Nadat men reeds derdehalve week ijs bezig geweest met de werkzaamheden tot verlaging van de Hartebrng, is hedenmorgen van de Rijns- burgerbrug af ook een aanvang gemaakt met het leggen van de rails voor de paardenspoorwegen alhier. De locomotief „Overijsel", tender en een goederenwagen van den sneltrein van Parijs, welke 's avonds om zes minuten over halfacht alhier moest aankomen, zijn gisteravond kort vóór het station gederailleerd, ten gevolge van het verkeerd stellen van een wissel, waardoor de trein op een nieuwaangelegd wordende spoorbaan kwam, waarvan het andere gedeelte nog niet in aansluiting was, maar tusschen de beide andere banen doodloopt. Hierdoor kwam het voorste ge- gedeelle van den trein in het zand terecht, waar vooral de locomotief er zich vrij diep in werkte, een gedeelte van de steenen rollaag vernielde en eenige houten dwarsliggers voor zich uitduwende. De schok veroorzaakte natuurlijk geene geringe ontstel tenis onder de niets vermoedende passagiers, waar van velen volgens hunne verklaring op geen bijzonder aangename wijze kennis met elkaar maakten. Ern stige ongelukken heeft men echter niet te betreu ren. De meesten kwamen met den schrik of een blauw oog vrij. Dadelijk na het ongeval toog men aan het werk om de van de rails geraakte wagens en machines weder in het spoor te krijgen. Met den goederenwagen gelukte dit hedenmorgen, ter wijl men hoopte er tegen den avond met de loco motief en tender mede gereed te komen. Daar er gisteravond juist een goederentrein gereed stond, konden de niet beschadigde wagens met loco motief daarvan spoedig de reis naar Amsterdam vervolgen, zoodat het oponthoud betrekkelijk van korten duur was. Overigens ondervond de gewone dienst geen de minste stoornis, daar de locomotief tusschen de beide voor het station liggende banen vast zat. De wisselwachter, door wiens misvatting het ongeluk voorviel, nam gisteren den dienst waar voor dengene die onlangs zijn 25-jarig wissel- wachtersambt herdacht en thans een dag vrij had. Door het kantongerecht alhier zijn de volgende uitspraken in strafzaken gedaanH. K. te Zoeterwoude, w. het niet tegenwoordig zijn bij het beproeven der brandspuit aldaar: f 5 of 2 d J. Y. te Noordwijk, w. diefstal van veldvruchten vrijgesproken; T. v. B., J. v. L, O. en C K., allen te Katwijk, w. spelen met centen op straat te Katwijk, de beide eersten en de vierde tot f 1 of 1 dag, de derde vrijgesproken M. B. te Noord- wijkerhout, w. het zoeken van waterwild: 10 of 2 dagen; G. v. A. en J. W., te Voorschoten, w. visschen zonder akte en zonder vergunning met een fuik, ieder tot tweemaal 3 of tweemaal 1 dag en verbeurte van de fuikJ. V. te Leider dorp, w. visschen zonder vergunning met de fuik (driemaal)driemaal 3 of driemaal 1 dagT. G. te Leiden, w. visschen met stekken in ver schillende vischwateren, zonder akte en zonder ver- gunnings-bewijzenachtmaal 3 of achtmaal 1 dag; P. S., aldaar, w. idem: viermaal f 3 of vier maal 1 dag; A. Z. te Zoeterwoude, w. visschen zonder vergunning met stekken: f 1.50 of 1 dag; D. V. te Katwijk, J. K. te Rijnsburg, W. L. te Leiden, W. L. en P. v. R., aldaar, w. visschen zonder vergunning met een hengel, ieder tol f 3 of 1 dag, en A. K. te Katwijk, w. idem, tot f 1 of 1 dag. Zondag-avond te elf uren heeft een te Delft onbekend, blijkbaar beschonken persoon, zich noemende A. v. d. V. en naar zijne opgave woonachtig te Deursen bij Ravestein in N.-Brabant, in het Oosteiude nabij de Donkersteeg te Delft twee burgers aangerand en moedwillig met een mes een paar lichte verwondingen toegebracht. Na eenig worstelen werd hij echter door de verwonden zeiven overmeesterd en aan de politie overgeleverd, die van het voorgevallene proces-verbaal opmaakte en den snijdersbaas naar 's-Hage, ter beschikking van den officier van justitie, opzond. Op eene jammerlijke wijze is het tweejarig zoontje van Abel Oostinga te Zeven huizen, in Groningen, om het leven gekomen. De moeder, afwezig om een boodschap te doen, had, terwijl ook de vader van huis was, het kind sla pend in de wieg achtergelaten. Wakker geworden, heeft het getracht uit de wieg te komen. Deze moet voorover 2ijn geslagen in een nabijstaanden vuurpot, ten gevolge waarvan het kindje geheel is verbrand. Te Rotterdam heeft, naar het Vad. meldt, weer eens een tooverscène plaats gehad. Vrouw P., wonende in de Berkelstraat, werd door haar buurvrouwen beschuldigd als zou zij een buurkindje, dat al geruimen tijd ziek was, betooverd hebben. Op aanraden van een deskundige begaven zich de pleegouders van de zieke naar den pastoor te Kralingen, die ze naar huis zond met de ver klaring, dat hij zich met zulke dwaasheden niet ophield. Goede raad was nu duur, raadgevers in overvloed voorhanden. Een vrouw uit de buurt, die met de helm geboren was, zou geraadpleegd worden. En corps begaf men zich naar de ge helmde vrouw, die na allen en alles gehoord te hebben, in het volle besef van haar macht ver klaarde, dat men eene zwarte kip moest nemen en die ongeplukt moest koken tot zoolang tot de heks er uitkwam. In plaats van één zwarte kip nam men er twee, die men kookte totdat het in huis van den (lamp en de lucht niet meer uit te houden was; de heks kwam maar niet te voor schijn. Eindelijk ging men de gewaande heks maar halen. De kippen kookten als de zee, de heks was er en zeide: „God zegen je mijn kind, ik ontbreek de macht om je te zegenen." Een en ander had van des morgens halfelf tot 's nachts twaalf uren geduurd, tot groote vreugde van al de babbelkousen uit de buurt. Uit Berge u - o p - Z oo m wordt gemeld. De zaak van den brandstichter Timmers krijgt een meer en meer omvattend aanzien. Door de maréchaussée aldaar is nl. onverwachts eene huis zoeking gehouden bij den landbouwer P. v. L. te Ossendrecht, ten wiens huize, volgens bekentenis van Timmers, ook goederen geborgen waren. Hoe wel het feit halsstarrig werd ontkend, vond men welvoorziene kasten met nieuwe kleederen, nieuw huislinnen, groote hoeveelheden lappen van ver schillende soort enz. Een en ander is in beslag genomen. Maandag-avond is op het inaanbouw zijn tweede spoor tusschen Bokstel en Best, bij wachtpost 39, de hulparbeider Langeudonk door mis te stappen onder een ballast-trein geraakt en op de plaats dood gebleven. Omtrent een moord, in den nacht tus schen Zondag en Maandag tusschen Suameer en Bergum gepleegd, wordt het volgende uit Tietjerk- steradeel gemeld Een jongeling, die bij zijne moe der, eene weduwe, inwoonde, voor haar den kost verdiende en haar liefderijk verzorgde, vertoefde in gezelschap van een paar timmermansknechts in een kroeg onder Suameer. Zij ontmoetten daar eenige koedrijvers en kregen met dezen een woor dentwist. Toen zij de herberg verlieten, werden zij door de koedrijvers, die reeds vroeger waren heengegaan, aan den weg opgewacht en aangeval len. De timmerlieden namen de vlucht, maar Jan Hanses aanvaardde den strijd, verdedigde zich en ontving aan den hals waarschijnlijk met een dolk mes een zoo groote wonde, dat zij spoedig den dood ten gevolge had. De timmerlieden zijn door den burgemeester in verhoor genomen. De vermoe delijke daders zijn gevat en gevankelijk naar Leeu warden getransporteerd. Te Northfield, een dorp in Massachu setts, is ouder leiding van Moody en Sankey de eerste steen gelegd voor een schoolgebouw, waar jonge dames van hun richting een academische opleiding zullen ontvangen. Een groote menschen- massa was tegenwoordig. De stem van Sankey, die het zingen leidde, is door een phonograaf op genomen en wordt zoodoende in de school bewaard. Het stoomschip „Brest" van Glasgow, dat van Havre naar Liverpool vertrok, raakte bij een dikken mist Zaterdag-avond voorbij kaap Lizard vast. Vier vrouwelijke passagiers en een kind zijn vermoedelijk verdronken, de overige werden gered. Ongeveer 130 zijn naar Falmouth vertrokken. Dewijl de meesten passage betaald heb ben om met het stoomschip „Celiic" naar Amerika te vertrekken, zullen zij naar Liverpool worden vervoerd. Het stoomschip is vol water en zit gevaarlijk. Het bekende Engelsche parlements lid O'Donnell is te Boulogne door een zonnesteek getroffen; twee dagen achtereen bleef hij bewus teloos, thans is hij weer in zoover hersteld, dat hij naar Londen kan worden overgebracht. KOLONIËN. BATAVIA, 1 Augustus. Op Riouw zijn nieuwe onlusten onder de Chi- neezen uitgebroken, welke eene versterking van het garnizoen noodzakelijk hebben gemaakt. De belastingen zijn hierbij in het spel. De veepest heerscht in de afdeeling Mees- ter-Cornelis, waar zij gemakkelijk kon binnen dringen, daar de afdeeling Batavia niet naar be- hooren werd afgesloten. Ook in Bantam is veel vee afgemaakt. Den 20sten Juli vertrok per stoomschip „Karang" vau Pasoeroean naar Koetei de Duitsche reiziger Carl A. Bock, wien door ons gouverne ment een wetenschappelijke reis naar de Oostkust van Borneo is opgedragen, om onderzoek te doen naar de nog niet bekende zoölogie van die streken. Door den gonvernear-generaal van Ned.-Indië zijn de vol gende beschikkingen genomen Departement van Oorlog. Benoemd: Tot milit. eomm. der Westerafd. van Borneo, de luit.-kol. H. M. Terstege. Onthe ven: Bij de inf. eervo! van zijne betr. als adj. de lstelnit.-adj. A. K. Eichboltz, van het 12de bat. Geplaatst: B(j den gen. dienst van Sumatra's Westk., de off. van gez. 2de kl. D. Wafel bakker; bij de 3de comp. art., 2de luit. E. H. Frankamp; bij het algemeen genie-magazijn te Batavia, de magazijnm. der 2de kl. (lste luit.) C. Den Hengst. Overgeplaatst: Bij den raad van administratie te Lahat, de lste lnit.-kwartierm. D. C. OfFen- berg; bij het 16de bat. infanterie, de kapt. J. L. Hamel; bij bet lste garn.-bat. in Atjeh de 2deluit. G. J. H. Van Onsenoord; bij het 2de garn.-bat in Atjeh de lste luit. A. Berends en de 2de lnit. M. H. J. Van Swighem. Ontslagen: Op verzoek eervol, wegens volbrachten diensttijd, met tebond van recht op pens. en onder toekenning van den tit. raDg van dirig. off. van gez. lste kl. G. A. P. Van Steenvelt. Bevorderd: Tot dirig. off. van gez. 2de klasse de off. van gez. lste kl. H. Van Lok horst, thans met verlof in Ned., en C. Mioulet. Verleend: Een tweej. verlof Daar Europa wegens ziekte, aan den lsten luit. der inf. J. M. Le Bron de Vexela. Bevorderd: Tot lsten luit. W. A. Godin, J. A. Van Dapperen, J. P. Van Velthuy- zcn, E. H. Frankamp en J. Burlage, de eerste bij de inf. en de overigen bij de art. Benoemd: Tot 2deD luit. bij de inf., de serg.: A. A. Sonneveldt, H. F. W. B. E. Von Seydlitz Kurz- bach, H. C. J. Peeters, H. Verschooff, G. A. Van Leenwen, F. Westerbeek, A. A. Van der Mark, V. E. J. Mnylwijk, J. P. Linck, J. Scbnijder, J. F. Versluis, J. H. C. G. ADgeDent, G. B. K. Sanders, W. Boer, E. W. Van Baerle, E. A. Von Winning, C. L. Nijenhnis, P. C. M. A. Hoolboom, K. J. D. Scott, J. H. P. Van Aken, A. G. F. A. Anink, J. Koose, A. Nijenhnis, W. P. Roelofs en J. C. Holland; bij de art., de serg. A. B. Fromberg, H. A. F. De Does en G. C. Manderstot 2den lnit.-kwart, by de mil. adm., de serg.: N. A. De Voogt, C. L. Pfeiffer, J. W. Hoepeling, C. T. Interna en de gewezen off. van adm. 2de kl. bij de kon. Ned. marine Ph. Gallas. Overgeplaatst: De lste luit. der genie H. A. G. Van Dentsch van Atjeh naar Bengkalis, E. Tielenins Kruythof van Willem I naar Atjeh, kapt. H. Broese van Groenou van Atjeh naar Padang. BUITENLAND. Duitschland. De „Nordd. Allg. Ztg." vestigt er de aaudacht op dat de Russische pers, nadat zij kort vóór de reis van den czaar en de vriendschappelijke zen ding van Pruisische officieren onder leiding van Vanteuffel, bare aanvallen op Duitschland op be vel der regeering had gestaakt, thans na de bijeenkomst te Alexandrowo den kamp schijnt te willen hervatten. Zoo beeft de „Golos" van 4 en 5 September de hatelijkste aanvallen gericht tegen den rijkskanselier en de Duitsche politiek, die doen denken aan vroegere artikelen van de Berlijnsche „Reichsglocke." De „Ageuce russe" van 5 September heeft ie artikelen woordelijk over genomen. Grroot-Brittmnië. In de Kaapsche „Government Gazette" komt een proclamatie voor van sir Bartle Frere, te kennen gevende dat de wetten tot inlijving van Griqua- land West en van zekere landen tusschen de Kei en de Umzimkulu, en tot bet opnemen van gelden tot het afdoen van zekere schulden van Griqualand West, door de koningin bekrachtigd zijn. De heer C. J. Juta, de baljuw van het hooge hof, is naar de Transvaal teruggekeerd van eene zending naar bet Boscbveld, waarheen hij door de regeering gezonden was om onderzoek te doen naar gruweldaden door vrijwilligers onder kapitein Jones gepleegd, terwijl zij op weg waren naar Secocoeni. Er werd bevonden dat de klachten gegrond waren dat de officieren weinig discipline onder hun volk wisten te handhaven en dat die lieden op schande lijke wijze hebben huisgehouden. Zij hebben dief stallen, inbraken en zelfs persoonlijke aanrandin gen gepleegd. Door de regeering zal een streng onderzoek worden ingesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2