eene lijst van inteekening, door hem aan de inge zetenen gepresenteerd, eenige handtcekeningen voor met daarachter ingevulde sommen, welke handtee- keuingen eveneens zijn gebleken te zijn nagemaakt. De aangehoudene is naar Den Haag overgebracht ter beschikking van den officier van justitie. De knecht van den persoon, die te Capelle vermoord is, gevankelijk naar Rotterdam ■overgebracht, was de oudste knecht van den ver- slagene. Reeds is hij meermalen in verhoor genomen, maar blijft zijn schuld ontkennen. Men beeft een som van f 1000 bij hem gevonden, waarvan hij de herkomst niet kan aangeven. Naar men meldt, wordt aangenomen, dat hij den moord niet heeft gepleegd, maar zich liet omkoopen door anderen, voor wie hij de gruweldaad mogelijk maakte. Op welke wijze de moord is gepleegd, is nog onbekend slechts verneemt men, dat het achterhoofd vermoede lijk met een hamer is verbrijzeld. Maandag-avond is brand ontstaanin de ijzergieterij van de heeren Christie, Nolet en De Kuiper, te Delfshaven. Daar de vlam reeds door het dak sloeg, werd de nachtportier het ge waar. Deze heeft met een paar in de fabriek aanwezige werklieden terstond den brand gebluscht, welke te wijten zou zijn aan de nalatigheid van een der werklieden van de fabriek, die eenig hooi in de ijzergieterij had laten liggen, dat vlam heeft gevat. Te Broek in Waterland isgistermor- gen in een sloot het lijk gevonden van de vrouw van een molenmaker. Een kind van acht of negen maanden was aan het lichaam der vrouw vastge bonden. De man, die met vier kinderen achter blijft. vermiste zijne vrouw des morgens bij het ontwaken. Te Vlissingen is gisteren door ver keerden stand van een wissel een trein op ledig materieel van een anderen trein geloopen. Persoon lijke ongelukken hebben niet plaats gehad; wel zijn eenige rijtuigen beschadigd. Te Simferopel is de adjunct-hoofd commissaris van politie Peremjeschko gearresteerd, onder beschuldiging der volgende feitenYoor driejaren trad bij genoemden ambtenaar de 35-jarige Eedossia Kamyschenkow in dienst met een loon van l'/j roebel per maand. Al dien tijd, tot voor weinige dagen, toen de rechter van instructie haar bevrijdde, was zij gedwongen geweest bij gesloten deur in de keuken door te brengen. Deze enge ruimte moest zij daarenboven nog deelen met de honden en duiven van haren meester. Gedurende drie jaren was zij geene enkele maal in de open lucht gekomennoch op straat, noch naar de kerk mocht zij gaan. Eens was het haar gelukt te ont snappen; terstond werd zij echter door eenige politie-agenten opgevangen en teruggebracht. Dage lijks werd Eedossia door een nauwe gang in de woonkamer gelaten ten einde den vloer te schrob ben. Nauwkeurig werd er op gelet, dat zij met niemand een woord sprak. De deur der keuken, die gewoonlijk door een riem gesloten was, werd, wanneer de huisheer en zijne vrouw uitgingen, nog toegegrendeld, en Fedossia had het strengste bevel nooit de luiken der keukenvensters te openen. Hut middagmaal werd door de vrouw van den commissaris bereid. Eedossia kookte slechts eene brij voor de honden, wier schraal maal zij gedu rende langen tijd gedwongen was te deelen. Eerst op het laatst kreeg zij eenig beter voedsel. Hare klei ding liet evenzeer alles te wenschen over. Des zomers droeg zij slechts een ouden soldatenkiel. Lev a kreeg zij in het geheel niet, daarentegen da lijks veel slaag met een riem of stok. De koet sier van den commissaris was gedwongen bij dei i-lijke execution de behulpzame hand te bieden. Di i r een toeval werd deze ongelukkige ontdekt en bevrijd. Verwonderlijk is het, dat Eedossia door deze langdurige eenzaamheid en dit lijden niet krankzinnig geworden is. Toen zij in vrijheid gesleld werd, wilde zij er in den beginne niet aan gelooven, maar zij kwam allengs tot bedaren en verzocht, dat men haar het haar verschuldigde loon zou geven. Voorloopig is zij in een welda digheidsgesticht geplaatst. Onder de te Kiew met geweld van wapenen gearresteerde „nihilisten" is ook de acht tienjarige dochter van den gi neraal-majoor Ger- sefeld, senator en lid van den rijksraad te St.-Pe- tersburg. Zij werd door een bajonetsteek gewond, doch zeide niettemin kort na hare arrestatie, toen zij het eerste verhoor voor den politie-commissaris onderging: „heden schoot ik slechts op een po.i- tie-soldaat, maar weldra zullen wij u allen als woedende honden doodschieten." De eerste politie- 3oldaat, die bij deze gelegenheid sneuvelde, viel door den kogel uit den revolver van Olga Ras- sofl'ska, die, evenals de dochter van generaal Gersefeld, te Kiew de lessen aan de universiteit volgde. Eene derde jonge dame onder de gear resteerden behoort tot de hoogste aristocratiezij heet gravin Panin, haar stiefmoeder is hofdame der keizerin en haar overgrootvader was onder keizerin Katliarina tweede rijkskanselier. Hieruit blijkt, dat de ontevredenheid der Russische natie met het tegenwoordige regeeringsstelsel tot zelfs in de hoogste kringen aangetroffen wordt. Jean Laprade, die te Allemans zijne ouders en zijne grootmoeder vermoordde, is dezer dagen door het hof van assises in het departe ment der Lot en Garonne ter dood veroordeeld. De twintigjarige misdadiger hoorde de uitspraak zonder eenige ontroering aan. De Duitsche bark „Eriedrich" ver trok half Januari met eene lading hout uit Doboy naar Falmouth. Het schip had met vele stormen te kampen, werd lek, pompen kon niet meer ba ten en het dreef eindelijk, met gekapten mast, op zijne lading rond. Den 23sten Februari moest de bemanning in het touwwerk een laatst toe vluchtsoord zoeken, de kapitein werd over boord geslagen en de voorraad levensmiddelen was niet meer te bereiken. "Vijf dagen en nachten bleven de matrozen zonder spijs of drank, tot eindelijk een Italiaansch schip hun redding bracht. Zij wa ren zoo uitgeput, dat zij de boot, die hen kwam redden, niet dan kruipende konden bereiken, en twee vielen nog in zee voordat zij opgenomen konden worden. Ten slotte echter werden allen gered en te Holyhead aan land gebracht, waar de „Vereeniging voor schipbreukelingen" hun zorg vuldige verpleging verschafte. De bark behoorde aan den consul Poll te Stettin. Twee matrozen van het stoomschip Ralph Creyke", te Goole te huis behoorende en dat den 19den Februari Cardiff verliet, geladen met steenkolen en bestemd naar Dieppe, werden den 21sten in de nabijheid van het eiland Lundy, kanaal van Bristol, door het Eransche stoomschip „Cambronne" hulpeloos in een boot drijvende ge vonden, uitgeput van vermoeienis, koude en honger. Nadat zij, dank zij een liefderijke verpleging aan boord der „Cambronne", eenigszins hersteld waren, verhaalden zij het volgendeOmstreeks zeven uren des morgens van den 20sten bemerkten wij, dat het schip onder onze voeten in de diepte wegzonk. Onmiddellijk werden onze twee reddingbooten uit gebracht. In de een namen de meest ontstelden plaats, de tweede machinist, twee stokers, twee matrozen en de kok in de andere een stoker, drie matrozen, de hofmeester, de eerste stuurman, de oppermachinist en eindelijk de kapitein, die het laatste het zinkende schip verliet. Te kwart over zevenen verdween de „Ralph Creyke" in de diepte, en toen zetten beide booten koers naar het eiland Lundy, dat op een afstand van ongeveer zes mijlen was gelegen. Of de eerste boot het be reikt heeft, weten wij niet wat de tweede, de onze, betreft, deze werd te halftien door den golf slag omgeworpen, waarbij de oppermachinist en een matroos in de diepte verdwenende zes overigen wisten zich aan de kiel van het broze vaartuig vast te klemmen en weer aan boord te komen. Doch thans waren onze riemen verdwenen, en de bemanning der eerste boot was niet te bewegen ons te bergen, waarvoor genoeg ruimte aanwezig was, of zelfs maar ons op sleeptouw te nemen; integendeel verwijderde zij zich zoo snel mogelijk, ons aan ons vreeseljjk lot overlatende. Te 10 uren toch sloeg onze boot opnieuw om, maar ons alle zes gelukte het ditmaal weer binnen boord te komen ondanks een zeer onstuimige zee. Hetzelfde ontzettende tooneel had een half uur later nog maals plaats. Wel waren wij nog allen behouden gebleven, doch weldra bezweken een der matrozen en de tweede stuurman van vermoeienis en koude. Wat met de lijken te doen, die bij elke hooge zee tegen ons aan tuimelden? Wij wierpen ze overboord en spoedig werden zij gevolgd door dat van den anderen matroos, die ook bezweek. Einde lijk, tegen twee uur na den middag, overleed ook kapitein Ellwood. Thans waren nog overgebleven de hofmeester Georges Cannon en de stoker Edward Bonnet, dezelfde, die in zoo betreurens- waardigen toestand weldra door de „Cambronne" werden opgenomen, waar een liefderijke verpleging hen spoedig deed herstellen. BUITENLAND. Frankrij ls. Negentig zeestukken van Gudin, voorstellende tafereelen uit de geschiedenis der Eransche marine, zullen in de Momy-galerij van het Palais Bour bon een plaats vinden. De galerij van het mu seum van Versailles, waar zij vroeger waren, bestaat niet meer, ten gevolge van het verbouwen voor de Kamers. Voor een gedenkteeken ter eere van Claude Bernard is reeds 25,000 fr. bijeengebrachtuit Ber lijn, Londen en Rusland zijn aanzienlijke bijdragen gezonden. De verkiezing van Richard is door de Kamer ongeldig verklaard. De voorzitter van het gerechtshof te Ba- yonne is door den minister van justitie verwezen naar de disciplinaire sectie van het hof van cas satie, omdat hij aan een Bonapartische manifes tatie deelgenomen en een adres aan den gewezen keizerlijken prins mede onderteekend heeft. Duitschland. De rijksdag heeft de legerbegrooting goed gekeurd. De opperburgemeester van Keulen heeft aan den gemeenteraad kennis gegeven, dat bij hem is ingekomen een voorstel van den heer Th. Leysen, waarin deze uit naam van het lid van den Bel gischen senaat, J. R. Bischoffsheim te Brussel, in vereeniging met de huizen Eltzbacher te Keulen en Amsterdam, den door het ministerie van oorlog te Berlijn gevraagden prijs van circa 12 millieen mark voor de door de voltooiing der nieuwe ge detacheerde forten vrij geworden vestingterreinen aanvaardt, onder voorwaarde, dat de stad Keulen de bestrating van het nieuwe gedeelte voor eigene rekening neemt. Volgens de plannen zou het oude Keulen hierdoor zeer verfraaid en, zooals Weenen, met twee groote boulevards begiftigd worden. Italië. Er bestaat vrees, dat de financiëele toestad der stad Napels tot een zelfde crisis zal leiden ah waartoe het te Florence gekomen is. De begrooting voor 1879 wijst een deficit aan van 15,748,461 lire, omdat tegenover een raming der inkomsten van 13,192,54S een begrooting van uitgaven van 28,941,009 lire staat. De raad wil zich tot df regeering om hulp wenden, en als dit niet baat zal hij weder beproeven een leening te sluiten waarschijnlijk zonder resultaat. Spanje. De „Gaceta" maakt eene circulaire van des nieuwen minister van binnenlandsche zaken aas de gouverneurs in de provinciën openbaar, waarin de denkbeelden van het Kabinet omtrent df staatkunde en de verkiezingen uiteengezet worden De minister maant de ambtenaren aan, de vrij heid der burgers te eerbiedigen, opdat de ver kiezingen in waarheid de uitdrukking zijn van de meening der kiezers. Grroot-Britannië- De beweging der Engelsche banken tot vcrkortiui van den vervaltijd der Indische wissels neem meer en meer toe. O. a. hebben de bekende „Orien tal-Bank Corporation" en de „C iartered-Bank o India, Australia and China" zich bij het coiniti der Londensche bankiershuizen, die de zaak o| touw zetten, aangesloten. Omtrent Birmah wordt aan de „Times1 gemeld, dat de berichten over het aantal bloedver wanten, die de koning heeft laten vermoorden overdreven zijn geweest en dat er waarschijnlijl geen tachtig, maar veertig zijn omgebracht. Daaren tegen schijnt die moord op afschuwelijke wijze ti hebben plaats gehadvrouwen en kinderen werde: voor de oogen hunner echtgenooten en vader wreed mishandeld vóór zij ter dood gebracht werden De koning schijnt zoodanige oorlogstoebereidselei te maken, dat de versterking van het aantal troepei in Britsch Birmah volstrekt noodzakelijk was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2