Luxemburg. Donderdag heeft de Kamer o. a. het 268ste artikel van het ontwerp ter herziening van het strafwetboek, betreffende ambtsmisbruiken van geestelijken, met bijna algemeene stemmen aange nomen. Bedoeld artikel luidt in zijn geheel als volgt: „Bedienaren van den godsdienst, die bij de uitoefening van hun ambt en in openbare bijeenkomsten, in uitgesproken redevoeringen of voorgelezen geschriften, of in een stuk, behelzende herderlijke voorschriften, in welken vorm ook, de regeering, eene wet, een koninklijk-hertogelijk hesloit of eenige andere daad van het openbaar gezag aan critiek of afkeuring hebben onder worpen, zullen gestraft worden met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en eene boete van 26 tot 500 franken. Indien de herderlijke instructie, de redevoering of het geschrift eene recht st.reeksche opruiing tot ongehoorzaamheid aan de wetten of de andere van het openbaar gezag uitgegane stukken bevat, of indien het de strekking heeft om het eene deel der burgers tegen het andere in opstand te brengen, zal de gorisdienstleeraar, die het openbaar gemaakt, uit gesproken of voorgelezen heeft, met eene gevan genisstraf van 3 maanden tot 2 jaren gestraft worden in geval de opruiing zonder gevolg is gebleven, en met gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaren, zoo zij tot ongehoorzaamheid, echter van anderen aard dan die, welke in opstand of oproer ontaard mocht zijn, aanleiding heeft ge geven Bovendien zal de schuldige veroordeeld wordeu tot eene boete van 100 tot 500 franken." Het geheele ontwerp is met algemeene stemmen aangenomen. <3 x-oot-IBritaimië. In het Lagerhuis verklaarde gisteren sir Staf ford Northcote, dat de regeering geen mededee- lingen had ontvangen omtrent vervolgingen in Rusland. Zij zou tegen haar plicht handelen met zich te mengen in de binnenlandsche aangelegen heden van die mogendheid. De bedenkingen die indertijd te Napels werden aangevoerd, waren ge grond op protocollen van het Parijsche tractaat, en het gevolg van dien stap is niet van dien aard geweest, dat het voor de regeering tot aanmoedi ging zon kunnen strekken om zoo iets weder te doen. Een officieel telegram uit de Kaap van 8 Ap 'il zegt, dat sir Bartle Frere den lOden April te Pretoria werd verwacht en dat het garnizoen van Ekowe den 4den April te Port-Pearson, aan de Tugela, was aangekomen. De „Daily News"- correspondent telegrapheert uit de Kaapstad, dat Pearsons troepen op hun terugtocht veel te lijden haddenhet was zeer warm, vele soldaten werden onder weg ziek, terwijl een groot aantal ossen stierf. Om redenen van gezondheid was het kamp bij Gtngingloro verlaten en vooreerst zullen de Engelsehen niet offensief optreden het verlies der Zoeloes bij Gingingloro wordt op ongeveer 1200 ma geschat. Lord Chelmsford kwam met zijn staf den 7den April te Port-Pearson. Men rekent, dat van het begin van den oorlog af aan krijgsvoor raad, provisie en waggons door den Engelschen meer >.an 750,000 pd. st. is verloren. Uit Preto ria werd bericht, dat majoor Lanyon geen der opstandelingen veroorlooft op minder dan 500 yards van die stad te komen. Meer dan 4000 Boeren waren in de buurt van Pretoria gestationneerd. Iet geschil tusschen Japan en China schijnt op een misverstand te berusten. Volgens de „Ti mes althans behoorden de Lioe Kioe eilanden reei edert 1609 aan Japan en er kan dus geen sprake zijn van annexatie door dat rijk. Eenige nieo ve hervormingen, die de Japansche regeering zal iben willen invoeren en die wellicht gestuit zijn op verzet der bevolking, gaven vermoedelijk aani ing tot het ontstaan van dat gerucht. De „Ti meldt de volgende bijzonderheden Van 1609 ot 1868 stonden de Lioe Kioe-eilanden onder beheer van den prins van Satsuma, die een vazn van den Mikado van Japan was en het bestuur over die eilanden opgedragen had aan een regen. Toen echter in 1868 het leenstelsel in Japan afgeschaft werd, verviel ook de waardig heid ui prins van Satsuma en werd dus de regent van <1 Lioe Kioe-eilanden een gewoon onderdaan van dm Mikado; men liet hem echter tot schade- loosstnling zijn vroegeren titel behouden, waardoor hij onder de eerste adellijken van het land gere kend kon worden. Eenige macht had hij echter na dien tijd niet meer. De nationaalgezinde Iersche dagbladen noemen de aanstaande onderwerping der Kaffers een gru wel voor de menschheid. De redacteur van het „the Nation" begint eerst de Engelsche dagbladen uit te noodigen, nimmer meer de woorden „eervolle overwinning" in dezen oorlog te bezigen, omdat er geen sprake van „eer" kan zijn, waar het geldt slechts gewapende naakte wilden als beesten neder te schietenverder hoopt hij den dag te mogen beleven, waarop zulke misdaden hare welverdiende straf zullen ondergaan. Aan het einde van het artikel trekt bij eene paralel tusschen de Trans vaal en Mexico. Het lot van keizer Maximiliaan kan sir Bartle Prere, dunkt hem, onmogelijk ontgaan en Ierland zal er de Transvaalsche Boeren dankbaar voor zijn, wanneer zij Frere aan den eersten den besten boom opknoopen. De „Evening Standard" zegt naar aanleiding daarvan„Laat de schrijver van zulke opruiingen en zulke revolutionaire artikelen toch vooral waar- deeren, dat hij in het vrije Groot-Britannië en niet in het door Ierland voortdurend verheerlijkte Rusland woont. Wanneer Rusland hem naar Siberië transporteeren zou, dan voegt het, dat Engeland eenvoudig met een verachtelijk schouderophalen hem den rug keere." Turkije. Daar de kaimés in groote hoeveelheden uit de provinciën naar de hoofdstad terugstroomen, heeft de regeering eene wijziging der vroegere bepalin gen noodzakelijk geacht en bepaald, dat het papieren geld in alle kassen van het Turksche rijk in be taling zal aangenomen worden voor achterstallige belastingen en opbrengsten, de 400 piasters gelijk staande met één Turksch pond. De regeering hoopt door deze bepaling een dubbel voordeel te bereiken, namelijkhet vergemakkelijken van het betalings middel en het binnenkomen der achterstallen; zij verwacht dat door de fiuanciëele maatregelen, waar mede zij zich voortdurend bezighoudt, de toestand van het land spoedig zal verbeteren. De kaimés die voor achterstallige belastingen in betaling worden gegeven, zullen gaandeweg vernietigd worden. Telegrammen. ST.-PETERSBURG, 3 Mei. De „Agence russe" meldtNadat -de commissie voor de grensregeling van Oost-Rumelië het met eenparige stemmen over de grenzen dier provincie eens was geworden, werd de gedachtenwisseling met de mogendheden, of de grensquaestie bij meerderheid van stemmen moest beslist worden, dan wel of daarvoor een eenparig votum noodig was, overbodig. Zij is door de over eenstemming der commissarissen beslecht. De luitenant Dubrowin, die bij zijne inhech tenisneming twee ouderofficieren der gendarmerie verwondde, is na voorlezing van de doodstraf, welk vonnis door generaal Gourko bekrachtigd was, op- gehaugen. SIMLA, 3 Mei. Jakob-Khan heeft zijn voor nemen te kennen gegeven, om het Britsche leger kamp te Gundamah te bezoeken en persoonlijk met. de Indische overheid in onderhandeling te treden. Hij zal onmiddellijk met verscheidene sirdars, ministers en een groot gevolg Kaboel verlaten. MADRID, 3 Mei. „El Tiempo", een ministerieel blad, meldt dat bij de jongste verkiezingen van de 441 afgevaardigden 333 ministeriëelen zijn gekozen. JOSUA. Handel's J o s u a is een der schoonste orato riums, die door den grooten meester gecomponeerd werden. Hij heeft daarin zoowel aan het innigst ge moedsleven als aan de verhevenste gewaarwordingen uitdrukking weten te geven, terwijl juist diegestadige afwisselingen steeds de aandacht bezighouden. Hoe schoon treedt de kracht zijner plastiek zoowel in het bekende vogelenlied als in de schildering van den brand te voorschijn! Wie met kleine middelen groote uitkomsten wil weten te verkrijgen, kan bq dezen meester ter school gaan. De inhond van het werk, dat reeds vroeger hier ter stede op grooter schaal werd uitgevoerd, is bekend. De figuren van Josua en Caleb, de twee eenigen wien het door den Heer beloofd is Kanaiin te betreden, omdat zij de eenigen onder de op verkenning uitgezondenen waren, die, in plaats van zich door de sterkte des lands te laten ont moedigen, op de belofte des Heeren bleven vertrouwen, zien wij afwisselend te voorschijn treden. Later is meu getuige van den overtocht over den Jordaan, van de liefde van Othniël en Achsah, van het optrekken tegen en den val van Jericho, de verovering van Aï, het wonder van het stil staan vau zon en maan, en de verovering van Debir, als prijs waarvoor de jonge Othniël, wiens heldendaden bij herhaling bezongen worden, Calebs dochter, Achsa, tot bruid bekomt. Overheerlijk was het „O, hatt' ich Jubals Harf und Mirjams sussen Ton 1" dat Achsa nu haren dierbare toezingt, en aan het applaus dat mej. Anna Kuhlmann toen ten deel viel, kwam geen einde, dan nadat zij deze aria herhaald had. Ook voor de vervulling van hare overige taak komt haar een warm woord van dank toe. Het was weder een groot genot haar hier te mogen hoo- ren. Door ongesteldheid van mej. Gripekoven ver vulde een jeugdige, maar meer en meer goed be kende dilettante, haar leerlinge mej. M. Ter Laag, de partij van Othniël en dit wel, in verband met den korten tijd dat zij zich kon voorbereiden, op een wijze die algemeene bewondering afdwong. Een schoon basgeluid, gepaard met een smaak volle voordracht, bezit onze vroegere stadgenoot de heer J. H. Hoos, thans te Ruhrort, die als Caleb optrad, terwijl de grijze Carl Schneider uit Keulen Josua voorstelde en ons opnieuw met zijne uitstekende methode van zingen deed kennis maken. De Engelenstem werd door onzen De Goey op de hem eigene wijze gezongen. De koren, niet onbe langrijk versterkt door zoowel mannelijke als vrou welijke krachten van elders, daar niet onwaar schijnlijk terecht was opgemerkt dat de eigen krachten van het zangkoor (directeur de heer Dan. De Lange van Amsterdam) een uitvoering zooals men die wenschte, niet toelieten, voldeden over het algemeen goed, hetgeen ook van het orkest kan gezegd worden. Behalve de gebruikelijke weg latingen van het werk had men zich nu bovendien nog vele coupures veroorloofd, waardoor het publiek van een aantal schoone aria's verstoken bleef. Het auditorium bestond grootendeels alleen uit leden der Maatschappij tot bevordering der Toon kunst.. De belangstelling onzer verdere stadgenoo- ten in deze uitvoering was echter al bijster gering. Een publiek van even een derdehalf honderd menschen voor een avond als gisteren is wel wat al te min. Hij was toch niet enkel bestemd voor de leden met hunne dames alleen. Zij die men anders op uitvoeringen als deze meestal tegen woordig vindt, werden thans gemist. Programma's van Muziekuitvoeringen. MUSIS SAORUM# Zondag 4 Mei te twee uien, door het Muziekcorps der Leidsche dd. Schutterij, Kapelmeester de heer C. G. Locher. late afd.N°. 1. Hochzeitsmarach, Men delssohn; 2. Ouverture: „La Part du Diable", Auber; 3. "Wal- zer: „Die gute nlte Zeit", Strauss; 4. Pestgesang an die Küostler, Mendelssohn. 2de afd.: N°. 5. Ouverture: „Fidelio", Beet hoven; 6. a. Marsch uud Finale aua „Aida", Verdi; b. Üngari- scher Tanz N°. 6 v. Brahms, arr. G. Locher; 7. Fantaisie: „Postillon von Longjumeau", Adam; 8. „Frühlingsgruss", Marach, G. Locher. Ver markt te Lelden aangevoerd, 2 en 3 Mei. Wintertarwe 10 hectoliter f 9.50 a 10.Zomer- tarwe 10 hectol. 7.50a 8. Winterrogge 13 heet. 6.25 a f 6.50. Zomerrogge 13 hectol./6.50 a/6.— Zomergerst 10 hectol. 5. a/6.50Chevalier-gerst 10 hectol. 7. a 7.50 Zware Haver 14 hectol. f 4.50- a 6. Lichte Haver 14 hectol. f 3.a f 3.50. Dui- venboonen 5 hectol. f 8.a ƒ8.50Paardenboonen 6 hectol. 7.60.a/"8. Ossen 30stuks/170.—a/260.—. Stieren, 10 stuks 1 62. a f170. Veulens stuks/ a Melkkoeien 766 stuks 230.a280.—. Kalfkoeien S2 stuks 235.— a 290.Varekoeien 246 stuks f 190.a f 250.— Vette koeien 48 stuks f 210.a t 300.—. Kalveren (vette) 70 stuks/32. a f 70.—. Kalveren (magere) 164 stuks 3.a/7.— Kalveren (gras) 34 stuks 30.— a 65.—. Hamels (magere) stuks/— a f Hamels (vette) -tuks, fa Ooien (magere) 560 stuks f 22. a 30.Ooien (vette) stuks f a Lammeren (magere) stuks a Lam meren (vette jarige) stuks a f Varkens (magere) 100 stuks 18.a 40.Varkens (big gen) 358 stuks f 5.a 12. Grasboter 13770 kilogr., lste qualit. A vat/40.— a/44. Schei- 2de qualit. vat 36 a f 38.Grasboter lste qual. per kilogr. 1.a 1.10, Schei- 2de qualiteit per kilogr. f 0.90 a ƒ0.95. Ter markt aangebracht 1226 runderen, 234 kalveren en 560 schapen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2