schuur en nam dicht bij de brug zulk een zwaai, dat hij in het Rapenburg viel. Een kleine jongen liep om hulp en velen kwamen toesnellen. De drenkeling werd uit het water gehaald meer dood dan levend, zoodat men de hulp inriep van den heer "Van Grasstek, die weldra kwam. Na de bee- nen en borst gewreven te hebben kwam er weer leven in den man, waarna hij door een agent van politie en drie stadswerkers naar het bureel gebracht werd, alwaar hij vrij onhandelbaar was, waarom hij eenige uren in de politiewacht moest blijven. Voor eenige dagen is 's nachts aande houtkooperij van Gebroeders Van Hoeken nabij de Zijlpoort ingebroken op het kantoor, waar de les senaar werd geopend en daaruit f 100 in specie ontvreemd. Een door de politie ingesteld onder zoek doet vermoeden dat het feit gepleegd moet zijn door iemand die zeer goed met de localiteit bekend is en alzoo geen vreemde. Tut heden is echter omtrent den dader nog niets ontdekt kun nen worden. Op de Ruïne viel hedenmiddag om halfdrie een beschonkene, die weldra bleek te ziju de gewezen blikslager S., eenige wekeu geleden uit het Evang. Luth. Oudemanneu- en Vrouwen huis ontslagen wegens wangedrag. Eenige personen die hem in dien toestand hadden aangetroffen, brachten hem naar een boom, waar men hem tegen aan zette, doch daar de man niet loopen kon werd hij op verzoek van twee agenten van politie door een burger op een tweewielden wagen naar het bureel gebracht. Hedenmiddag te twee uren is onder geleide van een brigadier der rijksveldwacht in Den Haag langs den Hollandschen spoorweg aan gekomen H. P. Kerdijk van Rotterdam, die door de Belgische regeering is uitgeleverd. Hij was met zijn geleide gezeten in een gereserveerde cou pé 1ste klasse. Per vigilante werd hij naar het huis van verzekering overgebracht. De hooge raad behandelde heden de cassatievoorziening van J. Gaientaan uit Amster dam, die door het hof aldaar is veroordeeld ter zake van moord tot levenslange tuchthuisstraf. Daar het beroep ongemotiveerd was, concludeerde adv.- gen. Van Maaneu tot verwerping er van. De uit spraak is bepaald op 18 dezer. In een der jaszakken van den per soon, die nabij het tram-station Scheveniugen zoo ongelukkig om het leven kwam, vond men eene retourkaart Rotterdam, waaruit meu afleidde dat de oubekende aldaar woonachtig was. Naar men nader verneemt blijkt het zekere B., een ingezeten van Den Haag en behangersknecht van beroep te zijn. De artiste, die in het Casino te Scheveningen bijna het slachtoffer zijner kuust werd, heet Felix Constantin. Bij het maken van evolutiën aan het zwevend rek viel hij en kwam op het hoofd terecht. Hij werd bewusteloos weg gedragen; aanvankelijk meende men, dat hij de nekspier gebroken had, doch dr. Mess, die spoedig kwam om den ongelukkige, die eerst vóór enkele dagen het gasthuis had verlaten, bij te staan, meende te kunnen constateeren dat men slechts met een lichte kneuzing, niet met een innerlijke breuk te doen had. De ongelukkige kunstenaar is per brancard naar het gasthuis overgebracht en gisteren bevond hij zich buiteB gevaar. Een der dames artisten hield, onder den indruk van de treurige gebeurtenis, een collecte voor het slacht offer en het publiek betoonde op milde wijze zijn deelneming en medelijden, want mile. Ernestine had in weinig tijds ruim f 1000 bijeen. Zooals reeds gemeld is, zijn de beide personen, die den diefstal in het magazijn van den heer Van Loon in de Kipstraat te Rotterdam ge pleegd hebben, reeds in hechtenis genomen. Om trent de omstandigheden, die aanleiding tot deze verrassend vlugge ontdekking en aanhouding gege ven hebben, deelt hetRott. Nwbl. het volgende mede. Ten huize van mej. de wed. C. in de Kipstraat, N". 43 aldaar, hadden reeds sedert eenigen tijd een paar Duitschers, Daggenhausen en Legrand genaamd, hun intrek genomen, die door niets bijzonders de aandacht trokken. Beiden stonden bekend als stille, ordelijke lieden, en waren de eigenaars van den vroegeren Rijnlandschen Bazaar, aan de Hoogstraat aldaar. In den vroegen morgen van Donderdag 11., te ongeveer vijf uren, waren beiden thuis gekomen en werden toen opgemerkt door een anderen com mensaal, die eveneens bij de wed. C. een kamer bewoonde. Zonder eenig kwaad vermoeden te hebben, viel het dezen toch op, dat een der beide personen een groen zijden zak onder den arm droeg. Toen hij echter eenige uren later den dief stal vernam en tevens hoorde, dat zijne beide con- tubernalen de stad hadden verlaten, onder voor wendsel dat zij een bezoek aan Den Haag wilden brengen, kreeg hij argwaan, vertelde zijn hospita wat hij gezien had en gaf haar den raad, de ge sloten kamer der beide personen te openen en de politie kennis te geven van deze bijzonderheden. Die raad werd opgevolgd, en al spoedig vond men in de kamer eenige voorwerpen, die aan het nog zeer vage vermoeden veel schijn van juistheid gaven. Ér lag namelijk over den grond verspreid een aantal groen zijden koordjes, waaraan bij gouden voorwerpen gewoonlijk de etique'teu bevestigd worden, eu ook enkele koperen haakjes, die de sporen droegen dat zij met geweld uit étuis waren gerukt. Een koffer, welke door hen was achter gelaten, werd toeu door de politie geopend en hierin vond men nog een aantal éluis en een zaag van het model, dat ook in den kelder van den heer Van Loon was gevonden. Dat er na het vinden dier voorwerpen een zw;,ar vermoeden rees tegen de afwezigen, kan men licht denken. Onmiddellijk werd het huis bewaakt, en twee eveneens daar wonende commensaals, van wie men wist dat zij met de verdachten in vriend schappelijke betrekking stonden, werden op het politiebureel ontboden om, zoo mogelijk, van hen eenige bijzonderheden te vernemen. Dat verhoor gaf echter weinig licht, en men moest het vinden der ontvluchten dus voorloopig nog voor een groot deel aan het toeval overlaten. De beide misdadi gers liepen echter, zooals men reeds weet, zeiven in den val. Ze zijn afkomstig uit Hamburg en stonden op het punt om naar Engeland te ver trekken. De te Rotterdam aangehoudene blijft, niettegenstaande eene menigte uit den winkel van den heer Van Loon afkomstige voorwerpen zon der waarde in zijn koffer werden gevonden, zijue schuld ontkennen en tracht steeds door leugens de politie vau het spoor te brengen. Terwijl een groot deel van de gestolen kostbaarheden in het bezit is gevonden van den te Emmerik gearres teerde, wordt door een inspecteur van politie, vergezeld van den bestolene, in andere plaatsen van Duitschland onderzoek gedaan naar het nog ontbrekende. Zondag-namiddag had een te Schie dam wonende bakkersknecht, die van Rotterdam per spoor naar zijne woonplaats wilde terugkee- ren, hij vergissing plaats genomen in een snel trein, niet wetende, dat deze te Schiedam niet stilhield. Toen hij gewaar werd, dat men het station Schiedam voorbijstoomde, is hij, op de hoogte vm het kruithuis onder de gemeente Hof van Delft, uit den in vollen gang zijnden trein gesprongen, ten gevolge waarvan hij eene vrij belangrijke wond aan het hoofd bekwam. In het station Delft gebracht, werd hem aldaar de uoo- dige geneeskundige hulp verleend, waarna hij met den trein naar Schiedam kon terugkeeren. Op de gisteren te Utrecht gehouden paardenmarkt waren 518 paarden aau de lijn; de prijs was voor luxe-paarden van f 600 tot f 800, voor werkpaarden van f 250 tot f 450 er waren weinig vreemde kooplieden. Weelde- paarden waren weinig aangevoerd, zonder handel in werkpaarden en veulens was matige handel. Zaterdag geraakte te Kamerik een driejarig knaapje, terwijl de moeder zich even verwijderd had, in eene moddersloot. De moeder haalde het kind er zonder eenig kenteeken van leven uit. Den geneesheer in die gemeente echter, die al een zestal schijndooden in het leven terug riep, gelukte het ook nu weer, na bijna twee uren de kunstbewerking aangewend te hebben, het kind aan de ouders levend terug te geven. Na de drukkende hitte, die Zondag op den dag heerschte, hebben des namiddags in som mige plaatsen van ons land zware onweersbuien zich ontlast, vergezeld van een hevigen regen en wind. Ook gisternacht hebben hier en daar zware onweders gewoed, vergezeld van geweldige hagelbuien. Zoo meldt men uit Amerongen, dat het oostelijk deel van dat dorp en geheel Eist tot aan Rhenen door den hagel zéó zwaar werden geteisterd, dat op eenige tabaksvelden de plant geheel is vernield. Een kantoorbediende te Liverpool tilde voor ongeveer drie weken geleden een vrouw op, die dronken op straat lag. Zijn goedheid be loonde het dronken wijf door hem in zijn pink te bijten, aan de gevolgen waarvan de man thans is overleden, want er had bloedvergiftiging plaats gehad. Te Durango in Spanje is een kruit magazijn gesprongen, waarbij 14 personen omge komen zijn. Bij een ongeluk met den spoortrein van Nancy naar Yezelise zijn gisteren vijf per sonen gedood en een en dertig gewond, van welke elf zwaar. Men gelooft dat kwaadwillig opzet hier in 't spel was. Een persoon te Charlois die zichdik- wijls te buiten ging aan sterken drank en daar door het zijn huisgeuooten en buren zeer lastig maakte, was Zondag weder tot zijn oude euvel vervallen. Maandag in den vroegen morgen, vóér drie uren, heeft hij zijn huis verlaten en zich in zijne onderkleederen op straat begeven, hier en daar geweldig op de deuren en vensters bonzende. Op de werf bij het koffiehuis „Karei de Stoute" is hij neergevallen. De politie heeft hem van daar gehaald en in bewaring genomen, doch toen men eene poos later naar hem ging zien, bleek het, dat de man stervende was, en kort daarop werd zijn lijk naar zijne woning gebracht. Volgens opgave van het bureau Veri- tas zijn in Juni verongelukt 118 zeilschepen, waaronder 17 vermisten: van Amerika 33, Enge land 28, Spanje 12, Duitschland 11, Frankrijk 10, Noorwegen 5, Nederland 4, Italië 4, Zweden 3, Portugal 2, Oostenrijk 1, Denemarken 1, Rus land 1, en 3 schepen waarvan de nationaliteit niet werd opgegeven. Iu dezelfde maand zijn ver ongelukt zes stoomschepenvan Engeland 4, Duitschland 1, Denemarken 1. BUITENLAND. Frankrijk. Zeer vreedzaam zijn de laatste bijeenkomsten der vertegenwoordiging, althans wat den Senaat betreft, juist niet geweest. Vrijdag 11. handelde men over het wetsontwerp betreflende de departemen tale normaalscholen voor onderwijzeressen. De heer Chesnelong, het bekende legitimistische lid, bestreed het ontwerp als eenvoudig bedoelende de geestelijke zusters in de lagere scholen door leeken te verdringen. Volgens sommigen nu heeft de minister Ferry in zijne repliek, zich tot de rechterzijde wendende, gezegd„Gij verbergt onder uwe oppositie plannen, die het licht niet mogen zien"anderen beweren, dat de minister alleen van partij-hartstochten gesproken heeft. In elk geval stonden de leden der rechterzijde als een eenig man op, eischende, dat de heer Ferry tot de orde zou worden geroepen, doch laatstge noemde merkte op, dat hun toorn het beste be wijs was voor de waarheid zijner beweringen. Het rumoer nam steeds toe; vruchteloos poogde de voorzitter zich te doen verstaan en de leden der rechterzijde begonnen hunne plaatsen te verlaten. Eindelijk zeide de president, dat hij den minister had uitgenoodigd zich nader te verklaren, waarop de heer De Kerdrel zeide, dat hij en zijue geest verwanten niet konden blijven zitten om zich straffe loos te laten hoonen. De meeste conservatieven verlieten dan ook de zaal. De minister betoogde, dat nu eerlang de vrijstelling der geestelijke zusters van diploma's stond op te houden, er wel maat regelen moesten genomen worden om te zorgen, dat er aan gediplomeerde onderwijzeressen geen gebrek was. De heer Chesnelong, die inmiddels met zijue vrienden teruggekomen was, repliceerde en de wet werd met 159 tegen 109 stemmen aangenomen. Vanwege de rechterzijde werd daarop eene motie van afkeuring tegen den voorzitter ingediend, welke echter den voorrang moest in ruimen aan eene motie van vertrouwen, door de linkerzijde voorgesteld en welke met 173 stemmen werd aangenomen. Al de aanwezige conservatieven onthielden zich. Zaterdag is het ontwerp tot het verkenen van amnestie aan zekere categorieën van gedeserteerde en veroordeelde militairen en zee lieden goedgekeurd. In de Kamer werd, ondanks het verzet van den minister Waddington, een post voor de bezoldiging van hertog Decazes als diplo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2