Vrijdag 5 September. N°. 5997. A0. 1879. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1-10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommer*-.0.08. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering yan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADYERTENTIENs Tui 1regels1.05; Iedere regel meer0.17$ Grootere lettere uur plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. Kohier der plaatselijke directe belasting 1819. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 264 der Wet van den 29sten Juni 1851 (Staatsblad N». 85) doen te weten, dat het kohier der plaatselijke directe belasting over 1879 op heden voorloopig is vastgesteld, en van den 27sten Augustus tot en met den 9den September 1879, ter secretarie dezer gemeente (Ttnanciëele afdeeling) van 's voormiddags 9 tot 's namiddags 4 uren voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. d. BRANDELER, Burgem. 26 Augustus 1879. E. KIST, Secretaris. LELDEN, 4 September. Ouder de voorgestelde buitengewone werken komen op de gemeentebegrooting voor 18S0 voor: het vernieuwen der vallen en boekpalen van de Kerksteegsbrug over den Ouden Rijn geraamd op 680, het vernieuwen van het overdek der brng over de Haailemmervaart op 400, het vernieu wen van het dek der Heerenbrug op 320, het verven van de gevels en den ingaDg van den Burg, de koffiekamer enz. op 240, het vervolgen der jaarlijksche vernieuwingen van het leiendak van het Raadhuis, het verven van den voorgevel van dat gebouw, alleen kozijnen, ramen en deuren op 130, het maken van nieuwe ramen in den ach tergevel en het verven van de trouwkamer op 220, het inrichten van een wachtkamer in het nreel van politie op 240. De som van f 1910 voor de jaarwedden van de sluis- en brugwachters zal met 50 moeten worden verhoogd ten einde enkele jaarwedden te verhoogen en o. m. de belooning van den wachter der brug over den Nieuwen Rijn bij de Plantage in overeenstemming te brengen met die van de brugwachters aan de Rijn- en Kraaierstraten. Eeue verhooging met 150 voor de schrijfloonen wordt dringend noodig geacht, aangezien f 950 niet voldoende is om de personen met het schrijf- en expeditiewerk belast behoorlijk te beloonen. Voor het herstellen en inbinden van eenige oude trouw- en doopboeken is 100 noodig. Tot aan schaffing van ijzeren omkastingen en urinoirs zijn 300, het onderhoud van riolen onder eigen be heer, waarvoor de materialen in het openbaar wor- deu aanbesteed, 5000 en tot herstelling en onder houding van riolen in de Van-der-Werfstraat en de gedempte Voldersgracht 500 op de begrooting uilgetrokken. In plaats van 2600 gedurende het loopende jaar, worden de kosten voor het verstrekken van en aanleg van duinwater in gemeente-gebouwen, voor 1880 geraamd op 1524. De post voor de bijdrage van de gemeente in de kosten van aanleg der duinwaterleiding bedraagt evenals vorige jaren 22,500. Voor aanschaffing en herstel van slangen voor de onderscheidene brandspuiten wordt f 700 gevraagd, terwijl voor de belooningen en premiën aan de braudspuitlieden en beambten 3600 blijft uitgetrokken, in de onderstelling dat het aantal branden in 1880 aanmerkelijk minder zal wezen dan in het vorige jaar, toen de uitgaven de be langrijke som van 6003.25 hebben bedragen. Het tot dusverre uitgetrokken bedrag van 350 voor drukwerk, schrijfbehoeften en audere uitgaven voor de politie is gebleken niet voldoende te zijn, zoodat thans een som van f 450 wordt voorgesteld. De kosten voor het gymnasium worden op f 28,650 geraamd. Daarvan is voor de jaarwedden der onderwijzers uitgetrokken 21,800, tegen 17,819 over 1879 en f 17,112.77 over 1878. Er wordt thans nl. o. a. een verhooging voorge steld vail dr. Vollgrafl' en den lieer Bijvauck ieder met 400, van den heer Frantzen met 200 en van den heer Plummer met 100. De kosten voor de middelbare scholen (hoogere burgerschool) worden geraamd op 32,485. Voor de jaar wedden der onderwijzers is daarvan ƒ28,410 uit getrokken tegen ƒ22,521 over 1879 en f 22,017.25 over 1878. De volgende verhoogingen worden nl. voorgedragenvoor dr. De Loos, dr. Campert, dr. Kroon, dr. De Boer, dr. Sicherer en den heer Wolters ieder 400, voor den heer Werkman 200 en voor de vaceerende be gen in de aardrijkskunde en de Engelscln -a .c er 400. Het subsidie aan de burgeravondschoo. bedraagt. 4700. Alleen de jaarwedden der hoofd- en hulponder wijzers eu onderwijzeressen, zoomede de toelagen voor de kweekelingen aan de soholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs maken een cijfer van 110,230 tegen 102,280 over 1879 en 93,273.23 over 1878. Er wordt o. a. voor gesteld om een som van f 300 op de begrooting te brengen, ten einde aan het hulppersoneel in het bezit van een akte voor gymnastiek een toelage van 25 per jaar te kunDen uitreiken voor het geven van onderwijs in dat vak. Voor het onder wijs in de nieuwe talen aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen wordt f 3300 uitgetrokken, ten gevolge van de reorganisatie van het gymnasium. Verder komen op de begroo ting voorals veranderlijke belooning der onder wijzers 1680; voor het onderhoud der scholen, schoolmeubelen en de woningen der onderwijzers 8630voor kosten van schoolboeken en school- behoeften der leerliugen 7500; voor vuur en licht in de scholen 2700; voor huur van het schoolgebouw en de woning van den onderwijzer in de gymnastiek 1200; voor vergoeding aan hoofdonderwijzers eu hoofdonderwijzeressen voor gemis van vrije woning/'2900; voor vergoeding aan het rijk in het pensioen aan mej. A. J. W. Rensen 107. De kosten der bewaarscholen bedragen 13,200, Aan het vroeger overgelegd plan tot verbete ring van de bewaarschool in de Scheistraat zal thans gevolg moeten worden gegeven, zoodat daarvoor 3500 is uitgetrokken. De kosten voor de Indische Instelling worden weder begroot op 5000. Ouder de inkomsten komen nog voor: van de schoolgelden der Indische Instelling ƒ300, gymnas. 5875, hoogere burgerschool f 8000, lager onder wijs 33,600 en bewaarscholen f 1100, zoomede van renten van kapitalen 16,800, winst van de gasfabriek f 54,000, pacht van de haardasch enz. 5722, het rijkssubsidie van 7000 voor de hoo gere burgerschool en dat van 2000 voor het lager onderwijs. Tot leeraar in de natuurkunde, scheikunde en natuurlijke historie aan het gymnasium en in reken- en wiskunde aan de middelbare school voor meisjes te Arnhem is benoemd dr. J. C. I. Siche rer uit Leiden. "Van elk dezer betrekkingen is de jaarwedde bepaald op 1200. Gistermiddag had te Nijmegen de achtste algemeene vergadering der Ned. Maatschappij voor tuinbouw en plantenkunde plaats. De voorzitter mr. Visser van Hazerswoude bracht hulde aan de krachtige medewerking der afdeelingen, speciaal aan die van Utrecht, Nijmegen, Velp, Zwolle, en Leiden, die reeds tentoonstellingen hielden. Amster dam zal ze daarin volgen. Hij wees cp de ont wikkeling der Maatschappij, die reeds zestien afdee lingen en de algemeene afdeeling telt. De voorzitter deelde mede, dat het stichten van een rijkstuin bouwschool in beginsel was aangenomen door de regeering. Men wenschte echter ook tuinbouw- onderwijs op de lagere scholen. Daarop zal men blij ven aandringen, daartoe is de medewerking noodig van een toenemend aantal leden. Onder de inge komen stukken was een missive van den minister Kappeyne, waaruit bleek, dat de oprichting van een rijkstninbouwschool eerst kon geschieden na de volledige organisatie van de landbouwschool. Het aantal afdeelingen was vermeerderd met Velp en Haarlem. Het voorstel van het hoofdbestuur, dat door de Maatschappij pogingen in het werk zouden worden gesteld ter verkrijging van vermindering van tarief en ter bespoediging van het vervoer van tuinbouwproducten bij de verschillende spoorweg maatschappijen, werd van verschillende zijden ondersteund, toegelicht en aangevuld en daarna aangenomen. Verder kreeg het hoofdbestuur de goedkeuring op de gedane stappen tot vaststelling van de plannen in zake de tentoonstelling, welke in het voorjaar van 1880 te Groningen zal worded gehouden. In beginsel werd aangenomen 400 beschikbaar te stellen voor voordrachten, te honden binnen den kring der afdeelingen. Er werd verder besloten een diploma en een premie toe te staan aan Valk te Bennekom, ge pensioneerd arbeider van den Hortus te Leiden, die meer dan vijftig dienstjaren telde. Het voor stel van de afdeeling Leiden en omstreken om bij de regeering te steunen de aan deze gerichte adres sen van de algemeene vereenigiug voor bloem bollencultuur in zake de Lekdijk-quaestie, werd door den heer Virnly bestreden, daar die zaak in de Kamer ter sprake zal komen en de vereeniging zich met znlke zaken niet moet gaan bemoeien. Ook de voorzitter was tegen het voorstel. De heeren Moesveld en Doeleman van 's-Hage verdedigden het daarentegen. Na discussie werd aan het bestuur overgelaten om zich al dan niet nader te adres- seeren. Het tweede voorstel van Leiden om eer bewijzen, aan leden van de verschillende afdeelin gen toegekend, aan het bestuur van de afdeeling, waartoe de bekroonde behoort, toe te zenden, om aan den bekroonde in een ledenvergadering te worden uitgereikt, werd door het hoofdbestuur overgenomen. Omtrent de ontwerp statuten voor het op te richten Arboretum zeide de heer Lan- gerhnizen, dat het plan veel steun vindt en dat Prins Frederik zich bereid verklaard heeft om als beschermheer op te treden. Leiden vroeg of het Gooi wel de geschiktste plaats is om het op te richten en of het bestuur der Gooische afdeeling wel de geschiktste leiding er voor is. Een voor stel om het Arboretum elders te vestigen onder de leiding van het hoofdbestuur werd tot de ver gadering van 1880 aangehouden. De vergadering koos tot leden van het hoofdbestuur de heeren jhj. mr. W. C. A. Alberda van Ekeustein, van Gro ningen, en Joh. Van Soest, van Arnhem. Voorts werd besloteD, dat de algemeene vergadering in 1880 te Haarlem, de vriendschappelijke bijeen komst te Velp zal worden gehouden. De heer Herman Wentland van Hannover werd tot eerelid benoemd. Met een gezellig gastmaal in het hotel „Berg en Dal" werd gisteravond de vergadering besloten. Tot wethouder van Zoetermeer is herbenoemd de heer J. Groenewegen en tot wethouder van Zegwaard de heer R. Van Alphen. Volgens het Hbl. loopt in Den Haag het gerucht dat de regeering voornemens zou zijn een staatscommissie in te stellen, om te onderzoeken, in welke opzichten de grondwet wijziging vei-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1