Dinsdag 15 April.
N\ 5877.
A°. 1879.
Dit Nommer bestaat uit TWEE
BLADEN.
Eerste Blad.
STADS-BERICHTEN.
n.
LEIDSC1
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COÜRAJSTJ
Voor Leiden per 3 mannden.1.10.
"j Franco per post1.40.
Afzenderl^te Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
Tan Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEB AD VKRI£A'£1E& t
tm 1t reftll.l.ot.
Iedere rej«l mwra 0.17|.
Grooui» leUtr» sur plutsroimta.
Uithoofde van het Paaschfecst zal deze
courant Maandag niet worden uitgegeven.
BURGEMEESTER bn WETHOUDERS van LEIDEN,
GezieD het adres van HENRICUS NICOLAAS SCHIM-
MEL, houdende verzoek om het perceel aan het Galgewater
n*. 8 in te richten tot smederij',
Gelet op artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad
n°. 95);
Geven bij deze kenni9 aan het publiek dat genoemd verzoek,
met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Maandag den 289ten April a. s., 's voormiddags
te elf oren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester.
12 April 1879. E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente Leiden,
Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad
N«. 134);
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat in de afgeloopen
week 4 personen aan mazelen zijn overleden.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
12 April 1879. V. n. BRANDELER.
De Ontwerp-Algemeeue Politieverordening.
Art. 47 schrijft voor, dat niet alleen wanneer
er sneeuw op de straten ligt, maar ook bij mis
tig weer de paarden, voor voertuigen gespannen,
van bellen voorzien moeten zijn. Nu is het een
bekende zaak, dat in een mistigen dampkring bet
geluid zich veel krachtiger voortplant dan bij een
heldere atmosfeer. Juist ten gevolge van den
mist hoort men dus de voertuigen veel vroeger
en duidelijker aankomen; alleen men kan ze niet
of minder gemakkelijk zien, maar zullen u daarin
de bellen der paarden helpen Begrijpe wie bet kan.
„Noch met losse paarden, noch met voertuigen
door beesten getrokken, noch met handwagens
mag op de klinkerstraat worden gereden, anders
dan om personen op te nemen of af te zetten of
om uit te wijken." Zou eenige beperking, wat het
uitwijken op de klinkerstraat betreft, hier niet
gewenscht zijn? De ergerlijke wijze, waarop door
alles behalve in een „matigen draf' zich voort
bewegende voertuigen soms van de klinkerbestrating
gebruik of liever misbruik wordt gemaakt, ook tot
uitwijken of in- of uitlaten van personen zou daar
toe grond genoeg geven. De slotbepaling, een uit
zondering omtrent „kinderwagens" behelzende, mag
vrij overbodig, ja, wij zouden haast zeggen aller
grappigst heeten. Nog daargelaten, dat het wel
niemand in den zin zal komen, kinderwagens te
willen weren van de klinkerbestrating, is na de
gedetailleerde opgave in alinea 1 de uitzonderings
bepaling geheel overbodig, en wij duchten dan ook
geen tegenspraak, wanneer wij beweren een kin
derwagen is geen los paard, geen voertuig door
beesten getrokken trekkende dienstbaren zou
den over die qualificatie trouwens al heel weinig
gesticht zijn noeh eindelijk ook een handwagen.
Kalk, steenen, afbraak, hooi, stroo en nog een
tiental andere bestanddeelen, behoorende tot de
rubriek „vuilnis hoegenaamd" mogen volgens art.
65 niet in gemeentewater worden geworpen. Het
zou zeker niet zoo geheel bezijden de waarheid
zijn, indien aan dat art. de volgende alinea werd
toegevoegd: „Alleen voor fabrieken is het geoor
loofd de gemeentewateren te verontreinigen jnet
verfstoffen en dergelijke schadelijke bestanddeelen."
Na de reeds zoo menigmaal herhaalde klachten
op dit punt mag terecht worden gevraagd, of in
het volgende hoofdstuk (het vijfde) handeleude
over de „politie op de gemeentewateren", niet
eindelijk eens een artikel dient te worden opge
nomen, dat een voldoende sluiting waarborgt van
de bruggen aan de Beestenmarkt, vóór het vertrek
en na de aankomst der treinen.
In art. 75 wordt voor het houden of aankon
digen van tooueelvoorstellingen, openbare feesten
enz. enz. de schriftelijke toestemming van den
burgemeester verplichtend gesteld. Na het ook, on
danks hetgeen is gezegd van het uitgeven van
dameskaarten tegen betaling, ons nog altijd onver
klaarbare verbod, krachtens hetwelk op het bericht
van het plotseling overlijden van prins Henderik
de besloten feestviering der typografen moest worden
uitgesteld, zou het zeker niet overbodig zijn aan
dit art. een alinea toe te voegen van ongeveer
den volgenden inhoudDeze bepaling is niet toe
passelijk op feestvieringen, tot welke de toegang
voor het publiek niet openstaat.
„Geen uitstalling van waren," zegt art. 80, „of
plaatsing van door kooplieden gebruikte wagens
of honden geschiedt dan op de door den markt
meester aangewezen plaats, in dier voege echter,
dat het verkeer en de toegang tot gebouwen en
erven niet worden belemmerd." De laatste omschrij
ving „in dier voege," enz. behoort hier naar
onze meening niet thuis; daarvoor te waken is
de taak van den marktmeester, die trouweDs ook
de plaats aanwijst.
Aan de belangrijke plaats, die de zuivelproduc
ten onder de Leidsche handelsartikelen innemen,
worden wij herinnerd door ruim drie bladzijden
der verordening, alleen aan de Botermarkt gewijd
en handelende over het ijken der botervaten. Het
gewicht van die zaak willen wij geenszins betwis
ten, maar toch opmerken, dat de ingezetenen niet
in de eerste plaats naar de hoedanigheid der
botervaten vragen, maar wel naar de qualiteit der
boter. Wij hopen dan ook dat het toezicht op
de deugdelijkheid der laatste niet zal worden op
geofferd aan controle van den voldoenden toestand
der eerste.
Art. 118 verbiedt den kroeghouders wijn, bier
of gedistilleerd te verstrekken aan een kind be
ueden den leeftijd van zestien jaar, „niet verge
zeld van hem onder wiens macht het staat." De
laatste woorden hadden gerust achterwege kunnen
biijven. Wij zien niet in, waarom de vaderlijke
macht moet worden geëerbiedigd, waar zij zich
doet gelden tot zedelijk en lichamelijk nadeel van
het kind. Ook in tegenwoordigheid van hem, die
de patria potestas uitoefent, moest het een kroeg
houder niet geoorloofd zijn aan een bezoeker bene
den de zestien jaar gelagen te zetten.
Wij willen niet muggeziften, maar moeten in
het voorbijgaan toch eens vragen, waarom men
in art. 124 spreekt vanmetalen bussen, met
hai ren kleeden omwonden. Har en kleeden ware
even verstaanbaar en verdient boven den ouder-
wetschen vorm de voorkeur. Of wie draagt een
kleedingstuk, dat een halve eeuw geleden de
kleermakerstafel verliet, als hij eeu nieuwer krij
gen kan?
LEIDEN, 12 April.
Bij de aanbesteding door den eerstaanwe
zend ingenieur te 's-Gravenhage, op het genie
bureel alhier, waren voor perceel N*. 1, het één
jarig onderhoud der kazernegebouwen enz., (be
grooting f 12,600) zes biljetten ingekomen en voor
perceel N°. 2, het herstellen van walmuren, (be
grooting f 2200) acht biljetten. Voor perceel N'. 1
was de heer A. Ressenaar de laagste inschrijver,
nl. voor f 11,960, terwijl voor perceel N*. 2 de
heer H. W. Neuteboom voor f 2047 als aannemer
is voorgedragen, omdat de drie biljetten waarop
tot een mindere som was ingeschreven niet aan het
voorschrift voldeden.
De paardenarts 3de klasse J. E. G. Cayaux,
overgeplaatst van het 4de reg. huzaren te Leiden
naar het 2de reg. veld-art. te Roermond, wordt
vervangen door den paardenarts 3de kl. C. Van
Heelsbergen, van Breda.
De eind-examens der hoogere burgerscholen
in Zuid-Holland zullen naar men verneemt dit
jaar te 's-Hage worden gehouden.
De Staatscourant behelst de bij kon. be
sluit van 15 Maart jl. goedgekeurde statuten der
Vereeniging voor Christelijke belangen te Leiden.
De vereeniging stelt zich uit een beginsel van
Christelijke liefde, zonder uitzicht op persoonlijke
geldelijke voordeelen, ten doel: 1'. om door bijbel
lezingen of redevoeringen op positief Bijbelsch
Christelijk gebied, te arbeiden aan het heil der leden
en van belangstellenden; 2®. om Protestantsch-
Christelijke vereenigingen in de gelegenheid te
stellen tot het houden harer openbare of bijzondere
bijeenkomsten. De vereeniging, oorspronkelijk opge
richt in 1857, is thans aangegaan voor een nieuw
tijdvak van 29 jaren, aanvangende met 1 Jan. 1879.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4969 volwas
sen personen en van 1112 kinderen.
De Kamer van koophandel en fabrieken te
's-Hage heeft besloten Burg. en Weth. te advi-
seeren de door H. C. E. Couwenberg gevraagde
concessie voor een tramway tusschen 's-Gravenhage
en Leiden te verkenen, mits daaraan de noodige
voorwaarden worden verbonden tot beveiliging van
het gewone rij tuigen verkeer, zoo door de inriehting
der rails als door het zorgvuldig onderhond van
den weg langs de rails.
Tot gemeente-ontvanger te Yere is benoemd
de heer C. A. Van Randwijk, gepensioneerd kapi
tein van het O.-I. leger, te Leiderdorp.
Uit het verslag over 1878 betreflénde de
volksleesbibliotheek te Noordwijk blijkt dat de
bibliotheek bestaat uit ruim 400 boekwerken in
1100 deelen waarvan aan 44 personen ruim
1000 deelen, gratis ter lezing werden uitgereikt.
Aan het rapport betreflende de spaarbank aldaar
is in hoofdzaak het volgende ontleend: Op 31 Dec.
waren in het geheel uitgegeven 371 hoekjes, waar
van 71 zijn teruggenomen. Van de in 1878 uitgege
ven 87 boekjes zijn er 5 teruggevraagd. Op 31 Dec.
bedroeg het ingebracht kapitaal 27,333.85; de
grootste inleg was f 3005.01, de kleinste/0.08,
gemiddeld f 89.03. Aan rente heeft de spaarbank in
1878 ontvangen f 1873.83'/, en uitbetaald of bijge
schreven f 995.06'/j, zoodat er een goed saldo is
verkregen van f 378.77. Wij meenen, zegt onze
berichtgever, hierbij nog te mogen mededeelen dat,
op voorstel der commissie, door den gemeenteraad
werd besloten aan de commissarissen en den boek
houder der spaarbank dank te betuigen voor de
wijze waarop zij in alle opzichten de belangen der
spaarbank bij voortduring behartigen.
In een logement te Amsterdam ging heden
een persoon, die een partijtje diamanten in oogen-
schouw nam, met de diamanten op den loop, doch
werd door de politie spoedig achterhaald.