Vrijdag 29 Augustus.
N° 5991.
A0. 1879.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.L10.
Franco per post1.40.
Aüonderivbe Nommers0.03.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 11, 2de alinea der verordening van 4 Mei 1872,
op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs voor on-
en minvermogenden (Gemeenteblad N°. 10),
Doen te weten, dat de inschrijving van nieawe leerlingen aan
de openbare scholen voor on* en minvermogenden zal plaats
hebben van den lsten tot en met den 13den September e. k. in
de schoollokalen in de Rijnstraat, in de Brandewjnsteeg, op de
Binnenvestgracbt aan het Plantsoen, in de Van-der-Werfstraat
en aan de Korte Mare, de9 voormiddags van halfnegen
tot negen uren en des namiddags van halftwee tot twee nreo,
behalve des Zaterdags namiddags en des Zondags.
De gemeente Leiden wordt voor de leerlingen der openbare
scholen voor minvermogenden in drie wijken verdeeld.
Tot de wijk voor de openbare school N°. 1 voor minvermo
genden behoort dat deel der gemeente, dat ingesloten wordt door
en ten oosten en zniden ligt van de lijn: Kaiserstraat, Rapenburg,
Nieuwsteeg, Zonneveldsteeg, Ketelboetersteeg, Korte Korenbrng-
steeg, Nieawe Rijn tot de voormalige Utrechtscbe brug.
Tot de wijk voor de openbare school N°. 2 voor minvermo
genden behoort dat deel der gemeente, dat ingesloten wordt en
ten oosten ligt van de lijn: Nieuwe Rijn, Vischbrug, Hoogstraat,
Stille Mare, Lange Mare, Oada Vest en Oostdwarsgracht.
Tot de wijk voor de openbare school N°. 3 voor minvermo
genden behoort dat deel der gemeente, dat ingesloten wordt door
en ten noorden en westen ligt van de lijnKaiserstraat, Rapen
burg, Nieuwsteeg, Zonneveldsteeg, Ketelboetersteeg, Korte Koren-
brugsteeg, Nieuwe Rijn, Vischbrog, Hoogstraat, Stille Mare,
Lange Mare, Oode Vest en Oostdwarsgracht.
Leerlingen uit Zoeterwoude behooren bij N°. 1 voor minver
mogenden, leerlingen uit Oegstgoest en Leiderdorp bij N°. 3 voor
minvermogenden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester.
28 Augustus 1879. E. KIST, Secretaris.
De Internationale Tentoonstelling te
Melbourne.
Ternauwernood behoort de Parijsche wereld
tentoonstelling met al haar schitterende pracht en
grootsche kunstgewrochten tot de geschiedenis, of
wederom worden onze industriëelen, ouze kunst
beoefenaars, ja de mannen der wetenschap
want ook dezen betalen schatting aan de groote
vredelievende wedstrijden der volken onderling
in optima forma uitgenoodigd tot deelneming aan
een internationale tentoenstelling.
Tonjours perdrixhooren wij iemand uitroepen.
Londen en Parijs, Weenen en nogmaals Parijs
waarlijk men krijgt er genoeg van, en dan nog
de niet internationale, de inheemsche tentoonstel
lingen daar hebt ge onze Arnhemsche met
gamelangspelers en al voorwaar 't is een ware
overlading, een indigestie, waarvan onze magen,
pardononze beurzen al de gevolgen dragen.
Wij betreden hier een gevaarlijk terrein. Inder
daad, stoffelijk voordeel hebben de internationale
tentoonstellingen, met name de laatste te Parijs,
ons niet aangebracht. Zocht meD er b. v. onze
meubels? Ondanks al het vergoelijkende, dat in
dertijd de feuilletonist van het Amsterdamsche
Handelsblad er van schreef, neen honderd
maal neen. De voortbrengselen onzer schilderschool?
Het oordeel daarover was verschillend, maar zelfs
de sterkst gekleurde optimisten, ze konden geen
absoluut goedkeurend votum uitbrengen over de
inzendingen van het vaderland van Rembrandt
van Rhijn, Prans Hals en Van Dijck. Onze jene
ver, ja, de Hollandsche jenever ze droeg den
palm weg. Een eerepalm? Kenne haar dien toe
wie wil. Niet alzoo wij. We zullen eerlijk zijn en
rondborstigwe zullen niet offeren aan de godheid
der zelfvoldoening en ons zeiven niet hooger plaat
sen dan wij verdienen te staan. Ook zullen wij
den staf niet breken over mannen, die, al zijn ze
thans hoog, zeer hoog geplaatst, geen afdoende
weerlegging hebben weten te vinden tegen hen,
die hun verweten, dat zij de verdiensten van som
mige inzenders althans ter-internationale tentoon-
steiliug te Parijs niet tot haar recht wisten te
doen komen.
Wij zullen oprecht zijn en erkennen dat wij,
deelnemende aan den internationalen wedstrijd in
Prankrijks hoofdstad, ons waagden op een terrein,
waarop wij lang niet bij machte waren de eersten
te wezen.
Maar was dat bekleeden van den eersten rang
een noodzakelijkheid?
Wellicht iets begeerlijks, iets gewenschts. Maar
vergeten mochten wij het niet, dat wij slechts
waren een kleine natie en dat de tienduizenden
van ons nog slechts gelijkstonden met de millioenen
van anderen.
Maar al traden wij niet zegevierend te voor
schijn uit dien kamp der volken onderling, toch
hadden wij er niet vruchteloos aan deelgenomen.
Wij bewezen ons recht van bestaan, wij toonden
door het feit der deelneming zelf, dat wij geteld
wilden worden onder de actueele natiën van Europa,
der beschaafde wereld.
Dieu eervollen titel zullen wij ook thans doen
gelden, voor zoover wij zullen deelnemen aan den
wedstrijd in het verre Polynesia, de internationale
tentoonstelling te Melbourne in het volgende jaar.
De zonderlinge indruk, aanvankelijk bij ons
teweeggebracht door het bericht van een inter
nationale tentoonstelling in Australië, is allengs
verdwenen voor het besef, dat daar, in het wereld
deel, nog zoo schaars door handelsbetrekkingen
aan ons verbonden, een nienw en uitgebreid
débouché voor onze voortbrengselen is te openen,
ook over onze nader bij Australië gelegen Indi
sche koloniën.
Inderdaad, de internationale tentoonstelling, te
Melbourne in het volgende jaar te houden, doet
zich onder een geheel ander gezichtspunt voor
dan de wereldtentoonstellingen, waarvan sommige
hoofdsteden van Europeescbe rijken tot dusver
het schouwtooneel opleverden. Hier heeft men te
doen met de lofwaardige poging van een verwij
derde natie, neen van een geheel werelddeel, om
zich te doen gelden op de groote wereldmarkt
daarbuiten. Aan die natiën welke zich thans be
ijveren om op die markt een eervolle plaats iD te
nemen, zal in vervolg van tijd een groot deel
worden toegekend van de voordeelen, waarop een
gunstige uitslag iu dien internationalen wedstrijd
haar aanspraak zal geven.
De namen van mannen als onze consul te Mel
bourne, jhr. Ploos van Amstel, Delprat, Kruse-
man, leveren, zoo mogelijk, waarborgen genoeg,
dat de belangen der Nederlandsche inzenders
wij schromen niet het te zeggen te Mel
bourne beter zullen worden behartigd dan dat te
Parijs het geval was. Mogen onze nijveren, onze
mannen van kunst en wetenschap, door veelvul
dige inzendingen toonen, dat zij de keuze van
zoo waardige mannen weten te waardeeren, toonen
bovenal, dat het hun niet ontbreekt aan energie,
om, waar het mogelijk is, zich nieuwe débouchés
te openen voor hun voortbrengselen van nijverheid
en kunst.
LEIDEN, 28 Augustus,
De aanneming van nieuwe leerlingen voor
d# opleidingschepen „Anna Paulowna" te Rotter
dam en „Admiraal Van Wassenaer" te Amster
dam zal na den lsten September a. s. niet meer
op genoemde bodems maar aan de Kweekschool
voor zeevaart te Leiden plaats hebben, van waar
elk halfjaar een aantal jongelingen naar de op-
leidingsehepen zal overgeplaatst worden. Met het
oog op den geregelden gang van het onderwijs
ban het niet anders of bovengenoemde maatregel
moet gunstig werken.
Op het taal- en letterkundig congres te
Mechelen kwam gisteren de zaak van het Neder-
landsch Woordenboek ter sprake, dat in dea loop
van dit jaar onder den hamer dreigt te znllen
komen. Om deze reden drukte de 4de afd. den
wensch uit, dat het 17de congres zich wende tot
de Nederlandsche en de Belgische regeering, opdat
er krachtige maatregelen worden genomen, ten
einde de verdere uitgaaf van het Woordenboek te
verzekeren en te bespoedigen en dat een afdruk
van dat verzoekschrift zal toegezonden worden
aan de leden van de wetgevende lichamen in
Nederland en België. Een warme strijd ontstond
nu, waaraan in het bijzonder de heeren dr. J. Van
Vloten, mr. D. Van Eek en prof. Heremans deel
namen. Eerstgenoemde verzette zich met kracht
tegen het voorstel, omdat het Woordenboek, zoo
als het nu was ingericht, naar zijn overtuiging,
onvoltooibaar was; reeds in 1868 had spreker
zijne ernstige grieven er tegen ingebracht; nog
altijd waren de letters a, g en o niet voltooid.
Kon men een Woordenboek verkrijgen in den geest
als van Littré in Frankrijk, dan zou hij voor den
steun der regeering zijn. Laatstgenoemde hand
haafde tegenover den spreker het voorstel, dat daarna
werd aangenomen.
Vervolgens werd aangenomen het voorstel dier
afdeeling, om, ten einde door eendrachtige samen
werking tot een gevolgrijke uitbreiding van den
Nederlandschen boekhandel in België te komen,
eene commissie van 6 leden in het leven te roepen,
waarvan 3 leden tot Noord- en 3 tot Zuid-Neder
land zouden behooren. Tot leden voor Noord-
Nederland werden gekozen de heeren Sijthoff, Kolff
en Holkema, die gemachtigd zijn drie boekhande
laars aan zich toe te voegen.
De vergadering heeft benoemd voor de com
missie van het Letterbond de heerenA. C.
Wertheim, mr. D. Van Eek, G. H. Kirberger,
H. De Veer, A. G. C. Van Duyl, luit.-kol. Van
Zuylen, mr. Jacobson, dr. Jan Ten Brink en Jos.
A. Alberdingk Thijm (uit het Noorden) en J. Van
Beers, Alf. Willems, prof. Heremans, mr. De
Vigne, J. De Geyter, Max Roose9, W. Geets, E.
Hiel, Paul Fredericq en J. Vuylsteke (uit het
Zuiden).
De Fransche minister van onderwijs heeft
den heer E. Thomas, professeur agrégé van de
Parijsche universiteit, belast met een wetenschap
pelijke zending om in de bibliotheken van Bern,
Leiden, Kassei, Dresden, Leipzig en Munchen
manuscripten van Servius en Virgilius te bestu-
deeren.
Te beginnen met 1 September zal er ge
legenheid bestaan tot uitwisseling van telegraphische
postwissels, een bedrag van lOO gulden of van
200 franken niet te boven gaande, tusschen Neder
land en Zwitserland,
Zooals gemeld werd heeft de afgetreden
minister van binnenlandsche zaken een bedrag van
3,800,000 op de staatsbegrootiog voor 1880 ge
bracht ten behoeve van de invoering van de nieuwe
schoolwet. Men verneemt dat de nieuwe minister
dien post niet heeft overgenomen. Wel moet het plan
bestaan, eene verhooging voor de kosten van het
lager onderwijs op de begrooting voor te dragen,
maar tot een lager bedrag.
De Prins van Oranje is gisteren naar Zwit
serland vertrokken, om aldaar zijn tante, Prinses
Maria van Wurtemberg, te ontmoeten.