Maandag 8 September. N°. 5999. A0. 1879. Tweede Blad. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenw. i 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers-.-.-v.-#-.-. n 0.05. DAGBLAD. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DER ADYERTENTIEN: Van 1—6 regels1.05. Iedere regel meer0.17$. Grootere letters naar plaatsrnimte. Gemengd Nieu-vvs. Donderdag-namiddag omstreeks half- zes had te Dordrecht even boven den Papen- drechtschen veerdam eene aanvaring plaats tusschen de opvarende stoomboot „Rotterdam V", van de Nederlandsche Stoombootreederij, en de afkomende Prankforter sleepboot „Vorwiirts". Daarbij bekwam eerstgenoemde boot, opsleepende vier schepen, zoo irroote schade de raderkast en het rad aan eene zijde werden geheel weggenomen dat de opvaart moest worden gestaakt. De afkomende sleepboot net drie schepen bekwam minder letsel en zette de reis naar Rotterdam voort. De gesleept wor dende schepen bleven van averij verschoond. De obelisk van Cleopatra, die op de nieuwe Theemskade te Londen werd opgericht, is schoongemaakt en afgewerkt. Het werk is uitge voerd door Henry Browning, die eerst alle vuil heeft verwijderd en daarna de naald heeft besmeerd met een compositie van zijn eigene vinding, waar door de verweerende invloed van water en lucht wordt voorkomen. Eene firma te Chemnitz heeft voor het Duitsche rijk octrooi verkregen op de uitvinding van een muilkorf met beweegbaren onderkant. De constructie is van dien aard, dat, zoodra de hond den bek opent, het ondergedeelte van den muil- ki.rf uitwijkt, zoodat het dier gemakkelijk kan ademhalen, geeuwen en de tong laten uithangen, zonder echter te kunnen bijten, of iets anders te kunnen aangrijpen dan hetgeen men hem door den muilkorf in den bek geeft. Eenige dagen geleden geraakte op het station te Budapest een goederentrein in brand. De trein bestond uit 48 wagens, waarvan 6 met petroleum en 24 met manufacturen beladen. De waarde der waren en wagens wordt op 100,000 llorijnen geschat. Veertig wagens werden gered door een uit Steinbrück ontboden trein, die deze 40 van de 8 brandende wagens losmaakte en weg trok. De brand woedde tot laat in den avond voort. Het was een geluk, dat de brandende massa zich op een der zijsporen bevond, daar anders het verkeer gestoord zou zijn. Een ware heldendaad werd verricht door den machinist Földvury, die na tevergeefs getracht te hebben de wagens te remmen en tegenstoom te geven, den stoker onder den toeroep„Gij zijt getrouwd, gij moet uw leven voor uwe vrouw en kinderen behoudenhet is genoeg dat ik val!" last gaf van de machine te springen. Gelukkig werd de machinist later zelf van de machine geslingerd en bekwam slechts een paar weinig beteekenende huidwonden. De rechtbank van koophandel te Ant werpen heeft zooals gemeld werd uitspraak gedaan in de zaak van den heer E. Zola c. 3. tegen den heer V. Driessens, wegens het ten tooneele voeren eener vertaling van „l'Assommoir". Degrond waarop de rechtbank den Eranschen schrijver in 't ongelijk heeft gesteld isdat „volgens art. 5 van het ver drag tusschen België en Frankrijk van 22 Augus tus 1852, en art. 6 van het verdrag van 1 Mei 1861, de Fransche schrijver, die in België zijn recht wil behouden om een Fransch tooneelstuk in het Vlaamsch over te zetten, een Vlaamsche vertaling van dit gewrocht moet doen verschijnen, tenlaatste binnen de drie maanden die volgen op de neerlegging van het Fransche werk, welke neerlegging moet geschieden binnen de drie maan den volgende op den dag der eerste uitgave in Frankrijk". Aangezien nu tusschen de eerste op voering van „l'Assommoir" in 't Fransch en die der vertaling in 't Ylaamsch wel meer dan zes maanden verloopen zijn, volgt hieruit dat de eisch van den heer Zola zonder grond was. Gryglewski, professor aan de Kra- kauer academie voor fraaie kunsten, bevond zich onlangs te Dantzig om daar historische schilde rijen van het raadhuis te kopiëeren. Een brief dien hij van huis ontving schijnt hem tot wan hoop te hebben gevoerd, ten gevolge waarvan hij zich van de trap van het raadhuis naar beneden op het plein liet vallenhij was onmiddellijk dood. Een varensgezel van een koopvaardij- schip deed Woensdag met een zijner vrienden een roeitochtje op de Seine. Op het oogenblik dat zij bij de quai de Montebello aan wal wilden gaan, stortte de laatste in het water. Zijn makker be dacht zich geen oogenblik, maar sprong hem ge kleed na, doch nauwelijks bevond hij zich in het water, of hij zag zich in zijn bewegingen belem merd juist door dengene, dien hij trachtte te red den, daar deze in zijn wanhoop zich aan hem vast klemde. Ongetwijfeld zouden dan ook beiden voor altijd in de golven zijn verdwenen, had niet een derde persoon, die van den wal het gevaar had opgemerkt, waarin zij verkeerden, zich te water begeven. Een hunner bij een been grijpende, trok hij zoo het tweetal te gelijk naar den kant, waar hij hen spoedig op het droge hielp. Dezer dagen klopte aan de woning van zekeren Merlo bij Turbie, in het Fransche departement der Zee-Alpen, niet ver van Monaco, iemand aan, die, toen de vrouw des huizes hem opendeed, hare juweelen eischte. De vrouw riep om hulp en Merlo schoot toe, maar op hetzelfde oogenblik werd het paar door zeven andere ge wapende mannen besprongen en genoodzaakt om hun huis weerloos te zien uitplunderen, waarna de roovers' zich met hunnen buit uit de voeten maakten. Een vrouw, die op de place de Clichy te Parijs plaats nam in een omnibus, zette een mand met ingekochte benoodigdheden, die zij bij zich had, onder de bank neder. Slechts weinige oogenblikken had het rijtuig zich in beweging ge zet, toen de passagiers een onaangenamen, be nauwden reuk opmerkten. Weldra ontdekte men de oorzaak daarvan. Een pakje lucifers, onder vele andere zaken in de mand aanwezig, was door een of andere oorzaak in brand geraakt en spoe dig had zich het vuur aan de kleederen der vrouw meegedeeld. Nu ging het geheele gezelschap onder leiding van den conducteur aan het blusschen; de vrouw kwam er echter niet zonder brand wonden af. EenkellnerteBerlijnwoondeonlangs het opstijgen van een luchtballon bij en in het gedrang sneed een zakkenroller zijn horlogeketting door en stal het horloge. De bestolene bespeurde eerst wat er gebeurd was toen hij huiswaarts keerde en wilde naar het politiebureel gaan om aangifte te doen, toen hij toevallig in zijn achterzak tastte en tot zijne verbazing daarin zijn horloge vond met het afgesneden stuk ketting. Vermoe delijk heeft de zakkenroller het gestolene bij een zijner helpers in veiligheid willen brengen en het toen bij vergissing in den zak van den recht hebbende gestoken. Een merkwaardig voorbeeld van het lange leven der schildpadden is voor eenigen tijd in Florida voorgekomen. Daar ving een planter in de rivier St.-Jean een groot exemplaar dezer diersoort, op welks schild het volgende geschreven stond: „Gevangen in het jaar 1700 door Hernando Gomez in de rivier Sebastian, van daar door Indianen overgebracht naar Matanzas en verder naar de groote Wekiva." Groote Wekiva is de oude naam van de St.-Jean. Bovendien was op het schild het Spaansche wapen gegrift. De planter, na het dier aan tal van personen vertoond te hebben, liet het weer vrij, na zijn eigen naam met jaartal bij het opschrift gevoegd te hebben. Een ingezetene te Berlijn had eenige gelden, die hem waren toegezonden ter onder steuning der huisgezinnen van verdreven socia listen, overgemaakt aan den socialist Bebel te Leipzig, die ze aan eenige gezinnen heeft uitge deeld. De rechter in eerste instantie zag in de han deling van den Berlijnschen burger eene overtreding der zoogenaamde socialistenwet en veroordeelde hem tot eene boete van 150 mark, benevens de kosten van het proces. Bij de daarop gevolgde behandeling voor het hof van appèl te Dresden werd door den verdediger aangevoerd, dat hier volstrekt geen sprake was van bevordering van socialistische bedoelingen, maar enkel en alleen van eene gewone inzameling voor een weldadig doel. Het gerechtshof heeft zich met dit argument vereenigd en den beschuldigde vrijgesproken. Wegens de zienswijze in Pruisen ten opzichte van zulke inzamelingen voor vrouwen en kinderen van socialisten wordt die uitspraak van het Saksische gerechtshof niet ten onrechte eene gewichtige be slissing genoemd. De regeering van het vorstendom Reuss jongere linie maakt bekend dat prins Hen drik XX, die onlangs met de kunstrijderes Clotilde Loisset is gehuwd, reeds sinds 14 November 1876 krachtens rechterlijk vonnis als verkwister onder curateele staat. In 1877 is hij in staat van ken nelijk onvermogen verklaard en toen schijnt er niets gevonden te zijn om de schuldeischers te kunnen voldoen. Een fraai vooruitzicht voor zijne vrouw, die, naar men zegt, een niet onaanzienlijk vermogen bezit. De „Daily News" wijdt een hoofd artikel aan het eigenaardig verschijnsel, dat kapi tein Carey in de laatste dagen dreigende brieven ontvangen heeft uit verschillende oordeu van En geland. De schrijver van een dier brieven ver klaart de aanvoerder te zijn van eene vereeniging, welke zich ten doel stelt, den heer Carey het leven te benemen. Een ander geeft hem kennis, dat hij hem overal zal volgen, om bij de eerste gunstige gelegenheid hetzelfde te doen. De rechtbank te Douai zou dezer da- gen te beslissen hebben over een proces tusschen een koffiehuishouder en eene horlogemaakster, die beiden aanspraak maakten op dezelfden hond, volgens den eerste Tom, volgens de laatste Brillant genaamd. De advocaten werden in den loop der debatten het eens, de zaak door scheidslieden te doen beslechten. Ten aanzien van eene groote menigte plaatsten de twee belanghebbenden zich op dertig meter afstand van den hond en begon nen te roepen. Eens vloog het dier naar de dame en tweemaal naar Frémy en daarmede was het pleit ten gunste van den laatste beslecht. In de maand Februari van dit jaar verliet een karavaan de Arabische havenstad Har- nim, ten einde „waren" te verkoopen. Onder „waren" verstonden de kooplieden slaven, allen in den ouderdom van 10 tot 15 jaren. In de Sahara

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1