adjudant-onderofficier en twee sergeants der dd. schutterij zich reeJs aan de hoofdwacht. In een ingezonden stuk in de N. B. Crt. wordt door W. te B. het volgende mede gedeeldVoor dertien weken hebben Leendert Van den Hoonaard en Adriana Zandbergen, woon achtig te Valkenburg, den burgemeester aldaar op behoorlijke wijze medegedeeld, dat zij het voor nemen hebben, samen een wettig huwelijk aan te gaan. Na zes weken verkeerden zij nog in de onzekerheid, wanneer hun huwelijk zou voltrokken worden. De commissaris des konings werd hiervan onderricht, die daarop aan den burgemeester te Valkenburg schreef, maar zonder gevolg. Vervol gens is in Augustus een request door belangheb benden aan de arrondissements-rechtbank te 's-Gra- venhage verzonden, waarin o. a. het volgende wordt gezegd: „Dat zij zich bereids twee maanden geleden bij den ambtenaar van den burgerlijken stand te Valkenburg ten huwelijk hebben aange geven dat de genoemde ambtenaar nu steeds weigerachtig blijft, om hun huwelijk te voltrekken, op grond van de ongenoegzaamheid der stukken, die bij hun huwelijk moeten worden overgelegd, wat bepaaldelijk het geval is met de stukken van den bruidegom, die nog minderjarig is, en wiens ouders eu, grootouders zijn overleden, zoodat de overlijdens akten dier personen daarbij moeten worden overgelegd, doch waarbij het schijnt dat de naam van een dier grootouders niet conform is aan zijn wezenlijken naamdat. de eerste onder- geteekende steeds bereid zal bevonden worden, om volgens art.. 128 van het burgerlijk wetboek, door eene beëedigde verklaring voor deD ambtenaar van den burgerlijken stand, datgene aan te vullen, wat aan de stukken mocht ontbreken." Ver volgens heeft de vader van de bruid met den officier van justitie te 's-Hage en eindelijk met den procureur-generaal over de onderhavige zaak gesproken, maar de jongelieden wachten nog op de vultrekking van hun huwelijk! Wie kan, vraagt W., hier s. v. p. raad geven? Onder Overschie heeft de politie de zer dagen een persoon aangehouden, omtrent wien men vermoedt dat hij de dader is van de onlangs op de Delftsche kermis aau een meisje gepleegde gruweldaad. Beeds is de verdachte meermalen bij de justitie in verhoor geweest, doch hij bleef steeds ontkennen. Niettemin is gebleken dat bij op den bewusten dag de kermis te Delft bezocht heeft, en is hij door de eigenares van de poffertjeskraam en den carousselhouder herkend als de man met wien men het meisje in gezelschap gezien heeft. Voor de Haagsche rechtbank werd onlangs bepleit een vordering van den minister van koloniën tegen de erfgenamen van wijlen dr. P. Bleeker, die in 1853 door het Ned.-Iud. gou vernement was belast met de administratie over de uitgave door dat gouvernement van den „Atlas Ichthyologique," die zou compleet zijn in 20 afle veringen, waarvan de kosten geraamd werden op f 22.000. Nadat die verschenen waren, bleek het werk nog niet voltooid te zijn en werd voor tien volgende afleveringen aan dr. B. een subsidie toegestaan van hoogstens f 1860 per jaar, doch onder bepaling dat jaarlijks twee afl. moesten ver schijnen en dat het jaariijksche subsidie niet zou worden uitgekeerd dan nadat dr. B. had aange toond dat werkelijk zooveel noodig was. Na de verschijning dezer tien afl. werd voor de nog noo dige 15 een subsidie van f 3540 per jaar voor elke drie afl. toegestaan. Van deze 15 kon dr. B. er slechts 6 voltooien, daar bij toen stierf. Beeds jaren te voren had hij zich driemaal tot den mi nister gewend met de vraag wat hij doen moest met de ruim 20,000 exemplaren van de eerste 20 afl., die ter beschikking der regeering bij hem te huis lagen. Hierop kwam geen antwoord. Na dr. Bleekers overlijden werden zijne erfgenamen door den minister gedagvaard1°. tot teruggave van 2406 exemplaren van den atlas die dr. B. in een zijner brieven erkend had onder zich te hebben, of tot betaling van f 10 voor ieder niet opgeleverd exemplaar; 2°. tot rekening en verant woording over de beide toegestane subsidiën. Na de dagvaarding zonden de gedaagden vrij willig 2212 exemplaren terug van de 20 eerste afl., met, welk aantal de eerste vordering der eischers werd verminderd. De landsadvocaat mr. Van der Liuden, die de vordering toelichtte, trachtte aau te toonen dat de gedaagden nu nog tot het teruggeven van 194 of anders tot vergoeding daarvan verplicht waren en bovendien rekening moesten afleggen waaruit bleek of de suosidiën werkelijk benoodigd ge weest waren. De vordering werd bestreden door mr. A. M. Van Stipriaan Luis?ius, die aantoonde dat voor de afl. die na de eerste 20 verschenen, slechts een subsidie was uitbetaald, nadat telkens dr. B. had aangetoond, dat dit benoodigd was. Verder ging die latere uitgave de regeering niets aan, daar dr. B., die nooit iets aan de zaak ver diend had, aan zijne eenige verplichting om de regeering van iedere aflevering 23 exemplaren af te staan had voldaan. Bekeniug eu verantwoording komen dus niet te pas. Wat betreft hel eerste deel der vordering, zoo hadden de gedaagden, hoewel rechtens onverplicht, gegeven zooveel als zij hadden. In de eergisteren gehouden terechtzitting werd door den substituut-officier van justitie mr. Van der Kemp conclusie genomen. Het opeub. min. achtte de vordering tot teruggave van 194 exem plaren van den atlas of tot vergoeding daarvan niet voldoende bewezen. Het tweede gedeelte der verordering, strekkende tot rekening en verant woording over de toegestane subsidiën, achtte het openb. min. ongegrond. Derhalve concludeerde het tot ontzegging der beide vorderingen met veroer- deeling van den eischer in de kosten. De heer E. Damm is gisternamiddag te kwart voor vieren met zijn grooten luchtballon „de Nederlanden" van uit den tuin Claudius Civilis te Amsterdam opgestegen. De wind was noordoost. Twee passagiers deden de luchtreis mede. De ballon is 's middags te ruim kwart over vieren op een weiland onder Sloten neergedaald. De pas sagiers hadden weinig wil van de reis, daar een dichte nevel, ai dadelijk na hunne opstijging, het aardrijk aan hun oog onttrok. Zij stegen niettemin bijna 3000 meter omhoog. De bestuurder van den ballon daalde zoo spoedig neder, omdat hij steeds eene vrijen uitkgk hebben wil, om te weten waar heen de ballon gaat. De toestand vau mevrouw Godard, wier gebro ken arm eergisteren in verband is gezet, is rede lijk wel. Omtrent de gevangenneming van Jacobus Haring en Jan Andringa deelt de „Eriesche Zuidwesthoek" het volgende medeBeide personen hadden zich sedert eenige dagen te Sneek opge houden en aldaar een door hen aangekocht schip laten repareeren, waarbij zij de rekening met goud geld betaalden. Berichten, uit Holland van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2