Gemengd Nieuws. De stoomboot „Volharding N°. 1", dienstdoende tussehen Gouda en Amsterdam, leed gisternamiddag in de nabijheid van Nieuwveen op de terugreis van Amsterdam schade door het in krijgen van water. Menschenlevens zijn er gelukkig niet ie betreuren. De aauleidende oorzaak tot het ongeval was de verplaatsing van vee tot het behulpzaam zijn bij het kalven van een der op de bnot zich bevindende koeien, waardoor het vaartuig onverwachts zijn evenwicht verloor. De dienst, zal spoedig weder hervat worden. De trein, die Zondag-ochtend te 10.55 van Bokstel naar Wezel vertrok, is ruim een uur van eerstgenoemd station aan een groot gevaar ontsnapt door de oplettendheid der vrouw van een wachter. Haar man was gerequireerd om dienst te doen voor een ongestelden wachter nabij het station Schijndel. In de nabijheid van haar wachthuis was de kop van een rail over eene lengte van ongeveer 45 cM. aan den hals afge broken. Bij nadering van den trein gaf zij „onvei lig met het gevolg dat de trein omtrent 60 meter van het gevaarlijke punt tot staan kwam. Ou middellijk werd een onderzoek ingesteld, waarop naar een nabijgelegen wachthuis werd terugge- stoouid om een nieuwen rail te halen, die spoedig wa> gelegd, zoodat de trein na een oponthoud vai: ongeveer 20 minuten zijn weg kon vervolgen. Te Helmond is Zondag-morgen o m - streeks tien uren eene boerderij afgebrand in de buurtschap Buiderseind. Daar al de buren naar de kerk waren en er een flinke wind woei, was er run geen blusschen te denken. Een paard, zeven kocii n en een varkeu met twaalf jongen, benevens al het gereedschap, zijn verbrand. Toen een der Helmondsche spuiten op het terrein verscheen, was er reeds niets meer dan een puinhoop te zien. De oorzaak is onbekend. Bij vonnis van den krijgsraad te 's-Bosch is J. E. P., hoornblazer bij het 6de reg infanterie, veroordeeld tot een jaar detentie, wegens diefstal ten nadeele van een kameraad in de ehainbrée, gepaard aan verzachtende omstan digheden; tevens is A. V. S., soldaat-militien bij het 6de reg. infanterie, vrijgesproken van valsch- heid in geschrift, met bevel tot ontslag uit. arrest. De Spessart, in Beieren, is bekend als een streek, waar zich van tijd tot tijd hongersnood met al zijne gevolgen voordoet. Het honger- en typhusjaar 1847 o. a. heeft daar een treurige be faamdheid verkregen. Op dit oogenblik heerscht danr weder een vreeselijk gebrek, doordien er de laatste aardappeloogst mislukt is. Men tracht in Bt leren de hulpbehoevenden te helpen, maar vreest daf de hongertyphus ook nu weder vele slacht offers zal maken. De nadere berichten uit Szegedin dom zien, dat de verwoesting werkelijk zoo groot is als reeds is gemeld en dat daarbij geenerlei overdrijving in het spel was. Het grootste gedeelte der stad is door het water in een puinhoop ver keerd hetgeen niet te verwonderen is, als men bedenkt, dat slechts weinige huizen van steen waren. Hoeveel personen om het leven gekomen zijn, kan nog onmogelijk gezegd worden. Groote verontwaar diging wekt het gedrag van enkele eigenaren van schuiten, die deze slechts voor overdreven sommen wilden afstaan voor het redden hunner medeburgers. Waar de overheid zulke praktijken vernam, werd op de schuiten eenvoudig beslag gelegd. Ook met de personen, die van de gelegenheid tot stelen gebruik maken, werd kort proces gemaakt. De staat van beleg is afgekondigd en wie op keeter daad betrapt is, wordt binnen weinige uren opge hangen. De verwarring werd nog hierdoor ver meerderd, dat nu hier, dan daar in de overstroomde gedeelten der stad brand uitbrak; aan blusschen dacht niemand. De geredden 'werden naar het hooger gelegen Nieuw-Szegedin gebracht; daar zochten ouders huune kinderen, kinderen hunne ouders en is de ellende onbeschrijfelijk. De regee ring had maatregelen genomen om het vrije vervoer der vluchtelingen uit Szegedin te bevorderen, en voorts stoompompen en ander hulpmateriëel naar die plaats gezonden. In de bijrivieren van de Theiss begon Zaterdag het water te zakken. Met het opwerpen van schutdammen in verscheiden bedreigde plaatsen was men belangrijk gevorderd, zoodat ondanks de koude en den gedeeltelijk nog voortdurenden storm, alleen te Szentes nog gevaar bestond. Nog twee andere steden, Czongrad en Holdmezö Basarhely, en een aantal dorpen ver keerden iu hetzelfde gevaar. De berichten van daar waren wanhopend eu de menschelijke krachten schenen onvoldoende om de werking der elementen te beteugelen. Ook daar was gevaar dat wederom voor 80,000 menschen have en goed verloren ging. De abbé Liszt heeft uit vele plaatsen van Hon garije aanzoek gekregen om voor de noodlijdenden concerten te geven en heeft zich daartoe bereid verklaard. Volgens later ontvangen bericht had de storm opgehouden en bestond er dus hoop, dat de drie bedreigde steden behouden zouden blijven. Een sergeant, Julius Porzsolt, bracht 32 kinderen en 41 vrouwen in veiligheid, doch hij wordt nog overtroffeu door den bekenden zwemmer eu rijder, luitenant Zubovic, die zwemmende 73 vrouwen en 67 mannen uit het water redde. Officieel is geconstateerd, dat van de 9700 huizen te Szegedin slechts 261 zijn blijven staan. Enkele personen weigeren nog hunne huizen of de over blijfselen daarvan te verlaten, doch de meeste zijn reeds vervoerd en over de omliggende dorpen ver deeld. Zij, die zich met de redding van wat te redden valt belast hebben, hebben zich in vier groepen verdeeld, van welke de eene zorgt voor de menschenlevens en de bezittingen, de tweede voor proviand, de derde voor het vervoer der per sonen en de vierde voor het verwijderen van het water. De liefdadigheid van landg.-nooten en vreem den laat zich niet onbetuigd. De „Pesther Lloyd" heeft reeds fl. 70,000 ontvangen, de „Neue Preie Presse" fl. 10,000. In alle hoofdsteden der Oos- tenrijksche provinciën zijn op verzoek van den minister van binneniandsche zaken inschrijvingen geopend door de gouverneurs, te Lemberg, Praag, Triest en Graz reeds voordat het verzoek hen bereikte. De lord-mayor van Londen heeft den Oostenrijkschen miuister-president per telegram zijn deelneming betuigd en medegedeeld, dat ook aldaar een inschrijving is geopend. Dit is ook in Den Haag liet geval. Treurig inderdaad is hetgeen de burgemeester van Szegedin, Prans Palvy, zich genoodzaakt zag aan het Pester comité van hulpverleening te ver klaren. „Ik dank de hoofdstad," zeide hij, „voor haren goeden wil, maar de stad Szegedin is niet te helpen. Dat de ramp zoo ontzettend groot werd, daaraan dragen voor een deel wij zeiven en de on verschilligheid der bevolking schuld, voor een deel bet gebrek aan beleid en voorzorgsmaatregelen bij de regeeriug. Men dacht slechts aan verdediging der dijken tegen het water en niet aan hetgeen geschieden moest, als het ongeluk niettemin kwam. Reddingsmaatregelen waren er zoo goed als geene genomen. In het geheel waren er ongeveer honderd vaartuigen beschikbaar; vlotten waren er in het geheel niet voorhanden. Een groot geluk was inder daad nog het loos alarm Dinsdag-avond te negen uren, want hierdoor werden vele personen nog gewekt, die anders door het ongeluk in den slaap verrast zouden zijn. Voor het oogenblik weet ik slechts zeker van 82 verdronken personen, maar hun aantal zal allicht duizenden bedragen, daar velen die niet van elkaar of van huu woning kouden scheiden, ten slotte verdronken moeten zijn," Bij Pohar in Galicië zijn rijke petro- leumbronnen ontdekt. Een daarvan levert reeds bij een diepte van 70 meter in een etmaal 2400 kilo ruwe petroleum. Te St.-Petersburg zijn, gelijk reeds gemeld werd, twee geheime drukkerijen van revolu tionaire geschriften ontdekt. Het belangrijkste beeft men toen echter verzwegen, nl. dat die druk kerijen ontdekt werden in rijksgebouwen. Te Odessa is weder aan een hooggeplaatst politie ambtenaar het doodvonnis van een geheim revolu tionair comité voltrokken. De kolonel der gendar merie Knoop is in zijne eigene woning geworgd. Naast zijn lijk lag een papier, waarop met roode letters geschreven stond„Op bevel van het sociaal-revolutionair uitvoerend comité! Zoo zal het allen tirannen en hunnen handlangers gaan De kotter „Edinburgh" is door de stoomboot „Severn" bij Southampton in den grond geboordde ramp had plaats bij het aanbreken van den dag; 15 man kwamen er bij om. Te Londen zijn proeven genomen met een nieuwe telephoon van Edison, waardoor het geluid zoo goed als onverminderd in klank- sterkte wordt overgebracht, op een afstand van 100 mijl. Te Londen werden de proeven genomen op een afstand van 900 yards en zelfs gewoon fluiten werd duidelijk gehoord. Het congres der Vereenigde Staten van Noord-Amerika heeft onlangs op den verjaar dag der geboorte van Washington zitting gehou den, en deze werd gekenmerkt door eene zeer eigenaardige plechtige handeling. Eene ijzeren kist, die op de wereldtentoonstelling te Philadel phia in 1876 te bezichtigen was, bevattende de photographische portretten, benevens de auto- graphieën van de ambtenaren, wetgevers, officieren, enz., welke aan de vieriüg van het eeuwfeest der Unie hebben deelgenomen, werd besloten om ge durende eene eeuw, namelijk tot 4 Juli 1976, gesloten te blijven. Uit een opschrift op het deksel van de kist blijkt, dat zij niet mag geopend worden vóór den tweehonderdsten verjaardag der onafhankelijkheidsverklaring. De vaderlandlievende Amerikaan, van wien het denkbeeld dezer zaak uitging, heeft vijf dollars geschonken aan ieder der driehonderd zes en tachtig gelukkige sterve lingen, wier photographiëen en autographiëen aan de nakomelingschap zullen worden overgeleverd. Twee werklieden keerden met hun pas ontvangen weekloon naar hun woonplaats Woin- court (dep. Somme) terug, toen de oudste, een man van vijftigjarigen leeftijd, zijn jongeren met gezel, die slechts ongevéfer 30 jaar telde, eensklaps een doodelijken slag toebracht met een werktuig, dat hij onder zijn kleederen verborgen hield. Na het bedrijven dier vreeselijke misdaad nam bij het weekloon uit den zak van zijn slachtoffer en ver borg het lijk. Eerst na verloop van vijf dagen werd het gruwelstuk ontdekt en de booswicht iu arrest genomen. Terwijl een bakkersknecht in de rue Pigalle te Parijs brood in den oven schoof, liet hij een scherp mes, dat hij in den mond had, bij ougeluk tussehen de tanden ontglippen. On middellijk sloeg hij met de hand naar het snijdende werktuig om het in zijn val op te vangen, doch stiet het zich door een noodlottige beweging in den buik, zoodat hij in hopeloozeu toestand naar een ziekenhuis moest worden vervoerd. Een wijnkooper te Parijs, die den aebttienjarigen zoon van een vakgenoot uit zijne buurt in dienst had genomen, bemerkte weldra, dat de jonkman zijn eenige dochter, een brunette van ietwat jeugdiger leeftijd, het hof maakte. Dat stond den vader niet aan, en weldra was den minnaar het huis ontzegd, terwijl het meisje naar twee tantes werd gezonden, te Provins woonach tig. Weldra echter ontvingen de ouders der laat ste een brief, waarin hun werd kennis gegeven, dat huu kind lijdende was, en ook de ouders van den jonkman erlangden een schrijven, meldende dat hun zoon ernstig was gewond. Die treurige tijdingen werden aan beide zijden weldra achter volgd door een nog treuriger bericht, dat van den dood der beide gelieven. Paul zoo heette de minnaar had zich nl. naar Provins begeven en het oogenblik afgespied, waarop het meisje df woning barer tantes verliet. Ofschoon die beid* dames zich bij haar bevonden, was Paul haar ge naderd, had haar bij de hand genomen en was eenige schreden met haar voortgegaan. Plotseling had hij toen een revolver te voorschijn gehaali en dien a. bout portant op het meisje afgevuurd dat onmiddellijk doodelijk getroffen nederviel Daarna had ook de jonkman zich een doodelijkci kogel door het hoofd gejaagd. Bij hem vond men twee brieven, een aan den vader van het meisje den anderen aan zijne ouders, waarin hij ver klaarde, dat zij besloten hadden samen te sterven Voor eenigen tijd overleed te Parijs professor L. In diens huis, thans nog door zijn weduwe bewoond, werd dezer dagen door de burei brand ontdekt, zoodat zij er met pompiers binnen drongen. Iu de slaapkamer der weduwe vond mei het ledikant in vlammen en rook gehuld en op het bed het geheel verkoolde lichaam der dame Rondom de legerstede waren drie komforen ge plaatst, alle nog gevuld met gloeiende kolen. Zon der twijfel heeft mevrouw L., wanhopig over he verlies van haar echtgenoot, door verstikking ee einde aan haar leven willen maken en heeft zie het vuur uit een der komforen aan de bedgorj dijnen meegedeeld en zoo den brand doen ontstaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2