N°. 6005.
Maandag 15 September.
A0. 1879.
Tweede Blad.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenif 1.10.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1—6 regels1-05.
Iedere regel meer0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Gemengd Nieuws.
Donderdag-avond kwamen te Scheve-
ningen tien schuiten binnen, alle met goede vangst.
De schuit van den reeder A. Knoester bracht na
een reis van dertien weken behalve een aanzien
lijke partij haring ook een Engelschman aan, en wel
als arrestant. Toen de schuit dicht bij den wal
was, deed de gevangene nog een poging om te
ontkomen, doch ward daarin verhinderd en aan de
politie overgeleverd. Omtrent de oorzaak dezer
gevangenneming door Scheveningsche visschers
loopen verschillende geruchten.
De proef met voetwindsels in plaats
sokken, die nu bij de legermanoeuvres in Noord-
Brabant genomen wordt, schijnt geen bevredigende
resultaten opgeleverd te hebben.
Te Lindau is door het ontploffen van
eene petroleumlamp een vreeselijk ongeluk gebeurd.
De lieden op straat hoorden plotseling eene hevige
ontploffing in de gelagkamer van eene herberg,
op de eerste verdieping gelegen, en naar boven
ziende zagen zij voor de verbrijzelde vensters der
kamer een aantal personen in de volle vlam staan.
Een hunner waagde den sprong naar beneden, werd
daar opgevangen en van de vlammen bevrijd; de
overigen vlogen de trap af, op twee na, die reeds
dadelijk zulke brandwonden bekomen hadden, dat
zij bewusteloos nedervielen. De brandweer was
zeer spoedig aanwezig, bluschte de vlammen en
bracht de gekwetsten naar het hospitaal. Het bleek
nu, dat de herbergier met zijn gezin en zijne
gasten, dertien personen in het geheel, om de tafel
der gelagkamer gezeten waren, toen de petroleum-
hanglamp flauwer begon te branden De vrouw en
de dienstmaagd van den herbergier hadden toen
de lamp willen aanvullen uit eene blikken kan,
die twaalf liters petroleum bevatte; plotseling had
er eene ontploffing plaats, en bijna alle aanwezigen
werden door die groote massa brandende petroleum
overstroomd. Vijf personen zijn aan de bekomen
wonden overleden, de overige zijn min of meer
ernstig gekwetst.
Te Bristol is men eene proefneming
begonnen met reflectors voor gaslantaarns, waar
door 50 pet. meer licht verkregen wordt met minder
dan de helft lantaarns.
In de maand Augustus zijn 5 24 per
sonen, als zonder geld of middel van bestaan
zijnde, over de grenzen des rijks gebracht.
Woensdag-avond werden in de rue
Dugué te La Chapelle (18de arrondissement van
Parijs) op straat stukken vleesch gevonden blijk
baar van een menscbelijk lichaam. Nasporingen op
last der politie in de riolen gedaan deden meer
stukken vinden, alle van een lijk, waaraan alleen
het hoofd ontbrak. Men had in dien omtrek een
persoon gezien met een groote mand Prévost ge
naamd, politie-agent in dat arrondissement, op
wien kwaad vermoeden viel en die aan het com
missariaat ondervraagd de misdaad bekende, toen
men dreigde in zijue woning een onderzoek in te
stellen. Hij had des middags zekeren Lenoble bij
zich gehad, die in juweelen handelde, en hem
vermoord om zich meester te maken van voor
werpen van waarde welke hij bij zich had. Het
hoofd van het slachtoffer werd in de woning van
Prévost gevonden. Het gedrag van den politie
agent, die veertien jaar in militairen dienst was en
tien jaar bij de politie, had tot nog toe geen
reden tot klagen gegeven. Prévost had Lenoble
een glas wijn aangeboden en een glas voor zich
zeiven ingeschonken, was vervolgens naar de keu
ken gegaan om een hamer te krijgen, waarmee
hij Lenoble op het oogenblik dat deze het glas
ophief om hem toe te drinken, een slag op het
hoofd toebracht. Daarna had de misdadiger het
lijk in stukken gehakt, die hij in pakjes deed en
hier en daar in het riool wierp. De gestolen
juweelen, vertegenwoordigende eene waarde van
250 franken, werden in de woning van den agent
gevonden. Het hoofd vau het slachtoffer had hij
bewaard om het, alvorens het weg te werpen, te
koken en daardoor onkenbaar te maken.
De keizer van Oostenrijk ontving
dezer dagen een hoogst zonderling adres, waarin
suppliant, een zettersleerling uit Arad, oud 16
jaren, hem 300 gulden ter leen verzocht tegen
een interest van vijf of tien percent, ten einde
land te kunnen aankoopen en landbouwer te wor
den. Het zettersvak staat hem tegen; het leven
van den „gerusten landman lacht hem daarentegen
aan." Bij het gemeentebestuur van Arad worden
thans inlichtingen ingewonnen, in hoeverre het
wenschelijk schijnt den jongeling in staat te stel
len zijn doel te bereiken.
OmtTent het te Sunderland te huis
behoorende barkschip „Corinna", kapt. Williams,
van Colombo naar Londen met koffie en kokos
olie, dal Donderdag-nacht te één uur door het
Belgische stoomschip „Zeeland", van Antwerpen
naar Nieuw-York, werd aangevaren en zonk, ver
neemt men nog dat de vrouw van den gezag
voerder, twee kinderen en een matroos zijn ver
dronken de overige equipage werd door de sleepboot
„City of London" des ochtends te Dover aan land
gebracht.
Toen het „Comptoir d'Escompte" de
nieuwe Portugeesche leening uitgaf, deelden de
heeren graaf Reilhac en Battarel gedrukte biljet
ten rond, waarin zij het Portugeesche gouverne
ment ten laste legden, dat het in gebreke was
gebleven betalingen te doen ten gevolge van de
leening van 1832 en dat. het zich gelden had toe
geëigend, aan de obligatiehouders toebehoorende.
De Portugeesche gezant klaagde hen aan wegens
lastering van zijn souverein. Zij werden inder
daad veroordeeldBattarel tot vier maanden ge
vangenisstraf en 3000 fr. boete, Reilhac tot 3000
fr. boete, terwijl het vonnis in 5 Pransche en 5
Portugeesche bladen gepubliceerd moet worden.
De beklaagden hebben van hnn kant den Portu-
geeschen gezant van lastering aangeklaagd wegens
hetgeen hij over deze zaak in sommige bladen
heeft laten schrijven. Te dien opzichte verklaarde
de rechtbank zich onbevoegd op grond van het
exterritorialiteitsrecht van den gezant. Battarel en
Reilhac hebben tegen hnn vonnis appèl aangeteekend.
Het proces der nihilisten, dat te
Odessa is berecht, heeft een afschuwelijk plan aan
't licht gebracht. De beschuldigde Wittman en de
onderbootsman Logowenko hadden nl. in Augustus
1878 een electrische batterij met de noodige lei
dingen gereedgemaakt, met het doel om op de plaats,
die de czaar hij aankomst aan het landingshoofd
moest passeeren, een ontploffing te veroorzaken.
Op de volgende wijze kwam dit plan aan het licht.
Twee dagen vóór 's keizers aankomst te Nicolajeif,
op 16 Augustus, ontdekten de gendarmerie-officie-
ren Jeromelajeft' en Paleolgo op een van Odessa
aldaar aangekomen schip een jongmensch, dat er
zeer verdacht uitzagbij de politie ontboden, gaf
hij op de edelman Joseph Schtschepansky te zijn.
Men vond bij hem valsche zegels en een aantal
stukken, waaronder een potlood-aanteekening met
de woordenInshenernaja n°. 10, naar den student
Roschkow te vragen. In die woning nu vond men
bij onderzoek twee der hoofdschuldigen in het
Odessa-proces, een deel van de voor de ontplof
fing noodige werktuigen, geleiddraden, galvanische
batterijen en elementen, een geladen revolver en
42 exemplaren van een revolutionaire proclamatie.
Later deelde Logowenko in de gevangenis aan
zijn medebeschuldigde Welednizky eerst mede wat
het doel van deze toebereidselen was geweestde
aanslag op 's keizers leven.
Dezer dagen heeft een jong Engelsch-
man om eene weddenschap het meer van Neuf-
chatel in den tijd van 2 uur 46 minuten door
gezwommen. Hij werd door twee booten gevolgd.
Naar de „Sam. Crt. verneemt heeftde
handel te Samarang besloten tot „guerre a outrance"
in zake den aanslag in de belasting en zullen
de firma's die zich verongelijkt achten zich laten
executeeren. Enkelen zullen trachten hunne zaak
in handen van den rechter te stellen om dezen
te laten oordeelen omtrent de geldigheid van de
belasting-ordonnanciën zeiven, met het oog op de
onderteekening daarvan door den heer Sprenger
van Eyk als algemeen secretaris.
KOLONIËN.
BATAVIA, 9 Augustus.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de vol
gende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Verleend: Een twecj. verlof-naar Eu
ropa, wegens ziekte, aan het lid in den raad van justitie te Sa
marang mr. J. J. F. Rigail Certon; aan de onderw. 1ste kl.
F. J. Van der Linden en J. J. Cleypool. Ontslagen: Eervol,
de onderwijzeres eerste kl. te Batavia E. H. Zaalberg; uit zijne
betrekking, de eecr., tevens boekh. bij de wees- en boedelk. te
Banda J. F. Pietersz. Benoemd: Tot hoofding. 2de klasse bij
den waterstaat enz. J. A. De Gelder; tot lid in den raad van
just, te Samarang mr. Cb. H. Nieuwenhnys; tot griiï. bij den
orog. rechter in de 2de afd. op Java en Madura mr. P. H. F.
Junius; tot onderwijzeres lste kl. B. A. H. Van Charldorp en
J. E. Van Schaik; tot onderw. 3de kl. mej. C. M. A. Van den
Berg. Geplaatst: Als hulponderwijzeres aan de openbare lste
lagere school te Batavia C. M. A. Van den Berg. Verleend:
Een tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den res. van
Krawang W. J. Pahnd de Mortanges, en aan den onderw. 3de
klasse J. A. Boyer; een tweej. verlof naar Europa, w. meer dan 17
jaren onafgebroken dienst, aan den chef der afd. stat. ter alg.
secr. mr. W. B. Bergsma. Ontslagen: Eervol, met behoud
van recht op pensioen, de oud. lste kl. D. S. De JoDg. Be
noemd: Ter alg. secretarie tot chef der afd. statistiek mr. II.
Kuneman, tot onderchef J. Evers, tot lsten comm. J. C. P.
Hartevelt. Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, aan den
9ecr. der res. Padang9cbe Bovenlanden H. E. Prins. Benoemd:
Tot aubst.-ollic. van just, bij den raad van jast. te Padang mr.
P. A. L. Mac Lean; tot lsten subst.-griff. bij het hooggerechts
hof mr. C. W. baron Van Heeckeren.
Departement van Oorlog. Vergund: Aan den gedet. lsten
luit. der cavalerie B. W. A. A. baron Van Dedem, op zijn
verzoek, naar Nederland terug te keeren. Bevorderd: Tot
kol. bij de inf., L. De Paauw, als zoodanig tevens benoemd tot
commandant der eerste mil. afd. op Java. Geplaatst: Bij
het 6de bat. inf. de kapt. A. W. Constant; bij het lste depot
bat. de 2de luit. C. Brand en M. M. F. Luppes; bij het 2de
garn.-bat. in Atjeh, de maj. L. G. Diepenhcim. Overge
plaatst: Bij het 2de gam. bat. in Atjeh, dc kapt. J. M. Ko
mijn; bij het 3de garn.-bat. in Atjeh de 2de luit. S. B. Van
Bijleveldt; bij het subsistentenkader te Soerabaia, de lste luit.
H. L. Knsky; als eerstaanw. genie-officier van Sumatra's Oost
kust de lste luit. H. A. G. Von Dcntzscb; bij de werken in
Atjeh de lste luit. der min. en sapp. E. Tielenius Kruytboff.
Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, w. ziekte, aan den
kapt. der art. D. G. Van Gorknm. Ontslagen: Op verzoek,
eervol, w. volbrachten diensttijd, met behoud van recht op
pens., de kol. der inf. J. V. Kriesfeld. Bevorderd: Tot
lsten luit. bij de inf. de 2de luit. P. F. De GraalT; tot mil.
apotb. 2de kl. H. W. J. Cowan. Ontslagen: Op verzoek,
eervol, w. volbr. diensttijd, met behoud van recht op pens., de
kapt. der inf. J. Van der Hoot. O vergeplaatst: De lste
luit. F. B. C. H. Von Splinter van Meester-Cornelis naar Atjeh.
Geplaatst: De 2de luit. I. Reerink en P. A. Gallas te Wel
tevreden, lste luit. S. Boom te Samarang, kapt. J. H. Van
den Broek te Atjeh, 2de luit. der art. A. B. Fromberg te Wel
tevreden, idem H. A. F. De Does te Salatiga, idem G. Manderg
to BaDjoebiroe.