voor de plechtige begrafenis van wijlen Zijne Koninklijke Hoogheid WILLEN NICOLAAS
ALEXANDER FREDERIK KAREL HENDRIK, Prins van Oranje.
DERDE BLAD VAN HET .LEIDSCH DAGBLAD''
van Maandag 23 Juni 1879, No. 5934.
Luitenant-Admiraal der Vloot, Generaal der Infanterie, Grootkruis der Orde van den Nederlandschen Leeuw en der Groot
hertogelijk Luxemburgsche Orde van de Eikekroon, Ridder 1ste Klasse van den Gouden Leeuw
van het Huis van Nassau, enz., enz., enz.,
op Donderdag' den SGsten Juni 1870, des voormiddags te elf uren.
Eerste Afdeeling,
Betreffende <le aankomst te 's-Gravenhage.
Het Vorstelijk Lijk zal den 23sten Juni met een
specialen spoortrein van Parijs, begeleid door Z. K. H.
den Prins van Oranje (Prins Alexander der Neder
landen), naar de Residentie 's-Gravenhage worden
vervoerd en tegen den avond aan het Stationsgebouw
van de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij aankomen.
De Opper-Hofmaarschalk Opper-Intendant der Ko
ninklijke Paleizen, de Opper-Ceremoniemeester, de
Schout-bij-Nacht Adjudant-Generaal der Marine, 2de
Chef van het Militaire Huis des Konings, en de Ka
merheer-Ceremoniemeester zullen zich aldaar bevin
den om het Vorstelijk Lijk te ontvangen.
Z. K. II. de Prins van Oranje (Prins Alexander
der Nederlanden) het Vorstelijk Lijk aan de zorg van
den Opper-Ceremoniemeester overgegeven hebbende,
wordt hetzelve geplaatst op den daartoe bestemden
Houw wagen, bespannen met zes paarden, geleid
door evenveel stalbedienden, en overgebracht naar
het Paleis van den Overleden Vorst, langs den:
Stationswegdoor de WagenstraatVeenestraal
Hoogstraat over do Plaats en den Kneuterdijk.
De Koninklijke Rouwwagen zal voorafgegaan wor
den door den Kamerheer-Ceremoniemeester, gezeten
in een koets, bespannen met twee paarden, gaande
naast elk portier een lakei en gevolgd door genoemde
Groot-Officieren van 's Konings Huis, gezeten in twee
koetsen, elk bespannen met twee paarden, gaande
naast elk portier een lakei; en de Adjudanten van
wijlen Z. K. IJ. den Prins van Oranje, eveneens ge
zeten in een koets bespannen met twee paarden,
gaande naast elk portier een lakei.
Aan het Stationsgebouw zal zich bij aankomst van
den specialen trein mede bevinden een Escadron van
het 3de Regiment Huzaren met den Standaard en
don Staf, zonder Muziek; zullende de eene helft daar
van strekken tot opening en de andere tot sluiting
van den Lijkstoet.
Als Eerewacht aan het Paleis van wijlen Z. IC. II.
den Prins van Oranje zal zijn opgesteld eene Com
pagnie van het Regiment Grenadiers en Jagers, met
den Staf en het Vaandel, zonder Muziek; waarvan
een peloton Grenadiers en een peloton Jagers, gekom-
mandeerd door een Kapitein, Ridder der Militaire
Willemsorde en 4 Luitenants, eveneens Ridders dier orde.
Tweede Afdecliug.
Betreffende den Stoet.
Één uur vóór den optocht der begrafenis zullen
alle personen, tot denzelve behoorende, zich bevinden
ten Paleize van wijlen Z. IC. H. den Prins van Oranje,
in de daartoe bestemde lokalen.
De Groot-Officieren en Kamerheeren zullen aldaar
voorzien worden van de noodige rouwmantels en
handschoenen.
Aan de Hofbeambten en Officianten zal worden
bekend gemaakt, waar zij zich van het bovengenoemde
zullen kunnen voorzien.
De Lijkstoet zal zijn als volgt:
A. Drie Escadrons van het 3de Regiment Huzaren
met den Staf en den Standaard tot opening van
den trein.
B. Een Bataljon van de Schutterij der Residentie,
gevolgd door het is te en 3de Bataljon van het Regi
ment Grenadiers en Jagers, met den Staf en het
Vaandel van het Regiment.
De Ilaagsche Schutterij zal deelnemen aan den op
tocht tot bij de barrière op den Rijswijkschen weg;
te Delft zal een gelijk corps Delftsche Schutterij zich
op diezelfde plaats in den stoet aansluiten.
C. Een HofTourier en twee rijknechts te paard.
D. De Kamerheer-Ceremoniemeester des Konings,
gezeten in een koets, bespannen met twee paarden,
gaande naast elk portier een lakei.
E. De Hofbeambten en Officianten van het Huis
van wijlen Z. K. H. den Prins van Oranje en van
de verschillende Hoven, alsmede de livereibedienden
van den Overleden Vorst, allen in diepen rouw, met
lamfers aan de hoeden, gaande twee aan twee, de
jongsten in rang vooruit.
F. Zes hofkoetsen, bespannen met twee paarden,
bestemd voor de Kamerheeren-Dragers van het Vor
stelijk Lijk, en een hofkoets, bespannen met twee
paarden, voor de Dragers der slippen van het rouw
kleed, gaande naast elk portier een lakei.
G. De Bibliothecaris van wijlen Z. K. H. den Prins
van Oranje, Dr. J. C. Horch, en de Lijfarts des
IConings, Dr. Vinkhuyzen, gezeten in eene koets, be
spannen met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei.
II. De Opper-Ceremoniemeester des Konings, gezeten
in eene koets, bespannen met twee paarden, gaande
naast elk portier een lakei.
I. De Koninklijke Rouwwagen, bespannen met
zes paarden, door evenveel stalbedienden geleid, de vier
slippen van het rouwkleed gedragen door;
den Luitenant-Generaal Jhr. E. A. O. De Casem-
broot, Buitengewoon Adjudant des Konings,
den Kolonel Jhr. IC. W. De Koek en
den Majoor V. W. R. Baron Bentinck, beiden Adju
danten van wijlen Z. IC. H. den Prins van Oranje,
den gewezen Kapitein-Luitenant ter zee A. F. R.
E. Baron Van Haersolte van den Doorn.
De zestien Kamerheeren, bestemd tot het dragen
van het Vorstelijk Lijk, waarvoor in de eerste plaats
in aanmerking komen Jhr. G. B. Van Bronkhorst en
mr. W. C. Baron Van Pallandt, acht aan elke zijde
van den Rouwwagen, bijgestaan door evenveel onder
officieren der Zeemacht, der Dienstdoende Schutterij
van 's-Gravenhage en van Delft, en der Landmacht.
J. Z. M. de Koning, HH. ICK. HH. de Prins van
Oranje (Prins Alexander der Nederlanden), Prins
Frederik der Nederlanden, gezeten in eene koets, be
spannen met acht paarden, door evenveel stalbedien
den geleid, gaande naast elk portier vier lakeien.
De Luitenant-Generaal Verspijck, Adjudant-Generaal,
en de Luitenant-Generaals Jhr. Van Panhuys en
Schönstedt, Buitengewone Adjudanten des Konings,
te paardrijdende eerstgemelde ter rechter- en de
beide anderen ter linkerzijde van de Koninklijke koets.
Het dienstdoende Militaire Huis des Konings volgt
te paard.
IC. De vreemde Vorsten, die voor deze gelegenheid
aanwezend mochten zijn, gezeten in koetsen, bespannen
met vier paarden, gaande naast elk portier twee la
keien en de Afgevaardigden van vreemde Hoven, ge
zeten in koetsen, bespannen met twee paarden, gaande
naast elk portier een lakei.
L. De Opper-Kamerheer en de Luitenant-Generaal
Buitengewoon Adjudant Chef van het Militaire Huis
des Konings, gezeten in eene koets, bespannen met
twee paarden, gaande naast elk portier een lakei.
M. De Grootmeester van het Huis des Konings, en
van Ilunne Majesteiten den Koning en de Koningin,
en de Schout-bij-Nacht Adjudant-Generaal der Marine
2do Chef van het Militaire Huis des Konings, gezeten
in eene koets, bespannen met twee paarden, gaande
naast elk portier een lakei.
N. De Hoeren van het gevolg der Vorsten, die de
plechtigheid mochten bijwonen en de dienst van HH.
KIC. HH. de Prinsen der Nederlanden, gezeten in
koetsen, bespannen met twee paarden, gaande naast
elk portier een lakei.
O. De Stalmeester in buitengewonen dienst, de
Heer C. Van der Oudermeulen, gezeten in eene koets,
bespannen met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei.
P. Twee Bataljons van het Regiment Grenadiers
en Jagers, een Escadron van het 3d° Regiment Hu
zaren en eene Batterij Veldartillerie tot sluiting van
den trein.
De Stoet zal den volgenden weg nemen:
Kneuterdijk Plaats Hoogstraat Veene
straal Wagenstraat Huygensstraat
naar den Bijswijkschen weg.
Aan de barrière aldaar gekomen, zullen de Heeren
en Kamerheeren, aangewezen voor het dragen dei-
slippen en van het Lijk, zich begeven in de voor hen
bestemde koetsen.
De trein gaat verder over den Delftschen weg tot
vóór Delft, alwaar de Heeren Dragers der slippen en
de Kamerheeren Dragers van het Lijk hunne plaatsen
bij den Rouwwagen hernemen.
De trein neemt alsdan den volgenden weg: het
Oude-Delfl over de Kerkbrug het Oude-
Delft de Nieuwstraat voorbij de Hal
achter het Stadkuis langs de Hoofd
wacht over de Groole Markt vóór
de Nieuwe Kerk.
Aldaar gekomen, plaatst zich de Militaire Macht
bij A en B lie Afdeeling genoemd, in bataille.
Naarmate de Lijkstoet aankomt, zullen de personen,
tot denzelve behoorende, uit hunne rijtuigen treden,
en de Officieren van hunne paarden afstijgen, en zich
in dezelfde orde, waarin zij bij den stoet gerangschikt
waren, in de Kerk begeven.
De Hofbeambten, Officianten en Livereibedienden
zullen zich aldaar in twee rijen rangschikken, de
jongsten aan de Kerkdeur, en zoo vervolgens naar
het Koor toe.
De zestien Kamerheeren, dragers van het Vorstelijk
Lijk, bijgestaan door een gelijk aantal onderofficieren,
hierboven genoemd, zullen hetzelve naar den Konink
lijken Grafkelder dragen.
Aan het Graf gekomen, wordt het Vorstelijk Lijk
op een daartoe bestemde Lijkbaar gesteld.
Eene toepasselijke aanspraak wordt alsdan gehouden
door den Weleerwaarden Zeergeleerden Heer Dr. C.
E. Van Koetsveld, Hofprediker.
Door den Opper-Hofmaarschalk Opper-Intendant dei-
Koninklijke Paleizen worden vervolgens de Kroon en
de Ordeteekenen van de kist afgenomen, welke door
Zijne Excellentie in handen zullen worden gesteld van
den Grootmeester des Konings, Baron Schimmel pen-
ninck van der Oye, gedurende het oogenblik dat zijne
tegenwoordigheid vereischt wordt bij de verzegeling
der kist in den Grafkelder, na afloop waarvan de
Opper-Hofmaarschalk Opper-Intendant de Kroon weder
in bewaring neemt.
De kist wordt van het Rouwkleed ontdaan en het
Vorstelijk Lijk in het Graf geplaatst.
Na afloop van deze plechtigheid verlaat de Konink
lijke Familie de Kerk.
De kist wordt vervolgens met het Grootzegel van
het. Rijk verzegeld, door den Minister van Justitie,
bijgestaan door den Secretaris-Generaal van gezegd
Departement, in het bijzijn van den Grootmeester des
IConings, Baron Van Tuyll van Serooskerken, en van
den Opper-Hofmaarschalk Opper-Intendant Baron Fagel.
Genoemde Minister en Secretaris-Generaal zullen zich
tot dat einde vooraf naar de Kerk begeven.
Na de verzegeling der kist zal de Lijkbaar, met het
Rouwkleed daarover, boven den ingang van het Graf
gesteld worden, waarna Baron Fagel zal aankondigen,
dat de plechtige teraardebestelling van het stoffelijk
overblijfsel van Z. IC. H. Willem Nicolaas Alexander
Frederik ICarel Hendrik Prins van Oranje volbracht is.
Van het oogenblik, waarop de Lijkstaatsie zich in
beweging stelt, totdat het Vorstelijk Lijk in het Graf
geplaatst is, zal te 's-Gravenhage en te Delft elke
minuut een kanonschot gelost worden.
Derde -A-fdeeling-.
Betreffende algemeene verordeningen.
In de gemeenten op Nederlandsch grondgebied, waar
langs de speciale spoortrein zal komen, welke het
Vorstelijk Lijk van Parijs naar 's-Gravenhage over-