uitkomst van dit onderzode in het leveringscon tract zouden dienen te worden omschrevendat het in het belang van het leger en van de schat kist zou zijn te achten, wanneer het schoeisel in een beperkt aantal fabrieken voorzien van be paaldelijk voorgeschreven werktuigen en, zoo mogelijk, onder toezicht vanwege het departement van oorlog werd vervaardigd. TweedeKamer. Het dehat over het kanaal door de Geldersche vallei werd heden voortgezet. De heeren Bastert, Van Houten, Boëll, Begram, "Van Stolk en Casembroot bleven het bestrijden uit verschillende financiêele en handelsoogpunten. De heer Kool betoogde dat het kanaal voor de -defensie eer voordeelig dan nadeelig zou zijn. Da heeren Holtzman en Meinesz verdedigden het kanaal. De heer Sandberg stelde als amendement voor, urn het kanaal door de Geldersche vallei uit art. 1 weg te laten. De heer Van Houten gewaagde waar schuwend van ernstige, bedroevende tijdingen omtrent faillissementen van groote handelsfirma's te Botterdam. Morgen voortzetting. In eene uitvoeringe memorie beantwoordt de minister van oorlog het verslag der Kamer over de begrooting voor 1879. Hij heeft de begroo ting gebracht op f 21,641,900 en verklaart dat hij vele pnnten in ernstige overweging zal nemen. Hij beeft met gevestigde overtuiging de porte feuille aanvaard, en hoopt aan zijne vroeger ont wikkelde meening omtrent de organisatie en de defensie-belangen getrouw te blijven. De minister acht eene eindbeslissing omtrent de principiëele vragen der defensie urgent. Hij zal onverstoord arbeiden om ten spoedigste tot die eindbeslissing te geraken, doch kan zich niet vereenigen met de beginselen omtrent de defensie van het vorig be wind en kan zich ook niet neerleggen bij de plan nen van zijn onmiddellijken voorganger. Zijne ont werpen liggen zoo goed als gereed. Hij hoopt in het volgende zittingjaar de militie- en de schut- terijwet te behandelen. De minister zal aan de behandeling en ontwikkeling van den soldaat en de bezoldiging van den officier zijne aandacht wij den en tevens trachten den militairen dienst zoo min bezwarend mogelijk te maken. De commissie van rapporteurs voor het wets ontwerp tot wijziging der wet van 1856, omtrent de huishouding en tucht op de koopvaardijschepen, acht deze zaak rijp voor de openbare beraadslaging. Zij betreurt alleen dat niet, in overeenstemming met de reeds in het voorloopig verslag gemaakte opmerking, de tegenwoordige herziening der wet van 1856 te baat is genomen om de daarin ver vatte bepalingen op onze visschersvloot toepasselijk te verklaren. In de te Dordrecht gehouden zitting van de rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koop vaardijschepen is toegekendhet diploma van lsten stuurman op de groote vaart aan J. F. Dörr, van Amsterdam; van 2den stuurman aan H. J. B. Verbeek, van Botterdam. Een candidaat voor 2den stuurman werd afgewezen. Gisteren werden ge ëxamineerd 5 candidaten voor den rang van 3den stuurman; deze werden allen afgewezen. De luitenant ter zee 1ste kl. L. A. Dittlof Tjassens wordt belast met het onderwijs in de stoomwerktuigkunde aan het kon. instituut voor de marine te Willemsoord. Tot tweeden klerk aan de algemeene reken kamer is benoemd M. Eggink, thans tweede klerk Ier prov. griffie van Zuid-Holland. Het stoomschip „Prinses Marie", van Am sterdam naar Java, vertrok gisterochtend van Southampton; de „Prins van Oranje", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde gisterochtend te Port Said en vertrok des middagsde „P. Caland" vertrok gisteren van Botterdam naar Nieuw-York; de „Prins Hendrik", van Batavia naar Arasterdam, arriveerde te Suez en vertrok van daar gistermorgen de „Conrad" is hedenmorgen te vijf uren twaalf minuten van Batavia te IJmuiden aangekomen. Gemengd Nieuws. Naar men verneemt zal het thans bij gelegenheid der Haagsche kermis in het Gebouw voor kunsten en wetenschappen optredend gezel schap in de volgende week ook hier ter stede in de Stadszaal een paar voorstellingen geven. Vol gens de Haagsche bladen is het bestuur van het Gebouw met succes geslaagd in zijne keuze van dezen troep, welke niet alleen veel goeds bevat, maar waarmede ook bij vroeger in één opzicht is gewonnèndat nl. de vertooningen niet meer zoo ijzingwekkend zijn. Toch worden er nog zware, vreeselijke toeren gedaan, maar die kan men aan schouwen zonder er van te huiveren. De panto mime-voorstellingen zijn nieuw en aardig. Alles is echt amusant. Uit Bijnsburg wordt gemeld dat de publieke verkoopingen van bloembollen er reeds geëindigd zijn. Buim duizend nummers werden in veiliug gebracht, welke tegen flinke prijzen gereede koopers vonden. De bloembollen zijn tegenwoordig bijna het eenige artikel dat in den handel levendigis. Te Oudshoorn is een knaapje van zes jaar in een vijver in den tuin zijner ouders geval len en verdronken. Gedurende geruimen tijd werden te Schermerhorn nu door deze dan door gene die soms het waschgoed des nachts lieten buiten liggen, kleediugstukken gemist. Het zonderlingste was, dat telkens een week of veertien dagen later de vermiste voorwerpen, maar dan vuil gedragen, weer ter plaatse gevonden werden. Veelvuldige gissingen werden verspreid omtrent vermoedelijke daders. De burgemeester meende dat er een einde aan dit spel komen moest, en eindelijk is het hem gelukt de zaak ter oplossing te brengen. Een. paar wakers ontdekten na middernacht een man op weg naar een der bekende erven. Zij zagen hem voorwerpen wegnemen, doch konden hem niet naderen. Door zijn spoor te volgen wist men evenwel nu waar bij tehuis behoorde. De burgemeester begaf zich met de wakers ter plaatse. Alles werd ontkend en geen enkel ontvreemd kleedingstuk gevonden. De wachters waren eveuwel zeker van hun zaak, waarom de burgemeester onmiddellijk ontkleeding gelastte en, vreemde vertooning, de man wordt geheel in vrouwen-onderkleederen gehuld bevonden. De be kentenis volgde spoedig. Op deze wijze had hij zich gedurende geruimen tijd van verschooning voorzien. Daar hij intusschen volstrekt niet onver mogend is, blijft de eigenlijke beweegreden dezer zonderlinge handeling voor alsnog in het duister. De Arnhemsche tentoonstelling heeft reeds eene eerste inzending ontvangen, en ofschoon de tijd hiervoor gesteld nog niet was aangebroken, is zij toch geplaatst, omdat hij, die ze bracht, er moeielijk mede terugkon reizen. Het is een bijen korf, waarin men den arbeid dezer diereu kan gadeslaan. Voor het oogenblik is hij boven op een muziektempel geplaatst, in afwachting dat er nader over zal worden beschikt. Gisternacht tusschen één en twee uren is in het gehucht Heikant, gemeente Loon op Zand, eene flinke boerenwoning met schuur eu stal totaal afgebrand. 8 runderen, 1 paard, 2 var kens en 1 schaap zijn daarbij omgekomen. Van den inboedel is niets gered kunnen worden. De bewoner is uiet brandende kleederen uit zijn huis gevlucht en heeft zulke brandwonden bekomen, dat hij in levensgevaar verkeert. Ware hij niet in een nabijzijude sloot gesprongen, dan zou hij levend verbraud zijn. Een zijner kinderen, een meisje van vijf jaren, is slechts met veel moeite gered en heeft mede erge brandwonden bekomen. Het is thans reeds de vierde maal, dat de woningen op de plaats, waar deze woning stond, een prooi der vlammen zijn geworden. Inboedel en vee waren de vorige keeren niet en thans zeer laag tegen brandschade verzekerd. Te Eratel, bij Niza en Portalegore, in Portugal, bracht eene jonge vrouw, Theressa Maria, eten aan haren man, die in het veld aan het werk was, toen een kleine herdersjongen haar waarschuwde, dat er een wolf in den omtrek dwaalde. Nieuwsgierig om eens zulk een dier te zien, zette zij hare mand neder en volgde den knaap. Zij zagen den wolf bezig met een lam te verscheuren. De jongen begon te schreeuwen en met steenen te werpen, waarop de wolf, zijne prooi loslatende, op hem toesprong, zijn gelaat met zijne klauwen ontvleeschte en hem ter aarde wierp. De vrouw, het gevaar van het kind ziende, sloeg de armen om het dier en slaagde er in, het met eeu scherpen steen de oogen uit te scheuren en ver volgens den schedel te verbrijzelen, niet zonder zelve zware wonden opgedaan te hebben, waaraan zij eene maand later in het hospitaal te Niza over leed. Zij laat acht kinderen na, waaronder zes ZeEt jonge. Naar het schijnt zal hare nagedachtenis door een gëdenkteeken op de begraafplaats te Niza worden vereeuwigd. De kleine jongen had betrek kelijk weinig geleden. De Pransche regeering heeft op den Parijschen Salon aangekocht de schilderij van Bougereau „Naissance de Vénus" voor 15,000 fr. men zegt dat een Engelschman den schilder 50,000 fr. voor die schilderij had geboden. Ook 's avonds zal de Salon te zien zijn; 200 Jablo- koffkaarsen zullen tot verlichting van de verschil lende zalen en den tuin dienen. Uit Madrid wordt gemeld dat. de her- tog van Medina Celi gisteren ten gevolge van een ongeval, hem op de jacht overkomen, is overledèfi. Te Weenen is Zaterdag-avond tus- schen elven en halftwaalf uit een gesloten post wagen, die van het hoofdpostkautoor de postpak ketten naar het station van den Zuiderspoorweg bracht, een verzegelde groote lederen buidel, waarin de aangeteekende brieven en de ter vervoer over gegeven geldsommen zich bevonden, gestolen. De zak bevatte, volgens de gedeclareerde waarde, eene gezamenlijke som van 18,138.76 mark, 24,246.20 fr. en 704 fl. In den dierentuin te Philadelphia is aan een Bengaalschen koningstijger eene merk waardige operatie verricht. Het dier leed sedert lang aan hevige pijnen wegens het in hetvleesch groeien zijner klauwen. Een leeuwentemmer nam op zich den tijger van de kwaal te verlossen. Aan de traliën van het hok werden vijf sterke touwen vastgemaakt met strikknoopen aan het einde en een afzonderlijk veiligheidskoord, waarmee die naar goedvinden konden worden aangehaald of gevierd. Men slaagle er in, het dier te verstrikken en hem tegen de traliën aan te binden. Yoorts wer den, niet zonder hevig brullen en spartelen, eerst de voor- en vervolgens de achterpooten saamge- bouden, waarna de heelmeester de klauwen een voor een afsneed, de wonden met aluinpoeder be strooiende en met terpentijn begietende. Vooral aau de voorpooten was de bewerking moeielijk, daar de mau zich in bedenkelijke nabijheid van den muil des tijgers bevond. Toen alles afgeloo- pen was, werden op een gegeven teeken de touwen te gelijk losgemaakt, de tijger sprong overeind en het was duidelijk dat hij groote verlichting gevoelde. De operatie duurde twintig minuten. Zij zou echter waarschijnlijk wel moeten herhaald worden. Dinsdag is te Elorence het proces begonnen tegen de personen, die voor eenige maanden een bom onder de volksmenigte wier pen. De beschuldigden zijn Colzi, de schoenmaker Ernnciolisi en de werktuigkundige Innocenti. De akte van beschuldiging verklaart, dat de beschul digden met gemeenschappelijk overleg gehandeld hebben en noemt Innocenti als den vervaardiger van de bom, Colzi als den man die het moord werktuig bewaarde, en zekeren Lanfredini, die in de gevangenis door zelfmoord om het leven kwam, als den werper. Pranciolisi zou hem tot de daad hebben aangespoord. Het oorspronkelijke plan van besch. was, de bom in de kerk te werpen, het geen echter door de waakzaamheid der politie verijdeld werd. De akte verklaart verder, dat de internationalen de eigenlijke beramers van dezen aanslag geweest ziju. De aangeklaagden betuigden in het verhoor evenwel hun onschuld aan het hun ten laste gelegde misdrijf, doch erkennen dat zij tol de internationalen behooren. De „Iron Duke", die op de Chinee- sche kust bij Shanghae gestrand was, is Zaterdag weer vlot geraakt. Op Helgoland is een Britsche kanonneerboot gestrand. Een der officieren begaf zich in eene boot naar de sleepboot „Diana", die te Helgoland voor anker lag. De kapitein der sleepboot eischte 50 pd. st.men vond dat te veel en weigerde hare hulp. Of de kanonneerboot ook vlot is geraakt, is onbekend. In den loop van de maand Augustus van verleden jaar verdween eensklaps zekere Cor- theil, kassier in een der eerste bankiershuizen te Luik, een tekort in zijn kas achterlatende van 206,000 fr. De patroons hadden een groot ver trouwen in dezen man, wiens kinderen hooge posten bekleeden. Men stelde alles in het werk om hem op te sporen; men dacht dat hij zich in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2