Maandag 7 Juli. N°. 5946. A°. 1879. Tweede Blad. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER C0URA5T: Voor Laittai per 8 maanden..7TïTT#Ve7777." f 1.10. Franco per post.1.40» Afzonderlijke Nommers...r.v.v.. 0.05. Deze Ccrarant wordt dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. '■i-la PRUS DEB ADVERTENTIESj Vu 1S regel*....»..f 1.08. leden i«get meer...».......v.... 0.17). GrooUre letten nur pUeUminU. Gemene; <1 Niewws. Het liefhebberen is den milicien- plaatsvervanger niet erg van de hand gegaan. Toen van zijne verwijdering uit Leiden ook de burgemeester van Leimniden was in kennis ge steld, droeg deze aan den brigadier derrijksveld- wacht L. Van 't Zandt van de Haarlemmermeer op om hem te zien machtig te worden. In den na middag kwam hij er gisteren aan, waarna hij onmiddellijk, den vischlustigen artillerist voor het raam aan de achterzijde der woning ziende zitten, na een schuitje van den brnggewachter en, om geen achterdocht te wekken, diens pet te hebben gevraagd, naar de overzij voer. De moeder vertrouwde na haar wedervaren alhier „het spul" niet al te zeer, en zoodra zag zij Jan ook niet een ongenooden gast op hare woning afvaren, of zij waarschuwde haar zoon zich te bergen. Toen de brigadier aan wal kwam, wist de moeder natuurlijk van niets en was de milicien verdwenen. De brigadier echter wist al ts goed dat zijne oogen hem niet bedrogen hadden. Hij begon nn zijn ontdekkingstocht bin nenshuis en eindelijk kwam de afvallige zoon van Mars wel uiet boven water, maar boven drie dikke wollen dekens, waaronder hij in de bedstede, niet omdat hij met zijne liefhebberij een verkoudheid opgeloopen had, maar omdat hij voor ontdekking vreesde, zoo diep mogelijk gedoken was. Heel veel lust om weder naar Leiden te gaan, scheen hij echter nog niet te hebben. In vereeniging nn ook van den dorpsveldwachter, die zulk een baantje eerst wel wat kras vond, werd hij om zes uren per rijtuig naar hier getransporteerd, waar hij te tien uren aan de kazerne in het Noordeinde arriveerde en door zijne wapenbroeders werd verwelkomd, die, zooals zij zeiden, ieder op een zootje van den grooten visscher hadden gerekend. Gisteravond om zes uren bij de aan komst der Katwijkscbe boot alhier, bemerkte men dat van onderen aan het roer het lijk was mede- gesleept van zekeren S., zandschipper, wonende aan het Haagsche Schouw. Hij was vermoedelijk gistermorgen van zijn schuit gevallen en verdron ken een der armen was eenigszins gekwetst. De ongelukkige laat eene weduwe met drie kinderen achter. Een der chefs van het magazijn van Sinkel te Amsterdam heeft gisternamiddag zijn meid-huishoudster dood in de keaken gevonden met een gat in het hoofd en bebloed gelaat, zeer waarschijnlijk ten gevolge van misbruik van ster ken drank, 's Morgens althans schijnt zij weder in niet nuchteren toestand te zijn geweest, zoo zelfs dat aanvankelijk gevreesd werd voor een beroerte. Tegen twaalf uren sprak zij nog het melkmeisje aan de deur, bij wie zij zich beklaagde dat ze gevallen was, ter verklaring van de bloed vlekken op haar gelaat. Misschien is zij toen later nog eens gevallen, met doodelijken afloop: De po litie doet onderzoekhet lijk is naar de gevange nis gebracht om gerechtelijk te worden geschouwd. De ex-secretaris van de Kanaal maatschappij, P. H. Bruyn, is gistermorgen uit de cellulaire gevangenis te Amsterdam ontslagen, na aldaar de straf, welke hem was opgelegd, ten volle te hebben ondergaan. Men verneemt dat de in vrijheid gestelde zich na korten tijd metterwoon in Amerika zal vestigen. Bij vonnissen van den krijgsraad te 's-Bosch zijn veroordeeld: J. d. J., huzaar, van het 3de reg. huzaren, tot acht maanden cellulaire gevangenisstraf en drie dagen detentie ter ver vanging eener geldboete van f 8, wegens moed willige verwonding, geen ziekie of beletsel van te werken van meer dan twintig dagen hebbende doen ontstaan, door middel van een sabel tweemaal ge pleegd, en P. D. H. v. H., tamboer-milicien, van het 2de reg. infanterie, tot gemis der kokarde gedurende zes maanden en drie maanden detentie, wegens tweede desertie in tijd van vrede, door na veroordeeling wegens eerste desertie, noch op den bepaalden dag, noch binnen vier weken daarna, te voldoen aan eene oproeping voor den werkelijken dienst, gepaard aan verzachtende omstandigheden terwijl J. M„ soldaat, van het 5de reg. infanterie, is vrijgesproken van de hem ten laste gelegde beschuldiging van in den avond van den 14den der vorige maand te 's-Bosch een schildwacht op zijn post moedwillig te hebben geslagen, met be vel hem uit zijn arrest te ontslaan. Gisteren kwam te Vlaardingen de 4de haringjager aan, brengende 285 tonnen volle haring en 227 tonnen maatjesharing, welke van 24 tot 26 Juni overgenomen zijn. Deze jager is 26 Juni tehuisgezeild en is de 3de jager voorbijgezeild, welke nog niet is aangekomen. Gedurende de maand Juni 1. 1. zijn 501 vreemdelingen als zonder geld of middel van bestaan over de grenzen van het rijk getranspor teerd, en 147 personen, uit Amsterdam, ter zake van landlooperij of bedelarij naar het hulphuis van arrest en bewaring opgezonden. Door het kantongerecht te Gouda is een touwslager uit Gouderak veroordeeld tot eene boeto van drie gulden of gevangenisstraf van een dag, omdat bij zijne dochter, die te Ouderkerk a/d. IJsel bij een landbouwer dienstbode was en aldaar het roodvonk had gekregen, van daar in eene vigilante naar zijne woning te Gonderak had vervoerd, ofschoon zij nog lijdende was aan die ziekte en op de deur der woning van den land bouwer te Ouderkerk nog het papier met het opschrift „besmettelijke ziekte roodvonk" aanwe zig was. De geneesheer uit Ouderkerk en de landbouwer hadden het vervoer zeer afgeraden. Tot verontschuldiging van den touwslager diende echter, dat tot het vervoer zijae toestemming had gegeven de geneesheer uit Gouderak, v. B., die op de terechtzitting van het kantongerecht te Gonda o. a. verklaarde, in de meening verkeerd hebben, dat de wet op de besmettelijke ziekten niet op roodvonk toepasselijk was, maar alleen op cholera en pokken. Het meisje was in den nacht na het vervoer te Gouderak overleden. Bij het ophalen van een drenkeling uit den Eijn te Arnhem heeft zich gistermorgen weder de hardnekkige dwaling geopenbaard, dat men drenkelingen met de beenen in het water moet laten liggen. Verstandige personen, ook de de veldwachter die er bij tegenwoordig was, heeft de domme raadgevers niet gevolgd. Toch werd de opgehaalde niet behandeld gelijk behoort, om hem tot bewustzijn te doen terugkeeren. Men legde hem met het hoofd naar beneden, ten einde het water uit het lichaam te doen loopen, ten gevolge waarvan de ongelukkige, die nog teekenen van leven gaf, vermoedelijk is gestikt. Te Napels heeft een zeventienjarig meisje een harer vriendinnen in het gerechtshof een dolksteek toegebracht. De toestand van het slachtoffer is hopeloos. Twee dienstboden te Parijs, geboortig uit Picardië, hadden het volgende middel bedacht om hare inkomsten te vermeerderen. De eene reed bet kind van haar meesteres in een wagentje, voorafgegaan door de andere. Hadden zij nu een magazijn bereikt, dat haar voor haar doel geschikt scheen, dan trad deze binnen, en terwijl zij onder handelde over den een of anderen aankoop, waar van ten slotte toch niets kwam, liet haar gezellin, nadat zij het kind ,had opgenomen als om de zitplaats in het wagentje in orde te schikken, met eroote behendigheid een of ander voorwerp der uitstalling, dat binnen haar bereik was, in het voertuigje glijden, waarna zij er het kind bovenop zette, liet aldus tot onschuldigen heler van haar diefstallen gebruikende. Eindelijk werd het ver nuftige tweetal op heeterdaad betrapt en in ver zekerde bewaring genomen. Er is te Eez een diefstal gepleegd in de schatkamer van den sultan van Marokko die vol gens het getuigenis van reizigers van 2000 sloten voorzien is en door een militairen wachtpost zorg vuldig bewaakt wordt. Deze schatkamer moet eene der rijkste van de wereld zijn, want sedert sultan Edris-ben-Edris haar in 815 stichtte hebben zijne opvolgers haar allen met verschillende voorwerpen verrijkt. De tegenwoordige sultan Sidi-Muley- Hassan had de bewaking der schatkamer eenige maanden geleden aan zijn broeder, prins Muley- Abbas, opgedragen en deze vertrouwde het toe zicht aan den gouverneur van Eez toe. Toen de sultan nu onlangs een kostbaren revolver ten ge schenke kreeg en dezen in de schatkamer liet brengen, bleek het bij het openen der gewelven, dat eenige kisten opengebroken en al ledig gestolen waren. De sultan liet dadelijk een aantal personen in hechtenis nemen, maar het tegen hen ingestelde onderzoek bracht niets aan het licht. Thans is eene som van 90,000 gulden voor het ontdekken der dieven uitgedoofd. Onlangs werd een feestvierend gezel schap in den tuin van een tusschen Parijs en Saint-Cloud gelegen landhuis door onverhoedsch brandalarm verschrikt. Bij onderzoek bleek, dat een der dienstboden, eene vensterruit in de eetzaal gebroken hebbende, door een rondreizend glazen maker eene nieuwe had doen inzetten. Eene onge lijkheid in het glas had als brandglas gewerkt; de geconcentreerde zonnestalen hadden langzamer hand de tafel doen vlam vatten en het vuur had reeds het buffet aangetast, toen men er in slaagde het te blusschen. Men had na zoeken in wanhoop opgegeven de oorzaak van den brand te ontdek ken, toen een der gasten, terwijl men aan tafel zat, de aandacht vestigde op een eigenaardigen kleinen lichtkring, door de zonnestralen op het tafellaken geworpen. Het geven van een kus aan iemand, die daarop niet gesteld is, heeft reeds dikwijls aanleiding tot gerechtelijke vervolging en veroor deeling gegevendoch dan was het altijd een mannelijk persoon, die de misdaad had gepleegd. Thans zal echter te Berlijn de rechter moeten uit maken of een man beleedigd wordt, als een meisje hem tegen zijn zin kust. Een rentenier aldaar is dit namelijk in een theetuin overkomen, waar een. der bedienende meisjes hem, waarschijnlijk uit de grap of om een weddingschap te winner,, onver wachts een kus op de wangen drukte. Ofschoou men van alle zijden de zaak als een onschuldige scherts beschouwde, heeft de eerzp.me rentenier, door de jaloerschheid zijner vrouvg aan wie hij de zaak vertelde, zich genoodzaakt gezien een aan klacht tegen dq kusgrage Hebe in te dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1