Ter verkiezing van een lid der Tweede
Kamer voor het hoofdkiesdistrict Dokkum zijn in
gekomen 2248 biljetten, van welke geldig 2231.
Gekozen is de heer Van Eysinga, met 1275 stem
men. De heer A. Kuyper had er 947.
De juiste woorden van het gisteren ver
melde besluit van de synode der Ned. Hervormde
kerk omtrent de wijziging van art. 39 G. O.
luiden aldus: „Bij welke hun de volgende vragen,
althans wat den geest en de hoofdzaak van de
daarin vervatte belijdenis, verklaring en belofte
betreft, worden voorgesteld." Deze wijziging moet
nog door de eindstemming der provinciale kerk
besturen tot wet worden verheven.
De Amsterdamsche gemeenteraad heeft gis
teren f 4500 beschikbaar gesteld voor de aan
schaffing van instrumenten en andere hulpmiddelen
voor het onderwijs in de ontleedkunde aan de
universiteit aldaar.
Omtrent het gestrande stoomschip „Over-
ijsel" is een telegram uit Aden van 26 Augustus
ontvangen, meldende dat het wrak met de inheb-
bende lading door den sultan verkocht was.
Het schroefstoomschip „Alkmaar", ouder
bevel van den kapt.-luit. ter zee G. Doorman, is
den 26sten Juni jl. in de Congorivier aangekomen
en z#u den lsten Juli naar St.-Paul de Loanda
vertrekken. De oefeningsdivisie, bestaande uit de
schroefstoomschepen „Van Galen" en „Zilveren
Kruis", onder bevel van den schout bij-nacht W.
B. F. Escher, is gisternamiddag ter reede van Tessel
binnengevallen.
Het stoomschip „Drente" vertrok gisteren
van Rotterdam naar Ned.-Indië; de „P. Caland"
vertrok gisteren van Rotterdam naar Nieuw-York
de „Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde gisteren Kaap Roca.
Gemengd Nieuws.
De pleiziertrein van Dinsdag a. s. zal
's avonds niet, zooals de beide vorige keeren, om
vijf minuten over achten, maar eerst om tien mi
nuten vóór negenen van Arnhem vertrekken. Hoe
wel men door deze wijziging geen kans zou loopen
aan het station te komen als de trein reeds weg
was, meenen wij ze toch onder de aandacht van
de reizigers te moeten brengen.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage
heeft C. H., uit Schoonhoven, ter zake van het
namaken van een stempel, dienende tot het keur
merken van zilver en het 136-maal gebruik maken
daarvan, tot 8 maanden eenzame opsluiting en 137
boeten van 50 veroordeeld.
Gistermorgen kreeg de spekslager
M. A. v. O., te Breda, na den nacht buitenshuis
doorgebracht te hebben, oneenigheid met zijne
vrouw, waarop hij haar met een slagersmes in de
zijde verwondde. Daarna stak hij zich zeiven met
het mes in den buik en liep de straat op, gillende
„Nu heb ik twee moorden gedaan." Hij werd gear
resteerd door de maréchaussee en naar het stedelijk
ziekenhuis gebracht. Geen der beide gewonden schijnt
doodelijk gekwetst te zijn.
Na de vele onaangenaamheden die
hem te beurt vallen en die zelfs met persoonlijke
bedreigingen vergezeld gaan, acht de heer A. H.
Boumann, regent van het Diakonie-Weeshuis te
Amsterdam, zich verplicht met betrekking tot het
afknippen van het hoofdhaar van twee tot ge
melde stichting behoorende verpleegden, op den
19den Juli 11., welk feit dezer dagen de
gemoederen en ook de pers zoozeer in beweging
brengt, niet langer het stilzwijgen te mogen be
waren. De beide meisjes hebben zich niet alleen
op dien morgen, maar bij voortduring ongunstig
gedragen, en herhaalde vermaningen en straffen
oefenden geenerlei invloed meer op haar uit. Dit is bij
allen, aan wie zij ondergeschikt moeten zijn, bekend.
Tot de juiste beoordeeling der daarop gevolgde
straf, en dat deze volstrekt die wijde strekking
niet heeft, die men er aan toekent, deelt hij ver
der het volgende in een brief aan het Hbl. mede
"Volgens de orde en regel in het Weeshuis, sedert
onheuglijke tijden in gebruik, dragen de meisjes
tot haar zestiende of zeventiende jaar kort ge
knipt hoofdhaar, een maatregel die, in het belang
der reinheid en zuiverheid van het hoofd, gebie
dend wordt gevorderd. Na dien leeftijd worden
zij tot de grootere meisjes gerekend; het wordt
haar vergund zich van de muts, haar vroegeren
leeftijd eigen, te ontdoen en de zoogenaamde hooge
muts op te zetten. Nu is de straf der beide
meisjes geweest ontzegging van het voorrecht de
hooge muts te mogen dragen, met last haar de
kleine muts op te zetten, met de daaraan verbon
den gevolgen.
De door Zwitserland gevraagde uit
levering van d'Orval is door de Nederlandsche regee
ring geweigerd, op grond dat de qualificatie daartoe
geen aanleiding gaf. Hiermede vervalt tevens het
beslag op de edelgesteenten, die d'Orval bij zich
had, want Zwitserland alleen vroeg daarop be
slaglegging.
Men meldt uit Deventer, dat het gis
teren rustig was. Patrouilles huzaren en infanterie
doorkruisten de stad. De burgemeester had eene
verordening uitgevaardigd, waarbij het, krachtens
art. 186 der gemeentewet, is verboden, zich met
meer dan drie personen in de straten, wegen,
pleinen en wandelplaatsen te vereenigen. De aan
leiding tot het oproer is, dat dezer dagen te
Deventer een dienstbode haar patroon had bestolen.
De man gaf de zaak bij de politie aan, doch de
dienstbode, door te laat berouw gefolterd, heeft
zich door ophanging van het leven beroofd. Het
publiek, door dezen tragischen afloop verteederd,
nam de partij voor de dienstbode op. Men hoorde
het vermoeden uiten, dat men het der meesteres,
die een winkel in garen en band drijft op eene
der drukste passages van de stad, wel eens in
haar debiet of op andere wijze zou kunnen doen
ontgelden. Men hoorde met voorliefde verhalen,
dat vrienden of bekenden van de overledene
op ondubbelzinnige wijze hun misnoegen over het
gebeurde hadden te kennen gegeven bij het koopen
in voornoemden winkel van een sterken strik en
dezen de verkoopster naar het hoofd hadden ge
slingerd. Zoo verzamelde zich reeds Maandag
avond eene massa volk in de Spijkerboorsteeg,
waar bij de winkelierster een zestal ruiten werden
ingeworpen, hetgeen tot botsingen met de politie
aanleiding gaf en waarbij één persoon werd gearres
teerd. Dinsdag werd de broeder der winkelierster,
die handel drijft in zoutevisch en kaas en aange
raden zou hebben tot aangifte van het geval met
de dieustbode bij de politie, in eene achterbuurt
op straat beleedigd en 's avonds ten zijnen huize,
zooals reeds gemeld is, onder toestrooming van
eene ontelbare menigte menschen, hoofdzakelijk
jongens en lieden uit den minderen stand, doch
ook zeer welgekleede nieuwsgierigen, een twaalftal
ruiten verbrijzeld.
De voortvluchtige soldaat, die met
een reeds gevatten makker uit het algemeen depót
van discipline te Vlissingen was ontsnapt, is thans
ook in hechtenis. De rijksveldwacht vond hem in
een schuur onder 's-Heer-Arendskerken.
Gisteravond is het gestrande schip
„Montgomeryshire" af- en op de reede van het
Vlie gebracht.
Ook te Vlissingen is een ongelukge-
schied door een revolver, dien men ongeladen
meende. In den ijzerwinkel der gebrs. P. kwamen
de timmerman en de hofmeester van het in het
dok liggende schip „Don Juan" om eenige inkoo-
pen te doen, en vonden een revolver op de toon
bank liggen. De timmerman vroeg naar den prijs
van het wapen, waarop de heer P. het opnam en,
willende toonen hoe goed het mechaniek werkte,
het aftrok en den hofmeester een kogel in den
hals joeg. Hoewel de geneesheeren de wond niet
gevaarlijk achten, hadden toch, zoo het schot een
halven centimeter meer zijwaarts getroffen had, de
gevolgen voor den jeugdigen hofmeester noodlottig
kunnen zijn. De heer P. wist niet, of niet meer,
dat het wapen geladen was.
Indien het weder niet te ongunstig
is, zal de gamelang op de tentoonstelling te Arn
hem ook gedurende de maand September spelen.
De kapitein S.van het8stereg. inf.
schijnt door een noodlottig toeval in de gracht
om het fort te Westervoort gevallen te zijn. Maan
dag-avond is zijn lijk opgevischt.
Omtrent den brand te Dordrecht wordt
nog gemeld dat eerst 's nachts te twee nren de
schutterij kon inrukken, maar toch had de brand
weer voortdurend handen vol werk gehad, zoodat
gisteren nog bijna gestadig vier spuiten water
moesten geven. De waarde aan thee, welke in het
entrepot tot eene hoeveelheid van 98,000 kilo
was opgeslagen, wordt op ongeveer f 200,000
begroot. Voor zoover dit handelsartikel niet door
het vuur is vernield, heeft het overige toch zoo
veel waterschade bekomen, dat het voor het groot
ste gedeelte onbruikbaar is. Door het omverhalen
van den gevel zijn vijf kisten met Japansch por
selein belangrijk beschadigd, terwijl men omtrent
den toestand van 20 pakken tabak, die in het
benedenlokaal, en eenige duizenden ledige krui
ken die boven waren geborgen, nog in het onze
kere verkeert. Voor zoover bekend, bleven 1 kist
met Japansche zijde en al de spiritualiën die er
opgeslagen waren, behouden. Naar men verneemt,
was de thee tegen brandschade verzekerd.
Een jammerlijk ongeval heeft des nachts te on
geveer halfeen bij dien brand plaats gehad. Vier
brandgasten, behoorende bij de spuit van het Wees
huis, klauterden aan de zijde der Kuipershavea
langs twee aan elkander gebonden ladders tegen
het brandende gebouw op, toen plotseling de lad
der brak en de vier personen allen naar beneden
stortten. Twee hunner, de een 17, de andere 21
jaren oud, bekwamen dientengevolge zulke inwen-
wendige kneuzingen, dat zij, na in het koffiehuis
van den heer Van Roosendaal aan de Kuipers-
haven de eerste geneeskundige hulp bekomen te
hebben, per brancard naar het stedelijk zieken
huis moesten worden overgebracht. Hunne lede
maten waren zoo pijnlijk, dat men hun de klee
deren van het lijf moest snijden. Blijkens gister-
namiddag ingewonnen bericht, zou een der gekwets
ten niet buiten levensgevaar zijn, doch de tweede
zich naar omstandigheden redelijk wel bevinden.
De beide anderen zijn met den schrik vrijgekomen
en hebben onmiddellijk na het ongeval hun
werk hervat.
De „Indépendance" meent omtrent
het schip „Chandernagor", dat na eerst te Ant
werpen gelegen en geladen te hebben, thans te
Vlissingen ligt, uit vertrouwbare bron te kunnen
melden, dat het op 26 Juli te Antwerpen uit
Havre is aangekomen, om, naar het heette, aldaar
landverhuizers aan boord te nemen, bestemd voor
Kaap Breton, in Australië. De vergunning om
die emigranten op te nemen was in Frankrijk
geweigerd. Het schip schijnt tot eene expeditie
tegen de Papoeas bestemd te zijn. De deelnemers,
meerendeels Fransche en Zwitsersche jongelieden,
waaronder slechts enkele Belgen, schijnen overi
gens te hebben afgesproken, omtrent het doel
van hun tocht niets mede te deelen. De aan
voerder is de markies De Rays, consul van Boli
via te Havre. Aan boord van het schip zijn ge
weren en patronen, maar geenszins, gelijk beweerd
was, mitrailleuses. Het schip heeft te Antwerpen
voor 50,000 fr. aan allerlei levensmiddelen en
koopwaren geladen. Daar de inscheping ook te
Antwerpen niet kon geschieden, omdat geen enkel
agentschap van emigratie zich er mede inlaten
wilde, is het schip zonder passagiers naar Vlis
singen vertrokken en de emigranten hebben zich
over land derwaarts begeven. Daar zou de insche
ping plaats hebben. Het schip zou de Amerikaan-
sche vlag voeren. Intusschen is de vergunning
tot het voeren van die vlag door het consulaire
agentschap van de Vereenigde Staten te Vlissingen
geweigerd. Gistermorgen stoomde de monitor
„Hydra" naar de reede, alwaar de commandant
zich even aan boord van de „Chandernager" be
gaf, waarna het stoomschip onmiddellijk in de
haven terugkwam. Hoewel het doel van het be
zoek van dien zeeofficier geheim is, kan toch be
paald gezegd worden dat hij met eene commissie
van het gouvernement belast was, welke in ver
band staat met de landverhuizers, die zich aan
boord van dat schip bevinden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 22 Juli.
De Java-bode verneemt dat het geheele perso
neel bij het bestuur over het weduwen- en weezen-
fonds voor burgerlijke ambtenaren in N.-I. in de
patent-belasting moet worden aangeslagen, omdat
de bezoldiging, welke dat personeel geniet, niet
komt ten laste van de begrootiig van landsuit-
gaven, maar ten laste van het door dat bestuur
beheerde fonds. De betrokken ambtenaren bij ge-
melden tak van dienst hebben zich tot de regeering
gewend, met verzoek om van de patent-belasting
te worden vrijgesteld.