Donderdag 7 Augustus. JV°. 5973. A0. 1879. LEIDSCH DAGBLAD. P1UJS DEZER COURANT: \oor Leiden per 3 maanden.1.10. Eranco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTESTIEN Van 16 regels-E05. Iedere regel meer0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. De Burgemeester, hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, brengt bij deze ter algemeene kennis dat door hem aan den ont vanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld het op den 5den Aagustus jl. invorderbaar verklaard kohier van het patentrecht, dienst 1879/80, van wflk VI; zijnde een ieder ver plicht zijn aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Bargemeester voornoemd, 6 Aogostns 1879. V. d. BRANDELER. BURGEMEESTER sn WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten dat door hen, naar aanleiding van art. 1 in ver band met art. 66 der Verordening op het brandwezen, van den laden Juni 1871 (Gemeenteblad n°. 14) op voordracht van 24sten Augustus den Wethonder, Voorzitter der Commissie van Fabricage, zijn benoemd aan de stads spuit N°. 1, tot brandmeesterL. VAN ES, thans adjunct-brandmeester aan die spuit; tot adjunct-brandmeesterC. J. BLANKWAARD in de plaats van L. Van Es voornoemd. Bargemeester eD Wethouders voornoemd, Leiden, V. n. BRANDELER, Bargemeester. C Augustus 1879. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 6 Augustus. Een rozenten toonstelling! Een rozenfeest met groot concert van een zoo goed ter faam staand militair muziekcorps. Waarlijk, zij, die beweren dat de afdeeling Leiden en omstreken (waarbij zich voor de uitvoering hiervan ook die van Boskoop aansloot) baar tijd, tevens de behoeften, de wenscben van de keur onzer stadgenooten niet begrijpt, moet wel een onverbeterlijk pessimist zijn. Trouwens dit de Leidsche afdeeling de sympathie onzer stadgenooten heeft, betwijfelt niemand meer; het bleek te duidelijk bij haar keurig georganiseerd en zoo goed geslaagd bloemenfeest, dezen winter gehouden. Thans is bovendien Boskoop gereed zijn bloemenschat hier ter bewondering te zenden, terwijl het reeds zeker is dat ook Leiden en de omstreken het hunne daartoe zullen bijdragen. Reeds kwamen, naar wij vernemen, goede aanmel dingen van 's-Hage in. Dat dit feest, nieuw en uitlokkend als het is, reeds veler opmerkzaamheid trekt, is natuurlijk. Hopen wij, dat fraai zomer weder de pogingen van het bestuur zal bekronen. De belangstelling onzer stadgenooten, die der dames iuzonderheid, is wel volkomen verzekerd. Na tweemaal te zijn uitgesteld had gister avond het groot militair concert plaats, dat den leden van de zomer-concerten op Zomerzorg tegen een geringe inteekening door den ondernemer werd aangeboden. De opkomst was niet zóó als men, ook in verband met bet prachtige weder, had mogen verwachten. De stafmuziek van het vierde regiment voerde het programma op zeer verdienstelijke wijze uit, zoodat zoowel de orkest- als de solo-nommers algemeene goedkeuring weg droegen. Behalve met de concerten op Musis, heeft het corps ook door dit opnieuw het bewijs gele verd, dat de heer Grentzius er volkomen in slaagt de krachten waarover hij te beschikken heeft steeds meer en meer te ontwikkelen en het corps daar door iltt belangrijkheid te doen toenemen, zoodat dit dan ook gerechtigd was de plaats in te nemen van hen, die op Zomerzorg reeds zoo menig ge notvol uur aan de kunst hebben gewijd en, naar men met genoegen zal vernomen hebben, dit ook zullen blijven doen. De heer J. Holster alhier is bij de Chr. Geref. gemeente te Oud-Beierland beroepen. Heden brachten, onder geleide van het be stuur, een 120-tal knapen van het Diaconie- weeshuis der Ned. Hervormde gemeente te Amster dam, een bezoek aan Leiden. Met een met vlag gen en wimpels versierde stoomboot 's morgens om zes uren uit de hoofdstad vertrokken, kwamen ze hier om halflwaalf in de Haven aan, van waar ze in optocht met hun eigen muziekcorps, zeven tien jongelui sterk, naar het stedelijk museum van oudheden en schilderijen in de Lakenhal vertrok ken. Geruimen tijd vertoefden zij daar om er de verschillende bijzonderheden, toegelicht door eenige gidsen, in oogenschouw te nemen. Zeer voldaan verliet men dit gebouw, om daarna weder een wandeling langs de voornaamste straten der stad te maken, waar langzamerhand zich meer en meer toeschouwers bij den stoet aansloten. Yoor de woning van den burgemeester, die vrije bezichtiging van het Museum verleend had, werd een oogenblik halt gehouden om hem onder uitvoe ring van een paar muziekstukken een kleine ovatie te brengen. Na afloop daarvan begaf men zich naar Den Burg, waar ter hunne ontvangst het voorplein van stoelen en tafels was voorzien en waar hun eenige ververschingen werden verstrekt. Niet lang echter konden zij 't daarbeneden uit houden. Zoodra zij de eeuwen heugende hoogte in het gezicht kregen, moesten zij de plek, waaraan zoovele vaderlandsche geschiedkundige herinne- ringeu, die zij op school menigmaal gehoord had den, verbonden zijn. met eigen oogen aanschou wen en er zich met hunne jeugdige dartelheid vermeien. Terwijl de jonge musici bij tusschen- poozeu iu de muziektent eenige nommers uitvoer den, werd de vroegere sterkte in alle richtingen bij groepjes doorkruist, vermaakte - men er zich uitmuntend en trok, begunstigd door een liefelij ken zonneschijn, vooral het panorama dat men hier zoowel op de stad als op de aanzienlijke om streken had, de aandacht. Blijkbaar maakten deze merkwaardige en bezienswaardige oudheid op de jeugdige harten een treftenden indruk. Zeer waren zij echter teleurgesteld toen zij vernamen dat de „kamer waar Ada van Holland in het begin der 13de eeuw had gevangengezeten," niet was aan te wijzen. Eenigen moesten zelfs als een her innering aan het bezoek hunne namen op de steenen in den muur griffelen. Anderen daalden weder in een put af, om te zien wat daar van een „onderaardsche gang" was te ontdekken. Weder beneden gekomen, hetzij langs de kron kelpaden, hetzij met een vaart langs de steile gras- hellingen, bleef men, terwijl de muziek zich opnieuw deed hooren, daar nog eenige oogenblikken uit rusten, waarna men, na een luid hoezee, te drie uren den tocht naar de volkskeuken aanvaardde, waar voor den inwendigen mensch zou worden gezorgd. Omstreeks vijf uren werd het sein tot vertrek gegeven. Men nam weder plaats op de boot en verliet de stille sleutelstad, waarvan zoo wel de jongens als de oudereu, waaronder ook eenige dames, een veel gunstiger indruk gekregen hebben dan zij ooit hadden durven verwachten. Tot lid der jury van de nationale tentoon stelling te Arnhem is nog door den minister van waterstaat enz. benoemd de heer D. A. J. Hoo- genstraaten, lid der firma W. Hoogenstraaten en C°. alhier. De rekening der gemeente Lisse, gisteren aan den raad overgelegd, sluit met een saldo van f 1238.495. De ontvangsten bedragen f 11,430.04s, de uitgaven f 10,191.55. Voor kosten van onder wijs, met inbegrip van de bewaarschool, werd 2700 uitgegeven. De ontvangst wegens hel aan deel ad vier vijfden in de personeele belasting be droeg ongeveer f 5900. De toestand van den Amsterdamschen hoogl. Moll gaat, naar wij vernemen, langzaam achteruit. Aan het Hbl. wordt uit de residentie ge meld „Vrij algemeen liep hier het gerucht, dat ook de heer Wiutgens, lid van de Tweede Kamer, in de combinatie was en de portefeuille van justitie zon aanvaarden. De heer W. echter is op het punt van zich weder in het huwelijk te begeven en waarschijnlijk zal dus de heer Van Lijnden van Sandenburg zelf als minister van justitie optreden. Met zekerheid wil men weten, dat marine en oorlog zullen worden toevertrouwd aan de heeren W. Taalman Kip en diens vroegeren ambtgenoot, generaal-majoor Beyen. De laatste benoeming doet van zelf de vraag rijzen, of deze alsdan zal terug- keeren tot de oude inrichting van het d. v. o. dan wel of hij althans het goede zal behouden, tot reorganisatie van het departement gedaan sedert de optreding van den heer De Roo. Hoe wel niet alles in de bepalingen dienaangaande is ingenomen, zou men het toch betreuren, wanneer groote stappen in de oude richting moesten leiden tot nieuwe vertraging en tot herleving van den ouden geest bij het nauwlijks ontluikend oorlogs- bestuur. De heer mr. Heemskerk zal ten derden male optreden. Zij, die zich reeds ongerust maakten, dat het departement van waterstaat, handel en nij verheid opnieuw aan dat van binnenlandsche zaken zou worden aangetrokken, kunnen die zorg laten varende heer Klerck wordt genoemd als opvol ger van den heer mr. Tak van Poortvliet. Buitenlandsche zaken wordt toegedacht aan mr. Van der Does de Willebois. Omtrent koloniënen financiën heerscht nog onzekerheid. Wanneer al die geruchten zich bevestigen, mag de definitieve samenstelling van het kabinet tegen het eind dezer of het begin der volgende week worden te gemoet gezien. De tegenwoordige minister van marine zou wen- schen belast te worden met het commandement van de „Atjeh". Tevergeefs vraagt men, welke toe komst de minister van oorlog te gemoet gaat. Volgens de vigeerende wet kan hij alleen werk zaam worden gesteld bij intendance, doch de daarbij vroeger door hem bekleede plaats is vervuld." Tot betaalmeester te 's-Gravenhage is be noemd jhr. A. C. P. Quarles van Ufibrd, thans te Rotterdam, en te Rotterdam jhr. J. G. E. Van Spengler, thans te Alkmaar. De Staatscourant van heden bevat het ver slag der commissie van 1 Augustus 1878 tot 1 Augustus 1879 belast met het afnemen der geneeskundige- en tandmeesters-examina. Binnen een of twee dagen wordt eene be vordering bij het wapen der artillerie verwacht. De audiëntie van den minister van binnen landsche zaken zal Zaterdag niet plaats hebben. Het stoomschip Ariadne", van Java en Sin gapore, vertrok 4 dezer des avonds van Port Said naar Londen; de „Prins Hendrik", van Amster dam naar Batavia, is gisteren te Port Said aan gekomen en denzelfden dag vertrokkende „Cele bes", van Amsterdam naar Batavia, is heden van Southampton vertrokken; de „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, is 4 Aug. te Napels aangekomen en heeft den volgenden dag de reis voortgezet. Door Z. M. is als blijk van goedkeuring en tevredenheid de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift, toegekendaan J. Van der Vegt, te Amsterdam, die meermalen drenkelingen redde, laatstelijk in den nacht van lop2Junijl., en aan den matroos 1ste kl. G. De Graaf, die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1