Dinsdag 26 Augustus. N° 5988. A0. 1879. LEIDSCH DAGBLAD. PBIJS DEZEB COÜBANT: Voor Leiden per S main den.L10. Franco per post.9 1.40. Afzonderlijke Nommere....n 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEB ADVERTENTIEN Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17%. Grootere lettere naar plaatsruimte. Geen kleingeestige onthouding. De Chineezen van Europa 't was lang geen eervolle benaming, die men in het buitenland wel eens op ons, Nederlanders, toepaste bij het be spreken van toestanden ons en ons land betref fende, die volstrekt niet altijd met de gewenschte partijdigheid of de onmisbare kennis van zaken werden weergegeven. Van die scheeve oordeelvel lingen is men over onze grenzen grootendeels teruggekomen, dank zij het steeds toenemend spoorwegverkeer, dat tot nauwere kennismaking en betere waardeering aanleiding gaf, dank zij de geschriften over Nederland en Nederlandsche toe standen, door kundige en belangstellende vreem delingen in den laatsten tijd gepubliceerd, zooals de heer Havard en anderen; dank ook ons eigen werkdadig optreden, waar het gold de deelneming aan vredelievende internationale wedstrijden op meer ef minder ruime schaal. Maakten wij daarbij niet altijd en in alle op zichten een even goede figuur, gelijk o. a. op de laatste wereldtentoonstelling te Parijs nog het ge val was, het feit alleen dat wij deelnamen gaf ons aanspraak op een plaats in de rij der be schaafde, met geestkracht bedeelde natiën, een zelfstandig bestaan ten volle waardig. Gelukkig echter valt er ook te wijzen op inter nationale bijeenkomsten, waar Nederland eervol was vertegenwoordigd. Herinneren wij ten be- tooge daarvan slechts aan het onlangs te Berlijn gehouden congres van onderwijzers aan blinden instituten, waar de heer Meyer van Amsterdam onder de ruim honderd aanwezige leden de eer van zijn vaderland op zoo degelijke wijze handhaafde. Znlke feiten maken een aangenamen indrnk, niet alleen omdat zij vleiend zijn voor het natio naal gevoel, maar ook en vooral, omdat zij bij ons het besef wekken, dat ook wij, Nederlanders, het onze bijdragen tot bevordering van beschaving en ontwikkeling, dien hechtsten van alle baDden tus- schen de verschillende natiën. Ziedaar een edel streven, edeler dan de pogin gen, zoo nu en dan nog eens aangewend om den ouden Chineeschen muur weer hoog op te trekken. Die afkeurenswaardige strekking zien wij in de ook in ons blad vermelde circulaire van een Sche- veningsch veeder aan de overige Nederlandsche reeders ter visscherij, waarin dezen worden aange spoord geen gehoor te geven aan de opwekking, door het college voor de zeevisscherijen tot hen gericht om deel te nemen aan de internationale visscherij-tentoonstelling, welke in de maand April van het volgende jaar te Berlijn zal worden gehouden. De steller van die circulaire heeft er desnoods vrede mee, dat men inzende voor de rubrieken van meer wetenschappelijken aard, maar aan de voorgenomen tentoonstelling deel te nemen voor de punten 2, 4 en 5 van het programma, meer de eigenlijke visscherij betreflende, zie, daartoe hoopt hij, dat zijn medereeders ter visscherij te veel gezond verstand zullen hebben. Gezond verstand 't is waarlijk te hepen; dan zullen zij zeker gehoor geven aan de roep stem van het college voor de zeevisscherjjen en niet aan die van hun Scheveningschen vakgenoot zij zullen inzien, dat de kunst om het ver te brengen of zijn standpunt te handhaven in een of anderen tak van nijverheid, niet gelegen is in geheimhouding, die in onze dagen trouwens vrij wel tot de onmogelijkheden behoort, maar in een energieken wedstrijd, gevoerd met open vizier en onder aanwending van alle ten dienste staande middelenzij zullen begrijpen, dat, wan neer hun inzendingen inderdaad uitmunten boven die van anderen, de roep, die daarvan zal uitgaan, de vraag naar hnnne producten op de wereldmarkt zal doen toenemenzij zullen bedenken, dat er ook voor hen licht nog het een of ander zal zijn te leeren, want het geldt hier een internationale tentoonstelling, waarop meer natiën dan alleen de Dnitsche zullen zijn vertegenwoordigd, om er slechts één te noemen, ook de Engelschenwant dezen zullen er zeker hun heil niet in zoeken zich te verschansen achter een onmogelijken Chineeschen muur. Naar onze meening is het de roeping der vak mannen in Nederland krachtig deel te nemen aan de internationale visscherijtentoonstelling van het volgende jaar, en dat niet alleen om te toonen, wat zij op het gebied der visscherij vermogen, maar ook om te onderzoeken of zij er ook nog niet op kunnen vooruitgaan. Wij weten het, onze visscherij „mag er wezen", maar wij weten ook, dat onze vermaarde Hollandsche boter, die er waar lijk ook wel „wezen mocht", dreigde overvleugeld te worden door het Deensche zuivelproduct, bereid op een meer stelselmatige wijze, die de Denen waarlijk niet van onze boeren en boerinnen had den afgezien. Ook weten wij, dat men hier te lande al tamelijk op weg is om het Deensche systeem over te nemenen dat kunnen ook onze Duitsche naburen doen ten opzichte van onze visscherij, zonder dat zij daartoe de toevlucht behoeven te nemen tot een tentoonstelling. Of zoo het der Duitsche regeering ernst was, zou het haar dan onmogelijk zijn degelijke Hollandsche visschers tegen „grof' geld aan zich te verbinden om haar geheel op de hoogte te stellen? Daarom geen kleingeestige onthouding, die maar al te dikwijls geboet wordt met welverdiende uit sluiting. Mogen onze Nederlandsche reeders ter visscherij veeleer krachtig deelnemen aan de ten toonstelling, die in grooten getale bezoeken, ja een som bijeenbrengen om voor gezamenlijke reke ning eenige flinke visschers, de werklieden van het uitgebreide gild, in staat te stellen, door be zichtiging der expositie hun voordeel te doen en ook dat huDner patroons daardoor te bevorderen; mogen zij alzoo het loffelijke voorbeeld volgen, dezer dagen door zoo menige inrichting gegeven, wier werklieden op kosten hunner patroons de ten toonstelling in Gelderlands hoofdstad bezochten. LEIDEN, *5 Augustas. Ter gelegenheid van den 28sten verjaardag van den Prins van Oranje wappert heden van de openbare gebouwen en particuliere woningen de vaderlandsche driekleur. De Prins is hedenochtend naar Parijs vertrokken. Bij zijn vertrek uit Den Haag heeft Z. K. H. den stationschef van de Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij, den heer Bademaker, die juist op dezen dag zijn broeder zou begraven, een prachtig gouden remon toir-horloge aangeboden, waarop de volgende in scriptie „Ter herinnering aan den 23sten Juni 1879" [de dag waarop het stoffelijk overschot van wijlen den kroonprins in de residentie werd over- gebraeht.] De tentoonstelling van bloemen gekweekt door den werkenden stand, is gistermiddag geopend. Eenige genoodigden en de inzenders hadden zich daartoe met het bestuur in de Stadszaal vereenigd. In een kort maar krachtig woord zeide de eere voorzitter, dr. W. C. Van den Brandeler, der Commissie voor de Volksbijeonkomsten dank voor de moeite en zorgen die zij ook thans weder voor deze zaak had op zich genomen. Door het kweeken van bloemen toch wordt de huiselijkheid en de goede smaak bevorderd. Bovendien hebben de bloe men ontegenzeglijk een heilzamen invloed op het gemoed van den mensch en wanneer men een schamele woning binnentreedt waar voor deze kin deren der natuur zooveel zorg wordt aan den dag gelegd, daar moet ook liefde zijn, en waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen. Met den voor- loopig gunstigen uitslag wenschte de burgemeester de commissie gelnk, waarna hij de aanwezigen uit- noodigde met hem een wandeling door de zaal te maken, om er het een en ander in oogeuschouw te nemen. Onder de tonen der muziek werd aan dit ver zoek gretig gevolg gegeven. De indruk dien de tentoonstelling maakt is allergunstigst. Er is op nieuw vooruitgang op te merken. Niet alleen toch dat het aantal ingezonden planten grooter is dan den vorigen keer, ook het gehalte is, niettegen staande het ongunstige voorjaar, weder beter. De rangschikking is thans zoodanig, dat men wel niet in de benedenzaal zelve een goed gezicht op het geheel heeft, doch ze is er daarom niet te minder smaakvol om, van de galerij gezien zelfs interes sant. De planten van den werkman en van kwee kers, alsmede de oude planten, zijn afzon derlijk geëxposeerd. De regelings-commissie heeft zich van hare taak, ook in verband met de voor bereidende werkzaamheden, uitmuntend gekweten terwijl de berekende commissie van beoordeeling door het groot aantal keurige inzendingen een niet gemakkelijke taak voor zich vond. Wij hopen dat der tentoonstelling zoowel voor beiden als voor de inzenders een druk bezoek zal ten deel vallen. De258 inzenders hadden in Mei 1249 jonge plan ten ontvangen, waarvan er thans 1147 zijn inge zonden. Bekroond zijn met den eersten prijs: Leonardns De Groot, Marinus Klinkenberg, D. A. De Boo, L. D. Van Vugt, A. Van Thiel, Sasanna Theod. Wolff, Johannes Arnoldus, Stjjntje Francken, Jan Jacobus Abspoel, Joh. Alb. Pommé, Frans Wiggers, Frans De Klerk, Leentje Uitenbosch en van de kweekers die allen afzonderlijk beoordeeld werden, J. C. De Groot en F. Bolt; met den tweeden prijsJ. Nuyt, Dientje Nieboer, Magdalena Van Daalen, Pieter Van der Mey, Lucas Bomijn, Gerrit Van den Broek, A. Hollebeek, A. Van der Linden, A. Winterkamp, H. Hoppenbrouwer, J. Hollebeek Nz., Otto Boyer, Hermanus Smit, en aan de kweekers Josef Bertram en Jan Kriesl; met den derden prijs: Frans Piesson, Maria Broomans, P. C. Maas, W. Koblenswij, Sara Van der Ark, Gerrit Sjardijn, Jacob Schravendijk, Jan Verstraten, P. Piket, A. Labordus, G. Meyers, Jacob Van den Berg, Maria Van der Post, en aan de kwee kers Joh. Ant. Minkhorst en A. D. Den Older. Bovendien werd door Leonardus De Groot nog de eereprijs, aangeboden door den eere-voorzitter, behaald. Voor de oudere planten, die reeds langer dan den gestelden tijd in hun bezit waren, hadden zich 48 inzenders aangemeld, die 318 stuks inzon den. De jury had voor dezeu over geheel afzon derlijke prijzen te beschikken. Eerste prijzen wer den behaald door Abraham Kors Jr., Gerrit De Graaf, P. Schoondergang, A. D. Den Older en Franciscus Sollietweede prijzen door Joh. Van Wijk, Leendert De Groot, J. M. Wijtenbnrg, Abraham Labordus en Maria Lavenderde prijzen door Leentje Van Till, Willem De Wekker, L. D. Van Vugt, Fred. Bolt, Anthony Hollebeek en Daniël Zaalberg; terwijl bestuursprijzea werden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1