DAGBLAD.
N°. 5892.
Vrijdag 2 Mei.
A0. 1879.
Tweede Blad.
EIDSCH
PRIJS DE/EK COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden*1.10.
Franco per posta 1-40.
Afzonderlijke Nommersa 0-05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DKB ADVERTENTIES:
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meer0.17%.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STAU8-1SERICHTE i\.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van HENDRIK BUITENDIJK, beeld
houwer alhier, houdende verzoek om in het perceel aan den
Middelweg n°. 23 eene smidsvuring te mogen plaatseo;
Gelet op artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad
n°. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat geDoemd verzoek,
met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Donderdag den 15den Mei a. s., 's voormiddags
te elf oren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
otu bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. d. BRAN DELER, Burgemeester.
1 Mei 1879. E. KIST, Secretaris.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten, dat, ter voldoening aan de wet van den llden
April 1827 Staatsblad n°. 17), een aanvang zal worden ge
maakt met de inschrijving voor den Schutterlijken dienst,
van degenen welke daartoe dit jaar in de verplichting
vallen.
Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzonderlijke
registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in
1845 tot 1853 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert
de vorige inschrijving, uit andere plaatsen metterwoon
hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de mili
tairen, die sedert de laatste inschrijving hun paspoort ver
kregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich
in dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste in
schrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen wor
den ingeschreven achter in de registers, waartoe zij vol
gens hunnen ouderdom behooren; terwijl de geborenen
in het jaar 1854 zullen worden geplaatst in een nieuw
register, te welen: het eerste van den jare 1879 en het
tiende, of dat der geborenen in 1844, van het vorige jaar,
zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde
personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijge
stelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die
personen, welke reeds hun ontslag uit den Schutterlijken
dienst hebben bekomen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van
het Koninklijk besluit van den 21sten Maart 1828 (Staats
blad n°. 6), zullen worden geopend op Woensdag den 15den
Mei aanstaande, en op den lsten Juni daaraanvolgende
zullen worden gesloten.
Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde
sluiting op den lsten Juni niet hebben doen inschrijven
(en dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen wonen
of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemde
lingen, alsmede de militairen, welke hun finaal ontslag
hebben bekomen en niet weder zijn in dienst getreden),
bij ontdekking, alsnog achter de teekening lot sluiting,
door het Hoofd van de Regeering aan het einde van het
register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met bij
voeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door
den Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geld
boete, en daarenboven dadelijk, zonder lotingbij de Schut
terij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de
verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of
uitsluiting ten hunnen aanzien bestonden; terwijl in zoo
danig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft
om in de tweede klasse gebracht te wordenalles onver
minderd zoodanige strafbepalingen als, uit krachte der
wet van den 31sten December 1832 Staatsblad n°. 67), op
hen mochten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel hij niet
van een geboortebewijs voorzien is, voor hen welke alhier
geboren zijn, dat bewijs te komen afhalen ter secretarie
dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van heden
af, van des voormiddags 9 tot 's namiddags 4 uren, terwijl
zij, welke elders geboren zijn, zich dat bewijs vóór de
inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende eenieder
verantwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij
gemis zijner geboorteakte, door eene verkeerde opgave
van het geboortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven.
Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd
dat zij bij de inschrijving tevens zullen moeten opgeven
hunne woonplaatsbenevens het straatnommer hunner woning
hun beroep en dat hunner ouders, zoo die nog in leven zijn,
alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of
zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het
eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van
elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om
zich van een extract uit het huwelijksregister te voorzien,
om daarop door den heer der gebuurte waarin zij wonen,
het getal hunner kinderen te doen certificeeren, ten einde
daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende
almede tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden
af worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (af
deeling burgerlijke stand), van des voormiddags 9 tot
's namiddags 4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld alloope, een
iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt opge
roepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van
het Raadhuis, en wel:
Op Donderdag den 15 Mei 1879,
de bewoners van wijk I, II en III;
Op Vrijdag den 16 Mei 1879,
de bewoners van wijk IV en V
Op Zaterdag den 17 Mei 1879,
de bewoners van wijk VI,
benevens de bewoners van de buitenwijk;
Op Maandag den 19 Mei 1879,
de bewoners van wijk VII en VIII;
telken dage van des voormiddags 10 tot des namiddags
2 uren;
met uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk
ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich
niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achter
blijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip,
dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der
loling, welke volgens de wet, vóór den 1 Juli aanslaande
geheel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden bekend
gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes-
teits besluit van den 7 September 1828 Staatsblad n°. 55),
roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of
als weduwnaar met kind of kinderen, in het afgeloopen
jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de
tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te
worden gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden
van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben
verloren om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in
de eerste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene
Schuttersrol geplaatst moeten worden, om van dusdanige
verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te ge
ven, of zich daartoe ter secretarie aan te rnelden, des
voormiddags tusschen 9 en 1 uur, vóór den tijd van aan
vang der inschrijving, en dus uiterlijk tot den 14 Mei
aanstaande; zullende, wanneer deze kennisgeving door
den belanghebbende mocht zijn verzuimd, en hij dienten
gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Bur
gemeester en Wethouders procesverbaal tegen hem moeten
worden opgemaakt en aan de Rechtbank ingezonden, ten
einde op de nalatigen toe te passen de strafbepaling van
art. 1 der wet van den 6den Maart 1818 (Staatsblad n°. 12),
houdende eene geldboete van ten hoogste 100,en eene
gevangenisstraf van ten langste veertien dagen, hetzij af
zonderlijk of wel beide straffen te zamen genomen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den lsten Mei 1879.
Cr e m e n g cl Nieuws.
Omstreeks middernacht is alhiereen
schipper, liggende met zijn vaartuig in de Haven,
van de loopplank zijner schuit in het water ge
vallen, doch spoedig door hem te hulp komende
schippers gered. Ben zandschipper, hedenmorgen
om halftwaalf door den singel buiten de voorm.
Koepoort varende, had het ongeluk, daar zijn boom
uitgleed, tegenover het kruitmagazijn in het water
te vallen en zonk onmiddelijk. De schipper van
een kort achter hem aan komende zandschuit
kon er met veel moeite in slagen, den drenke
ling met haken naar zich toe te halen. Een
koetsier, genaamd L. G., van den stalhouder
Diebeu, had hedenmorgen om acht uur, met een
disselwagen bespannen met één paard rijdende,
aan den hoek van do Mare en den Ouden Singel
het ongeluk dat zijn voet van den dissel gleed,
zoodat de man voorover viel. De voet geraakte tns-
schen een der wielen, waardoor zijn klomp ver-
brijzelde. Ouk aan de handen werd bij eenigs-
zins bezeerd. Door eenige behulpzame handen
werd het paard gegrepen en tot staan gebracht.
Om halfuegen viel een kind van den heer K.,
wonende op de Mare, aldaar in het water. Het
werd gelukkig door een schipper, die daar met
zijn vaartuig lag, onmiddellijk op het droge
gebracht.
Bij de illuminatie in de residentie
zag, volgens een aldaar verschijnend blad, „het
Korte Voorhout met de lichtkronen en nationale
lantaarnguirlandes er fantastisch uit, terwijl de
muziektempel op de Plaats Venetiaansch in
bouw en verlicht met lampions, waarin de schut
terijkapel de nationale en andere muziekstukken
uitvoerde, een vroolijk licht op de omgeving
wierp." Zulke kolossale lampions, waarin voor
muzikanten, een geheele kapel nog wel, plaats is,
zouden bij het a. s. Leidsche studentenfeest uit
muntend te pas komen als niet te versmaden
bergplaatsen. Een ander Haagsch blad deelt
een feit mede dat, hoe treurig op zich zelf, on
willekeurig den lachlust opwekt om de vreemde
redactie. Het is dit: „In het Noordeinde is een
zuigeling, die een moeder in doeken gewikkeld
op den arm droeg, door het dringen van de
menigte doodgedrukt." De lezing ligt hier voor
de hand dat de zuigeling eene moeder droeg.
Dinsdag bij aankomst van een der
laatste treinen van den Hollandscben spoorweg
aan het station te 's-IIage werd een der passa
giers dood in de coupé gevonden. Het lijk is
door de politie naar het gasthuis gebracht.
Gistermiddag is wegens aanhoudend
slecht gedrag een jongeling aan boord van de
„Anna Paulowna" uit den dienst ontslagen. Het
is dit jaar reeds de vierde maal, dat zich zulk
een geval voordoet, wel een bewijs, dat het ver
ouderde denkbeeld„die nergens meer deugt, is
nog goed voor het oorlogsschip" thans niet meer
van toepassing is.
Aangezien de toevloed van nieuws-
gierigen om het paleis op den Dam te zien in
den toestand, waarin het was tijdens het verblijf
van den Koning en de Koningin te Amsterdam,
zeer groot is en dagelijks nog toeneemt, blijft
de gelegenheid nog tot Zondag-avond opengesteld.
Een lakenfabrikant te Humpoletz in
Bohemen heeft den keizer van Oostenrijk bij ge
legenheid zijner zilveren bruiloft een nieuw pak
vereerd, jas, vest en broek, dat in den korten lijd
van 11 uren vervaardigd was. In tegenwoordig
heid eener commissie werden des morgens te zes
uren twaalf schapen geschoren, de wol gereinigd,
zwart en bruin geverfd, op een ceutrifugaalmachine
gedroogd en daarop gemengd in de kleuren van
wit, bruin en zwart. Dit laatste duurde 50
minuten. Om 11 uren was van deze wol een stuk
laken geweven van 7/2 el, dat om kwart over
eenen geheel gereed was om in handen van den
hofkleedermaker gesteld te worden, die met zes
knechts in de fabriek verschenen was en om vijf
uren het geheele pak afleverde.
Volgens opgave van het bureel „Ve
ritas" zijn in de maand Maart verongelukt 133
zeilschepen, alsvan Engeland 46, Duitschland 22,
Amerika 10, Noorwegen 13, Frankrijk 11, Italië
9, Nederland 5, Zweden 3, Oostenrijk 2, Spanje
2, Griekenland 2 en 8 waarvan de nationaliteit
niet is opgegeven. Onder bovengemelde schepen
zijn 18 vermiste. Voorts 12 stoomschepen, als:
van Engeland 9, Spanje 2 en Duitschland 1,
waaronder 1 vermiste.
In Pennsylvanië zqn zeven mijnwer-
kers, door aardstortingen in eene steenkoolmijn
bij Wilkes Barre opgesloten, na vijf en een hal ven
dag aldus gevangengezeten te hebben, gered. Zij
voedden zich zoolang met het vleesch van een
mede begraven muilezel. De mannen, die hen er
uit bielpen, hadden nacht en dag doorgewerkt en
een dwarsgang van 1200 voet moeten graven om
hen te bereiken.