decksche kleuren. Aan de hoofdtoegangen ter rechter- en linkerzijde het Nederlandsche wapen, met schil den, „O. en W. Indië" en „Nederland" ten opschrift dragende. Verder schilden langs de wanden en draperieën langs de deuren. Het flink verlichte geheel miste niet indruk te maken en bracht de genoodigden dadelijk in eene feestelijke stemming. Toen dezen in een halven cirkel plaats genomen hadden, die de zaal in hare geheele lengte en breedte doorsneed, terwijl de autoriteiten in het middel punt van dien halven cirkel stonden en de feest commissie aan het boveneinde der zaal post had gevat, nam de heer C. A. Jeekel, voorzitter van de commissie voor dit feest, het woord en heette de feestcommissie welkom. Deze rede werd met toe juiching begroet, terwijl de muziek fanfares aan hief en daarna de volksliederen speelde. Nadat den aanwezigen de eerewijn was aangeboden, namen achtereenvolgens de heeren J. J. Coers, voor zitter van de tentoonstellingscommissie, en Pels Rijcken, burgemeester van Arnhem, het woord. Toejuiching en fanfares volgden op beide reden, waarna de voorzitter de talrijke aanwezigen uit- noodigde hem in den tuin van „Musis" te vol gen. Buiten, het was toen omstreeks halfnegen, vond men op de met gas- en Jablakoff-lampen verlichte plaats reeds een talrijk publiek bijeen en het muziekcorps van de grenadiers op het orkest, dat een keurig programma ten gehoore bracht, veel toejuiching vond, en den Egyptischen marsch van Strauss moest herbalen. Van tijd tot tijd werd het terrein buiten het hek en de vijver met Bengaalsch vuur verlicht. Buiten in het boomrijk gedeelte van „Musis" maakten de Jabla koff-lampen een wonderschoon effect, niet het minst door hel licht en bruin, dat zij in het leven riepen. In de pauze voerde het Arnhemsch muziekcorps eenige stukken uit, terwijl onder magnesium-verlichting een kolossaal chassinet werd onthuld, ten opschrift dragende: „Hulde van de inzenders aan het bestuur en commission der ten toonstelling in Arnhem 1879", welk opschrift was omgeven met een breeden band attributen, aan nijverheid, handel en scheepvaart gewijd. Be doeld muziekgezelschap hield aan het slot van de pauze een optocht met fakkellicht. Toen de grena diers hun tweede afdeeling voltooid hadden, gaven zij in antwoord op de veelvuldige toejuichingen de volksliederen ten beste, die ineensmolten met de eerste knallen van een uitgebreid vuurwerk, dat met een hulde aan het bestuur der tentoon stelling aanving en met eene zinnebeeldige voor stelling omstreeks middernacht werd besloten. Het muziekcorps van het 8ste regiment infanterie had inmiddels het orkest bezet, en na afloop van het vuurwerk ving in de groote zaal, daartoe zeer doelmatig ingericht, een bal aan, terwijl wie het wilde aan een gemeenschappelijk souper deelnam. Naar men verneemt is het gebouw op den Korten Vijverberg N°. 3. te 's Hage, laatstelijk bewoond door mevrouw de douairière Groen van Priusterer, dezer dagen, men zegt voor ongeveer f 70,000, in handen van het rijk overgegaan. Daarin zullen binnenkort de bureelen van het departement van justitie worden overgebracht, terwijl het later bij voltooiing van het nieuwe departement aan het Plein door de arroudissemeuts-rechtbank zal worden betrokken. Op deze wijze zal de ge meente, die over het gebouw waar thans de recht bank is gevestigd, wenscht te beschikken, haar eigendom van het rijk terugbekomen. Door iemand die bij uiterste wilsbeschikking verlangd heeft onbekend te blijven, is aan de Maat schappij van weldadigheid f 2000 gelegateerd. Tot secretaris dier Maatschappij is benoemd de heer J. E. Greeve te Leiden. Naar men verneemt bestaat het voornemen om met ingang van 1 October het tarief per woord op telegrammen in bet binnenlandsch verkeer toe te passen, en dit te bepalen op een vast bedrag van 15 cents voor elk telegram, met heffing vau 1 cent per woord daarenboven. Het stoomschip „Schiedam" is Zaterdag van Nieuw-York naar Rotterdam vertrokken; de „Madura", van Batavia naar Amsierdam, arriveerde gisteren te Port Said en vertrok heden van daar; de „Prins Hendrik" is 29 Augustus te Batavia aangekomen; de „Voorwaarts" is Zaterdag van Batavia naar Amsterdam vertrokken; de „Prinses Amalia" vertrok Zaterdag van Amsterdam naar Batavia en arriveerde gisteren te Southampton; de „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde gisteravond Dungeness en wordt heden avond verwacht. Gemengd Nieu-*vs. Hedenochtend heeft in Den Haag weder een treurig ongeluk plaats gehad. Drie kinderen, wonende op de Turfmarkt aldaar, zijn op den hoek van die gracht en het Spui, door eene aschkar overreden. Een hunner was dadelijk een lijk, het tweede was gekwetst en het derde is er met den schrik afgekomen. De kinderen werden in eene herberg, aan den hoek gelegen, binnengebracht en werden daar zoo veel mogelijk voorloopig verpleegd. De heer E. Beelaerts van Blokland, lste luit. der grenadiers en jagers, verklaart in een ingezonden stuk in het Vad. omtrent het voor gevallene op het schietierrein bij Den Haag dat hij, eigenaar van het wapen, waarmede het ongeluk heeft plaats gehad, na zelf daarmede ge schoten te hebben, het ontladen heeft, en uitgeleend aan een der aanwezige officieren der schutterij, die, na op zijn beurt daarmede geschoten te hebben, het wapen teruggegeven heeft aan den eigenaar. Den revolver daarna aan den oppasser van den heer Beelaerts overhandigende, heeft een derde persoon, het wapen bezichtigende, het schot doen afgaan, waardoor het incident heeft plaats gehad. De toestand van den majoor Hoppe, die bij den schietwedstrijd een revolverkogel in den arm kreeg, is zeer gunstig. Hoewel de kogel niet gevonden is, doet zich bij de wond niet één ongunstig verschijnsel voor. Gistervoormiddag heeft onder de ge meente Over.-chie het vlgende ongeluk plaats ge had. De koetsier van mr. R. J. graaf Schimmel- penninck, te 's-Hage, zou zich met zijne vrouw en beide zoontjes van 8 a 10 jaar, benevens een jeugdigen neef, per rijtuig naar Rotterdam begeven. Onder Overschie bij den zoogenaam- den Doesmolen gekomen, schrikte het paard, met. het gevolg dat het rijtuig op den waterkant omversloeg en afgleed. De vrouw en de neef spron gen er uit, maar de vader met de beide kinderen vielen in het water. Een voorbijvarende schipper uit Nieuwerkerk aan den Amstel kwam onmiddel lijk te hulp en had het geluk, door middel van een bootje de jongens te redden. Terwijl hij hier mede bezig was, zag hij den vader nog eene hand boven het. water uitsteken, doch eer hij hem kon bereiken, was de ongelukkige in de diepte ver dwenen. Eerst twee uren later is men er in ge slaagd het lijk op te halen, waarna het naar Overschie is overgebracht. De burgemeester aldaar heeft de vrouw met de drie kinderen, die onder wijl in het molenhuis waren opgenomen, onder geleide van een paar vrouwen per rijtuig naar Den Haag terug doen brengen. De verdronkene was een man van ruim dertigjarigen leeftijd. Twee te Delft onbekende jongens, van 17- a 18-jarigen le'ftijd, vervoegden zich Vrijdag-avond aan een op de Groote Markt, staande handschoenenkraam, op het oogenblik dat. de eigenaar zich even had verwijderd. Zij kochten van de juffer een paar glacé-handschoenen en gaven een bankbiljet van f 60 in betaling, dat bij de terugkomst, van den koopman bleek valsch te zijn. Het bedoelde biljet was gewikkeld in een wit papier, waariu zich nog meer bankbiljetten be vonden. Het is van de echte te onderscheiden door mindere lengte en breedte, door de hoek- cijfers en het ontbreken van het watermerk. Het uitgegeven biljet, draagt het n®. 2150 en een afdruk van een stempelHoogland in effecten, Amsterdam." Zaterdag-morgen in de vroegte werd door een bouwman, die naar het land ging om te melken, in een sloot aan het laantje van Altena, onder de gemeente Hof van Delft, het lijk van een meisje ontdekt, hetwelk later is gebleken te zijn dat van de elfjarige Adriana D., wonende in de Verlengde Pieterstraat te Delft, welk meisje sedert Vrijdag-avond was vermist. Hoe het. kind op die afgelegen plaats is gekomen en daar den dood heeft gevonden, is nog niet met volko men zekerheid bekend. Uit verschillende ge ruchten, die omtrent, dit geval in omloop zijn, schijnt men echter te moeten opmaken dat hier aan een afschuwelijke misdaad moet worden ge dacht, waaromtrent de kieschheid verbiedt nadere bijzonderheden mede te deelen. Duidelijk waren ook de sporen zichtbaar, dat men, om het kind het schreeuwen te beletten, de keel had dicht geknepen. Het meisje is in den laten avond met een onbekenden man gezien in een poffertjeskraam en omstreeks middernacht met denzelfdeu persoon in een draaimolen. Het signalement van den man is bij de politie bekend. Naar men meldt heeft zij den dader reeds gevat. Hedenmorgen omstreeks vier uren is in de Buiten-Oranjestraat te Amsterdam een man uit een zolderraam gevallen. Hij bleef op de plaats dood. Toen gistermiddag de stoomboot van Rotterdam naar Deventer bijna hare bestemming bereikt had, speelde een der matrozen met een kindje van den stuurman, wiens vrouw met eenige kinderen voor pleizier naar Rotterdam was geweest. Hij struikelde over een sleewagentje en sloeg met den kleine overboord. Niettegenstaande de boot onmiddellijk stopte, bleven alle in het werk gestelde pogingen, om de drenkeliugen te red den, vruchteloos. De persoon, die een anderonlaugsbij eene vechtpartij een oor afbeet, is door de recht bank te Leeuwarden tot twee maanden celstraf veroordeeld. De rechtbank te Almeloo heeft, be slist, dat uit de tegen den manufacturier J H. aldaar ter zake van brandstichting gevoerde instruc tie geen voldoende bezwaren ter verdere vervol ging tegen hem zijn gerezen, en mitsdien zijne in vrijheidstelling bevolen. De Winschoter Crt. meldt dat er ten aanzien van de leden der kassiers-firma D. Mulder Zn. geen sprake is van hechtenis wegens ver moeden van misdrijf, doch slechts van gewone bewaking als gefailleerden, welke op hun verlangen niet in hunne woning, maar in de kamer voor burgerlijke gijzeling plaats heeft. Omtrent de geheimzinnige zaak van de „Chandernagor" zegt de Midd. Crt.Onder de berichten, welke wij ontvingen zonder dat wij in staat zijn voor de juistheid er van in te staan, behoort dat de markies De Rnys van Vlissingen naar Rotterdam vertrokken is, ten einde met den Amerikaanschen consul aldaar te onderhandelen over het aannemen der vlag. Hij was vergezeld van den Amerikaanschen gezagvoerder, die den Franschen kapitein Boulanger reeds vervangen heeft. Voorts dat. te Antwerpen nog een stoom schip voor een millioen franken aangekocht is ten behoeve der onderneming; dat. de vrouwen en kinderen der geh ïwde landverhuizers in Maart a. s. zullen volgendat de aan boord aanwezige wapenen zijn revolvers en gewereu van een Ameri- kaansch systeem, waarmede 17 schoten achter elkander gedaan kunnen wordendat de mannen, onder welke zich 20 Duitschers bevinden, gere geld in den wapenhandel geoefend worden, doch voor laudbouwerswerk zijn aangenomen enz. enz. enz. te veel om na te vertellen. BUITENLAND. Frankrijk. Eenige Fransche bladen deelen de statuten mede van eene Vereeniging, door de royalisten gesticht. De leden noemen zich „légitimistes d' action", en de Vereeniging strekt, zich over geheel Frankrijk uit. Het doel isde leden onderling te bescher men en kapitalen bijeen te brengen, noodig voor de uitvoering der plannen. De leden verdeelen zich in groepen van 84, bestuurd door een president, vier vice-presidenten en 16 raadsleden. Al deze groepen gehoorzamen aan een eersten of opper- president. Luxem burg. De Kamer van afgevaardigden heeft het ont werp strekkende om aan spoorwegmaatschappijen te verbieden zouder goedkeuring van het gouver nement hare concessiên aan anderen over te doen, aangenomen, met een amendement, inhoudende een verbod op den verkoop der aan deelen van zoo danige Maatschappij. De geheele zaak is met onge- wonen spoed behandeld, en wel, volgens de ge ruchten, ten einde Philippart te beletten, zich weder in het bezit te stellen van den Prins-Hendrik spoorweg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 4