Maandag 16 Juni. N°. 5928. A0. 1879. Eerste Blad. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven- PRIJS DER ADTERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0-171 Grooterc letters naar plaatsruimte. IMt Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. De Kweekschool voor Zeevaart. Het zal onzen lezers niet onbekend zijn, dat nabij de voormalige Wittepoort het terrein vóór de Kweekschool aanmerkelijk vergroot wordt, en zij, dis in den laatsten tijd hun schreden daar heen richtten, znllen voorzeker niet verzuimd hebben een blik te slaan op het groote en schoone gebouw, dat daar nu binnen een jaar tijds als uit den grond verrezen is. Dat is het toekomstig logies voor een twee honderdtal knapen, die dan aan de goede en voortreffelijke zorg der Commissie van oppertoe zicht en beheer worden toevertrouwd, en onder toezicht van den Directeur door de verschillende Onderofficieren en Instructeurs in de eerste be ginselen van hun moeilijke loopbaan zullen onder wezen worden. Wij zijn er van overtuigd dat de Kweekschool aan niemand onzer onbekend is, en wij hopen dat ieder belangstellend steeds datgene verneemt, wat tot haren bloei iets bijdraagt. Ruim twintig jaren heeft thans de inrichting bestaan, van ver schillende zijden sympathie en medewerking onder vonden, in en zelfs buiten het land een goeden naam verkregen en pleit het niet voor haar voortreffelijkheid? thans staat zij vernieuwd eu vergroot aan den ingang van een nieuw tijdperk van bloei en vooruitgang. Voorzeker de Kweekschool is geen vreemde linge binnen deze veste; wederkeerig heeft zij er toe bijgedragen om de reputatie van Leiden in uitgebreider kring bekend te doen worden, daar toch honderden jongens hun elementair onder richt op „de boot" ontvingen, en de herinnering aan de Kweekschool met zich namen. Zelfs heeft zij gedurende twintig jaren een niet onaardig kapitaaltje binnen Leiden in de wandeling ge bracht. Maar wat behoeven wij op te sommen wat niemand vreemd is. Ieder onzer draagt de Btellige overtuiging met zich, dat de Kweekschool in een wezenlijke behoefte voorziet, en ieder onzer weet wat zij tot stand beeft gebracht. Daarom heeft z\j dan ook menigmalen welwillende mede werking ondervonden. Wij kunnen thans sprekende over de Kweek school niet met stilzwijgen voorbijgaan, dat met haar naam in één adem genoemd wordt die van den heer Dr. A. Rutgers van der Loefl', een der oprichters, die al dien tijd onverdroten ar beidde met zulk een uitmuntend resultaat; die in benarde en voorspoedige dagen steeds dezelfde bleef en op de onvergankelijkheid der Kweek school weesdie, toen zij op den rand van haren ondergang stond haar met krachtige hand van het gevaar heeft gered. Het zal een schoone dag aan den avond zijns levens zijn, als hij een dankbaar en erkentelijk woord zal spreken bij de inwijding zijner stichting. Edoch.we zouden nog zooveel kunnen zeg gen, zooveel woorden van erkentelijkheid kunnen uitspreken, want er zijn nog meer mannen, die met den heer Van der Loefl' behouden hebben wat verloren scheen, maar we stelden ons voor een beschrijving te geven van het gebouw en mogen van de ons welwillend verleende ruimte geen mis bruik maken. Zooals het gebouw daar staat maakt het een gunstigen indruk en heeft de architect de heer C. Blansjaar alle eer van zijn schepping. De heer S. Van Leeuwen, als aannemer, heeft er het zijne toe bijgedragen om het gebouw een monu mentaal karakter te geven, en den heeren C. J. Van der Drift als stukadoor, W. Van Dam als schilder, Wed. C. J. Van Venetie en Zn. als steenhouwers, C. Du Croix, die het zinkwerk, en de firma Schretlen, die het beüoodigde ijzer leverde, komt een woord van lof toe, voor de flinke en degelijke wijze waarop zij de plannen van den heer Blansjaar hebben helpen verwezen lijken. En als wij nn nog de heeren P. G. Ban cel als opzichter en J. F. J. Schimmel als onder baas noemen, dan is het, omdat op hen de zware verplichting rostte alles zoodanig te behartigen, dat èn architect èn aannemer met hun werk eer behaalden. Op hunne wijze en door hunne diensten hebben zij niet weinig bijgedragen tot de goede uitvoering der gemaakte plannen. Het gebouw heeft een lengte van bijna 30 meter, bij een hoogte tot aan de lijst van 13,5 meter, terwijl de breedte bijna 11 meter bedraagt. Het wordt door een vestibule en de portalen, die ouderling verbonden zijn door flinke breede trappen, in twee vleugels verdeeld. In den voorgevel ontwaren wij in het midden den hoofdingang, waarboven een boog, die, evenals de vakken op zijde, attributen zal bevatten be trekking hebbende op den aard der inrichting. Boven den ingang is een ronde nis aange bracht, waarin het borstbeeld van wijlen Prins Hendrik, eere-voorzitter der commissie, geplaatst zal worden. Door de welwillende medewerking van een Comité zal deze buste, verkregen door geldelijke bijdragen van verschillende inwoners onzer gemeente, de eerste zichtbare hulde zijn aan de nagedachtenis van een groot weldoener, en zoo ergens, dan is zij aan deze inrichting volkomen op haar plaats. Wij kunnen niet na laten een woord van dauk te betuigen aan hen, die het initiatief namen, om op deze wijze de herinnering aan het vele en goede dat Z. K. H. voor de Kweekschool tot stand bracht, te bewaren. Gelijkvloers bevinden zich aan den linkervleugel de hutten en conversatiezaal (longroom), met een ingang aan de zijde van het Galgewater, voor de aan de inrichting gedetacheerde onderofficieren; achter deze ruime verblijfplaats is een badkamer en het brandspuithok geplaatst; de rechtervleugel bevat de victualie-bergplaats en de bottelarij, in welker onmiddellijke nabijheid, buiten het gebouw, de kombuis is aangebracht, benevens eenige berg plaatsen. De eerste verdieping bevat aan de eene zjjde de bestuurskamer, directeurs- en spreekkamer, benevens een wapenkamer, terwijl de andere zijde ingenomen wordt door een slaap- en eetzaal, evenals op de tweede verdieping doeltreffend in gericht. Langs de zijden der zalen toch bevinden zich de kooienhokken, terwijl in het midden kas ten zijn aangebracht tot berging van kleederen, evenzoo ook voor kommaliewant. Alles is zoodanig ingericht dat iedere jongen van eiken bak, d. i. afdeeling jongens die onder toezicht staan van een matroos of marinier als baksmeester, zijn kleede ren, kooi, kortom alles wat tot zijn uitrusting behoort, dadelijk bij de hand heeft. Het geheel wordt gedekt door een ruimen flin- ken zolder, die voldoende gelegenheid tot berging van scheepsbehucften aanbiedt. Alles is ruim gebouwdde verschillende zalen zijn alle van stookplaatsen voorzien en tevens is een doelmatige gas- en waterleiding aangebracht. Het nieuwe gebouw is door een brug verbonden aan het oude, dat ook een belangrijke hervorming heeft ondergaan. Dit gebouw toch is thans geheel ingericht tot school- en leerzalen, terwijl boven dien een overdekte speelplaats, benevens een speel zaal, de gelegenheid tot veelvuldig vermaak aan bieden. De grond, die thans nog aangeplempt wordt, plus minus 600 vierkante meters, wordt door een flinke schoeiing van den wal gescheiden en zal weder, evenals vroeger 't geval was, een flink aangelegde tuin worden. Wij willen hopen dat onzen lezers ook de ge legenheid verschaft zal worden dit alles in oogen- schouw te nemen, en zich persoonlijk te overtui gen van de doeltreffende inrichting van een en ander. De volgende maand zal het gebouw ingewijd worden. Wij wenschen der Kweekschool nog lange jaren den bloei en de ondersteuning toe die zij behoeft, om te zijn en te blijven een weldaad voor onze Koninklijke Nederlandsche Marine. 14 Juni '79. Jan H. LEIDEN, 14 Juni. Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap de heer H. A. Van Rees, geb. te Nieuwediep, met academisch proefschrift, get.„Het karakter van het gerechte lijk accoord in faillissement." Onze gemeente heeft als fabriekstad een treffend verlies geleden door het afsterven van haren oudsten fabrikant, den heer Jan Cornelis Zaalberg, wiens energie op den tegenwoordigen bloei der Leidsche dekenindustrie zulk een krach- tigen invloed heeft gehad. Hij was eigenaar der in 1770 door zijn vader opgerichte dekenfabriek, thans zoowel binnen- als buitenslands met roem bekend onder de firma Jan Zaalberg en Zoon, waarin hij op zijn zeventiende jaar als deelgenoot optrad, waarna hij zelf de zaak tot 1870 dreef, toen hij bij gelegenheid van haar 100-jarig be staan haar overdroeg aan zijn zoon den heer Jona than Zaalberg, die nu dit jaar 25 jaren in de zaak werkzaam zal zijn. Niettegenstaande zijn hoogen ouderdom was de overledene toch nog steeds door zijn rusteloozen \jver tot kort voor zijn verscheiden op het kan toor werkzaam. Gedurende de laatste zestien jaren was hij lid van de Kamer van koophandel. Of schoon hij zich bij de laatste verkiezing niet ver kiesbaar heeft willen stellen, heeft men hem als 't ware gedwongen deze betrekking, in welke hij zulke uitstekende diensten had bewezen en nog immer bewees, te blijven vervullen. Op alle ten toonstellingen, waarop de voortbrengselen zijner industrie werden geëxposeerd, vielen hem bekro ningen ten deel. Langen tijd was hij tevens kerk meester der Waalsche gemeente alhier. Hij werd geboren den 7den Februari 1797.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1