N°. 5909. Vrijdag 23 Mei. A0. 1879. LEIDSCïï|g|§| DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10. Franco per posta 1-40. Afzonderlijke Nommers0-05. Tweede Blad, LEIDEN, 31 Mei. Gistermiddag is te Rotterdam onder voor zitterschap van mr. H. H. Tels in het Nuteene vergadering gehouden van schuldeischers der Afri- kaausche Handelsvereeniging. De voorzitter opende de vergadering met eene toelichting van de toe dracht der catastrophe. Den lOden en llden de zer werden nl. door den directeur Pincofi's aau commissarissen eenige openingen gedaan, ten ge volge waarvan commissarissen den 12den dezer eene vergadering belegden, waarin Pincofl's bele den heeft, dat hij reeds sedert vele jaren vervalschte balansen had overgelegd. Overwegende den schok, die te voorzien was, oordeelden commissarissen het raadzaam in deze den president der Neder- landsche Bank als hoogste fiuanciëele autoriteit te raadplegen. Den volgenden dag werd eene verga dering belegd, bijgewoond door den president, den secretaris en een commissaris der Ned. Bank, die toen voor eiken overijlden stap waarschuwden. "Woensdag zou men met de voornaamste credi teuren over de regeling der zaak beraadslagen, maar inmiddels waren de directeuren gevlucht. De vergadering ging echter door en de heeren Tels en Knottenbelt werden aangewezen om een voor- loopig onderzoek in te stellen. Er is gebleken, dat de lasten op 12 millioen kunnen worden ge schat, maar ook de baten zijn nog vele, doch deze bevinden zich aan de Kust en zijn daar verdeeld over 50 factorijen. Eene hoogst omzich tige gedragslijn moet in deze gevolgd worden eD de voorzitter stelde voor eene commissie van drie ledeu met recht van assumtie te benoemen tot realiseering der waarden en het bespreken van noodige maatregelen. Als zoodanig werd bij accla matie benoemd de heer H. Muller Az. en voorts op diens aanraden ook de heeren mr. J. C. Reep maker en W. C. Schalkwijk. De heer Muller lichtte den toestand aan de Kust toe en wees er op, hoe failleeren in elk geval moest voorkomen worden, daar dan de crediteuren geen 10 pet. zouden verkrijgen. Daar toch heerscht de ruilhandel en de waarden bestaan alleen in goederen, die niet verkocht, doch slechts verruild kunnen worden, en dit kost tijd. Men moet een man naar de Kust zenden, dien men vertrouwen kan en die uitvoerig aldaar inlich tingen kan verstrekken omtrent den stand der zaken alhier. De heer mr. Havelaar had een schrijven ontvangen, waarin hem werd aangeraden ter vergadering te herinneren, dat alles daar onder beheer van vreemden staat en dus ten spoedigste iemand met uitgebreide volmacht daarheen moet worden gezonden opdat plundering werd voorko men. De heer Kohier vroeg in den loop der vergadering o. a., wat de commissarissen er toe geleid had Pincofl's te laten ontsnappen en wat waar is van de geruchten omtrent de jongste vergaderingen van commissarissen verspreid. Ook wenschte spr. te weten, of er geen termen waren om commissarissen verantwoordelijk te stellen voor de geleden schade. Door de heeren Muller en Reepmaker werd er op gewezen, dat kalmte zeer gewenscht was en men recriminatiën hier ter zijde laten moest. Overigens, wat het laatste aan gaat, was tegen vervalsching en stelen van de kas niemand gewaarborgd. De heer mr. Stern heeft nog gevraagd, of in deze geheel zou gehandeld •worden, wat de crediteuren betreft, als bij een faillissement, welke vraag bevestigend werd beant woord. De heer Muller waarschuwde nog in zijne Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. rede tegen het geloof hechten aan allerhande ge ruchten. De vergadering werd gesloten nadat de heer Reepmaker den Voorzitter een woord van dank gebracht had voor de leiding der vergadering. Het schijnt volgens de N. R. Crt. met zeker heid te kunnen worden aangenomen, dat Pincofls den 14den dezer is doorgereisd van Calais naar Londen. Dat hij in Engeland een stoomboot zou hebben gehuurd, behoort onder die geruchten, waarvoor tot dusver geen enkele feitelijke grond bestaat. De firma Hoynck Pincoffs, een bijeen komst harer crediteuren wenschelijk achtende, om te beraadslagen over de gemeenschappelijke belangen, heeft te dien einde een vergadering bij eengeroepen op Vrijdag 23 dezer. Algemeen, zoo schrijft men aan de Midd. Crt., is te Rotterdam de indruk, dat van de twee directeuren Kerdijk niet de meest schuldige is, maar steeds onder de pressie van zijn zwager en compagnon gehandeld heeft. Een feit trouwens is het, dat vele der voorbeeldeloos schurkachtige handelingen van Pincoffs zijn gepleegd in andere qualiteit dan die van directeur der genoemde vereeniging en dus buiten Kerdijk om. Bij vele zijner transactiën heeft Pincofls de handteekening Pincoffs qq. gebezigd, voorgevende, dat hij die transactiën sloot als gemachtigde van een consor tium van bankiers. Op goed vertrouwen zelfs op die handteekening, hebben financiers hunne firma's voor tonnen gouds verbonden. Zoo weinig werd aan de soliditeit en eerlijkheid van Pincofls getwijfeld. In de afdeelingen der Tweede Kamer werd algemeen goedgekeurd dat de minister een wijzi ging heeft voorgesteld der artikelen 13, 14 en 22 Burg. Wetboek. Toch bevredigde het ontwerp niet allen. Vele leden meenden dat het houden der registers van den burgerlijken stand eene zaak van te groot belang is, dan dat ze aan de ge meentebesturen kan worden overgelaten en achtten het dringend noodzakelijk dat voortaan de lands- regeering zich met die instelling belastte. In eene afdeeling noemde men het ontwerp niet genoegzaam doordacht en niet voldoende gerechtvaardigd, daar het zijn ontstaan uitsluitend te danken had aan de klachten van twee groote gemeenten. Alleen daarop is gelet; aan een ruimere opvatting van de gebreken en leemten der instelling van den burgerlijken stand is niet gedacht. Men betoogde de behoefte van eene wet of wettelijke verordening, waarin, met volledige regeling van dit onderwerp, de leemten en gebreken worden aangevuld die de ondervinding in de wetgeving op den burgerlijken stand of in de uitvoering daarvan heeft leeren kennen. De commissie van rapporteurs deelde in 's ministers gevoelen dat andere vraagstukken, dit onderwerp betreffende, niet met dit voorstel moe ten worden samengekoppeld. Door „Antwerpens Rnbenskring", die zich ten doel stelt het aanmoedigen der kunststudiën bij de koninklijke schilders-academie van Antwerpen, zal aan den jeugdigen artist Pieter De Josselin de Jongh van St.-Oedenrode in een plechtige zit ting, op 29 Juni e. k. te houden, een prachtig geschenk worden aangeboden, als een herinnering aan de behaalde onderscheiding bij den laatsten wedstrijd in de hoogste klasse der schilder- en teekenkunst van die academie. Z. M. heeft pensioen verleend aan A. J. L. M. Lux, gewezen referendaris bij het departement van justitie, ten bedrage van 2400benoemd tot notaris binnen het arrond. Haarlem, ter stand plaats de gem. Haarlemmermeer, J. Samson, cand.- notaris en kantonr.-plaatsverv. aldaar; den kolonel PRIJS DER ADVERTENTIE*: Vu 1—4 regelt1.0». Iedere regel meer...0.17}. Grootere tellers uur plulmümte. H. A. A. Van Rijssen, commandant van de 2de afd. vest.-art., en den majoor B. De Jong, mede van gemelde afdeeling, op pens. gesteld en het bedrag bepaald voor den kolonel Van Rijssen op f 2100 en voor den majoor De Jong op 1750'sjaars; voor den tijd van vijf jaar benoemd tot officier van gez. 2de kl. bij het leger in Ned.-Indië, de heeren C. A. Weihe en A. E. Rosendahlaan mr. S. Hannema, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als schoolopziener in het vijfde school district van Zuid-Holland, en in diens plaats be noemd mr. A. H. Van Tienhoven, te Rotterdam; den kapt.-luit. ter zee jhr. E. P. E. De Stuers, tijdelijk belast met de waarneming der betrekking van directeur van het marine-elabl. te Soerabaia, op zijn verzoek, eervol uit den zeedienst ontslagen met den laatsten der maand, waarin dit besluit ter zijner kennis zal worden gebracht, met vergunning tot het blijven dragen der activiteits-uniformden lsten luit. J. G. A. Ingenluyff, van het 4de reg. inf., in zijn rang overgeplaatst bij het wapen der inf. van het leger in Ned.-Indië; verleend de vol gende pensioenen, als aanJ. Hoeflake, ontv. der dir. bel. enz., 1588; H. De Klerk, zich noe mende De Klerk JCz., idem, ƒ3371J. E. Meyer, idem, 1840; T. Kamphuis, zich schrijvende T. W. Camphuis, deurwaarder der dir. bel., ƒ1080; T. A. De Carpentier, verific. 1ste categorie bij 's rijks bel., 1267; benoemd tot burg. der gem. Beusichem H. H. G. Van Everdingen, secr. dier gem., en tot burg. der gem. Valkenswaard J. Van Best. Gemengil Nieuws. H. Rémond is heden vijf en twintig jaar werkzaam aan de kerken der Ned. Herv. gemeente alhier en heeft zich gedurende dien tijd door ijver en goed gedrag onderscheiden. Door het kantongerecht alhier zijn de volgende uitspraken in strafzaken gedaan A. A. te Noordwijk, w. diefstal van mos, tot 3 dagen J. v. R. te Leiden, w. dierenmishandeling: f 3 of 2 dagenG. v. V., te Oegstgeest, w. het zonder inachtneming van de voorschriften vervoeren van meststof te Katwijk: 3 of 1 dag; C. v. D. te Katwijk, w. idemvrijspraak; A. v. d. E. te Rijns burg, w. idemontslag van rechtsvervolgingC. R. te Leiden: w. het rijden op de klinkerstraat te Leiden: 1 of 1 dag; C. v. B. en A. H. aldaar, w. wateren buiten urinoir te Leiden, ieder tot 1 of 1 dag; D. S. en D. v. D. te Katwijk, w. afsteken van vuurwerk zonder vergunning aldaar, tot 1 of 1 dag; P. v. d. P., aldaar, w. anders dan in gematigden draf rijden door het dorp Katwijk, en W. G. aldaar, w. zitten op een honden kar en het doen trekken van voertuigen door onge- muilkorfde honden te Sassenheim3 of 1 dag en zes boeten van 1 of 1 dag; G. d. B., P. B. en J. K., te Leiden, allen wegens baggeren zonder vergunning, de eerste tot twee boeten van 20 of 6 dagen, de tweede tot 20 of 6 dagen en de derde tot twee boeten van 20 of 6 dagen. Als aanvulling op het bericht betref fende den brand te Loon op Zand dient, dat ook de man en vader, die zijn leven voor het behoud van zijn kind waagde, onder de hevigste smarten aan de bekomen brandwonden is bezweken en men voor de moeder, die gedurig toevallen krijgt, het ergste vreest. Gisteravond is te Dordrecht het tien jarig zoontje van J., wonende aan de Taankade, terwijl het aan de Merwekade speelde, in de rivier gevallen en verdronken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1