Donderdag 24- Juli. N°. 5961. A0. 1879. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Vóor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers..n 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PKIJS DEK ADYERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. 8TADS-BEKICHTEN. BURGEMEESTER ek WETHOUDERS van LEIDEN bren gen ter algemeene kennis dat door hen, naar aanleiding van art. 1 in verband met art. 66 der Verordening op het brandwezen, van den 15den Juni 1871 (Gemeenteblad n°. 14) op voordracht van 24sten Augustus den Wethouder, Voorzitter der Commissie van Fabricage, zijn benoemd tot spuitgasten: aan de stadsspuit n°. 1: A. D. Kramers en J. S. Van Kampen; aan de stadsspuit n°. 5: J. Van Kampen, H. Leemans en J. Hennik; aaH de stadsspuit n°. 6: H. Sloos, P. J. Heikoop, P. Devilé, D. Piket, J. J. Frank, A. Oudshoorn, L. Aalbersberg, W. Rosdorf, A. Francken, W. F. Kret, A. Da Croix, P. Oudshoorn, M. Devilé, J. Voorbij en K. Frank; aan de stadsspuit n°. 7H. Filippo Hz. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. u. BRANDELER, Burgemeester. 22 Juli 1879. E. KIST, Secretaris. LEIBEN, 23 Juli. Bij het 16de Nederlandsche nationaal zan gersfeest, 1, 2, 3 en 4 Augustus te Deventer te houden, zullen de volgende solisten zich doen hoorenmej. Wilhelmine Gips van Dordrecht, de heer B. J. De Goey van Leiden, en de heer W. C. Deckers van 's-Bosch. Blijkens het in de Staatscourant voorkomende uittreksel uit het verslag over het rijks ethnogra- phisch museum te Leiden, gedurende het jaar 1878, is de vereeniging van eene belendende, door de regeering aangekochte woning met het museum- gebouw op voldoende wijze tot stand gebracht; de daardoor aangewonnen lokalen zijn van de noodige kasten voorzien, en zoo is de gelegenheid geopend, om tot eene, hierdoor noodzakelijk ge worden, bijua algemeene verplaatsing der voorwer pen over te gaan. Die verplaatsing was onver mijdelijk, zoowel om eene geregelde volgorde in de onderscheidene afdeelingen en dus ook nuttige vruchten voor, niet slechts nieuwsgierige, maar ook ernstige bezoekers te verwezenlijken, als om de talrijke aanwinsten die de laatste jaren hebben aangebracht, doch die om plaatsgebrek, na hare inlijving en omschrijving, wederom ingepakt en geborgen moesten worden, in de afdeelingen, waartoe zij behooren, in te deelen of tusschen de bestaande afdeelingen tot nieuwe te vormen. De verzameling zelve verkeert in voldoenden toe stand. De nadeelige werking van vochtigheid en de schadelijke invloed van ons vaak wisse lend luchtgestel zijn door doelmatige warmtetoe- stellen naar genoegen bestreden en tegengegaan. De brandbluschmiddelea worden in goeden staat onderhouden en kunnen binnen in de lokalen, en, wanneer het gevaar intijds ontdekt wordt, plaat selijk dienst doen. Bij uitgestrektheid van de ramp zouden krachtiger middelen tot bestrijding gevor derd worden. Tot dat doel is eene overeenkomst met de duinwaterleiding-maatschappij onmisbaar. Omtrent het personeel der beambten bestaat geene aanleiding tot aanmerking. Ieder voldoet in zijn werkkring aan de op hem rustende verplichtingen. De onregelmatigheid van het bezoek, wanneer dan eens, bij enkele gelegenheden en op sommige dagen, bezoekers in zeer groot aantal zich aanmelden, maar ook menigmaal, vooral des winters, vaak gedurende vele achtereenvolgende dagen geheel wegblijven, veroorzaakt wel eenig ongerief, daar de ondergeschikte beambten, custos en opzichter dan geene verplichtingen te vervullen hebben en de toepassing van de bepalingen van het regle ment, voor zoover die hunne diensten betreffen, moeielijk wordt. Daarom wordt er naar gestreefd, om hen ook andere werkzaamheden in het belang van het museum te doen verrichten en hun dienst tijd niet nutteloos te doen blijven. Toch is in de bestaande bepalingen wijziging te wenschen. Wat voor de museums in de woelige residentie- en hoofdsteden van het rijk geldt, vindt in het stille Leiden geen onvoorwaardelijke toepassing. Alle aanwinsten werden door schenking gekregen, van verschillende begunstigers, waaronder som migen die reeds herhaalde malen op gelijke wijze hnnne werkdadige en ijverige belangstelling toonden alsook op gunstige beschikking van departementen van algemeen bestuur. Een merkwaardige verzameling van schilderijen van de hand van wijlen den, te Doornik in 1853 overleden, schilder Antoine A. J. Payen, voorstel lende verschillende landschappen en gezichten in de Nederlandsch Oost-Indische bezittingen, waren indertijd in het paviljoen „Welgelegen" te Haarlem in de verzameling van hedendaagsche kunst geplaatst. Zij schenen eene meer eigenaardige bestemming in het ethnographisch museum te kunnen erlangen en ddiir eene gewenschte bijdrage te leveren tot de kennis van gindsche gewesten, van de inwoners en hunne zeden en g-braiken. Tot dat doel waren zij, reeds in den zomer van het vorige jaar, krachtens beschikking van het departement van hinnenlandsche zaken herwaarts overgezonden, maar vooreerst wegens gebrek aan ruimte ingepakt bewaard ge bleven. Eerst in het laatste jaar konden zij ontpakt en in voorhuis en gang voor bezoekers zichtbaar, evenwel niet genoegzaam naar eisch tentoongesteld worden. Yan de gelegenheid tot bezichtiging werd in het gunstige jaargetijde vrij algemeen, in de win termaanden meer zeldzaam, het meest op de Zon dagen gebruik gemaakt. Over ongeregeldheden of misbruik van de zijde der bezoekers viel niet te klagen. De verwijdering van het museum aan het uiteinde van de stad en ver van het gedeelte waar de overige verzamelingen zich bevinden heeft een ongunstigen invloed op den toevloed van vreem delingen, die meestal slechts eenige uren in Lei den vertoeven, en zich beperken tot de bezichti ging van de museums die in elkanders nabijheid en op betrekkelijk geringen afstand van het spoor wegstation gelegen zijn. Tot leden van den gemeenteraad te Oegstgeest zijn herbenoemd de heeren II. D. Terwee, bur gemeester, en H. Duivenvoorde, wethouder. Tot hoofdonderwijzer aan de openbare school voor lager onderwijs aan de Morsch onder Oegst geest werd uit het aangeboden vijftal door den gemeenteraad benoemd de heer W. P. De Jong, hulponderwijzer te Amsterdam, met 4 tegen 2 stemmen, welke op den heer P. De Jong, hulp onderwijzer te Leiden, werden uitgebracht. Tot tweeden leeraar in de wiskunde aan het gymnasium te 's-Hage is benoemd de heer W. Van Loghem, candidaat in de wis- en natuur kunde te 's-Gravenhage. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York door middel van het stoomschip „Rotterdam", waarvan de laatste buslichting aan het postkanoor te Rotterdam is bepaald op 25 Juli des avonds te tien uren. Onder de leden van de commissie, die zich gevormd heeft voor de oprichting van een gedenk- teeken op Dunkiers graf, is ten onrechte genoemd de heer Van Oudheusden; dit moet zijn de heer L. E. Uyttenhooven. Laatstgenoemde fungeert tevens als secretaris der commissie en heeft zich als zoodanig belast met het in ontvangst nemen van de geldelijke bijdragen, welke men voor het door haar beoogde doel mocht willen afzonderen. De 1ste luit. A. L. Klerk de Reus, van het 4de reg. infanterie, is door den minister van oorlog overgeplaatst bij het 8ste reg. van dat wapen, in garnizoen te Arnhem. Ten gevolge van den uitslag van het on langs gehouden vergelijkend examen der adspiran- ten naar een plaatsing als cadet aan de kon. milit. academie, zullen in Sept. e. k., bij den aanvang van den nieuwen cursus, aan die inrichting als cadet worden geplaatst: Voor de infanterie hier te landeE. Coenen, C. C. Van Altena, D. A. M. G. Plancken, W. L. Overduyn, A. B. P. Feickens, H. B. Pothoff, G. Van 't Sant, W. F. Hartman, J. G. Kist, H. L. Van Hooff, H. Van Breen, C. H. Tielenius Kruythoff, H. S. Hordijk, jhr. G. A. A. Alting van Geusau, D. Enderle, J. A. L. Roeloffs, G. H. Van Winsen, C. M. Phaff. Voor de cavalerie hier te lande: E. W. baron Van der Capellen, N. J. Van den Worm. Voor de art. hier te lan de: A. C. M. Alewijn, J. W. Van Visvliet, J. I. Van Nahuys, V. Noest, jhr. J. O. De Jong van Beek en Donk, C. E. Baud, F. De Fremery, J. C. E. Van Deventer, H. G. De Bruyne, J. C. Van Druten, D. J. Van den Honert, C. Tromp. Voor de "genie hier te lande: J. E. Verbrugh, J. S. Bax, P. Reese. Voor de infanterie in Oost-Indië: P. Bode- meyer, M. A. Van Heekeren, E. M. Uhlenbeck, J. Adama van Scheltema, C. W. M. Beugel, W. Van Kooten, C. Exel, A. Kisjes, R. G. H. A. Vorsterman van Ooyen, P. Methorst, F. A. C. Bloem, P. J. Wijers, J. M. Ente van Gils, J. Hildering, P. W. Scheffelaar Klots, H. Croocke- wit, II. T. Van IJsseldijk, J. C. H. Verschoor, J. L. A. De Grave, P. C. Hompe. Voor de art. in Oost-Indië: J. B. Zon, A. A. Hosang, L. De Vries, C. C. Le Grand, C. W. F. Happé, G. C. E. Van Daalen, C. Nijenhuis, H. A. Van der Ven, C. Wafelbakker. Voor de genie in Oost-Indië H. W. Fischer, W. R. De Greve, G. F. Stein- buch, A. C. Burgdorffer, L. J. R. Geene en F. C. Proper. Het oudste lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, de heer E. H. baron Rengers van Warmenhuizeu, is in den afgeloopen nacht in ruim 76-jarigen ouderdom overleden. Het stationsgebouw te Alphen, waarover reeds zooveel geschreven is, zal worden afgebro ken en door een nieuw vervangen. De aanbeste ding is bepaald op Woensdag a. s. De heer W. M. Van Eek, directeur van de hoogere burgerschool voor jongens met driejarigen cursus te Haarlem, is gisteren plotseling overleden. Van 15 Juni tot 12 Juli zijn door longziekte aangetast: in Zuid-Holland 4 runderen. In het vorige tijdvak van vier weken waren 37 runderen door die ziekte aangetast. Het stoomschip „Hampton", van Rotterdam naar Batavia, is 21 dezer van Port Said vertrok ken; de „Drente", van Java naar Rotterdam, passeerde gistermiddag Dover; de „Prins Hen drik" vertrok heden van Southampton. Z. M. heeft aan J. Van den Berg, op zijn ver zoek, met 1 Sept. eervol ontslag verleend als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Hee renveen benoemdbij het personeel der mil. admin, tot kapt.-kwartierm. 2de kl. hij het 1ste reg. veld-art. den lsten luit.-kwartierm J. II. H. Vogel, van het 7de reg. inf.; tot lsten luit.-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1